Artikelen bij COM(2011)180 - Beleid van de EU ten aanzien van de ITU-Wereldradioconferentie 2012 (WRC-12)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



1. De Europese en mondiale dimensie van het spectrumbeleid 3

2. Europese voorbereiding voor WRC-12 4

3. Voorgestelde beleidslijnen voor WRC-122 5

4. Eensgezindheid in het optreden van de lidstaten en de EU 11

5. Conclusie 11
1.De Europese en mondiale dimensie van het spectrumbeleid

Met deze mededeling wordt aan het Europees Parlement en de Raad informatie verstrekt over de agendapunten van de komende Wereldradioconferentie (WRC-12) die van belang zijn voor het beleid van de Europese Unie. Hierin worden ook de gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen voorgesteld.

Een strategisch en samenhangend spectrumbeleid is een belangrijk instrument om een moderne informatiemaatschappij te ondersteunen en een breed gamma van beleidsdoelstellingen te bevorderen. Dienovereenkomstig is in de Digitale agenda voor Europa1 – een van de vlaggenschipinitiatieven van de EU 2020-strategie – coördinatie van het spectrumbeleid aangewezen als een essentieel element om onze doelstellingen van economische groei en innovatie te bereiken, waarbij het doel wordt beoogd heel Europa van toegang tot snel breedband te voorzien.

Om het belang van radiospectrum te onderstrepen, hebben het Europees Parlement en de Raad in Richtlijn 2002/21/EG van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten2 (hierna de 'kaderrichtlijn') bepalingen opgenomen die de Commissie de mogelijkheid geven een programma voor radiospectrumbeleid voor te stellen waarbinnen de ontwikkeling van het spectrumbeleid3 binnen de EU moet plaatsvinden. Deze regels zijn versterkt met een nieuwe bepaling4 waarin naleving van de radioregelgeving van de ITU (Internationale Telecommunicatie-Unie) verplicht wordt gesteld, zodat het duidelijk wordt dat de EU op internationale fora over spectrum nauw coördinerend moet optreden om haar belangen te bevorderen.

De Wereldradioconferentie is de plaats waar aanpassingen worden aangebracht in radioreglementen die grensoverschrijdende aspecten van het spectrumgebruik regelen en aldus bepalen welke vormen van gebruik zich moet aanpassen aan andere vormen van gebruik over een internationale grens heen. Alle EU-lidstaten zijn ook lid van de ITU en spelen een actieve rol bij de aanpassing van de radioreglementen. De Europese Unie is een sectorlid en heeft een status die vergelijkbaar is met die van bedrijfstakorganisaties. De volgende conferentie zal plaatsvinden in Genève van 23 januari tot 17 februari 2012.

Bij voorgaande WRC's heeft de Commissie het Europees Parlement en de Raad in een mededeling5 geïnformeerd over de beleidsdoelstellingen die de EU voor een aantal agendapunten nastreeft.

Op basis van jarenlang voorbereidend werk zal op de WRC-12 worden besloten wijzigingen aan te brengen in de ITU-radioreglementen. Elke WRC kan noodgedwongen slechts een klein gedeelte van de radioreglementen in beschouwing nemen en daarbij vaststellen welke spectrumbanden dienen te worden besproken binnen welk kader van mogelijke uitkomsten. Deze agendapunten worden bepaald op de daaraan voorafgaande WRC. Verschillende agendapunten zijn belangrijk voor de Digitale agenda voor Europa, zoals punt 1.17 over het digitale dividend, de punten 1.2 en 1.19 over een regelgevingsstelsel dat meer openstaat voor innovatie, en punt 1.5 over elektronische nieuwsgaring, maar andere agendapunten hebben ook een invloed. Het definitieve document zal worden ondertekend door de EU-lidstaten, die bij de slotakten van de WRC ook een gemeenschappelijke verklaring zullen indienen. Hierin zal worden verklaard dat zij de herziene ITU-radioreglementen die op de conferentie zijn vastgesteld, zullen toepassen in overeenstemming met hun verplichtingen krachtens het Verdrag betreffende Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Tegen deze achtergrond moeten wij ervoor zorgen dat de kloof wordt overbrugd tussen het in toenemende mate strategisch en beleidsmatig georiënteerde spectrumbeleid van de EU en de technische en regelgevende onderhandelingen binnen de WRC. Wij moeten dit doen in het volle bewustzijn dat de technische standpunten van onze onderhandelingspartners mogelijkerwijze een uitdrukking vormen van beleidsdoelstellingen, belangen van industrieel beleid of andere belangen. Een innovatievriendelijk en adaptief internationaal regelgevingsstelsel is van groot belang voor de Europese Unie.
2.Europese voorbereiding voor WRC-12

