Artikelen bij COM(2025)19 - Uitvoering van Verordening (EU) 2021/821 tot instelling van een Unieregeling voor controle op de uitvoer, de tussenhandel, de technische bijstand, de doorvoer en de overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de uitvoering van Verordening (EU) 2021/821 tot instelling van een Unieregeling voor controle op de uitvoer, de tussenhandel, de technische bijstand, de doorvoer en de overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik

1. INLEIDING

Dit verslag bevat informatie over de uitvoering van de EU-uitvoercontroles en de gemoderniseerde Verordening (EU) 2021/821 van 19 mei 2021 (“de verordening tweeërlei gebruik” of “de verordening”)1 voor producten voor tweeërlei gebruik voor de periode 2022-2023, alsook bepaalde belangrijke ontwikkelingen in 2024, samen met de geaggregeerde EU-gegevens en de uitvoercontrolegegevens van de lidstaten voor 2022.

Dit is het eerste jaarverslag dat wordt opgesteld in het kader van de verordening, die op 9 september 2021 in werking is getreden. Het verslag is een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van het uitvoercontrolebeleid van de EU door meer informatie uit te wisselen over vergunningsbesluiten van de lidstaten op het gebied van uitvoercontroles, met als doel de transparantie op dit gebied te vergroten.

Zoals in de verordening wordt voorgeschreven, en om het proces van verbeterde gegevensverzameling mogelijk te maken, publiceerde de Commissie op 17 januari 2024 de met de lidstaten overeengekomen richtsnoeren voor het verzamelen en verwerken van gegevens over uitvoercontroles (transparantierichtsnoeren)2. Dankzij deze richtsnoeren konden de lidstaten statistieken verzamelen ten behoeve van het jaarverslag van de EU over de controles op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik. Met het oog daarop heeft de Commissie van 27 januari tot en met 28 februari 2023 belanghebbenden geraadpleegd over manieren waarop gegevens over uitvoercontroles konden worden verzameld. Tegen deze achtergrond heeft de Commissie dit verslag opgesteld met in de coördinatiegroep tweeërlei gebruik (DUCG) verzamelde input van de lidstaten3. Vanwege de omvang ervan worden de door de lidstaten verstrekte gegevens voor het jaar 2022 in geconsolideerde vorm gepresenteerd in het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie bij dit jaarverslag. Dit verslag wordt in het eerste kwartaal van 2025 aangevuld met de publicatie van de gegevens voor het jaar 2023 in de vorm van een werkdocument van de diensten van de Commissie.

In de periode waarop dit verslag betrekking heeft, heeft zich een grote verschuiving in het geopolitieke landschap voorgedaan. De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en het zich uitbreidende conflict in het Midden-Oosten hebben het belang van doeltreffende controles op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik alleen maar verder onderstreept en dergelijke controles vormen een steeds belangrijker onderdeel van de respons van de Commissie op geopolitieke ontwikkelingen, met name in de vorm van sancties. Tegelijkertijd zijn in die periode ook steeds meer unilaterale uitvoercontroles uitgevoerd buiten internationale regelingen om, bijvoorbeeld ten aanzien van halfgeleiders en apparatuur voor de vervaardiging van halfgeleiders of grondstoffen die van cruciaal belang zijn voor de productie van gevoelige sleuteltechnologieën.

2. ONTWIKKELING VAN HET BELEIDS- EN REGELGEVINGSKADER

2.1. Uitvoercontrolebeleid

2.1.1. Modernisering van EU-uitvoercontroles uit hoofde van de verordening tweeërlei gebruik

Naar aanleiding van de vaststelling van de aangescherpte verordening tweeërlei gebruik hebben de Commissie en de lidstaten op een aantal nieuwe gebieden, zoals transparantie, handhaving, capaciteitsopbouw, een begin gemaakt met de daadwerkelijke uitvoering ervan. De DUCG heeft een sleutelrol gespeeld, zoals beschreven in punt 3 van dit verslag, en heeft de “institutionele infrastructuur” voor EU-uitvoercontroles uitgebreid door een aantal deskundigengroepen in het leven te roepen om nieuwe beleidslijnen, richtsnoeren, procedures enz. uit te werken.

Dit omvatte i) de oprichting van een “deskundigengroep voor opkomende technologie” (ETEG) om met de lidstaten informatie uit te wisselen over risicobeoordelingen voor opkomende technologieën; ii) het opzetten van een handhavingscoördinatiemechanisme ter ondersteuning van de werkzaamheden van de nationale rechtshandhavingsinstanties in de hele EU; iii) de ontwikkeling van het elektronische systeem voor tweeërlei gebruik (DUeS) om de informatie-uitwisseling tussen de betrokken diensten van de Commissie en de lidstaten te verbeteren; en iv) het vergroten van het bereik en de naleving door de industrie als onderdeel van een “partnerschap met de particuliere sector”.

De Commissie en de lidstaten hebben richtsnoeren ontwikkeld om de transparantie van de nationale vergunningsbesluiten te waarborgen als onderdeel van de jaarverslagen van de lidstaten.4 Deze richtsnoeren zijn opgesteld door de technische deskundigengroep inzake gegevensverzameling en transparantie (Technical Expert Group on Data Collection and Transparency – TEG-Transparency), bestaande uit vertegenwoordigers van de uitvoercontroleautoriteiten van de lidstaten en voorgezeten door de Europese Commissie.

In de aangescherpte verordening wordt ook extra nadruk gelegd op de uitvoer van producten voor cybersurveillance. De verordening gaat in op het potentiële risico dat dergelijke producten uit de Unie worden uitgevoerd om te worden misbruikt in verband met ernstige schendingen van de mensenrechten of van het internationale humanitaire recht. In dit verband heeft de Commissie op 16 oktober 2024 richtsnoeren inzake de uitvoer van producten voor cybersurveillance5 overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) 2021/821 bekendgemaakt, voornamelijk om exporteurs duidelijkheid te verschaffen over hoe zij passende zorgvuldigheid en interne naleving moeten betrachten alvorens producten voor cybersurveillance uit te voeren.

2.1.2 Raadplegingen en voorlichting

Met steun van de DUCG hebben de Commissie en het Tsjechische voorzitterschap van de Raad op 6 december 2022 het “forum voor uitvoercontrole 2022” georganiseerd. Dit bood de gelegenheid om met meer dan duizend belanghebbenden uit de sector en het maatschappelijk middenveld van gedachten te wisselen over de uitvoering van EU-uitvoercontroles en de gemoderniseerde EU-uitvoercontroleregeling6. De Commissie werkte samen met en verscheen voor de onderzoekscommissie van het Europees Parlement om het gebruik van Pegasus7 en soortgelijke spyware te onderzoeken (commissie PEGA8).

2.1.3 Samenwerking met derde landen in 2022

De tweede bijeenkomst van de Handels- en Technologieraad EU-VS9 vond op 16 mei 2022 plaats in Parijs-Saclay, georganiseerd door het Franse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Tijdens die bijeenkomst gaf de Handels- en Technologieraad EU-VS uiting aan de gedeelde wens om uitvoercontrole-instrumenten te gebruiken voor het beschermen van de veiligheid. In dat kader hebben de EU en de VS zich er met name toe verbonden om hun samenwerking te versterken en de informatie-uitwisseling over technologieën voor tweeërlei gebruik en uitvoercontroles te ondersteunen. Het werk van de Handels- en Technologieraad EU-VS werd van fundamenteel belang geacht voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijke aanpak van de Verenigde Staten en de Europese Unie in reactie op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, onder meer door de samenwerking op het gebied van uitvoercontroles te intensiveren. Deze samenwerking ondersteunde verdere gemeenschappelijke acties, waaronder de actualisering van de lijst van gecontroleerde goederen naar aanleiding van in het kader van multilaterale uitvoercontroleregelingen genomen besluiten, de samenwerking met partners en regelmatig overleg over nieuwe maatregelen die gevolgen voor de EU of de VS zouden kunnen hebben.

Na de tweede ministeriële bijeenkomst van de Handels- en Technologieraad EU-VS hebben de EU en de VS belanghebbenden uitgenodigd om deel te nemen aan een tweede voorlichtingsevenement over uitvoercontroles. Tijdens dit evenement dat op 19 juli 2022 plaatsvond, werd de vooruitgang getoond die sinds oktober 2021 in TTC-werkgroep 7 voor uitvoercontroles is geboekt. De industrie, de academische wereld en het maatschappelijk middenveld kregen de gelegenheid om hun feedback en ideeën voor toekomstige initiatieven in te dienen en om de prioriteiten voor samenwerking op het gebied van uitvoercontrole met autoriteiten van de EU en de VS te bespreken.

Op 5 december 2022 werd de door de VS georganiseerde derde ministeriële bijeenkomst even buiten Washington, D.C. gehouden. Tijdens die bijeenkomst onderzocht de Handels- en Technologieraad EU-VS hoe de trans-Atlantische uitvoer en wederuitvoer van producten en technologieën voor tweeërlei gebruik kon worden vereenvoudigd, onder meer door middel van proefuitwisselingen van informatie. Ook onderzocht de Handels- en Technologieraad EU-VS hoe de handel tussen de twee partners kon worden versoepeld middels een meer gecoördineerde vaststelling en publicatie van herzieningen van multilaterale controlelijsten, het houden van raadplegingen over nieuwe regelgevende maatregelen en het coördineren van de voorlichting over uitvoercontrole met andere partners. De partijen spraken af om de samenwerking op het gebied van handhaving te verbeteren, onder meer door een consequente toepassing van sanctiegerelateerde uitvoerbeperkingen voor Rusland en Belarus. Tot slot gaven de EU en de VS kennis van hun voornemen om samen te werken op het gebied van controles op de uitvoer van gevoelige en opkomende technologieën en tegelijkertijd te zorgen voor een passende bescherming tegen misbruik van dergelijke producten.

Daarnaast hebben de Commissie en de lidstaten actief bijgedragen aan de instelling van sancties tegen Rusland in het kader van de Global Export Control Coalition (de “GECC”10), die 39 leden telt en grotendeels vergelijkbare uitvoercontroles heeft ingevoerd in reactie op de Russische invasie van Oekraïne in februari 2022. Het doel van de GECC is om Rusland en Belarus af te snijden van de grondstoffen, technologieën en programmatuur die zij nodig hebben om hun agressie in Oekraïne voort te zetten, waardoor hun defensie-, lucht- en ruimtevaart- en maritieme sectoren worden beroofd van belangrijke materialen.

Tot slot hebben de EU en Noorwegen op respectievelijk 13 juni en 17 november 2022 een dialoog gevoerd over de controle op de uitvoer van wapens en producten voor tweeërlei gebruik. De partijen bespraken de nieuwe EU-verordening tweeërlei gebruik en de ontwikkelingen in de Noorse wetgeving en wisselden van gedachten over recente ontwikkelingen op het gebied van uitvoercontrole, komende vergaderingen over uitvoercontroleregelingen en de uitwisseling van informatie over weigeringen. Ook uitvoerbeperkingen voor producten voor tweeërlei gebruik en geavanceerde technologieën kwamen aan de orde.

2.2. Actualisering van de controlelijst van de EU

De EU-controlelijst in bijlage I bij de verordening bevat in wezen een lijst van producten voor tweeërlei gebruik, met inbegrip van programmatuur en technologie, die aan controle moeten worden onderworpen, omdat zij zowel een civiele als een militaire bestemming kunnen hebben. De lijst wordt regelmatig bijgewerkt naar aanleiding van wijzigingen in multilaterale uitvoercontroleregelingen, zoals het Wassenaar Arrangement, de Australiëgroep, de Groep van Nucleaire Exportlanden en het controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie en -onderdelen (Missile Technology Control Regime – MTCR).

Op 21 oktober 2022 heeft de Commissie Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/66 van de Commissie11 vastgesteld om de EU-controlelijst bij te werken, waardoor de verordening tweeërlei gebruik in overeenstemming is gebracht met de in het kader van internationale regelingen tot december 2021 genomen besluiten. De bijgewerkte lijst bevat nieuwe vermeldingen op het gebied van elektronica, halfgeleiders en computers, chemische en biologische sectoren en de categorie ruimtevaart en voortstuwing. De Commissie heeft op 3 mei 2022 ook Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/69912 van de Commissie vastgesteld, waarbij Rusland werd uitgesloten van het toepassingsgebied van de in de verordening tweeërlei gebruik vastgestelde algemene EU-uitvoervergunningen (EUGEA’s) naar aanleiding van de militaire invasie van Rusland in Oekraïne en de daaruit voortvloeiende vaststelling van beperkende maatregelen van de EU ter beperking van de uitvoer van goederen en technologie voor tweeërlei gebruik naar Rusland.

2.3. Nationale uitvoerings- en handhavingsmaatregelen

2.3.1. Uitvoeringsbepalingen

De verordening tweeërlei gebruik is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. In de verordening is echter bepaald dat de lidstaten bepaalde maatregelen kunnen nemen met het oog op de uitvoering van specifieke bepalingen en dat deze informatie over nationale maatregelen moet worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Dienovereenkomstig heeft de Commissie op 8 februari 2022 een informatienota13 gepubliceerd met een geactualiseerd overzicht van de maatregelen die door de lidstaten zijn vastgesteld, waaronder de uitbreiding van de controles op de tussenhandel en doorvoer, de uitbreiding van controles tot producten die niet op de lijst staan om redenen van openbare veiligheid en uit mensenrechtenoverwegingen, de invoering van nationale algemene uitvoervergunningen (NGEA’s) en de toepassing van controles voor de overbrenging binnen de EU van producten die niet op de lijst staan. Deze informatienota’s waarborgen de transparantie van de toepasselijke regels en weerspiegelen de inspanningen van de EU om de consistente en doeltreffende uitvoering van controles door exporteurs in de hele EU te ondersteunen.

2.3.2. Handhavingsmaatregelen

De Commissie is niet in kennis gesteld van wijzigingen in de lijst van nationale handhavingsmaatregelen die samen met het jaarverslag over uitvoercontrole voor 2019 is gepubliceerd14.

2.4 Uitvoer uit Noord-Ierland

Sinds het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie op 1 januari 202115 is de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik uit de EU naar het Verenigd Koninkrijk krachtens de verordening aan controle onderworpen.

Er zijn specifieke regelingen opgenomen in het protocol inzake Noord-Ierland (NI)16, waarin is bepaald dat de verordening van toepassing is op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland17, waarbij het Verenigd Koninkrijk uit hoofde van de verordening optreedt als bevoegde autoriteit voor uitvoer uit Noord-Ierland naar derde landen buiten de EU. De Commissie heeft een speciaal beveiligd elektronisch instrument ontwikkeld ter ondersteuning van de informatie-uitwisseling met de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk die belast is met de toepassing van de verordening in en vanuit Noord-Ierland, dat gedurende heel 2022 werd gebruikt. Hierdoor krijgen de autoriteiten van het VK toegang tot informatie over weigeringen voor in wezen identieke transacties die door de EU-lidstaten zijn afgegeven, en kunnen zij bilateraal overleg plegen met de lidstaat van afgifte, zoals in de verordening is bepaald.

3. ACTIVITEITEN VAN DE COöRDINATIEGROEP TWEEëRLEI GEBRUIK

In het kader van de DUCG komen deskundigen van de Commissie en de lidstaten bijeen om elk vraagstuk in verband met de toepassing van uitvoercontroles onder de loep te nemen18. In 2022 heeft de DUCG zeven vergaderingen gehouden: op 20 januari, 15 maart, 24 mei, 14 juli, 11 oktober en 8 december, en op 6 december 2022 in de vorm van een forum voor uitvoercontrole met belanghebbenden. Op 14 juli 2022 vond een speciale zitting plaats om het ontwerp van de gedelegeerde verordening van 2021 tot actualisering van bijlage I bij de verordening te herzien. De DUCG werd in 2022 ook geraadpleegd over een buitengewone actualisering van bijlage I om door de Australiëgroep gecontroleerde producten op te nemen.

3.1. Raadplegingen over kwesties betreffende de uitvoering – algemene informatie-uitwisseling

De Commissie en de vertegenwoordigers van de lidstaten in de DUCG hebben algemene informatie uitgewisseld over kwesties in verband met uitvoercontrole. In de DUCG werd met name van gedachten gewisseld over uitvoeringsaspecten, zoals het onderscheid tussen “nationale maatregelen” en “nationale controlelijsten” in de zin van artikel 9 van de verordening, vergunningen voor grote projecten en de controle van immateriële uitvoer/overdrachten.

3.2 Richtsnoeren

De DUCG is begonnen met een enquête onder de bevoegde autoriteiten over de uitvoering van de richtsnoeren voor onderzoek voor tweeërlei gebruik van 23 september 202119, heeft een monitoringplan voor de uitvoering van de richtsnoeren voor naleving door de industrie goedgekeurd, heeft informatie uitgewisseld over nationale uitvoeringsmaatregelen om de officiële kennisgeving over nationale maatregelen bij te werken en is begonnen met besprekingen over het opstellen van richtsnoeren voor de immateriële overdracht van technologie.

3.3 Technische uitwisseling van informatie – Groepen van technische deskundigen

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten in de DUCG hebben technische deskundigheid verstrekt te ondersteuning van de actualiseringen van de EU-controlelijst en hebben besprekingen gevoerd over een aantal specifieke uitvoeringskwesties, zoals hierboven vermeld.

Onder coördinatie van de Commissie heeft de DUCG ook initiatieven genomen om bepaalde technische kwesties betreffende de uitvoering aan te pakken en heeft zij speciale deskundigengroepen in het leven geroepen om de voorschriften van de nieuwe verordening toe te passen. De specifieke rol van technische deskundigengroepen wordt erkend in artikel 24, lid 3, van de nieuwe verordening.

In 2022 waren de volgende deskundigengroepen actief:

a. de deskundigengroep inzake bewakingstechnologie (Surveillance Technology Expert Group – STEG) stelt deskundigen uit de lidstaten in staat om bij te dragen aan de ontwikkeling van EU-controles op de uitvoer van producten voor cybersurveillance. Het mandaat van de STEG omvat technische discussies over risico’s in verband met de uitvoer van producten voor cybersurveillance – met name het risico dat dergelijke producten worden gebruikt in het kader van binnenlandse repressie of ernstige schendingen van de mensenrechten en/of het internationaal humanitair recht. Sinds 2021 werkt de STEG aan richtsnoeren voor de uitvoer van producten voor cybersurveillance overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) 2021/82120. In 2022 waren die werkzaamheden gericht op het toepassingsgebied van de definitie van producten voor cybersurveillance;

b. de technische deskundigengroep inzake opkomende technologieën (Technical Expert Group on emerging technologies – ETEG) heeft de informatie-uitwisseling over risico’s in verband met de uitvoer van opkomende technologieën en de uitdagingen in verband met de controle daarop voortgezet. De ETEG-leden hebben de ontwikkeling en het gebruik van een operationeel instrument voor risicobeoordeling aangemerkt als een belangrijke prioriteit. De ETEG organiseerde ook discussies over quantumtechnologie, met onder meer presentaties van vertegenwoordigers van de particuliere sector;

c. het handhavingscoördinatiemechanisme (Enforcement Coordination Mechanism – ECM) is overeenkomstig artikel 25 van de verordening opgericht ter ondersteuning van de informatie-uitwisseling en directe samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en de handhavingsinstanties van de lidstaten;

d. De technische deskundigengroep inzake gegevensverzameling en transparantie (Technical Expert Group on Data Collection and Transparency – DCT-TEG) was zeer actief en kwam in 2022 zeven keer bijeen om de transparantierichtsnoeren op te stellen. Deskundigen bespraken verschillende ontwerpen en voerden uitgebreide discussies over een nieuwe methodologie voor het verzamelen en rapporteren van vergunningsgegevens met het oog op een openbare raadpleging21 van belanghebbenden begin 2023; en

e. de technische deskundigengroep inzake capaciteitsopbouw (Technical Expert Group on Capacity-Building – CB-TEG) werd opgericht met het oog op de ondersteuning van regelmatige opleiding en uitwisseling van deskundigheid binnen de EU-gemeenschap die zich bezighoudt met producten voor tweeërlei gebruik, onder meer door gemeenschappelijke opleidingsprogramma’s voor ambtenaren van de lidstaten te ontwikkelen. De CB-TEG verzamelde input over de opleidingsbehoeften van de lidstaten en werkte verder aan een haalbaarheidsverslag.

3.4 Technische ondersteuning bij de voorbereiding van een actualisering van de controlelijst van de EU en nationale uitvoeringsmaatregelen

Overeenkomstig artikel 17 van de verordening heeft de DUCG technische informatiesessies gehouden ter ondersteuning van de voorbereiding van het voorstel voor een gedelegeerde verordening van de Commissie die de EU-controlelijst actualiseert. Nationale deskundigen en waarnemers van het Europees Parlement hebben op 14 juli 2022 een speciale bijeenkomst van de DUCG bijgewoond, met presentaties van het Bundesamt für Wirtschaft und Ausfuhrkontrolle (Duitse Bureau voor economie en uitvoercontrole - BAFA) over de belangrijkste wijzigingen van de EU-controlelijst. De Commissie heeft de gedelegeerde handeling in oktober 2022 vastgesteld.

De DUCG heeft informatie over nationale uitvoeringsmaatregelen uitgewisseld en de bijwerking van de informatienota over nationale maatregelen voorbereid, die op 8 februari 2022 is gepubliceerd.

3.5 Uitwisseling van vergunnings- en uitvoeringsgegevens

De DUCG heeft vergunningsgegevens verzameld over 2020 op basis van de overeengekomen vragenlijst voor gegevensuitwisseling. Het doel hiervan is een overzicht te geven van de uitvoering van uitvoercontroles in de hele EU en de publicatie van geaggregeerde gegevens in het EU-jaarverslag over uitvoercontrole voor 2019 mogelijk te maken22. De DUCG is ook begonnen met het verzamelen van vergunningsgegevens van 2021.

3.6 IT-instrumenten voor de uitwisseling van informatie tussen lidstaten en voor elektronische vergunningverlening

De Commissie is, met steun van de DUCG, doorgegaan met de ontwikkeling van het e-systeem voor producten voor tweeërlei gebruik (Dual-Use e-System – “DUeS”) als de IT-infrastructuur van het EU-uitvoercontrolenetwerk. Dit platform speelt een sleutelrol bij de doeltreffende toepassing van de verordening.

Er zijn nieuwe functionaliteiten ontwikkeld ter ondersteuning van de uitwisseling van informatie over weigeringen betreffende overbrenging binnen de EU en ter ondersteuning van de regelmatige toetsing en actualisering van de informatie over weigeringen. De DUCG heeft met name de beoordeling van de weigeringen in 2013 afgerond en de beoordeling van de gegevens van 2014 voortgezet.

Andere DUeS-functionaliteiten zijn als volgt verbeterd:

a. in januari 2022 werd een nieuwe functionaliteit voor het beoordelen van weigeringen geïmplementeerd;

b. in maart 2022 werd een nieuwe module gecreëerd ter ondersteuning van informatie-uitwisseling over kennisgevingen/vergunningen en weigeringen overeenkomstig de sanctieregelingen ten aanzien van Rusland en Belarus. De daaropvolgende updates werden ingevoerd om wijzigingen uit te voeren die nodig waren na het bijwerken van sanctiepakketten; en

c. een nieuwe functionaliteit die informatie-uitwisseling met de lidstaten over de uitvoering van de sancties tegen Rusland mogelijk maakte.

2022 was ook het tweede jaar waarin het e-vergunningensysteem voor tweeërlei gebruik operationeel was, waarmee bevoegde autoriteiten en exporteurs controles online kunnen beheren en de administratieve lasten in verband met die controles kunnen verminderen. Het e-vergunningensysteem heeft tot doel offlinesystemen of verouderde nationale elektronische systemen te vervangen, een vlottere uitwisseling van informatie mogelijk te maken – ook bij de rapportage van vergunningsgegevens aan de Commissie in het kader van artikel 26 van de verordening. In 2021 werd het e-vergunningensysteem werd operationeel in Letland en Roemenië. In 2022 werd het systeem verder verbeterd en aangepast om de Italiaanse vergunningverlenende autoriteit te ondersteunen (per juli 2022) en werden er voorbereidingen getroffen om de Sloveense en Waalse autoriteiten in 2023 gebruikers van het systeem te laten worden. Ook Hongarije en België (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) gaven blijk van belangstelling om zich bij het project aan te sluiten.

Buiten de EU en in het kader van haar dialogen met partnerlanden onderzoekt de Commissie opties om het e-vergunningeninstrument ter beschikking te stellen aan partners. Moldavië, Servië en Bosnië en Herzegovina toonden belangstelling voor het gebruik van het instrument.

Het e-vergunningenproject ontwikkelt zich ook in nieuwe richtingen om de controles doeltreffender te maken, bijvoorbeeld door het e-vergunningensysteem met de nationale douanesystemen te koppelen via de éénloketomgeving van de douane. Dit maakt de uitwisseling van informatie over de grenzen heen en met de douaneautoriteiten veel gemakkelijker, vermindert de regelgevingsdruk op marktdeelnemers en maakt een automatisch kwantiteitsbeheer van vergunningen mogelijk. Dit gebeurt via het door DG TAXUD beheerde “CERTEX”-platform voor de uitwisseling van certificaten. De verbinding tussen elektronische vergunning en de nationale douaneautoriteiten is sinds december 2022 operationeel.

Op verzoek van de lidstaten die reeds met e-vergunningensystemen werken, heeft de Commissie in april 2022 een nieuw “eLicensing bridge”-project opgestart, dat het mogelijk moet maken nationale vergunningensystemen via het e-vergunningensysteem met douanesystemen te koppelen. Finland neemt deel aan het proefproject. België (Vlaams Gewest) heeft blijk gegeven van belangstelling voor deelname aan het project.

3.7Transparantie en voorlichting

De coördinatiegroep tweeërlei gebruik heeft bijgedragen aan de opstelling van het jaarlijkse uitvoercontroleverslag 2022 — dat samen met het tweede jaarverslag over de screening van buitenlandse directe investeringen (“BDI”)23 is gepubliceerd — waarin belanghebbenden worden geïnformeerd over de verrichting van controles op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik in de Europese Unie, onder meer over de activiteiten van de coördinatiegroep tweeërlei gebruik.

3.8Ondersteuning van internationale samenwerking

In het kader van de werkgroep uitvoercontrole van de Handels- en Technologieraad met de Verenigde Staten heeft de coördinatiegroep tweeërlei gebruik steun verleend aan relevante besprekingen over de vereenvoudiging van wederuitvoer, met name i) het onderzoeken van nationale praktijken bij de toepassing van algemene EU-uitvoervergunning EU001, en ii) door middel van specifieke besprekingen van deskundigen over uitzonderingen op Amerikaanse vergunningen die de wederuitvoer uit de EU van producten voor tweeërlei gebruik van oorsprong uit de VS toestaan.

3.9 Onderzoek voor tweeërlei gebruik en controle op immateriële uitvoer

De DUCG organiseerde specifieke discussies over de onderlinge verbanden tussen uitvoercontrole en onderzoek naar technologie voor tweeërlei gebruik. Die discussies vonden plaats in het kader van de strategie van de Commissie voor internationale samenwerking op het gebied van O&I (Horizon Europa) en konden rekenen op steun van de deskundigen van de Commissie van DG Onderzoek en Innovatie en van externe deskundigen.

3.10 Overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van producten voor tweeërlei gebruik in 2023 en 2024

1. Actualiseringen van bijlage I bij de verordening:

- op 11 januari 2023 heeft de Commissie Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/66 tot wijziging van bijlage I bij de verordening tweeërlei gebruik bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze jaarlijkse actualisering brengt de lijst in overeenstemming met de besluiten die in het kader van de multilaterale uitvoercontroleregelingen zijn genomen en staat los van de uitvoerbeperkingen van de EU tegen Rusland en Belarus;

- op 23 februari 2023 heeft de Commissie Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/996 bekendgemaakt in het Publicatieblad van de EU, waarmee bijlage I bij de verordening bij wijze van uitzondering wordt geactualiseerd om er de producten in op te nemen die in het kader van de Australiëgroep aan controle onderworpen zijn;

- op 15 september 2023 heeft de Commissie Gedelegeerde Verordening 2023/2616 bekendgemaakt als de regelmatige jaarlijkse actualisering van bijlage I bij de verordening. Deze verordening is sinds 16 september 2023 van toepassing;

- op 5 september 2024 heeft de Commissie de jaarlijkse actualisering van bijlage I vastgesteld, die naar verwachting twee maanden later in werking zal treden.

2. Nationale controlelijsten van de lidstaten

- De Commissie heeft op 20 oktober 2023 het eerste overzicht van de in de lidstaten geldende nationale controlelijsten gepubliceerd, waarin de door Spanje en Nederland ingevoerde nationale controles op bepaalde opkomende technologieën zijn opgenomen. Dit overzicht is op 27 september 2024 herzien door de door Frankrijk vastgestelde nationale controles op te nemen. Deze compilatie omvat de controles van producten op nationaal niveau die niet zijn goedgekeurd in de multilaterale regelingen voor bepaalde opkomende technologieën. Dit is de eerste compilatie van nationale controlelijsten in het kader van de verordening. Zij stelt de lidstaten in staat toelatingseisen op te leggen door te verwijzen naar de nationale controlelijsten van andere lidstaten die in de compilatie zijn gepubliceerd, zonder dat zij noodzakelijkerwijs hun eigen nationale controles hoeven te verrichten.

3. Uitvoercontroles in het kader van de strategie voor economische veiligheid

- Na de goedkeuring van de strategie voor economische veiligheid op 20 juni 202324 publiceerde de Commissie op 24 januari 2024 een witboek over uitvoercontroles25 waarin wordt uiteengezet hoe de EU-uitvoercontroles doeltreffender kunnen worden gemaakt in de context van toenemende geopolitieke spanningen, met het oog op een betere bescherming van de internationale veiligheid en de bescherming van de veiligheidsbelangen van de EU. In het witboek worden maatregelen op korte en middellange termijn voorgesteld om de coördinatie op het gebied van uitvoercontroles op producten voor tweeërlei gebruik in de EU te verbeteren. Deze maatregelen omvatten: uniforme EU-controles voor producten die niet in multilaterale regelingen zijn opgenomen als gevolg van blokkeringen of vertragingen in uitvoercontroleregelingen; een forum op hoog niveau voor politieke coördinatie op het gebied van uitvoercontroles; een mechanisme voor een betere coördinatie van nieuwe nationale controlelijsten, en de evaluatie van de EU-verordening tweeërlei gebruik in 2025. Over het witboek is van 2 februari tot en met 30 april 2024 een openbare raadpleging gehouden, waarop 23 reacties zijn ontvangen die als input hebben gediend voor de interne beraadslagingen van de Commissie.

4. Uitvoerbeperkingen ten aanzien van Rusland

- In 2023 en 2024 heeft de Commissie de uitvoerbeperkingen voor producten voor tweeërlei gebruik actief verder aangescherpt in het kader van de sancties tegen Rusland, onder meer door de vaststelling van een veertiende sanctiepakket in juni 202426. De Commissie heeft ook richtsnoeren gepubliceerd om de uitvoering en handhaving te ondersteunen en het omzeilen van sancties tegen te gaan. In het bijzonder heeft de Commissie in samenwerking met partners – Japan, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten – een lijst van zogenoemde gemeenschappelijke producten met hoge prioriteit opgesteld (zoals laatstelijk bijgewerkt in februari 2024)27, met inbegrip van goederen voor tweeërlei gebruik en geavanceerde technologieën die worden gebruikt in Russische wapensystemen die op het slagveld in Oekraïne zijn aangetroffen of die van cruciaal belang zijn voor de ontwikkeling, de productie of het gebruik van die Russische militaire systemen.

5. Internationale toenadering

- De Commissie heeft in 2023 aangelegenheden in verband met uitvoercontroles besproken met partners zoals de VS. Zo werd op 10 mei 2023, tijdens de vierde bijeenkomst van de Handels- en Technologieraad EU-VS, gesproken over zaken als handelsbevordering en werd een sterke basis gelegd voor samenwerking op het gebied van sancties tegen Rusland. De meest recente vergadering van belanghebbenden in de Handels- en Technologieraad EU-VS vond plaats op 19 juli 2023 en was gewijd aan wederuitvoer van producten voor tweeërlei gebruik. Tot slot heeft de Commissie op 26 oktober 2023 een virtuele eerste dialoog inzake uitvoercontrole met China gevoerd, en op 24 oktober 2024 een tweede.


4. EU-UITVOERCONTROLES — BELANGRIJKE GEGEVENS

In dit punt worden geaggregeerde gegevens over uitvoercontrole van de EU voor het referentiejaar 2022 gepresenteerd. De door de lidstaten verstrekte onderliggende gegevens worden vanwege hun omvang in geconsolideerde vorm gepresenteerd in het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie. De gegevens zijn beschikbaar gesteld overeenkomstig nieuwe rapportagerichtsnoeren28, die hierbij voor het eerst worden toegepast.

Met de vaststelling van Verordening (EU) 2021/821 heeft de EU laten zien dat zij inzet op verbetering van informatie aan het publiek en transparantie. In artikel 26 van de verordening is bepaald dat de publicatie van een jaarverslag van de EU over de uitvoering van controles relevante informatie over vergunningen, weigeringen en verboden moet bevatten, evenals informatie over het beheer en de handhaving van de controles.

