Artikelen bij COM(2020)620 - Unie van gelijkheid: strategisch EU-kader voor gelijkheid, integratie en participatie van de Roma - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2020)620 - Unie van gelijkheid: strategisch EU-kader voor gelijkheid, integratie en participatie van de Roma. |
---|---|
document | COM(2020)620 |
datum | 7 oktober 2020 |
Brussel, 7.10.2020
COM(2020) 620 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
Een Unie van gelijkheid:
strategisch EU-kader voor gelijkheid, integratie en participatie van de Roma
{SWD(2020) 530 final}
Waar is de essentie van de mensheid gebleven, als dag na dag Roma van de samenleving worden uitgesloten en anderen in hun mogelijkheden worden belemmerd, gewoon omdat zij een andere huidskleur of religieuze overtuiging hebben.
Commissievoorzitter Von der Leyen, Staat van de Unie 2020
Europa heeft de plicht om zijn minderheden te beschermen tegen racisme en discriminatie. Zigeunerhaat moet plaats maken voor openheid en acceptatie, haatuitingen en haatmisdrijven voor tolerantie en respect voor de menselijke waardigheid, en pesterijen voor voorlichting over de Romaholocaust. Bovenal moeten we diversiteit bevorderen als een prachtig geschenk dat Europa sterk maakt en veerkracht geeft. Daarom roept de Commissie alle lidstaten op zich aan te sluiten bij ons streven om een einde te maken aan het racisme en de discriminatie waarvan onze grote etnische Romaminderheden het slachtoffer zijn. Wij dringen er bij de lidstaten op aan zich in te zetten voor een nieuw strategisch EU-kader voor gelijkheid, integratie en participatie van de Roma, teneinde sociale rechtvaardigheid en verdergaande gelijkheid tot stand te brengen in alle betekenissen van die woorden.
Verklaring van voorzitter Von der Leyen, vicevoorzitter Jourová en commissaris Dalli
aan de vooravond van de herdenkingsdag van de Romaholocaust 2020
I. Inleiding
Totstandbrenging van een Unie van gelijkheid is een van de belangrijkste prioriteiten van de Commissie. De EU beschikt over rechtsinstrumenten en een alomvattend beleid om een echte Unie van gelijkheid op te bouwen. Niettemin is er, zoals in het EU-actieplan tegen racisme 2020-2025 wordt benadrukt 1 , nog steeds sprake van discriminatie op grond van ras en etnische afstamming. Dit geldt met name voor Roma 2 , die vaak gemarginaliseerd blijven. Veel van de naar schatting tien tot twaalf miljoen Roma 3 op het continent worden in hun dagelijks leven nog steeds geconfronteerd met discriminatie, zigeunerhaat 4 en sociaaleconomische uitsluiting.
De Commissie heeft in 2011 een EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020 5 vastgesteld. Dit kader had als voornaamste doel de sociaal-economische uitsluiting en discriminatie van de Roma aan te pakken, zowel in de EU als in uitbreidingslanden, door gelijke toegang tot onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting te bevorderen. De lidstaten werden ertoe opgeroepen nationale strategieën voor integratie van de Roma op te stellen, nationale contactpunten 6 voor de Roma aan te wijzen en nationale doelstellingen vast te stellen. Twee jaar later nam de Raad een aanbeveling aan over doeltreffende maatregelen voor integratie van de Roma in de lidstaten. Deze aanbeveling bevatte richtsnoeren voor een betere uitvoering van de nationale strategieën 7 door de lidstaten. De landen van de Westelijke Balkan hebben zich vrijwillig aangesloten bij het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020.
Deze twee instrumenten vervulden een belangrijke rol 8 : zij zetten de integratie van de Roma hoog op de agenda's van de EU en de lidstaten en brachten het beleid, de wetgeving en de financieringsinstrumenten van de EU in beweging. De vooruitgang op het gebied van de integratie van de Roma is de afgelopen tien jaar echter beperkt gebleven, hoewel de situatie voor de verschillende beleidsterreinen en lidstaten aanzienlijke verschillen vertoont 9 . De meeste vooruitgang is geboekt met betrekking tot het onderwijs, met name door het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. Ook is de deelname aan voor- en vroegschoolse educatie verbeterd en wordt de leerplicht beter nageleefd. Wat de segregatie van Romaleerlingen in het onderwijs betreft, is de situatie echter verergerd 10 . Wat het armoederisico van de Roma en hun (door henzelf ingeschatte) gezondheidstoestand betreft, is de situatie verbeterd, maar de medische dekking blijft beperkt. De toegang tot werk is niet verbeterd en het percentage jonge Roma dat geen werk heeft en geen onderwijs of opleiding volgt, is zelfs toegenomen. Vooral door ongeschikte en gesegregeerde huisvesting blijft de huisvestingssituatie moeilijk. Er zijn aanwijzingen dat Roma in enige mate minder discriminatie ondervinden en dat de aanvaarding van de Roma door de algemene bevolking verbetert. Zigeunerhaat, haatmisdrijven en de handel in Roma, met name vrouwen en kinderen, blijven echter aanleiding geven tot ernstige bezorgdheid 11 .
De totstandkoming van het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma biedt de gelegenheid om meer actie te ondernemen om deze aanhoudende tekortkoming aan te pakken. Dat is des te belangrijker omdat door de COVID-19-pandemie is gebleken dat uitgesloten en gemarginaliseerde Romagemeenschappen in extreme mate zijn blootgesteld aan negatieve gevolgen voor hun gezondheids- en sociaal-economische situatie.
Om meer en sneller vooruitgang te boeken, wordt in deze mededeling een nieuw strategisch EU-kader voor de Roma geschetst, met doeltreffende maatregelen ter bevordering van gelijkheid, sociaal-economische integratie en zinvolle participatie van de Roma. Hoewel de lidstaten het voortouw moeten nemen om echte veranderingen voor de Roma teweeg te brengen, hetgeen een versterkte politieke inzet vereist, kan de EU hen helpen een doeltreffende aanpak te ontwikkelen en hun de juiste instrumenten ter beschikking stellen. Dit strategische kader is gebaseerd op de bevindingen van de evaluatie van het vorige kader, uitgebreide raadplegingen 12 , jaarlijkse beoordelingen van de uitvoering van de nationale strategieën 13 en analyse van de redenen waarom eerdere maatregelen slechts in beperkte mate hun doel hebben getroffen 14 . Hiermee wordt gehoor gegeven aan de oproepen van het Europees Parlement, de Raad en het maatschappelijk middenveld om een versterkt EU-initiatief voor de periode na 2020 15 . Er wordt erkend dat niet alle Roma zich in een situatie van sociale uitsluiting bevinden, maar dat zij wel allen te maken kunnen krijgen met discriminatie en verzwakking van hun positie. Er is gekozen voor een intersectionele aanpak, waarbij aandacht wordt besteed aan het samengaan van etniciteit met andere identiteitsaspecten en aan de manier waarop dergelijke raakvlakken bijdragen aan unieke ervaringen van discriminatie 16 .
Dit strategische EU-kader voor de Roma draagt ook bij aan een aantal andere initiatieven. Het is een rechtstreekse bijdrage aan de uitvoering van het EU-actieplan tegen racisme en de Europese pijler van sociale rechten 17 en aan de verwezenlijking van de VN-Agenda 2030 en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen 18 .
Om een rechtvaardige behandeling en integratie te verwezenlijken, moeten de beschikbare middelen beter worden benut en gekanaliseerd, en zijn de betrokkenheid en het partnerschap vereist van de Romagemeenschappen, alle bestuursniveaus, sectoren en belanghebbenden (nationale regeringen, EU-instellingen, internationale organisaties, maatschappelijke organisaties, alsmede het bedrijfsleven en de academische wereld). Nauwe samenwerking tussen het Europees niveau en het nationale niveau is van bijzonder groot belang. Het strategische kader op EU-niveau omvat ambitieuze gemeenschappelijke doelstellingen en streefwaarden. Op nationaal niveau moeten de overheden krachtige nationale strategische kaders voor de Roma ontwikkelen om langetermijnverbintenissen aan te gaan en met de EU-instellingen samen te werken op het gebied van gelijkheid, integratie en participatie van de Roma. Zoals de Raad in zijn conclusies van 2016 19 heeft voorgesteld, dient de Commissie een voorstel in voor herziening en vervanging van de aanbeveling van de Raad van 2013.
II.Gemeenschappelijke doelstellingen inzake gelijkheid, integratie en participatie van de Roma
Uit de evaluatie van het huidige kader en de daaruit door het Europees Parlement, de Raad en verscheidene Europese en nationale maatschappelijke organisaties getrokken conclusies 20 blijkt de noodzaak om het engagement voor de gelijkheid, de integratie en de participatie van de Roma te vernieuwen en te intensiveren op zowel Europees als nationaal niveau. Versterkte inzet is nodig om de hardnekkige discriminatie, met inbegrip van zigeunerhaat, te bestrijden en de integratie van de Roma in onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting te verbeteren 21 . De Roma moeten daarbij worden betrokken in alle fasen vanaf het ontwerp van de maatregelen tot aan de uitvoering ervan. Tegelijkertijd moet bij de te ondernemen actie rekening worden gehouden met de diversiteit en de behoeften van specifieke groepen binnen de Romabevolking.
