Artikelen bij COM(2016)487 - Ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF Alarmsysteem nrs. 5-7/2016

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



1. Inleiding

2. Bestemmingsontvangsten voor het ELGF

3. Opmerkingen over de uitvoering van de ELGF-begroting 2016 (voorlopige cijfers)

4. Feitelijke bestemmingsontvangsten voor het ELGF

5. Conclusies

bijlage 1:Besteding van de ELGF-kredieten tot en met 31.5.2016 (voorlopige cijfers)


1. Inleiding

Dit verslag bevat een update van de voorlopige uitvoering van de begroting 2016 voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF). In bijlage 1 wordt met name het werkelijke niveau van de uitvoering van de ELGF-begroting voor de periode van 16 oktober 2015 tot en met 31 mei 2016 vergeleken met het verwachte uitgavenprofiel. Dit laatste is het resultaat van de toepassing van de indicator op het niveau van de begrotingskredieten. De indicator wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid 1 .

2. Bestemmingsontvangsten voor het ELGF

Op grond van artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van de Raad gelden ontvangsten die voortvloeien uit de financiële correcties die worden opgelegd op grond van besluiten tot boekhoudkundige en conformiteitsgoedkeuring, uit onregelmatigheden en uit de opbrengsten van de melkheffing als bestemmingsontvangsten ter financiering van ELGF-uitgaven. Overeenkomstig de bepalingen van dat artikel kunnen de bestemmingsontvangsten worden gebruikt voor de financiering van welke ELGF-uitgaven dan ook. Als een deel van deze ontvangsten niet binnen het begrotingsjaar wordt gebruikt, wordt dat deel automatisch overgedragen naar het volgende begrotingsjaar 2 . Hierbij wordt opgemerkt dat het begrotingsjaar 2016 het laatste jaar is waarin opbrengsten uit de melkheffing worden geïnd, aangezien de melkquotaregeling op 31 maart 2015 is afgelopen.

De ELGF-begroting 2016 bevat zowel de door de Commissie vastgestelde laatste ramingen van de middelen die nodig zijn om de verwachte uitgaven voor marktmaatregelen en rechtstreekse betalingen te financieren, en ramingen van de bestemmingsontvangsten die naar verwachting in de loop van het betrokken begrotingsjaar zullen worden geïnd, als het over te dragen saldo van de uit het voorafgaande begrotingsjaar beschikbare bestemmingsontvangsten. In haar voorstel voor de begrotingskredieten voor het ELGF voor 2016 heeft de Commissie de totale verwachte bestemmingsontvangsten in aanmerking genomen, met het verzoek om voor de begroting 2016 bij de berekening van het bedrag aan kredieten de geraamde bestemmingsontvangsten in mindering te brengen op de geraamde financieringsbehoeften. De begrotingsautoriteit heeft vervolgens de ELGF-begroting goedgekeurd, rekening houdend met de verwachte bestemmingsontvangsten.

Bij de opstelling van de begroting 2016 werden de beschikbare bestemmingsontvangsten door de Commissie op 2 980 miljoen EUR geraamd. Meer bepaald:

– werd verwacht dat in de loop van het begrotingsjaar 2016 bestemmingsontvangsten ten bedrage van 2 090 miljoen EUR zouden worden geïnd. De ontvangsten uit correcties in het kader van de conformiteitsgoedkeuring en uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden werden op respectievelijk 1 125 miljoen EUR en 155 miljoen EUR geraamd. De opbrengsten uit de melkheffing werden op 810 miljoen EUR geraamd;

– werden de van het begrotingsjaar 2015 naar het begrotingsjaar 2016 over te dragen bestemmingsontvangsten op 890 miljoen EUR geraamd.

De Commissie heeft deze aanvankelijk verwachte ontvangsten ten bedrage van 2 980 miljoen EUR in de begroting 2016 toegewezen aan de volgende regelingen:

– 600 miljoen EUR voor de actiefondsen van de producentenorganisaties voor groenten en fruit, en

– 2 380 miljoen EUR voor de basisbetalingsregeling.

Voor deze regelingen heeft de begrotingsautoriteit uiteindelijk kredieten goedgekeurd in overeenstemming met het voorstel van de Commissie. De som van de goedgekeurde kredieten en de bovengenoemde bestemmingsontvangsten komt overeen met:

– 898 miljoen EUR voor de actiefondsen van de producentenorganisaties voor groenten en fruit,

– 18 307 miljoen EUR voor de basisbetalingsregeling.

