Artikelen bij COM(2025)50 - Standpunt EU tijdens de twaalfde vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen in verband met de verzoeken om verlenging van specifieke uitzonderingen en de voorstellen tot wijziging van bijlage A bij dat verdrag - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)50 - Standpunt EU tijdens de twaalfde vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Stockholm inzake ... |
---|---|
document | COM(2025)50 |
datum | 18 februari 2025 |
Artikel 1
Het namens de Unie in te nemen standpunt tijdens de twaalfde vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen en tijdens eventuele daaropvolgende Conferenties van de Partijen waar de opname van de in de punten a), b) en c) genoemde chemische stoffen op de agenda staat, terdege rekening houdend met de desbetreffende aanbevelingen van de Toetsingscommissie persistente organische verontreinigende stoffen (de toetsingscommissie), is het volgende:
a) de opname van gechloreerde paraffinen met koolstofketenlengtes C14-C17 en chloreringsgehalten van 45 gewichtsprocent chloor of meer in bijlage A, met de specifieke uitzonderingen die door de toetsingscommissie zijn aanbevolen, maar met de mogelijkheid om te verzoeken om aanvullende specifieke uitzonderingen voor gebruik in bepaalde defensie- en ruimtevaarttoepassingen (coatings, smeermiddelen en munitie en de verpakking daarvan) en om de vervaltermijn voor sommige uitzonderingen voor ruimtevaart- en defensietoepassingen te verlengen tot 2041, en voor reserveonderdelen tot 2046, te steunen;
b) de opname van chloorpyrifos in bijlage A, met de door de toetsingscommissie aanbevolen specifieke uitzonderingen, te steunen;
c) de opname van perfluorcarbonzuren met een lange keten, de zouten daarvan en aanverwante verbindingen in bijlage A, met de specifieke uitzonderingen die door de toetsingscommissie zijn aanbevolen, te steunen.
Artikel 2
Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de twaalfde vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen en eventuele daaropvolgende Conferenties van de Partijen waar het voorstel van Ethiopië op de agenda staat, is steun te verlenen aan het door Ethiopië ingediende voorstel tot wijziging van bijlage A bij het Verdrag door hieraan een specifieke uitzondering voor bepaalde toepassingen van UV-328 in civiele en militaire luchtvaartuigen, waaronder in relevante reserveonderdelen, toe te voegen.
Artikel 3
Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de twaalfde vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen en eventuele daaropvolgende Conferenties van de Partijen waar het verzoek van de Republiek Korea op de agenda staat, houdt in dat zij het door de Republiek Korea ingediende verzoek om verlenging van de vervaltermijn van de specifieke uitzonderingen voor het gebruik van perfluoroctaanzuur (PFOA), zouten daarvan en aanverwante verbindingen en perfluoroctaansulfonzuur (PFOS), zouten daarvan en perfluoroctaansulfonylfluoride in blusschuim voor de bestrijding van dampen van vloeibare brandstoffen en branden van vloeibare brandstoffen (branden van klasse B), in geïnstalleerde, zowel mobiele als vaste, installaties, aanvaardt.
Artikel 4
Het in artikel 1 bedoelde standpunt kan in het licht van de ontwikkelingen tijdens de twaalfde vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag en eventuele daaropvolgende Conferenties van de Partijen waar het punt op de agenda staat door vertegenwoordigers van de Unie worden verfijnd en goedgekeurd in overleg met de lidstaten na coördinatie ter plaatse, zonder verder besluit van de Raad.
Artikel 5
Dit besluit is gericht tot de Commissie.