Artikelen bij COM(2021)732 - Wijze van uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij Europese verkiezingen voor burgers die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn (herschikking)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 -  Onderwerp en toepassingsgebied 

1. In deze richtlijn worden de nadere regels vastgesteld volgens welke de  Unieburgers   burgers van de Unie die in een lidstaat verblijven waarvan zij geen onderdaan zijn, in die lidstaat hun actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement kunnen uitoefenen.

2. De bepalingen van deze richtlijn laten de bepalingen van elke lidstaat betreffende het actief en passief kiesrecht van zijn onderdanen die buiten zijn kiesgebied verblijven, onverlet.

Artikel 2 -  Definities 

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

(1) “verkiezingen voor het Europees Parlement”: de verkiezing door middel van rechtstreekse en algemene verkiezingen van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement overeenkomstig de Akte  betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen  van 20 september 1976 29 ;

(2) “kiesgebied”: het grondgebied van een lidstaat, waar overeenkomstig bovengenoemde Akte en, binnen het kader daarvan, overeenkomstig de kieswet van deze lidstaat, de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door het volk van deze lidstaat worden verkozen;

(3) “lidstaat van verblijf”: de lidstaat waar de  Unieburger   burger van de Unie verblijft zonder dat hij  of zij  de nationaliteit van deze lidstaat bezit;

(4) “lidstaat van herkomst”: de lidstaat waarvan de  Unieburger   burger van de Unie onderdaan is;

(5) “communautaire kiezer  van de Unie  ”: elke  Unieburger   burger van de Unie die overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn in de lidstaat van verblijf het actief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement heeft;

(6) “communautair verkiesbaar verkiesbare   Unieburger   persoon”: elke  Unieburger   burger van de Unie die overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn in de lidstaat van verblijf het passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement heeft;

(7) “kiezerslijst”: het officiële register van alle personen die in een bepaalde kieskring of een bepaald onder een lage overheid ressorterend gebied kiesgerechtigd zijn, dat overeenkomstig de kieswet van de lidstaat van verblijf door de bevoegde autoriteit wordt opgesteld en bijgewerkt, of het bevolkingsregister indien daarin de hoedanigheid van kiezer is vermeld;

(8) “referentiedag”: de dag/de dagen waarop de  Unieburgers   burgers van de Unie volgens het recht van de lidstaat van verblijf moeten voldoen aan de voorwaarden om aldaar kiesgerechtigd of verkiesbaar te zijn;

(9) “formele verklaring”: de verklaring van de betrokkene, op de onjuistheid waarvan in de desbetreffende nationale wet sancties zijn gesteld.

Artikel 3 -  Voorwaarden voor het actief en passief kiesrecht 

Eenieder die op de referentiedag   De volgende personen hebben in de lidstaat van verblijf het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, tenzij zij uit hoofde van de artikelen 6 of 7 deze rechten hebben verloren:   

a)  eenieder die op de referentiedag     Unieburger is   burger is van de Unie in de zin van artikel 8, lid 1, tweede alinea, van het Verdrag   20, lid 1, VWEU  , en

b)  eenieder die op de referentiedag  zonder de nationaliteit van de lidstaat van verblijf te bezitten voor het overige aan alle voorwaarden voldoet waaraan de wetgeving van deze lidstaat het actief en passief kiesrecht van zijn onderdanen onderwerpt, .

heeft in de Lid-Staat van verblijf het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, tenzij hij uit hoofde van de artikelen 6 of 7 deze rechten heeft verloren.

Indien de onderdanen van de lidstaat van verblijf, om verkozen te kunnen worden, hun nationaliteit sedert een bepaalde minimumperiode moeten bezitten, worden  Unieburgers   burgers van de Unie geacht aan die voorwaarde te voldoen wanneer zij de nationaliteit van een lidstaat sedert diezelfde periode bezitten.

Artikel 4 - Verbod om meer dan een keer te stemmen of zich in meer dan een lidstaat kandidaat te stellen

1. De communautaire kiezer   van de Unie  oefent zijn  of haar  actief kiesrecht hetzij in de lidstaat van verblijf, hetzij in de lidstaat van herkomst uit. Niemand mag meer dan eenmaal zijn  of haar  stem uitbrengen bij eenzelfde verkiezing.