Sinds 2013 heeft de DUCG op vrijwillige basis een mechanisme voor het verzamelen van vergunningsgegevens ontwikkeld en de opstelling ondersteund van een jaarverslag aan het Europees Parlement en de Raad dat geaggregeerde vergunningsgegevens van de EU en andere met informatie over uitvoercontroles bevat. De gegevensverzameling vond jaarlijks plaats en het formaat werd geleidelijk uitgebreid om gegevens te kunnen verzamelen over verschillende soorten vergunningen en over het beheer, de uitvoering en de handhaving van controles.

Volgens de recentelijk vastgestelde transparantierichtsnoeren moet de methode voor gegevensverzameling in de loop van de tijd houdbaar blijven, zodat de lidstaten relevante informatie aan de Commissie kunnen verstrekken op een efficiënte en kosteneffectieve wijze, die statistisch verantwoord is en waarbij terdege rekening wordt gehouden met de bescherming van persoonsgegevens, commercieel gevoelige informatie of beschermde informatie op het gebied van defensie, buitenlands beleid of nationale veiligheid.

4.1. Soorten producten

De verordening is voornamelijk van toepassing op de uitvoer van meer dan 1 800 producten voor tweeërlei gebruik zoals vermeld in de controlelijst van de EU, onderverdeeld in tien categorieën (figuur 1). Dat is de achterliggende reden die de EU-deskundigen ertoe heeft gebracht de vermeldingen in bijlage I met het oog op het EU-jaarverslag te groeperen per “soort product”29.


Figuur 1: aantal producten voor tweeërlei gebruik ingedeeld in de tien categorieën van bijlage I bij de verordening

Om het vereiste niveau van transparantie van de openbare verslaglegging te kunnen bereiken en tegelijkertijd te zorgen voor een efficiënte gegevensverzameling die houdbaar is op lange termijn, is besloten dat voor de bepaling van de soorten producten zal worden voortgebouwd op de indeling van producten voor tweeërlei gebruik volgens een code van vijf cijfers30, terwijl er tevens voor wordt gezorgd dat bij de bepaling van de “soorten producten” zinvolle informatie in verband met veiligheid, beleid en handel wordt verstrekt. Bijlage A bij de richtsnoeren bevat de lijst van 52 “soorten producten” die moeten worden gebruikt voor het verzamelen van vergunningsgegevens en het opstellen van dit jaarverslag. De vergunningen worden overeenkomstig de voorschriften van de verordening uitgesplitst per soort product en relevante bestemming, waarbij rekening wordt gehouden met de aard, het doel en de kenmerken van de verschillende soorten vergunningen, alsook met de uiteenlopende praktijken in de lidstaten voor het verlenen van vergunningen en het verzamelen van gegevens. Bovendien moest de relevante gegevensverzameling en indiening door de lidstaten bij de Commissie worden aangepast aan de specifieke kenmerken van de verschillende soorten nationale vergunningen en praktijken. Daarom bieden de cijfers in dit verslag een telling van de lidstaten die de onderliggende gegevens voor elke soort vergunning hebben verstrekt. Met deze methode wordt ook rekening gehouden met het feit dat vergunningen betrekking kunnen hebben op meerdere producten die onder verschillende soorten producten vallen.

Wat producten voor cybersurveillance betreft, omvat de definitie van artikel 2, punt 20, zowel de in bijlage I opgenomen als de niet in de lijst opgenomen producten. Bijlage B bij de richtsnoeren noemt vijf producten in bijlage I bij de verordening die aan de definitie van artikel 2, punt 20 voldoen. De beslissing of een specifiek niet in de lijst opgenomen product voldoet aan de vereisten van de wettelijke definitie, wordt van geval tot geval genomen door de lidstaten en de Commissie in het kader van de STEG. Aanvragen en vergunningen voor niet in de lijst opgenomen producten voor cybersurveillance moeten ook in het jaarverslag worden opgenomen, overeenkomstig artikel 26, lid 2, van de verordening, op basis van door de lidstaten verstrekte gegevens. Aanvragen en vergunningen voor andere in de lijst opgenomen producten kunnen op basis van de beslissing van de relevante bevoegde autoriteit in het verslag worden opgenomen.

4.2 Overzicht van vergunningen per soort vergunning31

In 2022 bedroeg de krachtens een vergunning toegestane handel in producten voor tweeërlei gebruik32 in totaal 57,3 miljard EUR, wat overeenkomt met 2 % van de uitvoer van goederen naar landen buiten de EU (figuur 2). In aantallen komt dat overeen met 138 764 vergunningen en kennisgevingen33. Wat de soorten vergunningen betreft, vallen de meeste transacties onder algemene EU-uitvoervergunningen (93 311), nationale algemene uitvoervergunningen (26 953) en individuele vergunningen (17 072). Wat de waarde betreft, waren de belangrijkste soorten vergunningen globale uitvoervergunningen (27,3 miljard EUR), individuele uitvoervergunningen (17,1 miljard EUR) en algemene EU-uitvoervergunningen (9,6 miljard EUR).

4.3 Weigeringen en verboden

In 2022 werden 813 weigeringen aangemeld, met een totale waarde van 0,98 miljard EUR. Uit die cijfers blijkt dat slechts een klein deel van de EU-uitvoer werd geweigerd (0,04 % van de waarde van de totale uitvoer van goederen naar landen buiten de EU-27 in dat jaar).


Afbeelding 2: uitvoervergunningen per soort vergunning

4.4 Individuele vergunningen

Individuele vergunningen zijn vergunningen die aan één specifieke exporteur voor één eindgebruiker of ontvanger in een derde land worden verleend en betrekking hebben op één of meer producten voor tweeërlei gebruik. In dit verslag worden individuele uitvoervergunningen, tussenhandelvergunningen, vergunningen voor technische bijstand, doorvoervergunningen, vergunningen voor overbrenging binnen de EU, vergunningen uit hoofde van een nationale controlemaatregel en vergunningen voor niet in de lijst opgenomen producten allemaal als individuele vergunningen beschouwd, zoals bepaald in de richtsnoeren.

Uit het overzicht van de individuele vergunningen in 2022 voor de tien categorieën producten in bijlage I bij de verordening en de niet in de lijst opgenomen producten die onderworpen zijn aan controles (figuur 3) blijkt dat het hoogste aantal vergunningen in termen van marktwaarde werd verleend aan categorie 0 inzake nucleair materiaal, nucleaire installaties en uitrusting (8,1 miljard EUR, 41 % van het totaal), gevolgd door categorie 2 voor materiaalverwerking (2,5 miljard EUR, 13 % van het totaal) en categorie 5 voor telecommunicatie en “informatiebeveiliging” (2,3 miljard EUR, 12 % van het totaal). Wat de hoeveelheid individuele vergunningen betreft, was het grootste cijfer voor categorie 2 voor materiaalverwerking (5,592 goed voor 29 % van het totaal), gevolgd door categorie 1 voor speciaal materiaal en aanverwante uitrusting (4,501 goed voor 23 % van het totaal) en categorie 5 voor telecommunicatie en “informatiebeveiliging” (3,205 goed voor 17 % van het totaal).


Figuur 3: individuele uitvoervergunningen per categorie producten in bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821

Uit de uitsplitsing van de waarde van de individuele vergunningen per soort product (figuren 4.1 en 4.2) blijkt dat de top vijf van producten bestaat uit 0EC1 Nucleaire goederen, installaties en materialen (6,4 miljard EUR, 33 % van het totaal), 2EC1 Werktuigmachines en systemen en onderdelen voor industriële apparatuur (1,8 miljard EUR, 9 % van het totaal), 5EC2 Producten en apparatuur voor informatiebeveiliging en cryptoanalyse (1,3 miljard EUR, 7 % van het totaal), 9EC1 Motoren en gasturbines voor ruimtevaartuigen (met uitzondering van onbemande luchtvaartuigen) (1,1 miljard EUR, 6 % van het totaal) en XEC1 Overige/niet in de lijst opgenomen (1,1 miljard EUR, 6 % van het totaal).