De Commissie stelt daarom voor de periode tot 2030 zeven doelstellingen op EU-niveau vast. Bij drie daarvan betreft het horizontale doelstellingen op het gebied van gelijkheid, integratie en participatie. De overige vier zijn sectorale doelstellingen op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting en gezondheid. Om deze doelstellingen daadwerkelijk te kunnen verwezenlijken, moet het mogelijk zijn om de vooruitgang te meten. Om die reden stelt de Commissie voor het eerst kwantitatieve EU-kerndoelen voor om de verwezenlijking van deze doelstellingen te monitoren. Hoewel voor dergelijke doelen uiterlijk in 2030 een minimum aan vooruitgang moet zijn geboekt, blijft de langetermijndoelstelling gericht op het verwezenlijken van daadwerkelijke gelijkheid en het dichten van de kloof tussen de Roma en de bevolking in het algemeen. Deze streefwaarden zijn het resultaat van de ervaring met in de Romagemeenschappen uitgevoerde enquêtes. Zij zijn opgesteld op basis van een diepgaande raadpleging met de medewerking van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA), de lidstaten en maatschappelijke organisaties van en voor de Roma 22 . De onderstaande afbeeldingen geven de zeven doelstellingen, de streefwaarden op EU-niveau, de te bereiken vooruitgang en de huidige situatie weer 23 .
Andere indicatoren worden momenteel onderzocht 24 .
III.Hernieuwing en versterking van de nationale maatregelen voor gelijkheid, integratie en participatie
Om de doelstellingen van dit strategische kader te verwezenlijken, moet zowel op EU- als op nationaal niveau actie worden ondernomen. Deze complementaire aanpak is de enige manier om in de praktijk verandering teweeg te brengen. De belangrijkste bevoegdheden op de gebieden die onder dit kader vallen, berusten bij de lidstaten. Er is daarom een gestructureerde aanpak nodig. De situatie van de Roma verschilt van land tot land; om in het dagelijks leven van de Roma reële verandering te brengen, moeten engagement en verantwoording op nationaal niveau worden versterkt. Dit houdt in dat maatschappelijke organisaties en alle relevante belanghebbenden moeten worden betrokken bij het opzetten van nationale strategische kaders voor de Roma.
Nationale maatregelen stimuleren via de nationale strategische kaders voor de Roma
De lidstaten wordt verzocht nationale strategische kaders voor de Roma te ontwikkelen, vast te stellen en uit te voeren. Deze dienen te omvatten:
ogemeenschappelijke kenmerken;
ominimumverplichtingen voor iedereen;
omogelijke aanvullende verbintenissen, afhankelijk van de nationale context;
oambitieuzere verbintenissen voor lidstaten met een grote Romabevolking.
Voorstellen voor deze elementen worden hieronder uiteengezet. Waar mogelijk moeten specifieke nationale streefwaarden worden vastgesteld. De Commissie zal dit proces ondersteunen met het nodige advies. Zij zal nationale maatregelen bovendien ondersteunen door de gelijkheidswetgeving ter handhaven, gelijkheid, integratie en participatie van de Roma te mainstreamen in EU-beleidsinitiatieven, EU-middelen voor de Roma in te zetten en zigeunerhaat te bestrijden.
De lidstaten wordt verzocht de ontwikkeling van deze nationale kaders uiterlijk in september 2021 af te ronden en deze aan de Commissie mee te delen.
Tegelijk met deze mededeling dient de Commissie een voorstel in voor een aanbeveling van de Raad inzake gelijkheid, integratie en participatie van de Roma, met een lijst van specifieke maatregelen die de lidstaten moeten nemen om de EU-doelstellingen te verwezenlijken. Beide zijn dus complementair. De voorgestelde aanbeveling is ook bedoeld als leidraad voor capaciteitsopbouw en partnerschappen tussen belanghebbenden, waaronder de nationale Romacontactpunten, organen voor gelijke behandeling, maatschappelijke organisaties en regionale en lokale actoren. Daarnaast biedt de aanbeveling richtsnoeren voor een beter gebruik van nationale en EU-middelen en voor doeltreffende nationale monitoring, rapportage en evaluatie inzake de nationale strategische kaders voor de Roma.
III.1.Richtsnoeren voor nationale maatregelen volgens een gemeenschappelijke, maar gedifferentieerde aanpak
De Commissie stelt een reeks gemeenschappelijke kenmerken voor om de lidstaten te assisteren bij de ontwikkeling van zinvolle en doeltreffende nationale strategische kaders voor de Roma. Daarnaast stelt zij minimumverbintenissen voor die in alle nationale strategische kaders voor de Roma moeten worden opgenomen. Aangezien het aandeel van de Roma in de totale bevolkingsomvang en de nationale context aanzienlijk verschillen van lidstaat tot lidstaat, stelt de Commissie aanvullende en meer gerichte verbintenissen voor. Daarmee wordt de verscheidenheid aan situaties in de lidstaten erkend en een gemeenschappelijke, maar gedifferentieerde aanpak mogelijk gemaakt.
Eén. De Commissie stelt voor om in alle nationale strategische kaders voor de Roma de volgende gemeenschappelijke kenmerken op te nemen:
üMeer nadruk op gelijkheid als aanvulling op de integratieaanpak. Essentieel voor de integratie van de Roma blijft een geïntegreerde aanpak van de vier beleidsterreinen (onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting), maar er is ook behoefte aan een duidelijke focus op gelijkheid. Met name moet de bestrijding van discriminatie en zigeunerhaat een hoofddoelstelling en horizontale prioriteit zijn binnen elk beleidsterrein, ter aanvulling van de integratieaanpak. Deze gezamenlijke focus moet ervoor zorgen dat de Roma daadwerkelijk toegang krijgen tot economische en sociale rechtvaardigheid en gelijke kansen.
üParticipatie bevorderen door versterking van de positie van de Roma, samenwerking en vertrouwen. In alle stadia van de beleidsvorming moet zinvolle participatie van de Roma gewaarborgd worden. De politieke, economische en culturele betrokkenheid van de Roma moet worden bevorderd, zodat zij het gevoel hebben volwaardig deel uit te maken van de samenleving. Er moet worden gezorgd voor positieversterking en capaciteitsopbouw bij de Roma, het maatschappelijk middenveld en overheidsinstanties. De samenwerking en het vertrouwen tussen belanghebbenden onderling en tussen Roma- en niet-Romagemeenschappen moeten worden opgebouwd.
üRecht doen aan de diversiteit onder de Roma. De lidstaten moeten erop toezien dat hun strategische kaders gelden voor alle Roma op hun grondgebied. Met een intersectionele aanpak moet rekening worden gehouden met de behoeften van de verschillende groepen. De lidstaten moeten erbij stilstaan dat een combinatie van verschillende aspecten van identiteit discriminatie kan versterken. Zij moeten kwantitatieve en/of kwalitatieve streefwaarden vaststellen om diversiteit qua leeftijd, gender, seksuele oriëntatie, mobiliteit en andere persoonlijke kenmerken in aanmerking te nemen.
üCombineren van mainstreaming met uitdrukkelijke maar niet exclusieve gerichtheid op de Roma 25 . De nationale strategische kaders voor de Roma moeten mainstreaming combineren met een uitdrukkelijke maar niet exclusieve gerichtheid op de Roma; daarbij wordt gezorgd voor inclusiviteit van mainstreamdiensten en wordt aanvullende gerichte steun verleend om de effectieve gelijke toegang van Roma tot rechten en diensten te bevorderen. De kaders moeten dienen als planningsinstrumenten voor het gebruik van nationale en EU-middelen voor op Roma gerichte maatregelen en inclusieve mainstreamhervormingen.
üVerbetering van vaststelling van doelen, verzameling van gegevens, monitoring en verslaglegging. Het streven naar verwezenlijking van de kerndoelen op EU-niveau en de bijbehorende kwantitatieve en/of kwalitatieve nationale streefwaarden kan reële vooruitgang brengen op het gebied van gelijkheid, integratie en participatie van de Roma. Er moeten regelmatig gegevens worden verzameld, zodat ze kunnen worden verwerkt in de rapportage en monitoring ter verbetering van transparantie en verantwoording en ter bevordering van beleidsoverdracht en beleidsleren 26 .