2. Niemand mag in meer dan een lidstaat kandidaat zijn bij eenzelfde verkiezing.

Artikel 5 -  Vereisten inzake verblijf 

Indien de onderdanen van de lidstaat van verblijf, om kiezer of verkiesbaar persoon te kunnen zijn, sedert een bepaalde minimumperiode in het kiesgebied van deze lidstaat moeten hebben verbleven, worden de communautaire kiezers en verkiesbare  burgers   personen   van de Unie  geacht aan deze voorwaarde te voldoen, indien hun verblijf in andere lidstaten van gelijke duur was. Deze bepaling laat de bijzondere voorwaarden in verband met de duur van het verblijf in een bepaalde kieskring of een bepaald onder een lokale overheid ressorterend gebied, onverlet.

Artikel 6 -  Onverkiesbaarheid   2013/1/EU artikel 1, eerste alinea, punt a) (aangepast)

1. Een burger van de Unie   Unieburger  die in een lidstaat verblijf houdt   verblijft  zonder dat hij  of zij  de nationaliteit van deze lidstaat bezit, en die ingevolge een individuele rechterlijke of administratieve beslissing waartegen hoger beroep mogelijk is, hetzij overeenkomstig het recht van de lidstaat van verblijf, hetzij overeenkomstig het recht van zijn  of haar  lidstaat van herkomst, het passief kiesrecht heeft verloren, is bij de verkiezingen voor het Europees Parlement uitgesloten van de uitoefening van dat recht in de lidstaat van verblijf.


 2013/1/EU artikel 1, eerste alinea, punt b) (aangepast)

2. De lidstaat van verblijf vergewist zich ervan dat de burger van de Unie   Unieburger  die blijk heeft gegeven van zijn  of haar  wil zijn  of haar  passief kiesrecht aldaar uit te oefenen, dat recht in zijn  of haar  lidstaat van herkomst niet ingevolge een individuele rechterlijke of administratieve beslissing waartegen hoger beroep mogelijk is, heeft verloren.


 2013/1/EU artikel 1, eerste alinea, punt c)

3. Voor de toepassing van lid 2 stelt de lidstaat van verblijf de lidstaat van herkomst in kennis van de in artikel 10, lid 1, bedoelde verklaring. De betrokken gegevens die beschikbaar zijn bij de lidstaat van herkomst worden daartoe in enige vorm die passend is binnen vijf werkdagen na de ontvangst van de kennisgeving, of, indien mogelijk, binnen een kortere termijn, verstrekt indien de lidstaat van verblijf daarom verzoekt. Die gegevens mogen alleen de informatie bevatten die absoluut noodzakelijk is voor de toepassing van dit artikel en mogen alleen voor dat doel worden gebruikt.

Indien de lidstaat van verblijf de gegevens niet binnen de gestelde termijn ontvangen heeft, wordt de kandidaat desondanks als zodanig aanvaard.

4. Indien de verstrekte gegevens strijdig zijn met de inhoud van de verklaring, neemt de lidstaat van verblijf, ongeacht of de gegevens binnen de gestelde termijn of op een later tijdstip zijn ontvangen, passende maatregelen overeenkomstig zijn nationaal recht om de kandidatuur van de betrokken persoon te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, om te voorkomen dat de betrokkene verkozen wordt of zijn / of haar mandaat uitoefent.

5. De lidstaten wijzen een contactpunt aan voor het ontvangen en doorzenden van de gegevens die nodig zijn voor de toepassing van lid 3. Zij geven de naam en de adresgegevens van het contactpunt, alsook aangevulde of gewijzigde informatie betreffende de contactpunten, aan de Commissie door. De Commissie houdt een lijst van contactpunten bij en geeft deze door aan de lidstaten.


 93/109/EG (aangepast)

 nieuw

Artikel 7 -  Ontzetting uit het actief kiesrecht 

1. De lidstaat van verblijf kan zich ervan vergewissen dat de  Unieburger   burger van de Unie die blijk heeft gegeven van zijn  of haar  wil zijn  of haar  actief kiesrecht aldaar uit te oefenen, dat recht in de lidstaat van herkomst niet ingevolge een individuele strafrechtelijke of civielrechtelijke beslissing heeft verloren.