EU-lidstaten onderhandelen in de ITU als onafhankelijke leden van de organisatie. In de praktijk kiezen zij ervoor hun technische standpunten gezamenlijk uit te werken binnen de CEPT (Conférence Européenne des Postes et Télécommunications6), voordat op basis van geconsolideerde Europese standpunten (‘European Common Proposals’) onderhandelingen worden aangevat met de rest van de wereld. Hoewel de CEPT haar nut bewijst voor het uitwerken van de gedetailleerde Europese onderhandelingsposities die voor een technisch-regelgevende conferentie als de WRC vereist zijn, moet worden vermeld dat de lidstaten gebonden zijn door hun verplichtingen krachtens de EU-verdragen en door het acquis.

Daarom moet ter aanvulling van de ontwikkeling van technische standpunten binnen de CEPT bij de onderhandelingen rekening worden gehouden met de algemene belangen van de EU. Om dit te ondersteunen en in overeenstemming met de bepalingen van de kaderrichtlijn heeft de Commissie de Beleidsgroep Radiospectrum (RSPG), een adviesorgaan op hoog niveau met afgevaardigden van de lidstaten, verzocht om een advies over de Europese beleidsdoelstellingen die op deze conferentie aan de orde zijn. De RSPG heeft zijn advies op 10 februari 2011 uitgebracht. Daarnaast organiseerden de CEPT en de Commissie op 10 juni 2010 in Brussel gezamenlijk een workshop7 die op een ruime deelname van belanghebbenden kon rekenen.

De lidstaten moeten gemeenschappelijke acties ondernemen en moeten gedurende het hele onderhandelingsproces nauw samenwerken opdat op de WRC besluiten worden genomen die het beleid en de beleidsinitiatieven van de Unie ondersteunen.

Met dit doel zal de Commissie in de aanloop tot de WRC-12 de coördinatie van beleidslijnen ondersteunen, uitgaande van de goedkeuring van de EU-beleidsdoelstellingen door het Parlement en de Raad, en zal zij toezicht houden op de rol van Europa in het proces.
3.Voorgestelde beleidslijnen voor WRC-122

Er zijn 25 aparte agendapunten van wisselend belang, variërend van vereisten voor grensoverschrijdende coördinatie van het digitale dividend (1.17) en spectrum voor de ontwikkeling van Galileo (1.4 en 1.18) tot een project voor communicatieballonnen op grote hoogte (1.20). Hier volgt een poging om de agendapunten te structuren in onderwerpgroepen en deze te koppelen aan de toepasselijke beleidsdoelstellingen, rekening houdend met het advies van de RSPG.