Twee. Op basis van de ervaring die is opgedaan met het huidige kader en de brede raadplegingen 27 die de afgelopen twee jaar zijn gehouden, verzoekt de Commissie alle lidstaten om in hun nationale strategische kaders voor de Roma ten minste de volgende verbintenissen op te nemen:
Het nationale strategische kader moet het volgende omvatten:
a)nationale uitgangs- en streefwaarden die moeten worden nagestreefd om de EU-doelstellingen en -streefwaarden te realiseren, op basis van een brede behoefteanalyse;
b)streefwaarden en maatregelen voor specifieke Romagroepen (kinderen, vrouwen, jongeren, ouderen en personen met een beperking, mobiele EU-burgers, onderdanen van derde landen, staatlozen) zodat rekening wordt gehouden met de diversiteit van de Roma, met inbegrip van genderresponsieve en kind- en leeftijdsgevoelige maatregelen;
c)maatregelen ter bestrijding van zigeunerhaat en discriminatie (bijvoorbeeld nationale actieplannen tegen racisme);
d)maatregelen voor de sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde Roma, met name op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, gezondheid en huisvesting;
e)een combinatie van gerichte en algemene maatregelen die specifieke lokale problemen in aanmerking nemen en uitdrukkelijk de hindernissen aanpakken waardoor het reguliere beleid Roma geen gelijke toegang biedt 28 ;
f)een specifiek budget voor uitvoering en monitoring 29 dat ten volle gebruikmaakt van sociale innovatie en particulier kapitaal;
g)mechanismen voor rapportage, monitoring en evaluatie inzake de vooruitgang bij het bereiken van de streefwaarden;
h)een regeling voor beleidsrelevante raadpleging van en samenwerking met maatschappelijke organisaties van en voor de Roma, verantwoordelijke ministeries, organen voor gelijke behandeling, andere nationale mensenrechteninstellingen en overige belanghebbenden;
i)capaciteitsopbouw om de actieve participatie van het maatschappelijk middenveld in alle stadia van de beleidsvorming te bevorderen en het te betrekken bij nationale en EU-platformprocessen 30 .
De nationale Romacontactpunten (NRCP) moeten:
a)een mandaat, toereikende middelen en voldoende personeel krijgen om voor permanente coördinatie en monitoring te zorgen;
b)regelmatig een voortgangsverslag indienen en deelnemen aan de kernactiviteiten van het NRCP-netwerk dat door de Commissie wordt beheerd 31 .
Drie. Naast deze gemeenschappelijke kenmerken en minimumverbintenissen kunnen aanvullende nationale inspanningen afhankelijk van de specifieke nationale context belangrijk zijn. De problemen op het gebied van gelijkheid, integratie en participatie van de Roma lopen uiteen. Zij hangen af van de omvang van de Romabevolking en hun aandeel in de totale bevolking. Ook de bredere economische context en de erfenis van uitsluiting en discriminatie zijn van belang. De problemen verschillen ook afhankelijk van waar en hoe de Roma leven (op het platteland, in de steden, in gesegregeerde gebieden; mobiel of sedentair) en van specifieke aspecten zoals transnationale mobiliteit, migratie of problemen met identiteitsdocumenten. Al deze verschillende uitdagingen kunnen tot uiting komen in de nationale strategische kaders voor de Roma. De doelstellingen, investeringsniveaus en soorten beleidsoplossingen moeten eraan zijn aangepast. In overeenstemming met de nationale context (zoals de opties voor het verzamelen van gegevens, het gebruik van gerichte of algemene EU-financiering, de relatieve omvang en de specifieke behoeften van de Romabevolking) zouden de lidstaten de volgende aanvullende verbintenissen moeten aangaan:
Het nationale strategische kader moet ook omvatten:
a)nationale kwantitatieve en kwalitatieve streefwaarden voor alle zeven EU-doelstellingen en de bijbehorende streefwaarden (afhankelijk van de beschikbaarheid van gegevens);
b)de wijze waarop nationale en EU-middelen en financiële instrumenten zullen worden ingezet voor de Roma; en
c)de wijze waarop institutionele of administratieve hervormingen zullen bijdragen tot gelijkheid en integratie.
De NRCP’s zouden ook een tussentijdse evaluatie en herziening van het nationale strategische kader moeten verrichten.
Vier. Wanneer de Roma een aanzienlijk deel van de bevolking uitmaken (d.w.z. ruim boven de 1 %) 32 , is het bevorderen van gelijkheid en integratie niet alleen belangrijk wat de grondrechten betreft, maar duidelijk ook in economisch opzicht. In landen met een groter aandeel Roma vertegenwoordigt deze groep een groeiend deel van de bevolking in de schoolgaande leeftijd en de toekomstige beroepsbevolking. In tijden van ongunstige demografische ontwikkelingen biedt vooruitgang op het gebied van de sociaal-economische integratie van de Roma mogelijkheden om de tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden te verminderen en de sociale uitgaven te verlagen. Investeringen in beter onderwijs en bijscholing van een voorheen uitgesloten beroepsbevolking kunnen een positief effect hebben op de productiviteitsgroei. Door ervoor te zorgen dat de Roma hun potentieel kunnen inzetten in de economie en de samenleving in het algemeen, zullen de sociale en economische resultaten voor iedereen verbeteren.
Dit betekent dat ruimere toezeggingen en EU-steun nodig zijn, met name wat betreft het inzetten van EU-fondsen voor gerichte maatregelen en inclusieve algemene hervormingen. In dit verband wordt de lidstaten met een aanzienlijke Romabevolking verzocht om ten volle gebruik te maken van de voorgestelde specifieke doelstelling van het ESF+ om de sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma te bevorderen. Die lidstaten worden ook aangemoedigd om meer te doen om ervoor te zorgen dat de beschikbare middelen de Roma daadwerkelijk bereiken. Ter ondersteuning van het ontwerp, de monitoring en de herziening van het beleid moeten de verzamelde gegevens ook worden uitgesplitst naar etnische afkomst en geslacht.
De Commissie verzoekt de lidstaten met een aanzienlijke Romabevolking dan ook om naast de minimumverbintenissen en de verbintenissen die uit de nationale context voortvloeien, in hun nationaal strategisch kader voor de Roma ambitieuzere verbintenissen op te nemen.
Het nationale strategische kader moet ook:
a)een plan of een pakket van maatregelen bevatten ter voorkoming en bestrijding van zigeunerhaat en discriminatie, segregatie in onderwijs en huisvesting, en vooroordelen en stereotypen over Roma (ook online);
b)gelijkheid en integratie van de Roma op regionaal en lokaal niveau mainstreamen; en
c)aangeven hoe nationale en EU-fondsen en financiële instrumenten zullen worden ingezet voor inclusieve algemene beleidshervormingen en gerichte maatregelen.
De rol van de NRCP’s moet worden versterkt, zodat deze:
a)de beschikking krijgen over een vast team en een specifiek institutioneel mandaat dat zorgt voor politiek gewicht, doeltreffende sectoroverschrijdende coördinatie en mainstreaming van de gelijkheid en integratie van de Roma op regionaal en lokaal niveau;
b)worden betrokken (door de instanties die de EU-fondsen beheren) bij de coördinatie van intergouvernementele besprekingen over de verdeling van EU-middelen voor Roma en bij de systematische monitoring van het gebruik ervan (bv. via toezichtcomités, effectbeoordelingen voor de integratie van de Roma);
c)zorgen voor overleg en dialoog op nationaal niveau om de positie van de Roma (met name jongeren en vrouwen) te versterken; en
d)garanderen dat het overheidsbeleid en de universele dienstverlening de Roma daadwerkelijk bereiken, ook in afgelegen plattelandsgebieden (bv. noodmaatregelen en maatregelen voor de middellange termijn in tijden van crisis, wetgevingshervorming, beleidsplanning op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg, huisvesting, andere gebieden met betrekking tot sociaal-economische integratie, sociale dienstverlening, vervoer, minimuminkomensstelsels, antidiscriminatiewetgeving).
Tot slot wordt de lidstaten aangeraden om bij het ontwerpen en uitvoeren van de nationale strategische kaders voor de Roma rekening te houden met de gemeenschappelijke basisbeginselen voor de integratie van de Roma 33 . In bijlage 1 34 zijn aanvullende richtsnoeren opgenomen voor beleidsplanning en -uitvoering bij het bestrijden van zigeunerhaat en overgeërfde armoede 35 en het bevorderen van participatie en positieversterking van de Roma. Daarbij moet de diversiteit van de Roma worden weerspiegeld en moeten gerichte en algemene benaderingen worden gecombineerd. De bijlage bevat ook richtsnoeren om beter het hoofd te kunnen bieden aan nieuwe uitdagingen, zoals het aanpakken van de onevenredige impact op de Roma van crises zoals de COVID-19-pandemie, het waarborgen van digitale integratie en het verwezenlijken van milieurechtvaardigheid. Daarnaast bevat de bijlage richtsnoeren voor het bevorderen van (de bekendheid met) kunst, geschiedenis en cultuur van de Roma en sociale innovatie en beleidsexperimenten.
De Commissie zal de lidstaten steun bieden bij het ontwikkelen en uitvoeren van hun nationale strategische kaders voor de Roma, niet alleen met financiële ondersteunings- en coördinatiemaatregelen, zoals wederzijds leren of capaciteitsopbouw, maar ook met methodologische ondersteuning 36 en bijstand via het programma voor structurele hervormingen en ondersteuning (SRSP) voor de ontwikkeling van monitoring- en evaluatiesystemen 37 . De lidstaten kunnen ook ondersteuning krijgen van het FRA, organen voor gelijke behandeling en andere nationale mensenrechteninstanties en nationale bureaus voor de statistiek. Doel daarvan is het waarborgen/vergroten van de capaciteit voor het regelmatig verzamelen van gegevens op nationaal niveau 38 . De EU-steun zal worden gedifferentieerd volgens de omvang van de verbintenissen van de lidstaten.
