Artikelen bij SEC(2011)1485 - Executive summary of the impact assessment - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
| dossier | SEC(2011)1485 - Executive summary of the impact assessment. |
|---|---|
| document | SEC(2011)1485   |
| datum | 7 december 2011 |
1.Omschrijving van het probleem
In Besluit 2006/526/EG van de Raad is het kader vastgesteld voor de samenwerking tussen de partijen in andere sectoren dan de visserij voor de periode 2007-2013. Het bepaalt dat steun aan Groenland zich met name moet concentreren op de volgende gebieden: (a) onderwijs en opleiding; (b) minerale hulpbronnen; (c) energie; (d) toerisme en cultuur; (e) onderzoek; (f) voedselveiligheid. De concentratiesector voor de samenwerking waarvoor in het huidige financiële kader is gekozen, is onderwijs en beroepsopleiding. De beleidsdialoog tussen de partijen beperkt zich niet tot onderwijs en beroepsopleiding, maar bestrijkt ook de algemene sociaaleconomische situatie.
Groenland is een land dat qua omvang groter is dan Europa en 56 000 inwoners telt, die verspreid leven in achttien steden, waarvan geen enkele meer dan zestienduizend inwoners heeft. Gezien het geostrategische belang van Groenland als partner van de EU en als lid van de Arctische Raad, blijft het belangrijk de langdurige verbondenheid met het partnerschap voort te zetten.
Groenland kampt met specifieke structurele problemen op economisch en sociaal gebied: (a) hoge invoerniveaus; (b) uitvoer die sterk afhankelijk is van de visserijsector; (c) een begrotingstekort van de regering van Groenland dat, zonder de subsidies van Denemarken en de EU, meer dan 30 % van het bbp per jaar zou bedragen. Behalve het feit dat het partnerschap tussen de EU en Groenland eind 2013 eindigt, zijn ook de uitdagingen waarvoor zowel Groenland als de EU gesteld staan redenen voor de hervorming van het huidige partnerschap. Het betreft onder andere de opkomst van mondiale aangelegenheden (bijvoorbeeld het toenemende effect van klimaatverandering op menselijke activiteiten en het milieu, zeevervoer, onderzoek en innovatie).
De noodzaak de complexe nieuwe uitdagingen het hoofd te bieden en kansen te benutten vereist dat het Groenlandse bestuur zijn vaardigheden en capaciteiten verbetert, zodat het land beleidslijnen en strategieën kan vaststellen en ten uitvoer kan leggen. Groenland is momenteel zeer afhankelijk van Deense beleidsmedewerkers en van tijdelijke werknemers uit andere Scandinavische landen.
Tot slot moet de Groenlandse ICT (informatie- en communicatietechnologie), met inbegrip van informatiesystemen, verder worden verbeterd om tijdige en correcte gegevens te kunnen verstrekken met betrekking tot sectoraal beleid en de macro-economische ontwikkelingen.
2.Subsidiariteitsanalyse
In een geglobaliseerde omgeving maken verschillende interne beleidslijnen van de EU (klimaatverandering, milieu, Arctisch beleid, energie, migratie, grondstoffen, innovatie, enzovoort) in toenemende mate deel uit van het externe optreden van de EU, en overeenkomstig de EU 2020-agenda en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is een wederzijdse versterking van de interne en externe acties nodig.
Groenland behoort als Arctisch land bovendien tot de landen die de meeste gevolgen ondervinden van de klimaatverandering. Het vermogen van het land om deze uitdaging het hoofd te bieden, zal grote gevolgen hebben voor zijn economisch welzijn. De EU moet haar interne ervaring met het ontwikkelen van maatregelen en beleidslijnen actief delen om Groenland bij te staan bij zowel de aanpassing aan als de beperking van aspecten van klimaatverandering.
3.Doelstellingen van het EU-initiatief
In het kader van het nieuwe partnerschap moet de dialoog tussen Groenland en de EU worden uitgebreid tot andere gebieden. Mondiale aangelegenheden, zoals klimaatverandering en het milieu, zeevervoer, onderzoek en innovatie, vragen om mondiale antwoorden waarin de geostrategische positie van Groenland moet worden erkend en waarin samenwerking tussen de partijen in het belang van de EU moet worden geacht.
De structurele zwakke punten waarmee Groenland kampt, vereisen een grotere inzet van de nationale autoriteiten om het benodigde beleid uit te werken en ten uitvoer te leggen. Dit beleid moet leiden tot structurele veranderingen en meetbare effecten, die diversifiëring van de economie en een overgang naar een duurzame samenleving mogelijk maken. De EU moet Groenland bijstaan bij het uitwerken van de relevante beleidslijnen, door deskundigheid te verschaffen en een gerichtere dialoog te voeren op de door de partijen overeengekomen samenwerkingsgebieden (bijvoorbeeld onderwijs, natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van grondstoffen, Arctische aangelegenheden, enzovoort).
4.Beleidsopties
Optie 0: Nuloptie – geen financieel instrument voor het partnerschap tussen de EU en Groenland.
Optie 1: Handhaving van de status-quo in het partnerschap tussen de EU en Groenland
Het partnerschap tussen de EU en Groenland wil in de periode 2007-2013 een veelomvattend partnerschap zijn dat antwoord geeft op de tussen de partijen overeengekomen behoefte om de toekomstige betrekkingen tussen de EU en Groenland te verbreden en te versterken, rekening houdend met het belang van de visserij en de structurele ontwikkelingsproblemen in Groenland.