Agendapunten en hun belang voor EU-beleidsdomeinen

Agendapunt 1.17 Digitaal dividend /Beleidsdomein: Interne markt

Dit agendapunt heeft betrekking op grensoverschrijdende coördinatie van het gebruik van spectrum in het bovenste deel van het digitale dividend (790–862 MHz). Dit is in het bijzonder van belang waar het spectrum aan weerszijden van de grens niet wordt gebruikt voor terrestrische omroep, aangezien digitale omroep reeds bescherming geniet krachtens de ITU-Genève-06-overeenkomst. In de EU is deze band technisch geharmoniseerd om de aanbieding van draadloze breedbanddiensten mogelijk te maken en hij zal van cruciaal belang zijn in het streven naar een kosteneffectieve introductie van deze diensten. Harmonisering wordt effectief vanaf het ogenblik waarop een lidstaat besluit de uizending van omroepdiensten met hoog vermogen in deze band stop te zetten. Een apart voorstel voor een gemeenschappelijke datum om dit proces af te sluiten is opgenomen in het voorstel voor een programma voor het radiospectrumbeleid8. Het effectieve gebruik van het digitale dividend langs de oostelijke EU-grens wordt gehinderd door het gebruik van een verouderd luchtnavigatiesysteem in dezelfde band aan de overzijde van de grens. Dat systeem is nu aan het einde van zijn levenscyclus en de EU moet ernaar streven de toekomstige vormen van gebruik aan weerszijden van de grenzen op behoorlijke wijze naast elkaar te laten bestaan, zodat het mogelijk wordt de 790–862 MHz-band in de EU volledig voor draadloze breedband te gebruiken.

EU-beleidsdoelstelling

De EU moet regelgevende maatregelen ondersteunen om draadloze breedband en het afnemende gebruik van luchtnavigatiesystemen aan haar oostelijke grenzen op evenwichtige wijze naast elkaar te laten bestaan, met het doel draadloze breedband daadwerkelijk mogelijk te maken over het hele grondgebied van de EU. Alle verplichtingen om digitale omroep krachtens de GE-06-overeenkomst te beschermen moeten van kracht blijven en op de conferentie mogen hieraan geen verdere verplichtingen worden toegevoegd.

Agendapunten 1.4/1.18 Galileo / Beleidsdomein: Trans-Europese netwerken

Het Galileo-satellietnavigatiesysteem is het Europese initiatief voor een geavanceerd wereldwijd satellietnavigatiesysteem, dat zeer nauwkeurige en gegarandeerde diensten voor plaatsbepaling, navigatie en tijdsbepaling zal leveren. Het zal kritieke infrastructuur en belangrijke overheidsdiensten zoals opsporing en redding ondersteunen, alsmede commercieel gebruik en satellietnavigatieontvangers voor consumenten mogelijk maken.

Galileo zal spectrum in verschillende banden gebruiken en twee agendapunten zijn van onmiddellijk belang. Onder agendapunt 1.18 is het de bedoeling op basis van het bestaande regionale patchwork van primaire en secundaire toewijzingen in de 2483,5–2500 MHz-band een geharmoniseerde mondiale primaire toewijzing tot stand te brengen voor gebruik door satellietnavigatiesystemen Uit studies is gebleken dat gedeeld bandgebruik door systemen zoals Galileo mogelijk is, tegelijk met bescherming van bestaande systemen, inclusief gevoelige radarsystemen die onder de regelgevende norm geen interferentie, geen bescherming vallen. Voor de 5000–5030 MHz-band die reeds aan satellietnavigatiesystemen is toegewezen en door de mission uplink van Galileo wordt gebruikt, zie agendapunt 1.4 hieronder.

EU-beleidsdoelstelling

Galileo is een belangrijk Europees project en de EU moet de frequenties die voor de werking ervan nodig zijn, vrijwaren van interferentie door andere radiodiensten. De EU moet ook de bijkomende 2483,5–2500 MHz-band ondersteunen voor toekomstige verbeterde diensten.