III.2Rapportage en monitoring inzake nationale maatregelen en vooruitgang bij het realiseren van streefwaarden
Om ervoor te zorgen dat het verzamelen van gegevens en het rapporteren over en monitoren van de vooruitgang met betrekking tot zowel de EU-doelstellingen als de hierboven voorgestelde nationale streefwaarden doeltreffender verloopt, stelt de Commissie, nu voor het eerst, voor om een reeks indicatoren te gebruiken (zie bijlage 2). Dit zou van reële waarde zijn voor het wederzijds leren tussen de lidstaten. De reeks indicatoren is ontwikkeld door een werkgroep indicatoren en verslaglegging betreffende de Roma, die gecoördineerd wordt door het FRA en waarbij NRCP’s, nationale bureaus voor de statistiek en de Commissie betrokken zijn. Het zal hierdoor ook mogelijk worden om verslag uit te brengen over de maatregelen die in het voorstel voor een aanbeveling van de Raad zijn uiteengezet.
Er wordt gezorgd voor rapportage over en monitoring van de nationale maatregelen, zowel op nationaal als op EU-niveau. In 2022 zal de Commissie de balans opmaken van de nationale strategische kaders voor de Roma, de verbintenissen van de lidstaten beoordelen en richtsnoeren geven voor mogelijk noodzakelijke verbeteringen.
De lidstaten wordt verzocht om vanaf 2023 elke twee jaar verslag uit te brengen over de uitvoering van de nationale strategische kaders voor de Roma, met inbegrip van de maatregelen ter bevordering van gelijkheid, integratie en participatie, en daarbij ten volle gebruik te maken van de reeks indicatoren. De rapportage moet worden toegespitst op de uitvoering van de verbintenissen die in de nationale kaders zijn vastgelegd, met inbegrip van gerealiseerde nationale streefwaarden. Om transparantie te vergroten en beleidsleren te bevorderen, moeten de verslagen openbaar worden gemaakt. De strategische kaders en de voltooide verslagen zouden ook in de nationale parlementen moeten worden besproken.
De Commissie verzoekt het FRA om op basis van cycli van vier jaar, te beginnen in 2020, regelmatig onderzoek te doen naar de Roma om de gegevens te verstrekken die nodig zijn voor de uitgangswaarden en de tussentijdse en eindresultaten, teneinde de veranderingen te meten 39 . Het FRA wordt ook verzocht de inspanningen van de lidstaten voor het verzamelen van gegeven en voor rapportage te ondersteunen, onder meer via de werkgroep indicatoren en verslaglegging betreffende de Roma, en zo de gegevens te leveren voor monitoring en analyse van de nationale vooruitgang door de Commissie.
De nationale verslagen zullen samen met de input van maatschappelijke organisaties en het FRA als basis dienen voor de periodieke monitoringverslagen die de Commissie om de twee jaar uitbrengt. De Commissie zal ook tussentijds en achteraf een evaluatie verrichten van het strategisch EU-kader voor de Roma.
IV.Actie op EU-niveau
De lidstaten zijn belangrijke actoren als het erop aankomt op praktisch vlak veranderingen voor de Roma mogelijk te maken. Het optreden en de steun van de EU zullen een aanvulling vormen op de inspanningen van de lidstaten om de EU-doelstellingen en -streefwaarden in 2030 te bereiken.
IV.1.Handhaving van de EU-wetgeving
Er bestaat voor de bestrijding van zigeunerhaat en tegen Roma gerichte discriminatie een vast EU-rechtskader. Daartoe behoren ook de algemene beginselen van non-discriminatie en gelijkheid, die zijn vastgelegd in de Verdragen en bevestigd in het Handvest van de grondrechten van de EU 40 , alsmede de richtlijn rassengelijkheid 41 en het kaderbesluit van de Raad betreffende racisme en vreemdelingenhaat 42 . Zoals in het EU-actieplan tegen racisme 2020–2025 is benadrukt, vereist een alomvattend systeem van bescherming tegen discriminatie in de eerste plaats dat het rechtskader doeltreffend wordt gehandhaafd, om ervoor te zorgen dat individuele rechten en plichten in de praktijk worden geëerbiedigd. Deze werkzaamheden betreffen niet alleen de Roma, maar zullen de Romagemeenschappen rechtstreeks ten goede komen.
De Commissie blijft de toepassing van de richtlijn rassengelijkheid monitoren en handhaven. Daartoe zal zij discriminatie stelselmatig onderzoeken en zo nodig inbreukprocedures inleiden om nationale wetgeving en nationaal beleid te doen wijzigen. De afgelopen jaren is bijzondere aandacht besteed aan discriminatie van Romakinderen in het onderwijs. De Commissie zal richtsnoeren en opleiding verstrekken en financiële steun bieden voor het verzamelen van gegevens over gelijkheid en voor een doeltreffende uitvoering en handhaving van de richtlijn, ook door de belangen van slachtoffers te behartigen. Zoals in het EU-actieplan tegen racisme aangekondigd, zal de Commissie in 2021 verslag uitbrengen over de toepassing van de richtlijn 43 en naar aanleiding daarvan tegen 2022 eventueel wetgeving vaststellen. Bovendien zal de Commissie steun blijven verlenen aan de werkzaamheden van organen voor gelijke behandeling, die hoge prioriteit toekennen 44 aan het streven naar verbetering van de situatie en de ervaringen van de Roma. De Commissie zal de uitvoering van de aanbeveling van de Commissie inzake normen voor organen voor gelijke behandeling monitoren 45 . De rol en de onafhankelijkheid van de organen voor gelijke behandeling en de mogelijke noodzaak van nieuwe wetgeving om de rol van deze organen te versterken, zullen in het verslag van 2021 uitvoerig aan de orde komen.
De Commissie zal ook blijven werken aan het voorkomen en bestrijden van racisme en vreemdelingenhaat, met name door de registratie en melding van haatmisdrijven met de steun van het FRA te op te voeren, de opleidingsstrategieën voor rechtshandhaving te verbeteren en de steun voor slachtoffers van haatmisdrijven te intensiveren. Volgens het FRA 46 worden Roma vaak (30 % van de respondenten van Roma-afkomst) geconfronteerd met door haat ingegeven intimidatie. De Commissie bevestigt opnieuw dat zij vastbesloten is te zorgen voor een volledige en correcte omzetting en uitvoering van het kaderbesluit van de Raad betreffende racisme en vreemdelingenhaat, en dat zij waar nodig inbreukprocedures zal inleiden 47 . Om zigeunerhaat te kunnen bestrijden, is het noodzakelijk dat de minimumnormen voor de strafbaarstelling van haatuitingen en het ontkennen, vergoelijken of bagatelliseren van de Holocaust volledig en correct in de wetgeving van de lidstaten zijn omgezet. Net als andere mensen met een etnische of raciale minderheidsachtergrond worden Roma geconfronteerd met haatuitingen op internet, en zigeunerhaat is een van de meest gemelde vormen van haatzaaien. De Commissie zal blijven samenwerken met IT-bedrijven om illegale haatuitingen op internet te bestrijden, en zal haar inspanningen uitbreiden tot socialemediaplatforms 48 . Het kaderbesluit wordt aangevuld door de richtlijn slachtofferrechten 49 , die onder meer gericht is op gerechtigheid voor en bescherming en ondersteuning van slachtoffers van haatmisdrijven en haatuitingen. De EU-strategie inzake de rechten van slachtoffers (2020–2025) is gericht op de specifieke behoeften van slachtoffers van haatmisdrijven, waaronder Roma 50 .
IV.2.Mainstreaming van gelijkheid van de Roma in EU-beleidsinitiatieven en mobilisering van EU-fondsen voor de Roma 51
Mainstreaming van gelijkheid, integratie en participatie van de Roma in alle relevante initiatieven van de Commissie is van cruciaal belang voor de verwezenlijking van de doelstellingen van dit strategische kader. Bij de ontwikkeling van beleid, van sociaal-economische inclusie tot aan kunstmatige intelligentie, van de Green Deal tot aan digitale inclusie en van de bestrijding van haatuitingen tot aan het migratiebeleid, moet de integratie van de gelijkheidsdimensie tevens garanderen dat de EU en het nationale beleid de belangen van alle Roma dienen. In het kader van haar activiteiten ter bevordering van gelijkheid voor iedereen en in alle betekenissen zal de interne Commissietaskforce Gelijkheid ernaar streven dat de bestrijding van discriminatie op grond van ras of etnische afstamming en de raakvlakken daarvan met andere discriminatiegronden in alle beleidsmaatregelen, wetgeving en financieringsprogramma’s van de EU worden geïntegreerd. Bij de uitvoering van het EU-actieplan tegen racisme 2020–2025 zal altijd rekening worden gehouden met het perspectief van de Roma. In richtsnoeren en opleidingen inzake mainstreaming zal ondersteuning worden geboden aan iedereen die betrokken is bij de integratie van een gelijkheidsperspectief in elk stadium van EU-interventies. Actievere raadpleging van organisaties die de Roma vertegenwoordigen, zal gedurende de gehele beleidscyclus van de Commissie worden bevorderd.