Figuur 4.1: individuele uitvoervergunningen per soort product (deel 1)


Figuur 4.2: individuele uitvoervergunningen per soort product (deel 2)

Wat betreft de bestemmingen waarvoor individuele vergunningen zijn afgegeven (figuren 5 en 6), was China de grootste bestemming gemeten in waarde (5,6 miljard EUR, 28 % van het totaal), gevolgd door Zuid-Korea (1,7 miljard EUR, 9 % van het totaal), de Verenigde Staten (1,3 miljard EUR, 7 % van het totaal), Japan (1,04 miljard EUR, 5 % van het totaal) en Singapore (994 miljoen EUR, 5 % van het totaal). In totaal zijn de 25 belangrijkste bestemmingen buiten de EU goed voor 90 % van de individuele vergunningen gemeten in waarde34. Wat de overbrengingen binnen de EU betreft, waren de belangrijkste bestemmingen Frankrijk (301 miljoen EUR), België (251 miljoen EUR), Zweden (188 miljoen EUR), Hongarije (141 miljoen EUR) en Spanje (113 miljoen EUR). In vergelijking met bestemmingen buiten de EU lijken de overbrengingen binnen de EU beperkt te zijn, omdat voor de meeste uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik binnen de EU geen vergunning nodig is volgens de verordening.


Figuur 5: individuele uitvoervergunningen per bestemming


Figuur 6: individuele uitvoervergunningen per belangrijkste bestemming buiten de EU en per bestemming binnen de EU

4.5 Globale uitvoervergunningen

Gezien de aard, het doel en de kenmerken van elk soort vergunning wordt in de richtsnoeren rekening gehouden met het feit dat globale uitvoervergunningen meestal geraamde of niet nader bepaalde uitvoerwaarden bevatten en worden verleend voor één of meerdere producten en één enkele bestemming of voor een of meer producten voor meerdere bestemmingen. Daardoor verminderen globale vergunningen de administratieve lasten voor bevoegde autoriteiten en exporteurs voor soortgelijke en/of frequente transacties. Teneinde de non-proliferatiedoelstellingen te waarborgen, moeten exporteurs een intern nalevingsprogramma opstellen en indienen om voor een globale vergunning in aanmerking te komen. Omdat de verordening de concrete configuratie van globale vergunningen aan de lidstaten overlaat, worden in de lidstaten ook verschillende praktijken toegepast. Met het oog op het verstrekken van zinvolle informatie aan het publiek, rekening houdend met de verschillende nationale praktijken en de reden voor globale uitvoervergunningen, zijn in de richtsnoeren de relevante gegevensverzameling en verslaglegging aangepast. De lidstaten verstrekken de Commissie dienovereenkomstig vergunningsgegevens, met een focus op: i) de totale waarde van de globale uitvoervergunningen (27,3 miljard EUR, wat gelijk is aan 48 % van de in 2022 toegestane waarde) en ii) een uitsplitsing van het totale volume van de globale vergunningen per soort product (figuren 8.1 en 8.2) en bestemmingen (figuren 9.1 en 9.2).

Uitgesplitst naar categorie van producten in bijlage I bij de verordening (figuur 7) werden de meeste vergunningen in volume verleend voor categorie 5, Telecommunicatie en “informatiebeveiliging” (39 %), categorie 2, Speciale materialen en aanverwante apparatuur (11 %) en categorie 6, Sensoren en lasers (11 %).

Bij uitsplitsing van het volume van de globale uitvoervergunningen per soort product (figuren 8.1 en 8.2) blijkt dat de top vijf van producten bestaat uit 5EC2 Producten en apparatuur voor informatiebeveiliging en cryptoanalyse (18 %), 5EC3 Programmatuur voor telecommunicatie en informatiebeveiliging (14 %), 6EC1 Optische en akoestische apparatuur, aanverwante onderdelen en materialen; andere sensoren (10 %), 4EC1 Computers (8 %) en 5EC4 Technologie voor telecommunicatie en informatiebeveiliging (7 %).

Figuur 7: globale uitvoervergunningen per categorie van producten in bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821

Figuur 8.1: globale uitvoervergunningen per soort product (deel 1)


Figuur 8.2: globale uitvoervergunningen per soort product (deel 2)

Wat de bestemmingen betreft (figuren 9 en 10), werd het merendeel van de vergunningen, gemeten in volume, verleend voor uitvoer met als bestemming China (3 %), Taiwan (2 %), India (2 %), Hongkong (1 %) en Singapore (1 %). In totaal zijn de 25 belangrijkste bestemmingen goed voor slechts 31 % van de vergunningen in volume van de globale uitvoervergunningen, aangezien een globale vergunning vaak betrekking heeft op meerdere bestemmingen35.

Figuur 9: globale uitvoervergunningen per bestemming


Figuur 10: globale uitvoervergunningen per belangrijkste bestemming


4.6 Nationale algemene vergunningen en algemene EU-vergunningen

NGEA’s en EUGEA’s worden afgegeven om de handel in producten voor tweeërlei gebruik te vergemakkelijken en tegelijkertijd de administratieve lasten voor exporteurs en uitvoercontroleautoriteiten te verminderen.

Algemene EU-uitvoervergunningen (EUGEA’s) worden door de Europese Unie verleend aan exporteurs die de bevoegde autoriteiten in kennis stellen en zich daarbij houden aan de relevante in de verordening vastgestelde voorwaarden. De verordening voorziet in acht soorten EUGEA’s36.

Het overgrote deel van de EUGEA’s in 2022 had betrekking op EU001 (86 % qua waarde, 95 % qua volume), met tien bestemmingen, waaronder verschillende belangrijke handelspartners van de EU.


Figuur 11: Algemene EU-uitvoervergunningen

Nationale algemene uitvoervergunningen worden door de lidstaten verleend aan exporteurs die de bevoegde autoriteiten in kennis stellen en zich daarbij houden aan de relevante in de toepasselijke nationale wetgeving vastgestelde voorwaarden. De lijst van nationale algemene uitvoervergunningen die de lidstaten voor 2022 hebben meegedeeld, is opgenomen in een bijlage bij dit verslag, met een gedetailleerde beschrijving van de bestemmingen en de soorten producten die in elke nationale algemene uitvoervergunning zijn opgenomen.

Figuur 12 bevat een uitsplitsing van de waarde van uniale en nationale algemene uitvoervergunningen naar de categorieën van bijlage I bij de verordening. De hoogste waarden hebben betrekking op categorie 5 Telecommunicatie en “informatiebeveiliging” (4,98 miljard EUR, 46 % van het totaal), categorie 3 Elektronica (1,64 miljard EUR), categorie 2 Materiaalbewerking (1,56 miljard EUR, 15 % van het totaal) en categorie 9 Ruimtevaart en voortstuwing (1,30 miljard EUR, 15 % van het totaal).


Figuur 12: EUGEA’s en NGEA’s per categorie van producten in bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821

Uit een uitsplitsing van de waarde van uniale en nationale algemene uitvoervergunningen per soort product (figuren 13.1 en 13.2) blijkt dat de top vijf van producten 5EC2 Producten en apparatuur voor informatiebeveiliging en cryptoanalyse (4,81 miljard EUR, 45 % van het totaal), 3EC4 Productie- en testapparatuur voor halfgeleiderelementen of materialen (1,32 miljard EUR, 12 % van het totaal), 9EC3 Raketten en ruimtevaartuigen (961 miljoen EUR, 9 % van het totaal), 2EC1 Werktuigmachines en systemen en onderdelen voor industriële apparatuur (860 miljoen EUR, 8 % van het totaal) en 2EC2 Chemische en biologische productieapparatuur (675 miljoen EUR, 6 % van het totaal).


Figuur 13.1: EUGEA’s en NGEA’s per soort product (deel 1)


Figuur 13.2: EUGEA’s en NGEA’s per soort product (deel 2)

Wat betreft de krachtens uniale en nationale algemene uitvoervergunningen toegestane bestemmingen, bestond de top vijf uit de Verenigde Staten (6,60 miljard EUR, 51 % van het totaal), het Verenigd Koninkrijk (2,21 miljard EUR, 17 % van het totaal), Zwitserland (1,16 miljard EUR, 9 % van het totaal), China (512 miljoen EUR, 4 % van het totaal) en Japan (432 miljoen EUR, 3 % van het totaal). Dit betekent dat het grootste deel van de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik die onder nationale algemene uitvoervergunningen vallen, bestemd is voor landen die zijn opgenomen in EUGEA EU001. Dat wordt ook verklaard door het feit dat de krachtens de EUGEA’s toegestane waarde van de uitvoer veel hoger is dan krachtens nationale algemene uitvoervergunningen (respectievelijk 9,65 miljard EUR tegenover 846 miljoen EUR, volgens figuur 2).

Figuur 14: EUGEA’s en NGEA’s per bestemming


Figuur 15: EUGEA’s en NGEA’s per belangrijkste bestemming


4.7 Geregistreerde gebruikers van NGEA’s en EUGEA’s

Om informatie te verstrekken over de kennisgevingen van exporteurs overeenkomstig de verordening37, bevat het jaarverslag gegevens over het aantal exporteurs dat de bevoegde autoriteit in kennis heeft gesteld van of bij de bevoegde autoriteit is geregistreerd voor het gebruik van EUGEA’s of NGEA’s.

