Artikelen bij COM(2021)760 - Wijziging van Richtlijn 2003/8/EG, de Kaderbesluiten 2002/465/JBZ, 2002/584/JBZ, 2003/577/JBZ, 2005/214/JBZ, 2006/783/JBZ, 2008/909/JBZ, 2008/947/JBZ, 2009/829/JBZ en 2009/948/JBZ van de Raad en Richtlijn 2014/41/EU, wat betreft de digitalisering van de justitiële samenwerking

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



HOOFDSTUK I
WIJZIGINGEN VAN RECHTSHANDELINGEN OP HET GEBIED VAN JUSTITIËLE SAMENWERKING IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN

Artikel 1
Wijziging van Richtlijn 2002/8/EG

Artikel 13, lid 4, van Richtlijn 2002/8/EG wordt vervangen door:

“4. De bevoegde verzendende autoriteit verzendt het verzoek overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening]* binnen 15 dagen te rekenen vanaf het tijdstip van ontvangst van het naar behoren in een van de in lid 2 van dit artikel bedoelde talen ingevulde verzoek en de zo nodig in een van die talen vertaalde begeleidende stukken naar de bevoegde ontvangende autoriteit in de andere lidstaat.”.

________

* Verordening (EU) […] van het Europees Parlement en de Raad betreffende de digitalisering van de justitiële samenwerking en de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende burgerlijke, handels- en strafzaken, en tot wijziging van bepaalde handelingen op het gebied van justitiële samenwerking (PB L …).”.

HOOFDSTUK II
WIJZIGINGEN VAN RECHTSHANDELINGEN OP HET GEBIED VAN JUSTITIËLE SAMENWERKING IN STRAFZAKEN

Artikel 2
Wijziging van Kaderbesluit 2002/465/JBZ

Aan artikel 1 van Kaderbesluit 2002/465/JBZ wordt het volgende lid toegevoegd:

“13. De schriftelijke communicatie tussen de lidstaten met het oog op het instellen van een gezamenlijk onderzoeksteam en het ondertekenen van een overeenkomst inzake een gezamenlijk onderzoeksteam vindt plaats overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening]*.

_______

* Verordening (EU) […] van het Europees Parlement en de Raad betreffende de digitalisering van de justitiële samenwerking en de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende burgerlijke, handels- en strafzaken, en tot wijziging van bepaalde handelingen op het gebied van justitiële samenwerking (PB L …).”

Artikel 3
Wijziging van Kaderbesluit 2002/584/JBZ

Kaderbesluit 2002/584/JBZ wordt als volgt gewijzigd:

1) In artikel 10 wordt lid 4 vervangen door:

“De uitvaardigende rechterlijke autoriteit zendt het Europees aanhoudingsbevel overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening]* toe, onverminderd de leden 2 en 3 van dit artikel.”;

________

* Verordening (EU) […] van het Europees Parlement en de Raad betreffende de digitalisering van de justitiële samenwerking en de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende burgerlijke, handels- en strafzaken, en tot wijziging van bepaalde handelingen op het gebied van justitiële samenwerking (PB L …).”;

2) In artikel 18, lid 1, wordt punt a) vervangen door:

“a) de gezochte persoon wordt gehoord overeenkomstig artikel 19 of door middel van een videoconferentie overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening]; of”; 


3) In artikel 25 wordt lid 3 vervangen door:

“3. Het verzoek om doortocht, alsmede de in lid 1 van dit artikel bedoelde gegevens, kunnen aan de overeenkomstig lid 2 van dit artikel aangewezen autoriteit worden toegezonden overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening]. De lidstaat van doortocht geeft op dezelfde wijze kennis van zijn beslissing.”

Artikel 4
Wijziging van Kaderbesluit 2003/577/JBZ

Kaderbesluit 2003/577/JBZ wordt als volgt gewijzigd:

1) In artikel 4 wordt lid 1 vervangen door:

“1. Elke beslissing tot bevriezing in de zin van dit kaderbesluit, vergezeld van het in artikel 9 van dit kaderbesluit bedoelde certificaat, wordt door de rechterlijke autoriteit die haar heeft gegeven, rechtstreeks toegezonden aan de voor de tenuitvoerlegging bevoegde rechterlijke autoriteit overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening].”.