Agendapunten 1.4/1.7 SESAR (Single European Sky ATM Research) / Beleidsdomein: Vervoersbeleid, Ruimtevaartbeleid

Het luchtverkeer in Europa behoort tot het drukste in de wereld. Het Europese ATM-onderzoeksprogramma SESAR (Single European Sky Air Traffic Management Research Project) beoogt de ontwikkeling van een luchtverkeersbeveiligingssysteem van de nieuwe generatie dat de veiligheid en de goede doorstroming van het luchtverkeer wereldwijd in de komende 30 jaar kan verzekeren. Met betrekking tot spectrum streeft de EU ernaar de invoering van de in dit programma voorgestelde systemen vlot te laten verlopen. Het project bevindt zich nu in de ontwikkelingsfase en de opstelling ervan kan naar verwachting aanvangen vanaf 2014-2020.

Agendapunt 1.4 betreft de invoering van modernere communicatiesystemen voor de veiligheid van de luchtvaart. Onder dit agendapunt zullen de regelgevende maatregelen worden behandeld die nodig zijn voor het gebruik van de 960–1164 MHz-band door de luchtvaart. Deze maatregelen dienen ter ondersteuning van toepassingen in luchtverkeersbeveiliging die data-intensief zijn en worden gebruikt bij de overdracht van cruciale veiligheidsgerelateerde informatie. De compatibiliteit tussen deze systemen die voor werking in de 960–1164 MHz-frequentieband worden voorgesteld en de door ICAO (Internationale Organisatie voor Burgerluchtvaart) gestandaardiseerde systemen zal tot stand moeten komen door middel van ICAO-standaarden. Deze systemen alsook GSM en UMTS (en andere verwachte breedbandsystemen) onder 960 MHz vereisen passende bescherming. Regelgevende beperkingen voor het gebruik in de luchtvaart moeten eveneens bescherming bieden aan in de 1164–1215 MHz-band opererende ontvangers van satellietnavigatiesystemen. Laatstgenoemde band is bedoeld om door GPS, Galileo en het Russische GLONASS voor Safety of Life-toepassingen te worden gebruikt.

De luchtvaartsector ontwikkelt een draadloos lokaal-netwerksysteem in de 5091–5150 MHz-band voor oppervlaktetoepassingen in luchthavens, dat thans in verschillende internationale fora wordt gestandaardiseerd en door SESAR wordt ondersteund, met 2013 als uiterste termijn voor voltooiing. De voorgestelde nieuwe toewijzing aan de luchtvaart in de 5000–5030 MHz-band zou onder deze activiteit vallen.

Toewijzing voor gebruik door de luchtvaart van de 5000–5010 MHz-band kan echter alleen worden overwogen indien niet kan worden voldaan aan de vereisten voor deze systemen in de 5091–5150 MHz-band en op voorwaarde dat er geen schadelijke interferentie is met Galileo in de 5000–5030 MHz-band (gelet in het bijzonder op de kritieke uplink van Galileo) en met de radioastronomiedienst in de 4990–5000 MHz-band. Om signalen naar toekomstige Galileo-ontvangers te vrijwaren, mag geen nieuwe toewijzing aan de luchtvaart worden voorgesteld in de 5010–5030 MHz-band, waar volgens studies geen compatibiliteit mogelijk is.

Agendapunt 1.7 betreft het huidige en voorgenomen gebruik van satellietdiensten, in het bijzonder de behoefte om in de band 1525–1559/1626,5–1660,5 MHz op transparante en billijke wijze tot een gedeeld gebruik te komen, zodat de beschikbaarheid voor satellietdiensten in de luchtvaart op lange termijn kan worden verzekerd.

EU-beleidsdoelstelling

Op de WRC-12 moet de EU Europa's potentieel om het best mogelijke systeem op effectieve en transparante wijze te ontwikkelen en te implementeren veiligstellen. Hetzelfde doel moet vooropstaan in het EU-beleid onder agendapunt 1.7 betreffende het satellietgebruik van SESAR en moet ervoor zorgen dat de satellietcomponent van SESAR aan zijn doel kan beantwoorden.