De interne Romataskforce 52 van de Commissie zal diverse diensten van de Commissie op verschillende niveaus blijven betrekken bij belangrijke prioriteitsgebieden, zoals doeltreffend gebruik van EU-fondsen om de gelijkheid en integratie van de Roma te bevorderen.
De nieuwe Faciliteit voor herstel en veerkracht, die onderdeel is van Next Generation EU, zal steun verlenen aan investeringen en hervormingen die essentieel zijn voor een duurzaam herstel en de economische en sociale veerkracht en samenhang stimuleren. Om steun te ontvangen, moeten de lidstaten herstel- en veerkrachtplannen opzetten om de economische en sociale gevolgen van de crisis, de digitale en de groene transitie en de relevante prioriteiten die in de landspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees Semester zijn vastgesteld, aan te pakken. Met deze steun worden de lidstaten in de gelegenheid gesteld om de integratie van gemarginaliseerde groepen te bevorderen, waaronder Roma en andere personen die tot een raciale of etnische minderheid behoren. De voorstellen van de Commissie voor het meerjarig financieel kader bevorderen de integratie van de Roma en de bestrijding van discriminatie. Daarvoor worden met name het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+), het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) ingezet. In 2019 heeft de Commissie in verschillende landspecifieke verslagen van het Europees Semester gewezen op het belang van integratie van de Roma 53 ; de programma’s voor 2021–2027 moeten daarmee in overeenstemming zijn.
De voorstellen van de Commissie voor verordeningen betreffende gemeenschappelijke bepalingen, het ESF+, het EFRO en de Elfpo 54 :
üvoorzien in financiële steun voor de uitvoering van de nationale strategische kaders en maatregelen voor de Roma, met inbegrip van activiteiten op het gebied van menselijke capaciteit, infrastructuur en capaciteitsopbouw;
übepalen dat bij de voorbereiding, de uitvoering, de monitoring en de evaluatie van de programma’s en concrete acties gelijke kansen voor iedereen worden bevorderd, zonder discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele oriëntatie;
üeisen dat gedurende de gehele periode 2021–2027 wordt voldaan aan de thematische randvoorwaarden (nationaal strategisch beleidskader voor de Roma, nationaal strategisch beleidskader voor sociale integratie en armoedebestrijding) en horizontale randvoorwaarden (Handvest van de grondrechten);
üeisen dat ten minste 25 % van de ESF+-middelen sociale integratie bevordert, waarbij voor de meest behoeftigen in een minimumbedrag wordt voorzien; en
übenadrukken het “partnerschapsbeginsel”, d.w.z. dat alle relevante belanghebbenden, met inbegrip van organen ter bevordering van sociale integratie, non-discriminatie en de grondrechten, alsook maatschappelijke organisaties, worden betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van programma’s en partnerschapsovereenkomsten en zitting hebben in comités van toezicht.
De lidstaten spelen een sleutelrol bij het uitzetten van overheidsbeleid en het optimale gebruik van financieringsprogramma’s ter ondersteuning van de Roma, aangezien het grootste deel van de EU-begroting door de lidstaten in gedeeld beheer wordt uitgevoerd. De Commissie verzoekt de lidstaten daarom middelen in het kader van het meerjarig financieel kader 2021–2027 en Next Generation EU aan te wenden om de uitdagingen aan te nemen en in de behoeften van de Roma te voorzien. Zo kunnen zij de verbintenissen nakomen die zij in hun nationale strategische kaders voor de Roma zijn aangegaan. De Commissie wil verzekeren dat de landspecifieke uitdagingen die in het Europees Semester zijn vastgesteld naar behoren worden aangepakt in de komende partnerschapsovereenkomsten, en dat via operationele programma’s maatregelen ter bevordering van gelijkheid en integratie worden uitgevoerd. De Commissie zal er nauwlettend op toezien dat er in die lidstaten een tweeledige strategie bestaat om enerzijds dienstverlening inclusief te maken en anderzijds gerichte programma’s voor gemarginaliseerde Romagemeenschappen uit te voeren. Die strategie moet ook in aanmerking worden genomen in de programmeringsdocumenten voor 2021–2027. De door de Commissie voorgestelde randvoorwaarden voor specifieke EU-fondsen in 2021–2027 moeten de eerbiediging van de grondrechten en de gelijkheid, integratie en participatie van de Roma waarborgen.
Om de maatregelen in verband met de Roma doelmatiger en doeltreffender te maken, zal de Commissie steun verlenen aan initiatieven voor transnationaal leren op het gebied van beleid en financiering, zoals het EURoma-netwerk 55 van beheersautoriteiten en NRCP’s.
Het programma InvestEU 56 kan in het kader van het onderdeel voor sociale investeringen en vaardigheden ook bijdragen tot de sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde groepen, zoals de Roma. Dit kan door middel van innovatieve financieringsmethoden zoals obligaties met sociale impact en resultaatgerichte projecten, al dan niet gecombineerd met EU-subsidies en/of financieringsinstrumenten van sectorale programma’s of een combinatie van verschillende EU-financieringsstromen. De Commissie zal gerichte proefinitiatieven uitvoeren om werkbenaderingen voor concrete integratieaspecten (huisvesting, werkgelegenheid, sociale zekerheid) te testen en te demonsteren met behulp van innovatieve financieringsmethoden, die kunnen worden overgenomen/uitgebreid of nagevolgd via meer grootschalige programma’s op nationaal of EU-niveau. De lidstaten zullen via het instrument voor technische ondersteuning technische bijstand kunnen vragen om gelijkheid van de Roma te integreren in hun beleidsvorming en hervormingsprocessen.
IV.3.EU-maatregelen en -steun ter bevordering van de participatie, integratie en diversiteit van de Roma
In het kader van het EU-actieplan tegen racisme 2020–2025 heeft de Commissie zich ertoe verbonden om als instelling het goede voorbeeld te geven door stappen te zetten om de representativiteit van haar personeelsbestand aanzienlijk te verbeteren door maatregelen op het gebied van werving en selectie. Bij het uitvoeren van deze maatregelen zal de Commissie erop toezien dat zij van toepassing zijn op de Roma. De Commissie dringt er bij de andere EU-instellingen op aan stappen te zetten om diversiteit en integratie in hun eigen institutionele structuur te bevorderen.
De Commissie zal regelmatig bijeenkomsten organiseren met vertegenwoordigers van de lidstaten 57 en maatschappelijke organisaties en internationale organisaties in de EU, en voor een krachtiger mandaat inzake wederzijds leren zorgen. Zij zal ook zorgen voor regelmatige contacten tussen belanghebbenden. De Commissie zal in de periode 2021–2027 bijeenkomsten over het cohesiebeleid blijven organiseren met maatschappelijke organisaties (de zogeheten “gestructureerde dialoog”). Zij zal met maatschappelijke organisaties van de Roma besloten dialoogbijeenkomsten houden over de ontwikkelingen op het gebied van het cohesiebeleid.
Zoals door het Europees Parlement voorgesteld 58 , zal de Commissie een nieuwe cyclus inzake capaciteitsopbouw van maatschappelijke Romaorganisaties starten. Deze faciliteert gecoördineerde onafhankelijke civiele monitoring en rapportage op basis van de lering die is getrokken uit het project Roma Civil Monitor (2017–2020). Er zijn gecoördineerde onafhankelijke civiele monitoringverslagen gepland in tweejarige cycli, om te beginnen in 2022.
De Commissie zal ernaar streven de invloed van het Europese Romaplatform 59 te maximaliseren door de nationale overheden, de EU, internationale organisaties en vertegenwoordigers van maatschappelijke Romaorganisaties samen te brengen en samenwerking en uitwisseling van ervaringen te stimuleren. Zij zal thematische, nationale en regionale evaluaties van nationale strategische kaders organiseren op basis van de bevindingen van het monitoringproject voor maatschappelijke Romaorganisaties en de nationale monitoringverslagen.
Door middel van de financiering van de nationale Romaplatforms bevordert de Commissie hervorming van deze platforms 60 , met name door hun representativiteit voor de nationale Romabevolking te versterken. Bij de platforms moeten ook andere belanghebbenden worden betrokken (zoals kinderrechtenorganisaties en de particuliere sector) om nieuwe lessen mogelijk te maken, het potentieel van sociale innovatie te benutten, een mentaliteitsverandering te weeg te brengen en voor duurzame sociale veranderingen te zorgen. Om de actieve betrokkenheid van Roma, met name vrouwen en jongeren, aan te moedigen, moet een vertegenwoordiger van het platform worden gekozen, die zal zorgen voor transnationale contacten tussen nationale en Europese Romaplatforms. Aan Romajongeren moeten specifieke stages of beginnersfuncties worden aangeboden binnen de nationale structuren die met het opzetten van de nationale Romaplatforms verband houden. Door middel van synergie met andere nationale, internationale of EU-initiatieven, met name het project voor civiele monitoring, moeten wederzijds leren en beleidsoverdracht worden bevorderd.