________

* Verordening (EU) […] van het Europees Parlement en de Raad betreffende de digitalisering van de justitiële samenwerking en de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende burgerlijke, handels- en strafzaken, en tot wijziging van bepaalde handelingen op het gebied van justitiële samenwerking (PB L …).”;


2) Artikel 5, lid 1, derde alinea, wordt vervangen door:

“Aan de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat wordt onverwijld overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening] kennisgegeven van de tenuitvoerlegging van de beslissing tot bevriezing.”;

3) In artikel 7 wordt lid 3 vervangen door:

“3. Elke beslissing tot niet-erkenning of niet-tenuitvoerlegging wordt onverwijld genomen en ter kennis gebracht van de bevoegde rechterlijke autoriteiten van de beslissingsstaat overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening].”;

4) Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 2 wordt vervangen door:

“2. Aan de bevoegde rechterlijke autoriteit van de beslissingsstaat wordt onverwijld kennisgegeven van het uitstel van de tenuitvoerlegging van de beslissing tot bevriezing, met inbegrip van de gronden voor het uitstel en, zo mogelijk, de verwachte duur van het uitstel, overeenkomstig artikel 3 Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening].”;

b) lid 3 wordt vervangen door:

“3. Zodra de gronden voor uitstel zijn vervallen, neemt de bevoegde rechterlijke autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat: onverwijld de nodige maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de beslissing tot bevriezing en stelt zij de bevoegde rechterlijke autoriteit in de beslissingsstaat daarvan in kennis overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening].”

Artikel 5
Wijziging van Kaderbesluit 2005/214/JBZ

Kaderbesluit 2005/214/JBZ wordt als volgt gewijzigd:

1) In artikel 4 wordt lid 3 vervangen door:

“3. De bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat zendt de beslissing of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan, vergezeld van het certificaat, rechtstreeks toe aan de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening]*. Aan de tenuitvoerleggingsstaat wordt op zijn verzoek het origineel van de beslissing of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan en het origineel van het certificaat toegezonden. Ook alle ambtelijke mededelingen worden rechtstreeks door deze bevoegde autoriteiten uitgewisseld overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening].”.

________

* Verordening (EU) […] van het Europees Parlement en de Raad betreffende de digitalisering van de justitiële samenwerking en de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende burgerlijke, handels- en strafzaken, en tot wijziging van bepaalde handelingen op het gebied van justitiële samenwerking (PB L …).”;


2) In artikel 7 wordt lid 3 vervangen door:

“3. In de gevallen bedoeld in lid 1 en lid 2, onder c) en g), raadpleegt de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat, voordat zij besluit een beslissing geheel of gedeeltelijk niet te erkennen of niet ten uitvoer te leggen, de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening]*, in voorkomend geval met het verzoek om onverwijld alle noodzakelijke gegevens te verstrekken.”


3) In artikel 14 wordt de aanhef vervangen door:

“De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat stelt de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat onverwijld en overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening], in kennis:”.

Artikel 6
Wijziging van Kaderbesluit 2006/783/JBZ

Kaderbesluit 2006/783/JBZ wordt als volgt gewijzigd:

1) In artikel 4 wordt lid 2 vervangen door:

“2. De beslissing tot confiscatie of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan wordt, vergezeld van het certificaat, door de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening]* rechtstreeks toegezonden aan de autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat die bevoegd is de beslissing ten uitvoer te leggen. Het originele exemplaar van de beslissing tot confiscatie, of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan, en het originele exemplaar van het certificaat worden aan de tenuitvoerleggingsstaat toegezonden, indien deze daarom verzoekt. Alle formele schriftelijke communicatie vindt rechtstreeks tussen de bevoegde autoriteiten plaats overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening].”.

________

* Verordening (EU) […] van het Europees Parlement en de Raad betreffende de digitalisering van de justitiële samenwerking en de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende burgerlijke, handels- en strafzaken, en tot wijziging van bepaalde handelingen op het gebied van justitiële samenwerking (PB L …).”;


2) Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 3 wordt vervangen door:

“3. In geval van opschorting overeenkomstig lid 1, onder a), van dit artikel stelt de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat daarvan onverwijld in kennis overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening], en komt de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat de in artikel 14, lid 3, van dit kaderbesluit bedoelde verplichtingen na.”;

b) lid 4 wordt vervangen door:

“4. In de in lid 1, onder b), c), d) en e), van dit artikel bedoelde gevallen stelt de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat onverwijld in kennis van de opschorting van de tenuitvoerlegging, met inbegrip van de gronden voor de opschorting en, zo mogelijk, de verwachte duur van de opschorting, overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening].

Zodra de gronden voor opschorting zijn vervallen, neemt de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat onverwijld de nodige maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de beslissing tot confiscatie en stelt zij de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat daarvan in kennis overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening].”.

3) In artikel 14, lid 3, wordt de aanhef vervangen door:

“De bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat stelt de bevoegde autoriteit van de betrokken tenuitvoerleggingsstaten onverwijld en overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening], in kennis van:”

4) Artikel 15 wordt vervangen door:

“Artikel 15

Beëindiging van de tenuitvoerlegging

De bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat stelt de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat onverwijld en overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening], in kennis van iedere beslissing of maatregel waardoor de beslissing niet meer uitvoerbaar is of om een andere reden aan de tenuitvoerleggingsstaat onttrokken wordt. Zodra de tenuitvoerleggingsstaat in kennis is gesteld van die beslissing of maatregel beëindigt hij de tenuitvoerlegging van de beslissing tot confiscatie.”;

5) In artikel 17 wordt de aanhef vervangen door:

“De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat stelt de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat onverwijld en overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening], in kennis:”

Artikel 7
Wijziging van Kaderbesluit 2008/909/JBZ

Kaderbesluit 2008/909/JBZ wordt als volgt gewijzigd:

1) In artikel 5 wordt lid 1 vervangen door:

“1. De bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat zendt het vonnis of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan, vergezeld van het certificaat, rechtstreeks toe aan de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening]*. Het origineel van het vonnis, of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift, en het origineel van het certificaat worden aan de tenuitvoerleggingsstaat toegezonden, indien deze daarom verzoekt. Alle mededelingen worden eveneens rechtstreeks tussen de bevoegde autoriteiten uitgewisseld overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening].”.

________

* Verordening (EU) […] van het Europees Parlement en de Raad betreffende de digitalisering van de justitiële samenwerking en de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende burgerlijke, handels- en strafzaken, en tot wijziging van bepaalde handelingen op het gebied van justitiële samenwerking (PB L …).”;

2) In artikel 16 wordt lid 1 vervangen door:

“1. Elke lidstaat staat, in overeenstemming met zijn interne recht, de doortocht over zijn grondgebied toe van een gevonniste persoon die naar de tenuitvoerleggingsstaat wordt overgebracht, indien de beslissingsstaat hem, samen met het verzoek om doortocht, een afschrift van het in artikel 4 van dit kaderbesluit bedoelde certificaat heeft doen toekomen. Het verzoek om doortocht en het certificaat kunnen worden toegezonden overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening]. Op verzoek van de met het oog op doortocht aangezochte lidstaat verstrekt de beslissingsstaat een vertaling van het certificaat in een van de in het verzoek op te geven talen die door de met het oog op doortocht aangezochte lidstaat wordt aanvaard.”;

3) In artikel 21 wordt de aanhef vervangen door:

“De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat stelt de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat onverwijld en overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening], in kennis van:”.

Artikel 8
Wijziging van Kaderbesluit 2008/947/JBZ

Kaderbesluit 2008/947/JBZ wordt als volgt gewijzigd:

1) Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 2 wordt vervangen door:

“2. De bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat zendt het vonnis en, in voorkomend geval, de proeftijdbeslissing, tezamen met het in lid 1 van dit artikel bedoelde certificaat rechtstreeks toe aan de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening]*. Het origineel van het vonnis en, in voorkomend geval, van de proeftijdbeslissing, of de voor eensluidend gewaarmerkte afschriften daarvan, en het origineel van het certificaat worden aan de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat toegezonden, indien deze daarom verzoekt. Alle ambtelijke mededelingen worden eveneens rechtstreeks door deze bevoegde autoriteiten uitgewisseld overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening].”.