Optie 2: Handhaving van de huidige structuur van het partnerschap tussen de EU en Groenland, maar met een wijziging om beter te kunnen reageren op een versterkt partnerschap
Het werkingsgebied van het partnerschap wordt uitgebreid met onder andere de volgende onderwerpen: Arctische aangelegenheden, klimaatverandering, milieu en biodiversiteit. Ook de dialoog moet worden uitgebreid om voedselveiligheidskwesties, energieopslag en de behoeften aan onderzoeks- en innovatiecapaciteit in de dialoog op te nemen. De verbreding van de samenwerking naar nieuwe gebieden zoals klimaatverandering, veilige en duurzame energie (met inbegrip van energie, onderzoek en innovatie), alsook versterkte samenwerking op het gebied van de natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van grondstoffen, zijn van immens belang voor de industrieën van de EU en voor de duurzame ontwikkeling van de Groenlandse economie. Deze gebieden zijn van toenemend belang voor de EU en verdienen de volle aandacht van beide partijen. Wat betreft het toepassingsgebied van de financiering, moet de mogelijkheid van het leveren van technische deskundigheid worden overwogen, die capaciteitsopbouw zal vergemakkelijken en het voor het Groenlandse bestuur mogelijk zal maken om vaardigheden te verwerven op de gebieden waarop dit het hardst nodig is.
Optie 3: Nieuw instrument
Deze optie en haar effecten zijn niet in detail geanalyseerd.
5.Beoordeling van de effecten
(a) Optie 0 – Nuloptie
Economische, sociale en milieueffecten
Binnen het huidige partnerschap zou intrekking van de steun voor het onderwijsprogramma van Groenland een negatief effect hebben op de vooruitgang die wordt gemaakt. Zonder de steun voor het onderwijsprogramma van Groenland zou het effect van beter onderwijs onvoldoende zijn voor de duurzame ontwikkeling van Groenland, wat een negatieve invloed zou hebben op andere zaken, zoals het milieubewustzijn.
(b) Optie 1 – Status-quo of geen verandering
Economische, sociale en milieueffecten
Er wordt verwacht dat de waarschijnlijke voortzetting van de steun voor onderwijs en beroepsopleiding in de periode 2014-2020 verdere resultaten zal opleveren en zal bijdragen tot de ontwikkeling van de algemene economie van Groenland.
Gezien de noodzaak van diversifiëring van de Groenlandse economie, zal onderwijs een positief effect hebben op de economie, doordat het zorgt voor een beroepsbevolking die beschikt over voldoende vaardigheden om de uitdagingen aan te gaan die inherent zijn aan een overgang van een hoofdzakelijk op de visserij berustende economie naar een meer gediversifieerde economie. Meer en beter onderwijs zal, naar verwacht, op de middellange tot lange termijn een gunstig effect hebben op de Groenlandse samenleving. Een verbeterde ontwikkeling van competenties en beter onderwijs zullen waarschijnlijk leiden tot meer kennis en een verbeterd bewustzijn van zaken zoals gezondheidskwesties en het milieu.
(c) Optie 2 – Versterkt partnerschap tussen de EU en Groenland
Economische, sociale en milieueffecten
De uitbreiding van het partnerschap tussen de EU en Groenland tot andere gebieden van belang, zoals onderzoek naar klimaatverandering, milieu, biodiversiteit, Arctische aangelegenheden, natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van grondstoffen, zal bijdragen tot de gereedheid van Groenland om het op deze gebieden noodzakelijke beleid uit te werken en ten uitvoer te leggen en zal leiden tot een positief economisch effect, met een beter geschoolde beroepsbevolking en een meer gediversifieerde economie.
6.Vergelijking van opties
De onderstaande tabel vat de voor- en nadelen van de verschillende opties samen.
| Effecten | Economisch effect | Sociaal effect | Milieueffect | Grotere samenhang | Efficiëntie- verhoging | |
| Opties | 0. – Geen instrument | | | | | |
| 1. – Geen wijziging t.o.v. huidige situatie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| 2. – Een herzien instrument | + | + | + | + | + | |
| 3. – Een nieuw instrument of nieuwe instrumenten | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Op basis van de bovenstaande analyse is optie 2 de optie die de voorkeur geniet. Een versterkt partnerschap zal het geostrategisch belang van Groenland in het Arctisch gebied en de wijzigingen in zijn economie en in het milieu als gevolg van klimaatverandering erkennen en zal recht doen aan de inzet voor de instandhouding van duurzame betrekkingen tussen de EU en dit land.
7.Monitoring en evaluatie
In het kader van het bestaande partnerschap zijn de partijen een reeks indicatoren overeengekomen die een follow-up mogelijk maakt van de algemene ontwikkelingen in de Groenlandse economie en samenleving. Voor het nieuwe, versterkte partnerschap tussen de EU en Groenland is een indicatieve lijst van indicatoren opgenomen in hoofdstuk 7.1 van het verslag van de effectbeoordeling. Mogelijk zullen meer indicatoren moeten worden vastgesteld om beter rekening te houden met de nieuwe samenwerkingsgebieden. Dit punt zal nader worden besproken met de Groenlandse autoriteiten.