2. Voor de toepassing van lid 1 van dit artikel kan de lidstaat van verblijf de in artikel 9, lid 2, bedoelde verklaring aan de lidstaat van herkomst toezenden. De relevante en normaal beschikbare gegevens uit de lidstaat van herkomst worden daartoe op passende wijze en binnen een passende termijn toegezonden; die gegevens mogen alleen de informatie bevatten die absoluut noodzakelijk is voor de toepassing van dit artikel en mogen alleen voor dat doel worden gebruikt. Indien de verstrekte gegevens de inhoud van de verklaring ontkrachten, neemt de lidstaat van verblijf de nodige maatregelen om te voorkomen dat de betrokkene zijn  of haar  stem uitbrengt.

3. De lidstaat van oorsprong kan bovendien op passende wijze en binnen een passende termijn aan de lidstaat van verblijf alle informatie verstrekken die nodig is voor de toepassing van dit artikel.

Artikel 8 -  Keuzevrijheid om het actief kiesrecht in de lidstaat van verblijf uit te oefenen 

1. Een communautair kiezer   Unieburger  oefent het actief kiesrecht in de lidstaat van verblijf uit indien hij  of zij  blijk heeft gegeven van de wil daartoe.

2. Indien in de lidstaat van verblijf stemplicht bestaat, geldt deze voor de communautaire kiezers  van de Unie  die blijk hebben gegeven van de wil tot uitoefening van het actief kiesrecht.

HOOFDSTUK II

DE UITOEFENING VAN HET ACTIEF EN PASSIEF KIESRECHT

Artikel 9 -  Inschrijving op de kiezerslijst en schrapping van de inschrijving 

1. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om communautaire kiezers  van de Unie   die blijk hebben gegeven van de wil daartoe   om als kiezer te worden geregistreerd  , de mogelijkheid te bieden tijdig voor de verkiezingen op een kiezerslijst te worden ingeschreven.

2. Om op een kiezerslijst te worden ingeschreven moet een communautaire kiezer  van de Unie   dezelfde bewijzen overleggen als een nationale kiezer. Hij   of zij  moet bovendien een formele verklaring overleggen waarin hij:   volgens het model in bijlage I. 

a)zijn nationaliteit en zijn adres in het kiesgebied van de Lid-Staat van verblijf vermeldt,

b)in voorkomend geval aangeeft, op de kiezerslijst van welk onder een lokale overheid ressorterend gebied of van welke kieskring in de Lid-Staat van herkomst hij de laatste maal was ingeschreven, en

c)verklaart zijn kiesrecht alleen in de Lid-Staat van verblijf te zullen uitoefenen.

3. De lidstaat van verblijf kan bovendien eisen dat de communautaire kiezer  van de Unie   

a)in de diens in lid 2 bedoelde verklaring aangeeft dat hij  of zij  in de lidstaat van herkomst zijn  of haar  actief kiesrecht niet verloren heeft,

b)een nog geldig identiteitsbewijs voorlegt,

   c)    aangeeft sedert wanneer hij  of zij  in die staat of in een andere lidstaat verblijft.

4. De communautaire kiezers  van de Unie  die op de kiezerslijst zijn ingeschreven, blijven onder dezelfde voorwaarden als de nationale kiezers daarop ingeschreven totdat zij verzoeken daarvan te worden geschrapt, of totdat zij ambtshalve daarvan worden geschrapt omdat zij niet langer aan de voorwaarden voor uitoefening van het actief kiesrecht voldoen.  Wanneer er is bepaald dat eigen onderdanen in kennis moeten worden gesteld van hun schrapping van de kiezerslijst, zijn deze bepalingen op dezelfde wijze van toepassing op kiezers van de Unie. 


 nieuw

5. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van de vorm en de inhoud van het model voor de in lid 2 van dit artikel bedoelde formele verklaring.


 93/109/EG (aangepast)

 nieuw

Artikel 10 -  Registratie als kandidaat 

1. Een communautair verkiesbaar persoon   Unieburger  moet bij het indienen van zijn  of haar  kandidaatstelling dezelfde bewijzen overleggen als een nationaal kandidaat. Hij  of zij   moet bovendien een formele verklaring overleggen waarin hij:   volgens het model in bijlage II.   


 2013/1/EU artikel 1, tweede alinea, punt a)

a)zijn nationaliteit, geboortedatum en -plaats, laatste adres in de lidstaat van herkomst en zijn adres in het kiesgebied van de lidstaat van verblijf vermeldt,


 93/109/EG

b)te kennen geeft dat hij niet tegelijkertijd in een andere Lid-Staat kandidaat bij de verkiezingen voor het Europees Parlement is,

c)in voorkomend geval aangeeft, op de kiezerslijst van welk onder een lokale overheid ressorterend gebied of van welke kieskring in de Lid-Staat van herkomst hij de laatste maal was ingeschreven.


 2013/1/EU artikel 1, tweede alinea, punt b)

d)te kennen geeft dat zijn recht op kandidaatstelling hem in de lidstaat van herkomst niet is ontnomen door middel van een individuele rechterlijke of administratieve beslissing waartegen hoger beroep mogelijk is.


 93/109/EG (aangepast)

2.3..    De lidstaat van verblijf kan bovendien eisen dat een  verkiesbare Unieburger   communautair verkiesbaar persoon een door de lidstaat van herkomst afgegeven en nog geldig identiteitsbewijs voorlegt;. hHij kan eveneens verlangen dat de verkiesbare persoon aangeeft sedert wanneer hij  of zij   onderdaan van een lidstaat is.


 nieuw

3. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van de vorm en de inhoud van het model voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde formele verklaring.


 93/109/EG (aangepast)

 nieuw

Artikel 11 -  Besluit inzake registratie en beroepsprocedures 

1. De lidstaat van verblijf deelt de betrokkene  tijdig en in duidelijke en eenvoudige bewoordingen  mee welk gevolg aan   besluit inzake  zijn  of haar  verzoek om inschrijving op de kiezerslijst is gegeven   genomen  of welk besluit inzake de ontvankelijkheid van zijn  of haar  kandidaatstelling is genomen.

2. Wordt de betrokkene   Unieburger   inschrijving op de kiezerslijst ontzegd of wordt zijn  of haar  kandidaatstelling verworpen, dan kan hij  of zij  de beroepsprocedures instellen die volgens de wetgeving van de lidstaat van verblijf in hetzelfde geval voor de nationale kiezers en verkiesbare personen openstaan.


 nieuw

3. In het geval van een fout in de kiezers- of kandidatenlijsten voor het Europees Parlement kan de betrokkene gebruikmaken van beroepsprocedures die vergelijkbaar zijn met die welke in de wetgeving van de lidstaat van verblijf zijn vastgesteld voor kiezers en verkiesbare personen die onderdaan zijn van die lidstaat.

4. De lidstaten stellen de betrokkene duidelijk en tijdig in kennis van het in lid 1 bedoelde besluit en van de in de leden 2 en 3 bedoelde beroepsprocedures.


 93/109/EG (aangepast)

Artikel 12 -  Informatieverstrekking 

De Lid-Staat van verblijf stelt de communautaire kiezers en verkiesbare personen tijdig en op passende wijze in kennis van de voorwaarden en nadere bepalingen die gelden voor de uitoefening van het actief en passief kiesrecht in die Staat.


 nieuw

1. De lidstaten wijzen een nationale autoriteit aan die de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat niet-nationale Unieburgers tijdig in kennis worden gesteld van de voorwaarden en nadere regels voor de registratie als kiezer of als kandidaat bij de verkiezingen voor het Europees Parlement.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de overeenkomstig lid 1 aangewezen autoriteiten de kiezers en verkiesbare onderdanen van de Unie rechtstreeks en individueel de volgende informatie verstrekken:

a) de status van hun registratie;

b) de datum van de verkiezingen en hoe en waar er kan worden gestemd;

c) de relevante regels betreffende de rechten en plichten van kiezers en kandidaten, met inbegrip van verboden en onverenigbaarheden, alsook de sancties wegens schending van de verkiezingsregels, met name die welke betrekking hebben op meervoudig stemmen;

d) de wijze waarop nadere informatie kan worden verkregen over de organisatie van de verkiezingen, met inbegrip van de kandidatenlijst.

