Artikelen bij COM(2024)324 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)324 - .
document COM(2024)324
datum 23 juli 2024


Artikel 1

1. Dit besluit is van toepassing op onderdanen van Somalië die op grond van Verordening (EU) 2018/1806 visumplichtig zijn.

2. Dit besluit is niet van toepassing op onderdanen van Somalië die krachtens artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1806 van de visumplicht zijn vrijgesteld of voor wie de lidstaten overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2018/1806 in uitzonderingen op de visumplicht hebben voorzien.

3. Dit besluit is niet van toepassing op onderdanen van Somalië die:

(a) familieleden van een burger van de Unie zijn op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is wanneer zij de burger van de Unie begeleiden of zich bij hem voegen, of

(b) familieleden van een onderdaan van een derde land die een recht van vrij verkeer genieten dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie uit hoofde van een overeenkomst tussen de Unie en een derde land, of

(c) familieleden van een Britse onderdaan die begunstigde is van het terugtrekkingsakkoord, mits de familieleden het recht hebben zich bij de begunstigde van het terugtrekkingsakkoord in het gastland te voegen en daartoe een visum aanvragen.

4. Dit besluit laat de gevallen onverlet waarin een lidstaat gebonden is aan een volkenrechtelijke verplichting, en wel:

(a) als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie;

(b) als gastland van een internationale conferentie die wordt bijeengeroepen door of plaatsvindt onder auspiciën van de Verenigde Naties of andere internationale intergouvernementele organisaties waarvoor een lidstaat als gastheer optreedt;

(c) krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent;

(d) op grond van het Concordaat (Verdrag van Lateranen) van 1929 dat werd gesloten tussen de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Italië, zoals laatstelijk gewijzigd.

Artikel 2

De toepassing van de navolgende bepalingen van Verordening (EG) nr. 810/2009 wordt tijdelijk opgeschort:

a) artikel 14, lid 6;

b) artikel 16, lid 5, punt b);

c) artikel 23, lid 1;

d) artikel 24, leden 2 en 2 quater.


Artikel 3

Dit besluit wordt van kracht op de dag van kennisgeving ervan.


Artikel 4

Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Kroatië, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden.