Artikelen bij COM(2025)57 - Standpunt EU in de deskundigengroep inzake de Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg (AETR) en in de Werkgroep wegvervoer van de VN/ECE met betrekking tot een voorstel om de AETR in overeenstemming te brengen met de belangrijkste recente wijzigingen van Verordening (EG) nr. 561/2006 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)57 - Standpunt EU in de deskundigengroep inzake de Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van ... |
---|---|
document | COM(2025)57 |
datum | 28 februari 2025 |
Artikel 1
Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de volgende zittingen van de deskundigengroep van de VN/ECE inzake de Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg (AETR) en van de Werkgroep wegvervoer (SC.1), met betrekking tot een voorstel om de AETR in overeenstemming te brengen met de recente wijzigingen van Verordening (EG) nr. 561/2006 die voortvloeien uit de Verordeningen (EU) 2020/1054 en (EU) 2024/1258 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1012, is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
Over formele en kleine wijzigingen van het in de eerste alinea bedoelde standpunt kan overeenstemming worden bereikt zonder nader besluit van de Raad.
Artikel 2
Het in artikel 1 vermelde standpunt wordt tot uitdrukking gebracht door de Commissie in de deskundigengroep inzake de AETR en door de lidstaten, die gezamenlijk optreden in het belang van de Unie, in de Werkgroep wegvervoer van de VN/ECE.
Artikel 3
Wanneer een in de bijlage bij dit besluit opgenomen voorgestelde wijziging door de Werkgroep wegvervoer van de VN/ECE is goedgekeurd, dienen de lidstaten, die gezamenlijk optreden in het belang van de Unie, deze in bij de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, overeenkomstig artikel 21, lid 1, van de AETR.
De lidstaten maken er geen bezwaar tegen dat de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, uit hoofde van artikel 21, lid 1, van de AETR, kennisgeving doet van de voorgestelde wijzigingen die in de bijlage bij dit besluit zijn opgenomen.
Artikel 4
Dit besluit is gericht tot de Commissie en tot de lidstaten.