IV.4.EU-maatregelen en -steun ter bevordering van gelijkheid en ter bestrijding van zigeunerhaat
Om de gelijkheid van de Roma te bevorderen en zigeunerhaat te bestrijden, zal de Commissie ondersteuning bieden voor activiteiten om een positief discours over de Roma en Romarolmodellen te bevorderen, negatieve stereotypen te bestrijden, het bewustzijn van geschiedenis en cultuur van de Roma te versterken en waarheid en verzoening te bevorderen. Zij zal dit doen in het kader van het programma Burgers, gelijkheid, rechten en waarden.
De Commissie zal samen met de Unesco campagne voeren tegen desinformatie, haatuitingen en samenzweringstheorieën, onder meer met betrekking tot de Roma. Zij zal de particuliere sector blijven ondersteunen via het EU-platform van diversiteitshandvesten en nagaan hoe met de media kan worden samengewerkt om een positief discours en gelijkheid en diversiteit op alle gebieden te bevorderen. Op basis van de opgedane ervaring 61 zal de Commissie een reeks seminars ontwikkelen over (onder meer tegen Roma gerichte) raciale en etnische stereotypering. De doelgroep bestaat uit journalisten, maatschappelijke organisaties en vertegenwoordigers van personen die tot een raciale of etnische minderheid behoren.
De Commissie zal met haar communicatieactiviteiten de voordelen van gelijkheid en diversiteit onder de aandacht brengen 62 . Zij zal een aantal bewustmakingsevenementen organiseren die gericht zijn op lidstaten met grote Romagemeenschappen. Het doel is daarvan is bestrijding van stereotypen, bevordering van culturele diversiteit, versterking van de positie van Romakinderen, ‑jongeren en ‑vrouwen en benadrukking van hun functie als rolmodellen in door diversiteit gekenmerkte gemeenschappen, en versterking van de banden tussen de gemeenschappen.
De bewustmaking over de gevolgen van meervoudige discriminatie van Romavrouwen zal worden afgestemd op de EU-brede voorlichtingscampagne ter bestrijding van genderstereotypen, die als onderdeel van de strategie inzake gendergelijkheid een intersectionele aanpak toepast op alle aspecten van het leven.
De Commissie zal:
–de bestaande EU-wetgeving ter bescherming van de Roma tegen discriminatie en racisme handhaven en waar nodig lacunes wegwerken;
–de gelijkheid van de Roma integreren in EU-beleidsinitiatieven en EU-fondsen mobiliseren ter bevordering van gelijkheid, integratie en participatie van de Roma;
–stappen ondernemen om de diversiteit van het personeel van de Commissie te versterken;
–een nieuwe cyclus van capaciteitsopbouw voor maatschappelijke Romaorganisaties lanceren en de Europese en nationale Romaplatforms versterken;
–een positief discours over en positieve rolmodellen van de Roma bevorderen, negatieve stereotypen bestrijden, het bewustzijn van de geschiedenis en de cultuur van de Roma vergroten en waarheid en verzoening bevorderen.
V. Bevordering van gelijkheid, integratie en participatie van de Roma buiten de EU
De EU en de lidstaten zouden ook in het kader van hun externe optreden de gelijkheid, integratie en participatie van de Roma moeten bevorderen, met name in het kader van het uitbreidingsbeleid, het nabuurschapsbeleid, het ontwikkelingsbeleid en het humanitaire beleid.
De Westelijke Balkan is voor de EU een geostrategische prioriteit. In de mededeling van de Commissie van februari 2020 63 werd aanpassing aan het EU-beleid bepleit, onder meer ter ondersteuning van de meest kansarmen. De landen van de Westelijke Balkan hadden zich al vrijwillig aangesloten bij het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020. Zij hebben op dat gebied aanmerkelijke vooruitgang geboekt. Tijdens de top EU-Westelijke Balkan in Zagreb in mei 2020 bevestigden de EU-leiders hun steun voor het Europese perspectief van de Westelijke Balkan en hun vastberadenheid om de politieke, economische en sociale transformatie ervan te ondersteunen 64 . Zij waren ingenomen met de sterke gehechtheid van de partners van de Westelijke Balkan aan de democratie en de rechtsstaat, met inbegrip van de mensenrechten, gendergelijkheid en de rechten van minderheden 65 .
De landen van de Westelijke Balkan kennen grote Romagemeenschappen, vergelijkbaar met die van de EU-lidstaten met een significante Romabevolking. Er zijn goede argumenten om op de Westelijke Balkan de gelijkheid, integratie en participatie van de Roma op dezelfde manier na te streven als in de EU, en voor de periode tot 2030 dezelfde doelstellingen te hanteren. In juli 2019 hebben de regeringsleiders van de Westelijke Balkan een verklaring aangenomen over de integratie van de Roma in het uitbreidingsproces van de EU, waarin zij zich ertoe verbinden om bij hun toetreding de situatie van de Roma op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg, huisvesting, bevolkingsregistratie en non-discriminatie concreet te verbeteren 66 . De EU zal steun blijven verlenen aan de uitvoering van de verklaring en aan de werkzaamheden op het gebied van gegevensverzameling, Romaresponsieve budgettering en het in kaart brengen van de huisvesting van Roma. Voor alle landen die tot de EU willen toetreden, blijft de geleidelijke afstemming op de doelstellingen en methodologie van de EU onderdeel van het Europese perspectief.
De partners van de Westelijke Balkan presenteren, net zoals de EU-lidstaten in het kader van het Europees Semester, jaarlijkse economische hervormingsprogramma’s (ERP’s), met inbegrip van hervormingen om het concurrentievermogen te versterken en de voorwaarden voor inclusieve groei en werkgelegenheid te verbeteren. In de ERP’s wordt verslag uitgebracht over sociale integratie, armoedebestrijding en gelijke kansen, ook wat de Roma betreft. Het instrument voor pretoetredingssteun 2021–2027 zal, zodra het is aangenomen, ondersteuning blijven bieden voor hervorming en afstemming op de EU-voorschriften op regionaal en nationaal niveau. In het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan worden prioritaire investeringsgebieden aangewezen voor stimulering van convergentie, groei en concurrentievermogen in de regio, met name ter ondersteuning van gemarginaliseerde groepen en minderheden, waaronder de Romagemeenschappen 67 . Om de integratie van de Roma te bevorderen, zullen ook aanvullende relevante EU-middelen in verband met het herstel als gevolg van de COVID-19-pandemie worden gemobiliseerd, alsook andere ondersteuningsmaatregelen op het gebied van externe betrekkingen, zoals het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) 68 .
De EU zal overal ter wereld actie blijven ondernemen tegen discriminatie en voor gelijkheid. Zij doet dat op basis van haar strategische kader 69 en actieplannen inzake mensenrechten en democratie (2020–2024) 70 en haar genderactieplannen 71 . Kwesties in verband met de Roma komen ook aan de orde bij de uitvoering van de uit 2019 daterende EU-mensenrechtenrichtsnoeren inzake non-discriminatie in het extern optreden 72 Het optreden van de EU zal nationale initiatieven aanvullen en ondersteuning bieden aan het maatschappelijk middenveld. Gelijkheid en integratie van de Roma zullen regelmatig op de agenda staan in het kader van de dialogen over mensenrechten en andere politieke dialogen met niet-EU-landen met een aanzienlijke Romagemeenschap. In regionale en multilaterale fora, met name de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Verenigde Naties, zal de EU zich actief blijven inzetten voor de gelijkheid van de Roma.
VI.Conclusie
De Roma dragen al eeuwenlang bij aan de culturele rijkdom, diversiteit, economie en gemeenschappelijke geschiedenis van Europa. De EU heeft de plicht haar Romaminderheid te beschermen tegen discriminatie, zigeunerhaat en sociale uitsluiting. Om de gelijkheid, integratie en participatie van de Roma te verwezenlijken, moeten alle EU-instellingen, nationale overheden en EU-agentschappen, organen voor gelijke behandeling en andere mensenrechteninstellingen samenwerken en actie ondernemen, in partnerschap met het maatschappelijk middenveld en internationale organisaties en met de volwaardige inzet van de Roma zelf. De Commissie verzoekt het Europees Parlement dit strategische kader te steunen en roept de Raad op te streven naar snelle goedkeuring van de voorgestelde aanbeveling inzake gelijkheid, integratie en participatie van de Roma, en ervoor te zorgen dat de lidstaten en de Commissie goed samenwerken. Samen kunnen we tegen 2030 echte vooruitgang boeken om een Europa tot stand te brengen waarin de Roma, zowel individueel als in gemeenschapsverband, in al hun diversiteit gelijke kansen hebben op alle gebieden van het leven, sociaal-economisch kunnen integreren en op basis van gelijkheid kunnen deelnemen aan de samenleving.