Agendapunten 1.7/1.13/1.25/7 Communicatiesatellieten/ Beleidsdomein: Interne markt, Ruimtevaartbeleid

Europese ondernemingen zijn wereldleider in het leveren van satellietcommunicatie: omroepdiensten, vaste satellietdiensten en mobiele satellietdiensten spelen allemaal een belangrijke rol in het aanbieden van diensten op vele gebieden van onze economie en samenleving. Zij moeten in staat worden gesteld om dit te blijven doen en tegelijkertijd moet worden gezorgd voor efficiënt gebruik van het spectrum.

EU-beleidsdoelstelling

De EU moet zich verzetten tegen de splitsing van de 21,4–22 GHz-band en de daaraan verbonden omloopbanen in toewijzingen aan nationale ITU-leden, hetgeen de bruikbaarheid ervan zou beperken. De EU moet, zoals hierboven uiteengezet, een standpunt verdedigen waarbij aan mobiele satellietdiensten het nodige spectrum wordt verleend om in Europa diensten van luchtverkeersbeveiliging te kunnen aanbieden.

Agendapunt 1.3 Onbemande vliegtuigen (Unmanned Aerial Systems - UAS)

Hoewel militaire toepassingen misschien beter bekend zijn, is de ITU betrokken bij het gebruik van UAS in niet-gescheiden luchtruim, d.w.z. waar bemande en onbemande luchtvaartuigen tegelijkertijd kunnen opereren. UAS kunnen belangrijke functionaliteiten bieden voor de bescherming van de burgerbevolking en voor de overheid: zij kunnen een rol spelen bij brandbestrijding, landbouwmonitoring, grens- en kustwachtdiensten, maar zij kunnen wereldwijd ook nuttig zijn bij hulpverlening (bij het identificeren van migratiestromen tijdens droogten en overstromingen). Deze functionaliteiten vergen dat UAS luchtruim delen met conventionele luchtvaartuigen en het is dan ook belangrijk dat zij veilig en volledig in overeenstemming met regels inzake luchtbeveiliging kunnen opereren. Er is echter bezorgdheid gerezen dat een deel van het spectrum dat voor de UAS-terrestrische component in aanmerking komt, de vereiste omnipresentie bij de opstelling van toekomstige Galileo-ontvangers in de 5010–5030 MHz-band in de weg zou staan, of nog belangrijker, zou interfereren met de kritieke uplink van Galileo in de 5000–5010 MHz-band.

EU-beleidsdoelstelling

De EU moet de aanwijzing ondersteunen van spectrum dat voor een veilige werking van UAS in niet-gescheiden luchtruim noodzakelijk is. Het is daarom voor de EU verkieslijk UAS-spectrum te kiezen buiten de 5000-5030 MHz-band.

Agendapunt 1.2 Flexibiliteit in het internationale regelgevingsstelsel / Beleidsdomein: Interne markt; agendapunt 1.19 Softwareradio en cognitieve radio / Beleidsdomein: Interne markt

De beslissingen van het WRC kunnen een invloed hebben op zeer lange termijn. Indien het internationale regelgevingsstelsel te rigide wordt, kan dit schadelijke gevolgen hebben voor Europa's potentieel om nieuwe en innovatieve diensten en flexibele machtigingsstelsels zoals gedeeld gebruik in te voeren. De EU bevindt zich in de voorhoede wat het moderniseren van het spectrumbeleid betreft. Het is dus belangrijk ITU-reglementen te hebben die voorbereid zijn op de toekomst, voor zover mogelijk door er een element van flexibiliteit in op te nemen, bij voorbeeld door een mix van vaste en mobiele netwerken in cellulaire systemen.