________

* Verordening (EU) […] van het Europees Parlement en de Raad betreffende de digitalisering van de justitiële samenwerking en de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende burgerlijke, handels- en strafzaken, en tot wijziging van bepaalde handelingen op het gebied van justitiële samenwerking (PB L …).”;

b) lid 7 wordt vervangen door:

“7. Indien de autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat die een vonnis, en, in voorkomend geval, een proeftijdbeslissing, tezamen met het in lid 1 van dit artikel bedoelde certificaat, ontvangt, niet bevoegd is om het vonnis te erkennen en de daaruit voortvloeiende, voor het toezicht op de proeftijdvoorwaarden of alternatieve straffen vereiste maatregelen te nemen, zendt zij het vonnis ambtshalve aan de bevoegde autoriteit toe en stelt zij de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat hiervan onverwijld in kennis overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening].”;

2) In artikel 12 wordt lid 1 vervangen door:

“1. De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat beslist zo spoedig mogelijk en binnen een termijn van 60 dagen na ontvangst van het vonnis en, in voorkomend geval, de proeftijdbeslissing, tezamen met het in artikel 6, lid 1, van dit kaderbesluit bedoelde certificaat of zij het vonnis en, in voorkomend geval, de proeftijdbeslissing erkent en of zij de verantwoordelijkheid voor het toezicht op de proeftijdvoorwaarden en de alternatieve straffen aanvaardt. Zij stelt de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat onverwijld in kennis van haar beslissing overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening].”;

3) Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat stelt de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat onverwijld en overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening], in kennis van alle beslissingen betreffende:

a) wijziging van de proeftijdvoorwaarde of van de alternatieve straf;

b) intrekking van de opschorting van de tenuitvoerlegging van het vonnis of herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling;

c) tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel vanwege het niet-naleven van een proeftijdvoorwaarde of alternatieve straf;

d) het aflopen van de proeftijdvoorwaarden of de alternatieve straf.”;

   b) lid 3 wordt vervangen door:

“3. De bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat stelt de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat onverwijld en overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening] in kennis van alle omstandigheden of vaststellingen die volgens haar tot gevolg zouden kunnen hebben dat een of meer van de in lid 1, onder a), b) en c), van dit artikel bedoelde beslissingen worden gegeven.”; “;

4) In artikel 17 wordt lid 3 vervangen door:

“3. De in lid 1, onder a) en b), en lid 2 van dit artikel bedoelde vaststellingen worden ter kennis gebracht door middel van het modelformulier in bijlage II. De in lid 1, onder c), bedoelde feiten en omstandigheden worden ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening], en indien mogelijk door middel van het modelformulier in bijlage II.”;

5) In artikel 18 wordt de aanhef vervangen door:

“De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat stelt de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat onverwijld en overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening] in kennis van:”.

Artikel 9
Wijziging van Kaderbesluit 2009/829/JBZ

Kaderbesluit 2009/829/JBZ wordt als volgt gewijzigd:

1) In artikel 10 wordt lid 2 vervangen door:

“2. De bevoegde autoriteit in de beslissingsstaat zendt de beslissing inzake toezichtmaatregelen of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan, vergezeld van het certificaat, rechtstreeks toe aan de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening]*. Het origineel van de beslissing inzake toezichtmaatregelen, of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift, en het origineel van het certificaat worden aan de tenuitvoerleggingsstaat toegezonden, indien deze daarom verzoekt. Alle ambtelijke mededelingen worden eveneens rechtstreeks door deze bevoegde autoriteiten uitgewisseld overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening].”.

________

* Verordening (EU) […] van het Europees Parlement en de Raad betreffende de digitalisering van de justitiële samenwerking en de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende burgerlijke, handels- en strafzaken, en tot wijziging van bepaalde handelingen op het gebied van justitiële samenwerking (PB L …).”;

2) In artikel 20, lid 2, wordt de aanhef vervangen door:

“De bevoegde autoriteit in de tenuitvoerleggingsstaat stelt de bevoegde autoriteit in de beslissingsstaat onverwijld overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening] in kennis van:”.

Artikel 10
Wijziging van Kaderbesluit 2009/948/JBZ

Artikel 7 van Kaderbesluit 2009/948/JBZ wordt vervangen door:

“Artikel 7

Communicatiemiddelen

De contacterende en gecontacteerde autoriteiten onderhouden contact overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening]*.

________

* Verordening (EU) […] van het Europees Parlement en de Raad betreffende de digitalisering van de justitiële samenwerking en de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende burgerlijke, handels- en strafzaken, en tot wijziging van bepaalde handelingen op het gebied van justitiële samenwerking (PB L …).”.

Artikel 11
Wijziging van Richtlijn 2014/41/EU

Richtlijn 2014/41/EU wordt als volgt gewijzigd:

1) In artikel 7 wordt lid 1 vervangen door:

“1. De uitvaardigende autoriteit zendt het overeenkomstig artikel 5 ingevulde EOB toe aan de uitvoerende autoriteit overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening]*.