In bijlage 2, waarin de uitvoering van de begroting 2016 voor de periode tot en met 31 mei 2016 (voorlopige cijfers) wordt weergegeven, is bij de begrotingskredieten voor groenten en fruit en voor ontkoppelde rechtstreekse betalingen (weergegeven op het niveau van het artikel) geen rekening gehouden met de genoemde bestemmingsontvangsten. Deze cijfers geven de goedgekeurde kredieten voor die artikelen weer (respectievelijk 611,8 miljoen EUR en 34 269,2 miljoen EUR). Als de aan deze artikelen toegewezen bestemmingsontvangsten worden meegerekend, lopen de totale bedragen in de begroting 2016 op tot 1 211,8 miljoen EUR voor groenten en fruit en 36 649,2 miljoen EUR voor ontkoppelde rechtstreekse betalingen.

3. Opmerkingen over de uitvoering van de ELGF-begroting 2016 (voorlopige cijfers)

De uitvoering van de begroting (voorlopige cijfers) voor de periode van 16 oktober 2015 tot en met 31 mei 2016, zoals weergegeven in bijlage 1, wordt vergeleken met het uitgavenprofiel op basis van de overeenkomstig artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 vastgestelde indicator. Hieronder volgt een korte toelichting bij een aantal begrotingsartikelen die de grootste verschillen tussen de werkelijke en de verwachte uitvoering van de begroting 2016 te zien geven.

3.1.Marktmaatregelen

De opname van goedgekeurde begrotingskredieten voor interventies op de landbouwmarkten lag 111,2 miljoen EUR onder het niveau waarop deze volgens de indicator op 31 mei 2016 zou moeten liggen. Dit verschil is het netto-effect van de uitvoeringspatronen, vooral in de sector groenten en fruit, de sector melk en zuivelproducten en de sector wijn.

3.1.1.Groenten en fruit (+ 61,1 miljoen EUR in vergelijking met de goedgekeurde kredieten)

Dit uitvoeringsniveau is vooral toe te schrijven aan de uitgaven voor de regeling inzake de actiefondsen van de producentenorganisaties, die wordt gefinancierd uit zowel goedgekeurde kredieten als bestemmingsontvangsten (zie punt 2 voor meer informatie). Daarentegen is de indicator voor de periode tot en met 31 mei 2016 alleen toegepast op de goedgekeurde begrotingskredieten ten belope van 611,8 miljoen EUR en is daarbij dus geen rekening gehouden met de bestemmingsontvangsten.

Een voetnoot * in de tabel met het overzicht van de uitvoering van de begroting (bijlage 1 – voorlopige cijfers) geeft aan wat de situatie zou zijn geweest als de indicator was toegepast op de totale kredieten voor dit artikel, met inbegrip van de bestemmingsontvangsten ten belope van 600 miljoen EUR. Als de indicator was toegepast op de totale financiering die naar raming voor dit artikel beschikbaar zal zijn (1 211,8 miljoen EUR), zou er sprake zijn van een onderbesteding van - 308,1 miljoen EUR.

Dit is het gevolg van een lagere opname voor alle uit hoofde van dit artikel gefinancierde regelingen. Opgemerkt moet worden dat het tempo waaraan de begrotingskredieten voor de crisismaatregelen – die beschikbaar zijn voor de regeling inzake de actiefondsen van de producentenorganisaties en de overige maatregelen in de sector groenten en fruit – worden opgenomen, niet op betrouwbare wijze kon worden geraamd. Waarschijnlijk zal dit tempo dan ook afwijken van de vooronderstelde bestedingsprofielen die de basis vormen voor de indicator voor deze posten. 

Op dit moment wordt ervan uitgegaan dat het een tijdelijke situatie betreft. De uitvoering van dit artikel wordt nauwlettend gemonitord door de diensten van de Commissie.

3.1.2.Producten van de wijnbouwsector (– 24,8 miljoen EUR)

Deze onderbesteding is toe te schrijven aan het tragere tempo van de betalingen door de lidstaten in vergelijking met het uitgavenprofiel van de voor de nationale wijnprogramma's vastgestelde indicator. Doorgaans zetten de lidstaten echter steeds meer vaart achter de uitvoering van deze programma's naarmate het jaar vordert. Op dit moment wordt er dus van uitgegaan dat deze situatie van tijdelijke aard is.

3.1.3.Melk en zuivelproducten (- 162,5 miljoen EUR)

De voornaamste reden voor het uitvoeringsniveau voor dit artikel is de voortgang bij de uitvoering en de toepassing van de gerichte steun voor de veehouderijsectoren. Het bedrag van 420 miljoen EUR aan kredieten voor de regeling voor gerichte steun is opgenomen in begrotingspost 05 02 12 99 — Overige maatregelen (melk en zuivelproducten). Aangezien de lidstaten de steun evenwel kunnen toewijzen aan producenten in alle sectoren van de veehouderij, zal de opname van de kredieten voor dit artikel lager zijn en zal moeten worden voorzien in de nodige kredietoverschrijvingen voor de financiering van de uitgaven die voor de andere artikelen worden gedeclareerd.

Wat het tempo van de opname betreft, wordt er op basis van de indicator van de Commissie van uitgegaan dat de uitgaven gelijkmatig gespreid zullen zijn over de subsidiabiliteitsperiode tot en met 30 juni 2016, terwijl de uitvoering in de lidstaten veeleer geconcentreerd is aan het eind van de subsidiabiliteitsperiode. De huidige onderbesteding wordt als een tijdelijke situatie gezien. De vooruitzichten voor de uitvoering van dit artikel zijn positief en de situatie wordt nauwlettend gemonitord door de diensten van de Commissie.

3.1.4.Rundvlees (+ 4,9 miljoen EUR) en varkensvlees, eieren, pluimvee (+ 24,3 miljoen EUR)

De overbesteding voor deze artikelen is het spiegelbeeld van de onderbesteding voor de sector melk en zuivelproducten die voortvloeit uit de toepassing van de gerichte steun voor de veehouderijsectoren. De voor deze sectoren gedeclareerde uitgaven zullen worden gefinancierd via de overschrijving van kredieten die voor deze maatregel beschikbaar zijn onder artikel 05 02 12.

3.2.Rechtstreekse betalingen

De opname van kredieten voor rechtstreekse betalingen lag 7 609,9 miljoen EUR onder het indicatorniveau voor 31 mei 2016.

3.2.1.Ontkoppelde rechtstreekse betalingen (- 7 168,9 miljoen EUR in vergelijking met de goedgekeurde kredieten)

Voor de goedgekeurde kredieten is dit uitvoeringsniveau slechts in beperkte mate relevant; het hangt namelijk samen met de uitgaven voor de basisbetalingsregeling, die wordt gefinancierd uit zowel de goedgekeurde begrotingskredieten als de bestemmingsontvangsten die in de begroting 2016 aan deze regeling zijn toegewezen (zie punt 2 voor meer informatie). Dit uitvoeringsniveau is het resultaat van de toepassing van de indicator voor de periode tot en met 31 mei 2016 op de goedgekeurde begrotingskredieten, dus exclusief de bestemmingsontvangsten voor dit artikel.

Een voetnoot * in de tabel met het overzicht van de uitvoering van de begroting (bijlage 2 – voorlopige cijfers) geeft aan wat de situatie zou zijn geweest als de indicator was toegepast op de totale kredieten die naar raming voor de financiering van de ontkoppelde rechtstreekse betalingen beschikbaar zullen zijn. Als de indicator was toegepast op de geraamde totale kredieten van 36 649,2 miljoen EUR voor ontkoppelde rechtstreekse betalingen, zou er sprake zijn van een onderbesteding van - 9 525,3 miljoen EUR.

Dit aanzienlijke verschil in het niveau van uitvoering van de begroting voor ontkoppelde rechtstreekse betalingen is hoofdzakelijk toe te schrijven aan tijdelijke vertragingen van administratieve aard die verscheidene lidstaten hebben ondervonden tijdens het eerste jaar van de uitvoering van de hervormde regelingen voor rechtstreekse betalingen. Sinds 29 februari 2016 is het uitvoeringspatroon voor ontkoppelde rechtstreekse steun in de lidstaten aanzienlijk versneld, met als gevolg dat momenteel 73 % van de beschikbare kredieten, inclusief de bestemmingsontvangsten, is betaald.

De Commissie verricht maandelijks een nauwlettende monitoring van de niveaus van uitvoering in de lidstaten en van hun ramingen van de toekomstige uitgaven; zij is op dit moment van oordeel dat dit verschil tijdelijk is en verwacht dat de ontkoppelde rechtstreekse betalingen uiteindelijk zullen worden uitgevoerd zoals in de begroting 2016 is voorzien.