Softwareradio, die voortkomt uit de capaciteit van een radio-ontvanger om de kenmerken van het signaal via software om te zetten, moet voldoen aan de regels die van toepassing zijn op de dienst en op de band waarin de radio opereert. Blijkbaar wordt aangenomen dat er op mondiaal vlak geen regelgeving noodzakelijk is om dit te beheren. Cognitieve radiosystemen (die aan andere vormen van gebruik toegewezen reservespectrum identificeren en softwareradiotechnologie gebruiken om dit vrije spectrum voor de gelegenheid te gebruiken) vormen een complexere materie en het potentiële gebruik ervan heeft vragen doen rijzen of zij wel betrouwbaar zijn om interferentie te voorkomen. Hoewel het zeker toegestaan moet zijn deze technologieën in gebruik te nemen, mag de introductie van cognitieve radiosystemen het primaire gebruik van het spectrum niet onrechtmatig verhinderen. De radioreglementen blijken niet het passende instrument te zijn om deze problemen te behandelen.

EU-beleidsdoelstelling voor beide punten

De EU moet haar potentieel behouden om het Europese spectrumbeleid te moderniseren en de ITU ertoe aanzetten werk te maken van meer flexibele benaderingen. Wat softwareradio en cognitieve radio betreft, blijkt geen wijziging in de radioreglementen vereist te zijn.

Agendapunt 1.22 Uitzendingen van korteafstandsapparatuur / Beleidsdomein: Interne markt

Tal van banden voor korteafstandsapparatuur (SRD) – dit zijn radio's die niet over kilometers maar over meters uitzenden – zijn geharmoniseerd in de Europese Unie. Het gaat om erg uiteenlopende apparaten, gaande van afstandsbedieningen voor auto's tot complexe medische uitrusting. Alles samen zijn deze apparaten van groot belang voor de Europese economie en samenleving. Deze toestellen kunnen per definitie slechts in beperkte mate grensoverschrijdende interferentie veroorzaken en de radioreglementen zijn niet het geschikte instrument om interferentieproblemen ten gevolge van ingevoerde niet-gereglementeerde apparaten te reguleren.

EU-beleidsdoelstelling

De EU moet zich ertegen verzetten dat door radioreglementen bijkomende beperkingen aan korteafstandsapparatuur worden opgelegd, gelet op de beperkte grensoverschrijdende gevolgen en het feit dat de EU-wetgeving voldoende flexibiliteit biedt om SRD-parameters te bepalen. De EU moet soortgelijk gebruik van frequentiebanden door andere ITU-leden buiten de EU aanmoedigen om bestaande schaaleconomieën te vergroten.

Agendapunten met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek en bestrijding van klimaatverandering

Een aantal agendapunten zijn van belang voor het onderzoeksbeleid en het klimaatbeleid van de EU, waaronder agendapunten 1.6 over passieve diensten in de 275–3000 GHz-band; 1.11 over ruimtevaartonderzoek in de 22,55–23,15 GHz-band; 1.12 over ruimtevaartonderzoek in de 37 GHz-band; 1.16 over bliksemdetectie; 1.24 over weersatellieten; en 1.15 over oceanografische radars in de 3–50 MHz-band.

Het in agendapunt 1.6 hierboven genoemde spectrum wordt voor communicatiedoeleinden gebruikt en wordt in het algemeen geacht voor wetenschappelijk onderzoek bedoeld te zijn. Passieve diensten zoals in 1.6 en 1.24 kunnen worden gebruikt voor doeleinden als aardobservatie, die een belangrijke speelt in de strijd tegen klimaatverandering en in het verzekeren van de burgerveiligheid, in het bijzonder in het kader van het Europese GMES-project. Deze diensten zijn gewoonlijk erg gevoelig voor andere vormen van gebruik en kunnen speciale bescherming nodig hebben tegen interferentie met ander gebruik. De in de andere agendapunten bedoelde diensten zijn weliswaar minder gevoelig maar zullen passende bescherming tegen interferentie met andere gebruikers nodig hebben.