________

* Verordening (EU) […] van het Europees Parlement en de Raad betreffende de digitalisering van de justitiële samenwerking en de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende burgerlijke, handels- en strafzaken, en tot wijziging van bepaalde handelingen op het gebied van justitiële samenwerking (PB L …).”;

2) In artikel 15 wordt lid 2 vervangen door:

“2. Zodra de reden voor het uitstel vervalt, neemt de uitvoerende autoriteit onmiddellijk de nodige maatregelen ter tenuitvoerlegging van het EOB en stelt zij de uitvaardigende autoriteit in kennis overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening].”;

3) Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 2 wordt vervangen door:

“2. Onverminderd artikel 10, leden 4 en 5, van deze richtlijn geeft de uitvoerende autoriteit onverwijld en op elke willekeurige wijze bericht aan de uitvaardigende autoriteit:

a) indien de uitvoerende autoriteit onmogelijk een beslissing over de erkenning of tenuitvoerlegging kan nemen omdat het formulier als voorzien in bijlage A onvolledig is of kennelijk onjuist is ingevuld;

b) indien de uitvoerende autoriteit het tijdens de tenuitvoerlegging van het EOB zonder verdere navraag passend acht onderzoeksmaatregelen uit te voeren waarin oorspronkelijk niet was voorzien — of die op het ogenblik waarop het EOB werd uitgevaardigd niet konden worden bepaald — opdat de uitvaardigende autoriteit ter zake verdere maatregelen kan nemen, of

c) indien de uitvoerende autoriteit vaststelt dat zij in een specifiek geval de vormvoorschriften en procedures die de uitvaardigende autoriteit overeenkomstig artikel 9 uitdrukkelijk heeft aangegeven, niet in acht kan nemen.

Op verzoek van de uitvaardigende autoriteit wordt het bericht onverwijld bevestigd overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening].”;

b) in lid 3 wordt de aanhef vervangen door:

Onverminderd artikel 10, leden 4 en 5, van deze richtlijn geeft de uitvoerende autoriteit onverwijld en overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening] bericht aan de uitvaardigende autoriteit van:”.


HOOFDSTUK III
OMZETTING

Artikel 12
Omzetting van de artikelen 3, 7 en 11

De lidstaten stellen uiterlijk [twee jaar na de vaststelling van de in artikel 12, lid 3, van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening] bedoelde uitvoeringshandeling] de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast die nodig zijn om te voldoen aan de artikelen 3, 7 en 11, en maken deze bekend. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.

Zij passen die bepalingen toe met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de periode van twee jaar na de vaststelling van de in artikel 12, lid 3, van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening] bedoelde uitvoeringshandeling.

Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar de artikelen 3, 7 en 11 van deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 13
Omzetting van artikel 1

De lidstaten stellen uiterlijk [twee jaar na de vaststelling van de in artikel 12, lid 4, van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening] bedoelde uitvoeringshandeling] de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast die nodig zijn om te voldoen aan artikel 1 en maken deze bekend. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.

Zij passen die bepalingen toe met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de periode van twee jaar na de vaststelling van de in artikel 12, lid 4, van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening] bedoelde uitvoeringshandeling.

Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar artikel 1 van deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 14
Omzetting van de artikelen 4, 5, 6 en 10 

De lidstaten stellen uiterlijk [twee jaar na de vaststelling van de in artikel 12, lid 5, van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening] bedoelde uitvoeringshandeling] de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast die nodig zijn om te voldoen aan de artikelen 4, 5, 6 en 10 en maken deze bekend. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.

Zij passen die bepalingen toe met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de periode van twee jaar na de vaststelling van de in artikel 12, lid 5, van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening] bedoelde uitvoeringshandeling.

Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar de artikelen 4, 5, 6, 10 en 11 van deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 15
Omzetting van de artikelen 2, 8 en 9

De lidstaten stellen uiterlijk [twee jaar na de vaststelling van de in artikel 12, lid 6, van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening] bedoelde uitvoeringshandeling] de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast die nodig zijn om te voldoen aan de artikelen 2, 8 en 9 en maken deze bekend. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.

Zij passen die bepalingen toe met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de periode van twee jaar na de vaststelling van de in artikel 12, lid 6, van Verordening (EU) …/… [digitaliseringsverordening] bedoelde uitvoeringshandeling.

Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar de artikelen 2, 8 en 9 van deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 16
Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 17

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.