3. De informatie over de voorwaarden en nadere regels voor de registratie als kiezer of als kandidaat bij de verkiezingen voor het Europees Parlement en de in lid 2 bedoelde informatie worden in duidelijke en eenvoudige bewoordingen verstrekt.

De in de eerste alinea bedoelde informatie wordt niet alleen verstrekt in een of meer officiële talen van de gastlidstaat, maar gaat ook vergezeld van een vertaling in ten minste een andere officiële taal van de Unie die in grote lijnen wordt begrepen door zoveel mogelijk Unieburgers die op het grondgebied van de gastlidstaat verblijven, conform de kwaliteitseisen van artikel 9 van Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees Parlement en de Raad 30 .

4. De lidstaten zorgen ervoor dat informatie over de voorwaarden en nadere regels voor de registratie als kiezer of als kandidaat bij de verkiezingen voor het Europees Parlement en de in lid 2 bedoelde informatie door middel van passende communicatiemiddelen, -wijzen en ‑formats toegankelijk worden gemaakt voor personen met een handicap en ouderen.


 93/109/EG (aangepast)

 nieuw

Artikel 13 -  Mechanisme voor informatie-uitwisseling 

1. De lidstaten wisselen  tijdig vóór de verkiezingen  de voor de toepassing van artikel 4 vereiste gegevens uit. Hiertoe  begint   zendt de lidstaat van verblijf,   uiterlijk zes weken vóór de eerste dag van de in artikel 10, lid 1, van de Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen bedoelde verkiezingsperiode met de toezending aan   op basis van de in de artikelen 9 en 10 bedoelde formele verklaring, binnen een redelijke termijn vóór de verkiezingen, de lidstaat van herkomst de gegevens toe betreffende de onderdanen van deze laatste lidstaat die zijn ingeschreven op de kiezerslijst of die zich kandidaat hebben gesteld   van de in bijlage III bedoelde reeks gegevens  . Overeenkomstig zijn nationale wetgeving neemt de lidstaat van herkomst de nodige maatregelen om te voorkomen dat zijn onderdanen in meer dan een lidstaat hun actief en passief kiesrecht uitoefenen.


 nieuw

2. De lidstaat van herkomst zorgt ervoor dat de in lid 1 bedoelde maatregelen er niet aan in de weg staan dat zijn onderdanen hun actief of passief kiesrecht uitoefenen bij andere soorten verkiezingen.

3. De Commissie voorziet in een beveiligd instrument ter ondersteuning van de uitwisseling door de lidstaten van de in bijlage III bedoelde reeks gegevens met het oog op de toepassing van lid 1 van dit artikel. Dit instrument stelt de lidstaten van verblijf in staat deze informatie in versleutelde vorm toe te zenden aan elke lidstaat van herkomst waarvan de burgers formele verklaringen in de zin van de artikelen 9 en 10 hebben overgelegd.

4. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van de in bijlage III bedoelde reeks gegevens.

5. De Commissie is bevoegd om uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van de verantwoordelijkheden en verplichtingen inzake de werking van het in lid 3 bedoelde beveiligde instrument, overeenkomstig de vereisten van hoofdstuk IV van Verordening (EU) 2016/679. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 14 - Specifieke wijzen van stemmen

De lidstaten die bij de verkiezingen voor het Europees Parlement voorzien in de mogelijkheid om vervroegd te stemmen, per post te stemmen, elektronisch te stemmen en via het internet te stemmen, zorgen ervoor dat deze stemmethoden voor de kiezers van de Unie beschikbaar zijn onder voorwaarden die vergelijkbaar zijn met die welke voor de eigen onderdanen gelden.

Artikel 15 - Toezicht

De lidstaten wijzen een autoriteit aan die verantwoordelijk is voor het verzamelen en het aan het publiek en aan de Commissie verstrekken van relevante statistische gegevens over de deelname van niet-nationale Unieburgers aan de verkiezingen voor het Europees Parlement.


