Artikelen bij COM(2007)460 - Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg houdende wijziging van het voorstel van de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52007PC0460

Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg houdende wijziging van het voorstel van de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag /* COM/2007/0460 def. - COD 2000/0212 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 25.7.2007

COM(2007) 460 definitief

2000/0212 (COD)

ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg

HOUDENDE WIJZIGING VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIEovereenkomstig artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag

2000/0212 (COD)

ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg

1. INLEIDING

Overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag brengt de Commissie advies uit over de door het Europees Parlement in tweede lezing voorgestelde amendementen. De Commissie formuleert hierna haar advies over de door het Parlement voorgestelde amendementen.

2. ACHTERGROND

Indiening van het gewijzigde voorstel bij het Europees Parlement en de Raad (document COM(2005) 319 def. – 2000/0212 (COD)) | 22 juli 2005 |

Advies van het Comité van de Regio's | 16 februari 2006 |

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité | 17 mei 2006 |

Advies van het Europees Parlement in eerste lezing over het oorspronkelijke voorstel COM(2000) 7 | 14 november 2001 |

Vaststelling van het gemeenschappelijk standpunt | 11 december 2006 |

Advies van het Europees Parlement in tweede lezing | 10 mei 2007 |

3. DOEL VAN HET VOORSTEL

Dit voorstel heeft tot doel een in 1969 vastgestelde verordening te vervangen die nog steeds het communautaire regelgevingskader vormt voor de sector van het openbaar personenvervoer over land. Sinds 1969 is de economische situatie van deze sector sterk veranderd. De verordening is bijgevolg niet langer aangepast aan de reële toestand en is een bron van juridische onzekerheid geworden, waardoor het aantal geschillen voortdurend toeneemt.

Op basis van de vaststelling dat enerzijds het communautaire kader niet langer is aangepast en anderzijds de kwaliteit en de doelmatigheid van de vervoersdiensten moet worden verbeterd, heeft de Commissie in september 2000 een voorstel ingediend voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad ter vervanging van de verordening van 1969.

Rekening houdend met de amendementen die door het Europees Parlement in november 2001 in eerste lezing werden aangenomen heeft de Commissie in februari 2002 een gewijzigd voorstel ingediend. Gezien echter de grote verscheidenheid van de ervaring die de lidstaten bij de openstelling van hun markten hebben opgedaan, heeft de Raad zijn werkzaamheden niet kunnen voortzetten.

Om deze moeilijkheden op te lossen, de uiteenlopende standpunten over dit dossier van het Europees Parlement en de Raad te verzoenen en rekening te houden met het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in de zaak Altmark heeft de Commissie in juli 2005 een herzien voorstel voor een verordening ingediend dat in de plaats komt van het gewijzigde voorstel van 2002.

Bij de formulering van dit voorstel waren de doelstellingen voornamelijk een vereenvoudiging van de wetgevingsaanpak, een grotere flexibiliteit op het gebied van de organisatie van de openbare vervoerdiensten en meer subsidiariteit en transparantie.

De herziene verordening heeft ten doel een kader te scheppen voor de beleidsdaden van de bevoegde instanties in de sector van de openbare diensten voor personenvervoer over land. In dat kader worden de voorwaarden vastgelegd voor het verlenen van compensatie voor openbaredienstverplichtingen en het verlenen van exclusieve rechten in deze sector. Er komt een veralgemening van het sluiten van contracten en een grotere transparantie van de verhouding tussen de openbare instanties en de vervoersmaatschappijen. Overeenkomstig het verzoek van het Europees Parlement wordt in dit voorstel bovendien voor het eerst de vrije keuze van de lokale autoriteiten erkend wat de organisatie van het openbaar vervoer betreft. Er wordt een duidelijk kader vastgesteld, zowel voor de mogelijkheid openbaredienstverleningscontracten via openbare aanbestedingen uit te besteden, als voor de mogelijkheid voor de bevoegde instanties om die diensten zelf te verlenen, dan wel zonder aanbesteding aan een interne exploitant op te dragen.

4. ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER DE AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Over dit dossier is interinstitutioneel overleg geweest dat het mogelijk heeft gemaakt het voorstel in tweede lezing goed te keuren. De amendementen van het Europees Parlement hebben betrekking op technische preciseringen en bepaalde enigszins substantiëlere aspecten. De mogelijkheden van onderaanneming zijn in een kader ondergebracht en beperkt teneinde ervoor te zorgen dat de contractbegunstigde daadwerkelijk het grootste deel van de transportdiensten levert. Het niveau van de drempelwaarde waaronder contracten rechtstreeks aan kleine en middelgrote ondernemingen kunnen worden gegund, is lichtjes opgetrokken en wordt verhoogd van 1,7 tot 2 miljoen euro per jaar. Er worden mechanismen ingevoerd om de mogelijkheid van juridisch verhaal te waarborgen. De amendementen houden ten slotte ook een inperking in van de inwerkingtredingstermijn van 36 tot 24 maanden en van de overgangstermijn van 12 tot 10 jaar. De Commissie aanvaardt alle door het Europees Parlement in tweede lezing aangenomen amendementen.

5. CONCLUSIE

Overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag wijzigt de Commissie haar voorstel zoals hierboven aangegeven.

Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad van 26 juni 1969 betreffende het optreden van de lidstaten ten aanzien van met het begrip openbare dienst verbonden verplichtingen op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren (PB L 156 van 28.6.1969, blz. 1), als laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1893/91 (PB L 169 van 29.6.1991, blz. 1).

COM(2000) 7 def. - 2000/0212 (COD), als gewijzigd bij COM(2002) 107 def.

Arrest van 24 juli 2003 in de zaak C-280/00, Altmark Trans GmbH en Regierungspräsidium Magdeburg/Nahverkehrsgesellschaft Altmark GmbH.