3.2.2.Andere rechtstreekse betalingen (- 440,9 miljoen EUR in vergelijking met de goedgekeurde kredieten)

Deze onderbesteding van de goedgekeurde kredieten voor andere rechtstreekse betalingen ten opzichte van het met de indicator overeenstemmende uitgavenprofiel is ook voornamelijk toe te schrijven aan tijdelijke vertragingen van administratieve aard die verscheidene lidstaten hebben ondervonden tijdens het eerste jaar van de uitvoering, vooral van de maatregel voor vrijwillige gekoppelde steun die deel uitmaakt van de hervormde regelingen inzake rechtstreekse betalingen. Ook voor dit begrotingsartikel geldt echter dat het verschil tussen de theoretische opname overeenkomstig de indicator, en de daadwerkelijke uitvoering geleidelijk afneemt, zoals blijkt uit het feit dat de lidstaten inmiddels bijna 80 % van de betalingen hebben verricht.

De Commissie monitort nauwlettend hoe de opname van de uitgaven zich verder ontwikkelt; zij gaat er op dit ogenblik van uit dat de begroting 2016 voor de andere rechtstreekse betalingen volledig zal worden uitgevoerd.

4. Feitelijke bestemmingsontvangsten voor het ELGF

De tabel in bijlage 1 geeft een overzicht van de per 31 mei 2016 geïnde bestemmingsontvangsten, in totaal 2 055,1 miljoen EUR. Meer bepaald:

– bedroegen de ontvangsten uit de correcties op grond van de besluiten tot boekhoudkundige en conformiteitsgoedkeuring 1 174,8 miljoen EUR en verwacht wordt dat daar tegen het einde van het begrotingsjaar nog bedragen in verband met de uitvoering van Uitvoeringsbesluit (ad hoc 51) van de Commissie zullen bijkomen;

– bedroegen de ontvangsten uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden 67,6 miljoen EUR en is ook hier de verwachting dat daar tegen het einde van het begrotingsjaar nog bedragen zullen bijkomen;

– zijn de inkomsten uit de melkheffing inmiddels volledig geïnd (ca. 812,7 miljoen EUR).

Tot slot zijn uiteindelijk bestemmingsontvangsten ten bedrage van 896,4 miljoen EUR van 2015 naar 2016 overgedragen.

Het voor de financiering van ELGF-uitgaven beschikbare bedrag van de bestemmingsontvangsten bedraagt per 31 mei 2016 dus 2 951,5 miljoen EUR en zal verder worden aangevuld met nieuwe bestemmingsontvangsten op grond van besluiten tot boekhoudkundige en conformiteitsgoedkeuring en uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden, die naar verwachting tegen het einde van het begrotingsjaar zullen worden geïnd.

5. Conclusies

Uit de voorlopige uitvoering van de ELGF-begroting 2016 voor de periode tot en met 31 mei 2016 blijkt dat de maandelijkse vergoedingen aan de lidstaten ongeveer 7 652,1 miljoen EUR onder het indicatorniveau liggen. Dit aanzienlijke verschil is bijna volledig toe te schrijven aan een tijdelijke vertraging bij de uitvoering van de rechtstreekse betalingen aan landbouwers.

Wat de bestemmingsontvangsten betreft, is reeds 2 951,5 miljoen EUR beschikbaar en zullen naar verwachting in 2016 nog extra bedragen worden geïnd.

Op dit moment verwacht de Commissie dat de opname van de kredieten voor de rechtstreekse betalingen in de komende maanden zal versnellen en dat alle rechtstreekse betalingen zullen worden uitgevoerd zoals oorspronkelijk was verwacht bij de vaststelling van de begroting 2016. Voorts is de Commissie van mening dat het bedrag aan bestemmingsontvangsten dat tegen het einde van het begrotingsjaar beschikbaar zal zijn, voldoende zal zijn voor de financiering van zowel de actiefondsen voor producentenorganisaties in de sector groenten en fruit als voor de basisbetalingsregeling als onderdeel van de ontkoppelde rechtstreekse betalingen, dit overeenkomstig de oorspronkelijke verwachting bij de vaststelling van de begroting 2016.

(1)

   PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.

(2)

   In artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie is bepaald dat interne bestemmingsontvangsten slechts één jaar mogen worden overgedragen. Daarom worden deze bestemmingsontvangsten, met het oog op een gezond begrotingsbeheer, over het algemeen eerst gebruikt, vóór de goedgekeurde kredieten van het betrokken begrotingsartikel.