 93/109/EG (aangepast)

HOOFDSTUK III

AFWIJKINGEN EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 1614

 Afwijkingen 

1. Indien in een lidstaat op 1 januari 1993 het aantal  Unieburgers   burgers van de Unie die aldaar verblijf houden zonder de nationaliteit van deze lidstaat te bezitten en die de kiesgerechtigde leeftijd hebben bereikt, meer bedraagt dan 20 % van het totale aantal  nationale en niet-nationale Unieburgers   burgers van de Unie die de kiesgerechtigde leeftijd hebben bereikt en die daar verblijf houden, kan deze lidstaat in afwijking van de artikelen 3, 9 en 10

a)het actief kiesrecht uitsluitend toekennen aan de communautaire kiezers  van de Unie  die ten minste sedert een bepaalde tijd, welke op niet meer dan vijf jaar mag worden vastgesteld, in deze lidstaat verblijf houden,

b)het passief kiesrecht uitsluitend toekennen aan de communautaire verkiesbare  burgers   personen   van de Unie  die ten minste sedert een bepaalde tijd, die op niet meer dan tien jaar mag worden vastgesteld, in deze lidstaat verblijf houden.

Deze bepalingen laten de maatregelen onverlet die die lidstaat ten aanzien van de samenstelling van de kandidatenlijsten kan treffen, met name om de integratie van de  Unieburgers   burgers van de Unie die geen onderdaan van die lidstaat zijn, te vergemakkelijken.

De in de eerste alinea bedoelde voorwaarden inzake verblijfsduur zijn evenwel niet van toepassing op de communautaire kiezers en verkiesbare  burgers   personen   van de Unie  die ingevolge hun verblijf buiten hun lidstaat van herkomst, of ingevolge de duur van dit verblijf, aldaar niet het actief of passief kiesrecht hebben.

2. Indien op 1 februari 1994 bij de wetgeving van een lidstaat is voorgeschreven dat aldaar verblijvende onderdanen van een andere lidstaat stemrecht hebben bij de verkiezingen voor het parlement van die lidstaat en daartoe op de kiezerslijsten van die lidstaat kunnen worden ingeschreven onder precies dezelfde voorwaarden als de nationale kiezers, hoeft eerstgenoemde lidstaat in afwijking van deze richtlijn, de artikelen 6 tot en met 13 niet op die onderdanen toe te passen.

3. Uiterlijk op 31 december 1997 en vervolgens telkens aAchttien maanden vóór de verkiezingen voor het Europees Parlement dient de Commissie bij de Raad en het Europees Parlement een verslag in waarin zij nagaat of de redenen die de toekenning aan de betrokken lidstaten van een afwijking overeenkomstig artikel 8 B   22  , lid 2, van het EG-Verdrag   VWEU  rechtvaardigen, nog aanwezig zijn, en stelt zij in voorkomend geval passende wijzigingen voor.

De lidstaten die overeenkomstig lid 1 afwijkende bepalingen vaststellen, verstrekken de Commissie alle nodige gegevens ter rechtvaardiging hiervan.

Artikel 15

Ten aanzien van de vierde rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement gelden de volgende specifieke bepalingen:

a)de burgers van de Unie die op 15 februari 1994 reeds stemrecht hebben in de Lid-Staat van verblijf en die op een kiezerslijst in de Lid-Staat van verblijf staan, zijn niet onderworpen aan de in artikel 9 bedoelde formaliteiten;

b)de lidstaten waar de kiezerslijsten zijn afgesloten vóór 15 februari 1994, treffen de nodige voorzieningen om de communautaire kiezers die aldaar hun actief kiesrecht wensen uit te oefenen, in de gelegenheid te stellen zich binnen een redelijke termijn vóór de stemdag op deze lijsten te laten inschrijven;

c)de lidstaten die, zonder een specifieke kiezerslijst op te stellen, de hoedanigheid van kiezer in het bevolkingsregister vermelden, en waar geen kiesplicht bestaat, kunnen deze regeling eveneens toepassen voor communautaire kiezers die in dat register voorkomen en die, na individueel over hun rechten te zijn ingelicht, niet blijk hebben gegeven van de wil hun kiesrecht in de Lid-Staat van herkomst uit te oefenen. Zij verstrekken de autoriteiten van de Lid-Staat van herkomst het document waarin die kiezers blijk hebben gegeven van hun wil om in de Lid-Staat van verblijf hun stem uit te brengen;