In 2022 hebben in totaal 7 033 exporteurs gebruik gemaakt van EUGEA’s, waarvan 80,57 % gebruik maakte van EU001, en 3 492 exporteurs die gebruik maakten van nationale algemene uitvoervergunningen. Met betrekking tot kennisgevingen van eerste gebruik of eerste registraties in 2022 bedroegen de cijfers respectievelijk 676 voor EUGEA’s (73 % voor EU001) en 218 voor nationale algemene uitvoervergunningen.


Figuur 16: exporteurs die kennisgeving hebben gedaan of zijn geregistreerd voor het gebruik van EUGEA’s of NGEA’s

4.8 Gegevens over producten voor tweeërlei gebruik die zijn ingedeeld als producten voor cybersurveillance overeenkomstig artikel 2, punt 20), van de verordening

In 2022 ontvingen de lidstaten in totaal 288 aanvragen (figuur 17) voor de uitvoer van producten voor cybersurveillance, voornamelijk met betrekking tot Systemen voor het onderscheppen van telecommunicatie (216 aanvragen), gevolgd door Communicatiemonitoringprogrammatuur (28 aanvragen) en Inbraakprogrammatuur (20 aanvragen). De figuren 18.1 en 18.2 tonen de bestemmingen van aanvragen voor de uitvoer van producten voor cybersurveillance. In 2022 werden 224 vergunningen afgegeven en werden 37 vergunningen geweigerd. Dit wijst op een toename van het aantal vergunningen voor de uitvoer van producten voor cybersurveillance (in vergelijking met 115 afgegeven vergunningen in 2021), een trend die sinds 2020 wordt waargenomen. Het aantal weigeringen van vergunningen voor de uitvoer van producten voor cybersurveillance38 lijkt vrij stabiel te zijn (35 weigeringen in 2021).

Figuur 17: aanvragen voor uitvoer van producten voor cybersurveillance39


Figuur 18.1: aanvragen voor de uitvoer van producten voor cybersurveillance per bestemming


Figuur 18.2: aanvragen voor de uitvoer van producten voor cybersurveillance per bestemming

4.9 Informatie over beheer en handhaving

De lidstaten hebben in 2022 de volgende informatie verstrekt over het beheer en de handhaving van de verordening:

a. aantal personeelsleden (vte) dat rechtstreeks betrokken is bij het beheer van de controles in de EU: 392;

b. aantal in het referentiejaar uitgevoerde voorlichtingsactiviteiten: 129;

c. aantal in het jaar uitgevoerde controles op de naleving, met inbegrip van door de douane of andere instanties uitgevoerde controles: 1 062;

d. aantal gerapporteerde inbreuken: 110;

e. aantal (door elke relevante nationale handhavingsautoriteit) opgelegde bestuurs- en strafrechtelijke sancties/boeten in geval van overtreding van de uitvoercontrolevoorschriften: 30;

f. gebruik van instrumenten voor uitvoercontrole:

- lidstaten die gebruikmaken van een e-vergunningensysteem: 18;

- lidstaten die classificatie-instrumenten gebruiken: 24;

- lidstaten die andere instrumenten of software gebruiken ter ondersteuning van de uitvoering van controles: 24;

5. CONCLUSIES

Het verslag is opgesteld op basis van een nieuwe methode die zorgt voor een betere granulariteit en betrouwbaarheid van de informatie. Tegelijkertijd maakt de wijziging van de methodologie het moeilijk om een tijdreeks te vergelijken met verslagen van voorgaande jaren. In grote lijnen kan echter worden opgemerkt dat er in 2022 een opwaartse trend was voor zowel toegestane handel in producten voor tweeërlei gebruik40 als weigeringen41.

In 2022 bedroeg de krachtens een vergunning toegestane handel in producten voor tweeërlei gebruik in totaal 57,3 miljard EUR, wat overeenkomt met 2 % van de uitvoer van goederen naar landen buiten de EU. Dit komt overeen met 138 764 vergunningen in volume, waarbij de meeste transacties vallen onder het gebruik van EUGEA’s (93 311), NGEA’s (26 953) en individuele vergunningen (17 072). In hetzelfde jaar werden 813 weigeringen gemeld, met een totale waarde van 0,98 miljard EUR. Uit die cijfers blijkt dat slechts een klein deel van de EU-uitvoer op een weigering stuitte (0,04 % van de waarde van de totale uitvoer van goederen naar landen buiten de EU-27).

Het verslag bevat informatie tot zover de beschikbare gegevens reiken, in de context van de verschillende praktijken en soorten vergunningen in elke lidstaat. In die zin wordt in het verslag niet ingegaan op de precieze toewijzing van krachtens een vergunning toegestane handel per soort product of bestemming met betrekking tot globale uitvoervergunningen (die 48 % van de in 2022 toegestane waarde vertegenwoordigen), aangezien die vergunningen vaak niet nader bepaalde uitvoerwaarden omvatten en worden verleend voor meerdere producten en bestemmingen. Desondanks is het nog steeds zinvol om te kijken naar de trends voor de andere soorten vergunningen (individuele en algemene uitvoervergunningen), die 52 % van de toegestane waarde vertegenwoordigen.

In 2022 kwamen de hoogste waarden van de krachtens een vergunning toegestane handel anders dan globale vergunningen (figuur 19) overeen met de producten 0EC1 Nucleaire goederen, installaties en materialen (21 %), 5EC2 Producten en apparatuur voor informatiebeveiliging en cryptoanalyse (20 %), 2EC1 Werktuigmachines en systemen en onderdelen voor industriële apparatuur (9 %), 3EC4 Productie- en testapparatuur voor halfgeleiderelementen of materialen (7 %) en 9EC1 Motoren en gasturbines voor ruimtevaartuigen (met uitzondering van onbemande luchtvaartuigen) (5 %). In totaal vertegenwoordigt de in figuur 19 opgenomen lijst van soorten producten 90 % van de waarde van andere vergunningen dan globale vergunningen.


Figuur 19: belangrijkste soorten producten naar waarde van individuele en algemene uitvoervergunningen

Wat betreft bestemmingen voor andere vergunningen dan globale vergunningen (figuur 20), waren de Verenigde Staten de grootste bestemming gemeten in waarde (24 % van het totaal), gevolgd door China (19 %), het Verenigd Koninkrijk (7 %), Zuid-Korea (5 %) en Japan (5 %). Die rangschikking wordt echter sterk beïnvloed door de weging van EUGEA’s, met name EU001 (8,2 miljard EUR), en houdt geen rekening met belangrijkste bestemmingen van globale uitvoervergunningen gemeten in volume, te weten Taiwan, India, Hongkong, Singapore en Turkije. In totaal vertegenwoordigt de lijst van bestemmingen in figuur 20 90 % van de waarde van andere vergunningen dan globale vergunningen.


Figuur 20: belangrijkste bestemmingen buiten de EU naar de waarde van individuele en algemene uitvoervergunningen

Tot slot wordt in het verslag bijzondere aandacht besteed aan de verlening van vergunningen voor producten voor cybersurveillance als onderdeel van de toezegging van de EU om het risico dat producten voor cybersurveillance worden gebruikt voor binnenlandse repressie en/of het plegen van ernstige schendingen van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht doeltreffend aan te pakken. In 2022 ontvingen de lidstaten in totaal 288 aanvragen voor de uitvoer van dergelijke producten. Het hoogste cijfer had betrekking op Systemen voor het onderscheppen van telecommunicatie (216 aanvragen). In dezelfde periode werden 224 vergunningen en 37 weigeringen afgegeven. Die cijfers laten ook een stijging van het aantal vergunningen ten opzichte van 202142 zien, terwijl het aantal weigeringen vrij stabiel lijkt te zijn43.

Naast de verschillende acties die in 2021 van start zijn gegaan, zijn de Commissie en de lidstaten zich blijven concentreren op de vervulling van de nieuwe eisen en mandaten in het kader van de gemoderniseerde verordening. Dit omvat de voortzetting van de werkzaamheden in de verschillende technische deskundigengroepen met het oog op versterkte controles op producten voor cybersurveillance, de handhaving van uitvoercontroles, opkomende technologieën en de ontwikkeling van EU-programma’s voor capaciteitsopbouw en opleiding voor de vergunningverlenende en handhavingsinstanties van de lidstaten.