De WRC-12 kan ook dienen om bij onze onderhandelingspartners meer begrip op te wekken voor deze behoeften, zodat meer bekend wordt dat de betrokken diensten, die ook een rol spelen bij weersvoorspellingen en bij het voorspellen en het beperken van schade in geval van natuurrampen, ook van nut kunnen zijn voor gebieden buiten Europa.

EU-beleidsdoelstelling

De EU moet de nieuwe vereiste toewijzingen bevorderen en wetenschappelijke diensten in de betrokken banden beschermen. In het bijzonder moet bescherming worden verleend aan diensten die bestrijding van klimaatverandering en burgerbescherming ondersteunen.

Agendapunt 1.5 Afstemmingsbanden voor elektronische nieuwsgaring

Spectrum beschikbaar stellen voor actuele gebeurtenissen waar en wanneer dit nodig is, vormt op zich een zeer belangrijk doel. Dit vereiste varieert sterk in tijd en ruimte en de Commissie stemt in met het standpunt van de RSPG dat een ITU-R-aanbeveling met een lijst van mogelijke afstemmingsbanden richtsnoeren voor fabrikanten zal aanreiken en de spectrumbeheerders de nodige flexibiliteit zal bieden om spectrum op korte termijn beschikbaar te stellen, en dat geen toewijzing door de WRC vereist is.

EU-beleidsdoelstelling

De EU moet blijven verdedigen dat de radioreglementen onder dit agendapunt niet hoeven te worden gewijzigd, maar zij moet de werkzaamheden van ITU-R ondersteunen om afstemmingsbanden door middel van een ITU-R-aanbeveling vast te stellen, hetgeen de facto leidt tot verdere harmonisering.

Voor de volgende agendapunten zullen de uitkomsten weinig invloed hebben op algemene beleidsdoelstellingen.

Agendapunt 1.9 Maritieme mobiele dienst en agendapunt 1.10 Veiligheidssystemen voor schepen en havens

Deze twee agendapunten betreffen een wijziging van de kanaalindeling voor bestaande maritieme diensten om de introductie van nieuwe digitale technologie mogelijk te maken. Hiermee wordt het mondiale regelgevingsstelsel aangepast om rekening te houden met reeds lopende ontwikkelingen.

Agendapunt 1.23 Amateurradio en agendapunt 1.20 High Altitude Platform Stations

Hier staan geen EU-belangen op het spel.

Agendapunt 1.21 Radars in de 15,4–15,7 GHz-band

Dit is een frequentieband die grenst aan de band voor belangrijke radioastronomiediensten en elke wijziging in het gebruik moet zorgvuldig worden overwogen. In de aanloop tot de conferentie worden verder studies verricht.

Agendapunt 8.2 Agenda voor de volgende WRC-conferentie

Elke wereldradioconferentie maakt de agenda voor de volgende conferentie op. Dit is van groot belang voor het EU-beleid, in het bijzonder het breedbandbeleid. De EU heeft er belang bij op toekomstige wereldradioconferenties initiatieven te ondersteunen die rechtstreeks betrekking hebben op specifieke beleidsdomeinen van de Europese Unie.

Bij de voorbereiding van de WRC-15 zal de Commissie samen met alle relevante belanghebbenden vaststellen welke specifieke spectrumbehoeften op de conferentie dienen te worden ondersteund.

De Commissie is van mening dat een agendapunt over draadloze breedband niet beperkt mag worden tot een specifieke band. De EU-aanpak van de WRC-15 moet erin bestaan nauwkeurig te evalueren hoe efficiënt de draadlozebreedbandsector de omvangrijke hoeveelheid spectrum heeft gebruikt die bij EU-wetgeving ter beschikking is gesteld, en welke maatschappelijke en/of economische waarde de thans in die banden aangeboden diensten vertegenwoordigen, gelet op het in gebruik genomen spectrum. In dit verband zal de in het programma voor het radiospectrumbeleid voorgestelde inventaris belangrijk zijn omdat daaruit ook andere vormen van gebruik dan voor elektronischecommunicatiediensten naar voren zullen komen.