(1) Een Unie van gelijkheid: EU-actieplan tegen racisme 2020-2025 – COM(2020) 565 final .
(2) “Roma” is een overkoepelende term voor een breed scala verschillende groepen mensen van Roma-afkomst, zoals Roma, Sinti, Kale, Romanichels en Boyash/Rudari. De term omvat ook groepen zoals Ashkali, “Egyptenaren”, Jenische, Dom, Lom, Rom en Abdal, alsook rondtrekkende bevolkingsgroepen zoals etnische Travellers en bevolkingsgroepen die met de administratieve term “gens du voyage” worden aangeduid, en mensen die zich identificeren als Zigeuners, Tsiganes of Tziganes, zonder de specifieke kenmerken van deze groepen te ontkennen.
(3) Schattingen van de Raad van Europa uit 2012 .
(4) Zigeunerhaat (een vorm van racisme jegens Roma) is een structureel verschijnsel met historische wortels dat zich op institutioneel, sociaal en interpersoonlijk niveau voordoet. Het vindt zijn oorsprong in de wijze waarop mensen die als “zigeuners” worden beschouwd, door de meerderheid worden bekeken en behandeld. De oorsprong ligt in een proces van “othering” (het tot “de ander” maken) dat gebaseerd is op zowel negatieve als positieve exotiserende stereotypen. Hoewel er een consensus bestaat onder degenen die de noodzaak zien om de strijd tegen zigeunerhaat op te voeren, bestaat er onenigheid over de term. Zigeunerhaat is erkend als een verschijnsel dat integratie verhindert en dus moet worden bestreden – door het Europees Parlement (in zijn resolutie van 2015 , zijn verslag van 2017 , zijn ontwerpresolutie van 2019 en zijn resolutie van 2020 ), de Commissie (in haar jaarlijkse mededelingen van 2015 tot 2019 en haar conclusies van 2018), de Raad (in zijn aanbeveling van 2013 en zijn conclusies van 2016 ) en de Raad van Europa . De Commissie gebruikt de Engelse term “antigypsyism”, in de spelling die de Alliance against Antigypsyism voorstelt, maar beseft dat in de verschillende nationale contexten andere termen geschikt kunnen zijn.
(5) COM(2011) 173 final .
(6) De nationale vertegenwoordigers die als contactpunt voor de nationale Romastrategie werden aangewezen, kregen de bevoegdheid om de ontwikkeling en uitvoering ervan op nationaal niveau te coördineren. Na de vaststelling van het EU-kader werden nationale vertegenwoordigers aangewezen in alle lidstaten, met uitzondering van Malta, dat geen Romagemeenschap heeft.
(7) Aanbeveling van de Raad van 9 december 2013 over doeltreffende maatregelen voor integratie van de Roma in de lidstaten ( PB C 378 van 24.12.2013, blz. 1 ).
(8) Zoals is gebleken bij de evaluatie van het EU-kader: COM(2018) 785 final en SWD(2018) 480 final .
(9) Verslag inzake de evaluatie van het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020, COM(2018) 785 final .
(10) De Commissie heeft uit hoofde van Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (de “richtlijn rassengelijkheid”) inbreukprocedures ingeleid tegen drie landen (Tsjechië, Hongarije en Slowakije) wegens segregatie van Romakinderen op school.
(11) Verslag inzake de evaluatie van het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020, COM(2018) 785 final.
(12) Zie het begeleidende werkdocument SWD(2020) 530 final, bijlage 1.
(13) COM(2019) 406 , SWD(2019)320 , en alle jaarverslagen .
(14) A meta-evaluation of interventions for Roma inclusion .
(15) Zie resolutie van 2020 en ontwerpresolutie van 2019 van het Europees Parlement , conclusies van de Raad , maatschappelijk middenveld .
(16) Artikel 10 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bepaalt: “Bij de bepaling en de uitvoering van haar beleid en optreden streeft de Unie naar bestrijding van iedere discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid”. Het Europees Instituut voor gendergelijkheid definieert “intersectionaliteit” als een “analytisch instrument voor het bestuderen van, inzicht krijgen in en reageren op de manieren waarop sekse en gender overlap vertonen met andere persoonlijke kenmerken/identiteiten en hoe deze raakvlakken bijdragen aan unieke ervaringen van discriminatie”. Deze definitie is van toepassing op elke vorm van discriminatie.
(17) De beginselen 1 (hoogwaardige en inclusieve voorzieningen voor onderwijs), 3 (gelijke kansen) en 20 (toegang tot essentiële diensten) zijn van bijzonder belang voor de Roma en vormen een leidraad voor het inzetten van EU-middelen voor gerichte en algemene maatregelen.
(18) Gezien het feit dat de agenda als doel heeft niemand aan zijn lot over te laten, is er heel wat te verbeteren aan de situatie van de Roma in Europa. Door de situatie van de Roma aan te pakken, kan de EU vooruitgang boeken in de richting van verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s). Van bijzonder belang als uitgangspunt zijn de SDG’s 1 & 2 (bestrijding van armoede en honger), 3 & 4 (ondersteuning van gezondheid en welzijn en hoogwaardig onderwijs voor iedereen), 6 & 7 (toegang tot schoon water en sanitaire voorzieningen, en betaalbare en schone energie), 10 & 11 (vermindering van ongelijkheid binnen en tussen landen, en inclusieve en duurzame steden en gemeenschappen) en 16 (inclusieve samenlevingen, toegang tot de rechter voor iedereen en doeltreffende, verantwoordingsplichtige en inclusieve instellingen).
(19) In de conclusies van de Raad van 2016 werd de Commissie verzocht een initiatief voor de periode na 2020 voor te stellen en daarin een voorstel op te nemen voor herziening van de aanbeveling van de Raad van 2013 Het proces van integratie van de Roma versnellen .
(20) Resolutie van het Europees Parlement van 17 september 2020 over de uitvoering van de nationale strategieën voor integratie van de Roma: bestrijding van een negatieve houding jegens personen met een Roma-achtergrond in Europa ( P9_TA(2020)0229 ); Resolutie van het Europees Parlement van 12 februari 2019 over de behoefte aan een versterkt strategisch EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma voor de periode na 2020 en intensivering van de bestrijding van zigeunerhaat ( P8_TA(2019)0075 ); Conclusies van de Epsco-Raad van 24 oktober 2019 over de economie van het welzijn ( 13432/19 ), met het verzoek aan de Commissie om opnieuw in te zetten op de integratie van de Roma. Bovendien hebben de deelnemers aan de conferentie op hoog niveau over het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma, die op 4 en 5 maart 2019 in Boekarest is gehouden, de Commissie opgeroepen om een ambitieus nieuw EU-kader voor de periode na 2020 voor te stellen, en de lidstaten en de uitbreidingslanden opgeroepen hun verbintenissen voor de integratie van de Roma te versterken. Informatie van het voorzitterschap ( 7003/19 van 14.3.2019).
(21) Wat betreft de noodzaak van een duidelijkere focus op de bestrijding van zigeunerhaat en discriminatie in het EU-kader voor de periode na 2020, zie de aanbevelingen van deskundigen die zijn ontwikkeld naar aanleiding van de conferentie over het aanpakken van zigeunerhaat binnen een EU-kader voor de Roma voor de periode na 2020 (Wenen, 27.11.2018).
(22) Zie het begeleidende werkdocument SWD(2020) 530 final.
(23) Meer informatie over de indicatorlabels en gegevensbronnen is opgenomen in bijlage 2 en het verslag Monitoring framework for a post-2020 EU initiative on Roma equality, inclusion and participation van de werkgroep indicatoren en verslaglegging betreffende de Roma (gecoördineerd door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA), met de medewerking van de nationale Romacontactpunten, nationale bureaus voor de statistiek en de Commissie).
(24) Andere indicatoren worden momenteel bekeken door de werkgroep indicatoren en verslaglegging betreffende de Roma, gecoördineerd door het FRA. Deze betreffen bijvoorbeeld materiële en sociale deprivatie, toegang tot gezondheidszorg en sociale dienstverlening en segregatie op het gebied van huisvesting.
(25) Zie de gemeenschappelijke basisbeginselen . Beginsel 2 (uitdrukkelijke maar niet-exclusieve gerichtheid) houdt in dat de nadruk wordt gelegd op de Roma als doelgroep, maar zonder andere mensen in vergelijkbare sociaal-economische omstandigheden uit te sluiten. Beginsel 4 (gerichtheid op de mainstream) verwijst naar het doel Roma in de reguliere samenleving te integreren (reguliere onderwijsinstellingen, banen en huisvesting). Daar waar onderwijs of huisvesting nog geheel of gedeeltelijk gesegregeerd is, moet het beleid voor integratie van de Roma erop gericht zijn een eind te maken aan deze erfenis van het verleden. De ontwikkeling van kunstmatige en afzonderlijke arbeidsmarkten voor de Roma moet worden vermeden.
(26) Voor een op de mensenrechten gebaseerde aanpak van het verzamelen van gegevens kunnen de nationale autoriteiten het handboek voor gegevens over gelijkheid ( European handbook on equality data (editie 2016) ), de richtsnoeren om gegevens over gelijkheid beter te verzamelen en te gebruiken ( Guidelines on improving the collection and use of equality data (2018) ) en het verslag Data collection in the field of ethnicity (2017) raadplegen. De lidstaten wordt aangeraden de nodige middelen voor het verzamelen van deze gegevens toe te wijzen en met de steun van het FRA hun capaciteit op dit gebied te versterken.
(27) Zie het begeleidende werkdocument SWD(2020) 530 final.
(28) De gemeenschappelijke basisbeginselen voor de integratie van de Roma bieden een kader voor de succesvolle opzet en uitvoering van acties ter ondersteuning van de integratie van de Roma. De beginselen 2 en 4 betreffen het combineren van gerichte en algemene maatregelen.
(29) De lidstaten die een specifieke ESF+-doelstelling programmeren ter bevordering van de sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma, moeten voldoen aan alle vereisten van bijlage IV bij het voorstel van de Commissie voor de verordening gemeenschappelijke bepalingen 2021–2027 betreffende de thematische randvoorwaarden voor nationale strategische kaders voor de Roma. Er zijn ook diverse andere financieringsinstrumenten van de EU, zoals de cohesiefondsen, die kunnen worden ingezet voor de gelijkheid en integratie van de Roma.
(30) Deze platforms brengen belanghebbenden uit de overheid en het maatschappelijk middenveld samen. Zij hebben tot doel samenwerking en uitwisseling van ervaringen op het gebied van succesvolle integratie van de Roma te stimuleren.
(31) Al in de periode 2011–2020 is een netwerk van NRCP’s opgezet voor het uitwisselen van informatie en ervaringen tussen de lidstaten op Europees niveau.
(32) Er zijn vier EU-landen met grote Romagemeenschappen (Bulgarije 9,94%, Roemenië 9,02%, Slowakije 8,63%, Hongarije 7,49 %) Er zijn kleinere Romagemeenschappen in Tsjechië (1,90 %), Griekenland (1,63 %) en Spanje (1,55 %). Zie de schattingen van de Raad van Europa uit 2012 .
(33) Gemeenschappelijke basisbeginselen .
(34) Bij het opstellen van bijlage 1 is gebruikgemaakt van de ervaring die is opgedaan met de evaluatie van het EU-kader, de input van drie deskundigenverslagen en civiele standpunten die ten grondslag liggen aan de reflectie over het Romabeleid voor na 2020 , en de expertise van de diensten van de Commissie.
(35) In het kader van een lopend project van de Commissie dat eind 2020 moet zijn afgerond, worden de onderliggende oorzaken van intergenerationele armoede en uitsluiting geanalyseerd en maatregelen voorgesteld om dit probleem aan te pakken. Bij een ander lopend project van de Commissie en het Bureau voor de grondrechten worden gegevens geanalyseerd om meer inzicht te krijgen in het verband tussen discriminatie en kwetsbaarheid in Europa op subnationaal niveau, de mate waarin discriminatie een rol speelt bij het relatieve risico op sociaal-economische uitsluiting en de vraag of Roma in specifieke territoriale contexten zwaarder getroffen zijn door en kwetsbaarder zijn voor de COVID-19-pandemie. De bevindingen hiervan kunnen een empirische basis vormen voor brede maatregelen om zowel sociaal-economische achterstand als discriminatie aan te pakken.
(36) Met name verleent het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Commissie steun voor gerandomiseerde effectbeoordelingen van geselecteerde gerichte of mainstream-vlaggenschipinterventies, maar ook het Bureau voor de grondrechten verleent steun voor het beoordelen van de relevantie van voorgenomen maatregelen.
(37) In het kader van het steunprogramma voor structurele hervormingen krijgt Roemenië bijvoorbeeld momenteel technische ondersteuning voor de ontwikkeling van een monitoring- en evaluatiesysteem voor de uitvoering van de strategie voor de integratie van de Roma.
(38) Voor het vaststellen van het beginsel van zelfidentificatie in gegevensverzamelingen die op individuen zijn gebaseerd, bijvoorbeeld volkstellingen, grootschalige enquêtes en administratieve gegevens.
(39) In 2021 zal het onderzoek worden uitgebreid tot Servië en Noord-Macedonië.
(40) Zie met name artikel 2 en artikel 3, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie ( VEU ), de artikelen 8, 10 en 19 en artikel 67, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ( VWEU ) en de artikelen 20 en 21 van het Handvest .
(41) Richtlijn 2000/43/EG
(42) Kaderbesluit 2008/913/JBZ
(43) Het verslag zal ook betrekking hebben op de toepassing van Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16 ) .
(44) Equinet, 28 juli 2020: Roma and Traveller inclusion: towards a new EU framework, learning from the work of equality bodies .
(45) Aanbeveling (EU) 2018/951 van de Commissie betreffende normen voor organen voor gelijke behandeling (C(2018) 3850) .
(46) FRA, Tweede Europese enquête naar minderheden en discriminatie, 2017.
(47) EU-actieplan tegen racisme 2020-2025, COM(2020) 565 final .
(48) Vgl. de werkzaamheden in verband met de gedragscode voor de bestrijding van illegale haatuitingen op internet , C(2018) 1177 final .
(49) Richtlijn 2012/29/EU.
(50) COM(2020) 258 final .
(51) Zie bijlage 3 bij het SWD-document voor meer informatie over relevante mainstreambeleidsinitiatieven van de EU en het gebruik van EU-fondsen.
(52) De taskforce is opgericht in 2010 en bestaat uit vertegenwoordigers van de DG’s JUST, EMPL, EAC, SANTE, NEAR, HOME, REGIO en AGRI.
(53) Zie de landverslagen over Bulgarije, Hongarije, Roemenië, Slowakije, Spanje en Tsjechië, en met name bijlage D.
(54) COM(2018) 375 final , COM(2018) 382 final , COM(2018) 392 final .
(55) Dit netwerk is in 2007 opgericht door de ESF-beheersautoriteit van Spanje.
(56) Programma InvestEU (2021–2027), zie ook bijlage 3 bij het werkdocument van de diensten van de Commissie.
(57) In het kader van het netwerk van NRCP’s.
(58) Voorbereidende actie — Civiele monitor van Roma — Versterking van de capaciteit en betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld van en voor Roma bij beleidscontrole en -evaluatie .
(59) https://ec.europa.eu/info/policies/justice-and-fundamental-rights/combatting-discrimination/roma-and-eu/european-platform-roma-inclusion_en .
(60) Nationale Romaplatforms zorgen voor participatie en consultatie. Het initiatief daartoe en het beheer is voor rekening van de nationale Romacontactpunten. Doel is bevordering van dialoog, wederzijds leren, samenwerking en betrokkenheid bij de ontwikkeling, uitvoering en monitoring van de nationale strategische kaders, met steun van de Commissie, die daartoe regelmatig oproepen tot het indienen van financieringssteun zal doen. De nationale Romaplatforms moeten een bijdrage leveren aan ontwerp, uitvoering, monitoring en beleidsevaluatie. De hoofdtaak van de platforms is drieledig: verbreding van de beleidsdiscussies over de uitvoering van de nationale strategische kaders voor de Roma, verdieping van de binnenlandse verantwoordingsstructuren en versterking van de banden tussen het lokale en het nationale niveau.
(61) Zie Media seminars – Stopping discrimination against Roma .
(62) Bijvoorbeeld vanuit het perspectief van een Romavrouw: Equal opportunities — let’s make it a reality for all .
(63) Bevordering van het toetredingsproces – Een geloofwaardig EU-perspectief voor de Westelijke Balkan, COM(2020) 57 final .
(64) Top van de EU en de Westelijke Balkan, 5–6 mei 2020, conclusies van de Raad en COM(2020) 315 final .
(65) Verklaring van Zagreb .
(66) Verhoging van de arbeidsparticipatie van de Roma (van 16,5 naar 25 %), voldoen aan de leerplicht (van 51 % naar 90 %), aanbieding van ziektekostenverzekering (voor ten minste 95 %), legalisering van huisvesting, preventie van discriminatie en zorgen voor volledige registratie in het bevolkingsregister ( verklaring van Poznań ).
(67) COM(2020) 641 final van 6 oktober 2020.
(68) Mededeling van de Commissie: Steun aan de Westelijke Balkan voor de bestrijding van COVID-19 en het herstel na de pandemie ( COM(2020) 315 final ).
(69) Document 11855/12, bijlage II, van de Raad van de Europese Unie, 25 juni 2012.
(70) EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 2012-2014 en 2015-2019; Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad: Het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 2020–2024 , zoals goedgekeurd door het college op 25 maart 2020. De Raad zal het actieplan waarschijnlijk goedkeuren in het vierde kwartaal 2020.
(71) Gender Equality and Women’s Empowerment: Transforming the Lives of Girls and Women through EU External Relations 2016-2020, SWD(2015) 182 en de geplande opvolger daarvan.
(72) EU-mensenrechtenrichtsnoeren inzake non-discriminatie in het extern optreden .