Deze EU-acties in het kader van de verordening tweeërlei gebruik zullen de EU ook in staat stellen doeltreffender met haar partners samen te werken om de wereldwijde convergentie van controles te bevorderen, handelsfricties te verminderen, de voorspelbaarheid voor ondernemingen te vergroten, de waarden van de EU te bevorderen en de internationale vrede en veiligheid te handhaven.

1 Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot instelling van een Unieregeling voor controle op de uitvoer, de tussenhandel, de technische bijstand, de doorvoer en de overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik (herschikking) – (PB L 206 van 11.6.2021, blz. 1) - https://eur-lex.europa.eu/eli/reg/2021/821/oj.

2 Aanbeveling (EU) 2024/214 van de Commissie van 10 januari 2024 betreffende richtsnoeren tot vaststelling van de methode voor het verzamelen en verwerken van gegevens voor de opstelling van het jaarverslag over de controle op de uitvoer, de tussenhandel, de technische bijstand, de doorvoer en de overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik uit hoofde van Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad - https://eur-lex.europa.eu/eli/reco/2024/214/oj.

3 De bevoegde autoriteiten van sommige lidstaten doen ook openbaar verslag van de handel in producten voor tweeërlei gebruik.

4 Aanbeveling (EU) 2024/214 van de Commissie Aanbeveling (EU) 2024/214 van de Commissie van 10 januari 2024 betreffende richtsnoeren tot vaststelling van de methode voor het verzamelen en verwerken van gegevens voor de opstelling van het jaarverslag over de controle op de uitvoer, de tussenhandel, de technische bijstand, de doorvoer en de overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik uit hoofde van Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad – https://eur-lex.europa.eu/eli/reco/2024/214/oj.

5 https://policy.trade.ec.europa.eu/news/commission-publishes-guidelines-cyber-surveillance-exporters-2024-10-16_en.

6 https://policy.trade.ec.europa.eu/news/2022-export-control-forum-outcome-2022-12-13_en.

7 Pegasus is spyware die is ontwikkeld door het Israëlische cyberwapenbedrijf NSO Group en is ontworpen om heimelijk en op afstand te worden geïnstalleerd op mobiele telefoons die draaien op iOS en Android.

8 https://www.europarl.europa.eu/committees/en/archives/9/pega/home/welcome-words.

9 In juni 2021 hebben de EU en de VS de Handels- en Technologieraad opgericht. Deze raad kwam op 29 september 2021 voor het eerst bijeen in Pittsburgh en bereikte overeenstemming over een ambitieuze gezamenlijke verklaring, onder meer over samenwerking op het gebied van uitvoercontrole. Een van de tien werkgroepen houdt zich specifiek bezig met uitvoercontrole, waarbij informatie wordt uitgewisseld over en wordt gewerkt aan thema’s zoals ontwikkelingen in de wet- en regelgeving, risicobeoordelingen en goede praktijken bij de verlening van vergunningen, alsmede aan benaderingen voor naleving en handhaving in de sector. Voorts heeft deze werkgroep ten doel convergerende controlebenaderingen voor gevoelige technologieën voor tweeërlei gebruik te bevorderen en gezamenlijk de sector voor te lichten over controles op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik.

10 De leden van de GECC zijn Australië, Canada, de 27 EU-lidstaten, Japan, Liechtenstein, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Taiwan, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, IJsland, Zuid-Korea en Zwitserland.

11 http://data.europa.eu/eli/reg_del/2023/66/oj.

12 http://data.europa.eu/eli/reg_del/2022/699/oj.

13 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX:52022XC0208(02).

14 https://ec.europa.eu/transparency/documents-register/detail?ref=COM(2019)562&lang=nl.

15 Het VK is ondertussen toegevoegd aan de algemene EU-uitvoervergunning EU001.

16 PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7 (“terugtrekkingsakkoord”).

17 Artikel 5, lid 4, van het NI-protocol en punt 47 van bijlage 2 bij dat protocol.

18 Dit verslag is tevens het door de verordening voorgeschreven jaarverslag over de activiteiten, onderzoeken en raadplegingen van de DUCG.

19 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NLD/ALL/?uri=uriserv:OJ.L_.2021.338.01.0001.01.NLD.

20 De daaruit volgende richtsnoeren zijn op 16 oktober 2024 bekendgemaakt door de Commissie.

21 https://policy.trade.ec.europa.eu/consultations/guidelines-data-collection-and-preparation-eu-annual-report-dual-use-export-controls-under_en#respond-to-the-consultation.

22 Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitvoering van Verordening (EU) 2021/821 tot instelling van een Unieregeling voor controle op de uitvoer, de tussenhandel, de technische bijstand, de doorvoer en de overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik (COM(2022) 434 final).

23 https://ec.europa.eu/transparency/documents-register/detail?ref=COM(2022)433&lang=nl.

24 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52023JC0020&qid=1687525961309.

25 https://circabc.europa.eu/ui/group/aac710a0-4eb3-493e-a12a-e988b442a72a/library/a44df99c-18d2-49df-950d-4d48f08ea76f/details?download=true.

26 https://finance.ec.europa.eu/eu-and-world/sanctions-restrictive-measures/overview-sanctions-and-related-resources_en.

27 https://policy.trade.ec.europa.eu/news/eu-and-partners-expand-list-common-high-priority-items-further-weaken-russias-war-effort-2024-02-23_en.

28 Aanbeveling (EU) 2024/214 van de Commissie van 10 januari 2024 betreffende richtsnoeren tot vaststelling van de methode voor het verzamelen en verwerken van gegevens voor de opstelling van het jaarverslag over de controle op de uitvoer, de tussenhandel, de technische bijstand, de doorvoer en de overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik uit hoofde van Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad (“de richtsnoeren”).

29 Zie artikel 26, lid 2, eerste alinea, van de verordening.

30 Bv. ECCN 0A001: kernreactoren.

31 Overeenkomstig artikel 26, lid 2, derde alinea, van de verordening bevatten de punten 4.2 tot en met 4.7 van dit verslag geen gegevens over producten voor cybersurveillance. Informatie over deze producten is te vinden in punt 4.8.

32 Dit omvat vrijwillige gegevens over het gebruik van NGEA’s en EUGEA’s.

33 Dit omvat vrijwillige gegevens over het gebruik van NGEA’s en EUGEA’s.

34 Uitvoervergunningen met een bestemming in de Russische Federatie komen overeen met vrijstellingen en derogaties overeenkomstig Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren.

35 Ibid.

36 EU001 – Uitvoer naar Australië, Canada, IJsland, Japan, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Zwitserland, Liechtenstein, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika.

EU002 – Uitvoer van bepaalde producten voor tweeërlei gebruik naar bepaalde bestemmingen.

EU003 – Uitvoer na reparatie/vervanging.

EU004 – Tijdelijke uitvoer voor tentoonstellingen of beurzen.

EU005 – Telecommunicatie.

EU006 – Chemicaliën.

EU007 – Overdracht van technologie binnen de groep.

EU008 – Versleuteling.


37 Overeenkomstig de bepalingen voor EUGEA’s in bijlage II bij de verordening: “De exporteur die deze vergunning gebruikt, stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar hij ingezetene of gevestigd is, in kennis van het eerste gebruik van de vergunning binnen 30 dagen na de datum waarop de eerste uitvoer plaatsvindt, dan wel, op verzoek van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de exporteur ingezetene of gevestigd is, vóór het eerste gebruik van deze vergunning. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van het voor deze vergunning gekozen mechanisme voor kennisgeving. De Commissie maakt de haar ter kennis gegeven informatie bekend in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie”.

38 Meer informatie over producten voor cybersurveillance is te vinden in de richtsnoeren van 16 oktober 2024; zie voetnoot 7.

39 In artikel 11 van de verordening is ook bepaald dat de lidstaten een vergunning moeten afgeven in het geval van overbrenging binnen de EU van specifieke producten voor cybersurveillance die zijn opgenomen in bijlage IV bij de verordening.

40 In 2021 bedroeg de krachtens een vergunning toegestane handel in producten voor tweeërlei gebruik 38,5 miljard EUR, wat overeenkomt met 1,8 % van de totale uitvoer naar landen buiten de EU.

41In 2021 werden 568 weigeringen afgegeven, wat neerkomt op ongeveer 0,01 % van de totale uitvoer naar landen buiten de EU.

42 In 2021 werden 115 vergunningen afgegeven voor producten voor cybersurveillance.

43 In 2021 werden 35 weigeringen afgegeven voor producten voor cybersurveillance.

NL NL