Artikelen bij COM(2025)43 - Standpunt EU tijdens de zeventiende Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan met betrekking tot bepaalde wijzigingen van artikelen van en bijlagen bij dat verdrag - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)43 - Standpunt EU tijdens de zeventiende Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de ... |
---|---|
document | COM(2025)43 |
datum | 17 februari 2025 |
Artikel 1
1. Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de 17e vergadering van de Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Bazel luidt als volgt:
a) de Unie steunt de door de Russische Federatie ingediende wijzigingen van artikel 6, lid 2, van het verdrag niet. De Unie zal initiatieven ter verbetering van de werking van de procedure van voorafgaande geïnformeerde toestemming steunen, op voorwaarde dat zij in overeenstemming zijn met brede beleidsmaatregelen en doelstellingen van de Unie en geen wijziging van het Verdrag vereisen;
b) de Unie blijft de goedkeuring van de voorstellen tot wijziging van bijlage IV en van bepaalde rubrieken in de bijlagen II en IX bij het Verdrag steunen. Indien dit nodig is om ervoor te zorgen dat er consensus wordt bereikt over een wijziging van bijlage IV, kan de Unie zich soepel opstellen en ermee instemmen af te wijken van het tijdens de COP15 ingediende voorstel, mits de wijziging bijdraagt tot meer juridische duidelijkheid van de bijlage en tot de uitvoering van de controlemechanismen van het Verdrag, en de wettelijke regeling van de EU inzake het beheer en de overbrenging van afvalstoffen niet ondermijnt.
Artikel 2
De vertegenwoordigers van de Unie mogen tijdens coördinatievergaderingen ter plaatse in het licht van ontwikkelingen tijdens de 17e vergadering van de Conferentie van de partijen, in overleg met de lidstaten nadere uitwerking van het in artikel 1 bedoelde standpunt goedkeuren.