d)de Lid-Staten waar de interne procedure voor het aanwijzen van kandidaten van de politieke partijen of groeperingen wettelijk is geregeld, kunnen bepalen dat die procedures die vóór 1 februari 1994 overeenkomstig die wet zijn ingesteld alsmede de besluiten die in dat kader genomen zijn, geldig blijven.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 1716

 Verslaglegging 


 nieuw

1. Binnen zes maanden na elke verkiezing voor het Europees Parlement verstrekken de lidstaten de Commissie informatie over de toepassing van deze richtlijn op hun grondgebied. Naast algemene opmerkingen bevat het verslag statistische gegevens over de deelname van kiezers en verkiesbare burgers van de Unie aan de verkiezingen voor het Europees Parlement, alsook een overzicht van de maatregelen die ter ondersteuning daarvan zijn genomen.


 93/109/EG (aangepast)

 nieuw

 2. Binnen een jaar na elke verkiezing voor het Europees Parlement   Vóór 31 december 1995 brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de toepassing van de bepalingen van deze richtlijn bij de verkiezingen voor het Europees Parlement van juni 1994. Aan de hand van dat verslag kan de Raad, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, met eenparigheid van stemmen bepalingen houdende wijziging van deze richtlijn vaststellen. 


 nieuw

Artikel 18 - Evaluatie

Binnen twee jaar na de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2029 evalueert de Commissie de toepassing van deze richtlijn en stelt zij een evaluatieverslag op over de vorderingen bij de verwezenlijking van de daarin vervatte doelstellingen. De evaluatie omvat tevens een beoordeling van de werking van artikel 13.

Artikel 19 - Comitéprocedure

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011, in samenhang met artikel 5 daarvan, van toepassing.

Artikel 20 - Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De in de artikelen 9, 10 en 13 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

3. De Raad kan de bevoegdheidsdelegatie als bedoeld in de artikelen 9, 10 en 13 te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6. Een krachtens de artikelen 9, 10 en 13 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad geen bezwaar heeft gemaakt, of indien de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie heeft medegedeeld dat hij daartegen geen bezwaar zal maken. Die termijn kan op initiatief van de Raad met twee maanden worden verlengd.


 93/109/EG (aangepast)

 nieuw

Artikel 2117

 Omzetting 

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op  31 mei 2023   op 1 februari 1994 aan deze richtlijn te voldoen aan artikel 9, leden 2 en 4, artikel 10, lid 1, artikel 11, leden 1, 3 en 4, artikel 12, artikel 13, leden 1, 2 en 3, de artikelen 14, 15 en 17 en de bijlagen I, II en III    en maken deze bepalingen bekend  . Zij  delen   stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis   de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee  .


 nieuw

Zij passen die bepalingen toe vanaf 31 mei 2023.


 93/109/EG (aangepast)

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. In de bepalingen wordt tevens vermeld dat verwijzingen in bestaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen naar de bij deze richtlijn ingetrokken richtlijn, gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn. De regels voor deze verwijzing  en de formulering van die vermelding  worden vastgesteld door de lidstaten.

 2.    De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen .

Artikel 22

 Intrekking 

 Richtlijn 93/109/EG, zoals gewijzigd bij de in bijlage IV, deel A, genoemde richtlijn, wordt met ingang van 31 mei 2023 ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage IV, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in intern recht van de aldaar genoemde richtlijnen. 

 Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijnen gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage V. 

Artikel 2318

 Inwerkingtreding en toepassing

Deze richtlijn treedt in werking op de  twintigste  dag van haar   na die van de  bekendmaking  ervan   in het Publicatieblad van de Europese   Unie   Gemeenschappen. 

De artikelen 1 tot en met 8, artikel 9, leden 1 en 3, artikel 10, lid 2, en artikel 11, lid 2, zijn van toepassing met ingang van 31 mei 2023. 

Artikel 2419

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.