EU-beleidsdoelstelling

De volgende WRC-15-agenda, die in 2012 zal worden opgesteld, moet aandacht besteden aan potentiële spectrumbehoeften die uit belangrijke EU-beleidsdomeinen voortspruiten. In het bijzonder moet er een agendapunt in worden opgenomen dat een antwoord biedt op mogelijke capaciteitsbeperkingen voor de levering van draadlozebreedbanddiensten in overeenstemming met de doelstellingen van Digitale agenda voor Europa.
4.Eensgezindheid in het optreden van de lidstaten en de EU

Spectrum heeft een sterke Europese beleidsdimensie aangezien het van invloed is op de interne markt in het algemeen alsmede op onderzoek, vervoer, klimaatverandering of trans-Europese netwerken, beleidsdomeinen waarvoor gedeelde of gelijklopende bevoegdheid bestaat. In al deze domeinen kunnen echter situaties ontstaan waarin de Unie een exclusieve bevoegdheid heeft, in het bijzonder wanneer gemeenschappelijke regels op het spel staan, hetgeen hier het geval zou kunnen zijn wegens de bindende werking van de radioreglementen. Bij de WRC-12 kan dit op ten minste twee agendapunten van toepassing zijn: 1.17 over het digitaal dividend en 1.22 over korteafstandsapparatuur, aangezien er voor de betrokken spectrumbanden EU-wetgeving van kracht is en wijzigingen in de radioreglementen rechtstreeks van invloed kunnen zijn op de werkingssfeer ervan. Daarbuiten en meer in het algemeen is een gecoördineerde aanpak noodzakelijk om te zorgen voor eensgezindheid, samenhang en effectiviteit van het optreden van de Unie en de lidstaten voor alle onderwerpen en agendapunten die van invloed kunnen zijn op het EU-beleid.

Uit dit oogpunt moet ervoor worden gezorgd dat overeengekomen beleidsdoelstellingen op de WRC-12 worden bevorderd en verdedigd door lidstaten die waar nodig namens de EU handelen. Daarom en in het licht van de huidige status van de EU in de ITU kan de oplossing erin bestaan dat de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad waarneemt, op de conferentie de betrokken agendapunten coördineert in nauwe samenwerking met de Commissie en dat zijn afgevaardigde waar nodig voor de Unie spreekt. Dit laat de mogelijkheid onverlet dat de Commissie overeenkomstig artikel 218, lid 9, van het VWEU de Raad indien nodig en waar passend een voorstel doet om het standpunt te bepalen dat namens de EU moet worden ingenomen.

In een later stadium kan ook worden overwogen de status en de rol van de Europese Unie in de ITU opnieuw te onderzoeken. Dit kan een onderwerp zijn voor de volgende Plenipotentiare Conferentie van de ITU, die voor 2014 gepland is.
5.Conclusie

Het Europees Parlement en de Raad worden verzocht hun goedkeuring te hechten aan de gemeenschappelijke EU-beleidsdoelstellingen die in deze mededeling worden vermeld als doelstellingen voor de Wereldradioconferentie van 2012.


1COM(2010) 245 Een Digitale agenda voor Europa.

2PB L 108 van 24.4.2002, gewijzigd bij Richtlijn 2009/140/EG, PB L 337 van 18.12.2009.

3Ibid., artikel 8 bis, lid 3.

4Ibid., artikel 9, lid 1.

5Voor de laatste WRC: COM(2007) 371, De ITU-Wereldradioconferentie 2007.

6De CEPT is een vereniging van 48 post- en telecommunicatiebesturen die zich in het bijzonder met spectrumaangelegenheden bezighoudt.

7http://ec.europa.eu/information_society/policy/ecomm/radio_spectrum/manage/intl/wrc/‌index_en.htm#ws_wrc12.

8De gewone wetgevingsprocedure is lopende.

NL NL