Artikelen bij COM(2025)131 - Mededeling aan het EP over het Raadsstandpunt inzake een verordening betreffende een mechanisme om juridische en administratieve belemmeringen in een grensoverschrijdende context uit de weg te ruimen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)131 - Mededeling aan het EP over het Raadsstandpunt inzake een verordening betreffende een mechanisme om juridische en ... |
---|---|
document | COM(2025)131 |
datum | 25 maart 2025 |
2018/0198 (COD)
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT
overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
over het
standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een mechanisme om juridische en administratieve belemmeringen in een grensoverschrijdende context uit de weg te ruimen
1. Achtergrond
2. Doel van het voorstel van de Commissie
Op 12 december 2023 heeft de Commissie een wijziging aangenomen van haar voorstel voor een verordening betreffende een mechanisme om juridische en administratieve belemmeringen in een grensoverschrijdende context uit de weg te ruimen (COM(2023) 790, tot wijziging van COM(2018) 373). Met deze wijziging heeft de Commissie de voorgestelde verordening de nieuwe titel “Het vergemakkelijken van grensoverschrijdende oplossingen” gegeven. Het gewijzigde voorstel voor een verordening heeft tot doel belemmeringen gemakkelijker uit de weg te ruimen en de uitvoering van grensoverschrijdende projecten die rechtstreeks gevolgen hebben voor mensen die in grensregio’s van de EU wonen, te versnellen en zo bij te dragen tot de versterking van de werking van de eengemaakte markt en de bevordering van de economische, sociale en territoriale cohesie van de EU.
De Commissie stelt een rechtskader voor dat op alle lidstaten van toepassing is om oplossingen te helpen vinden voor juridische en administratieve belemmeringen die voortvloeien uit nationale wetgeving of praktijken die grensoverschrijdende interactie en de ontwikkeling van grensoverschrijdende regio’s kunnen ondermijnen. Op die manier beoogt de Commissie de bestaande instrumenten ter ondersteuning van territoriale samenwerking op EU-niveau, namelijk de Interreg-programma’s en de Europese groeperingen voor territoriale samenwerking, aan te vullen.
Dat voorgestelde rechtskader bestaat uit een standaardprocedure op grond waarvan elke lidstaat ten minste één grensoverschrijdend coördinatiepunt moet oprichten als centraal contactpunt voor lokale belanghebbenden (“initiatiefnemers”) die een analyse nodig hebben van de oorzaken van een mogelijke belemmering voor grensoverschrijdende interactie in grensregio’s van de EU en van de middelen om deze aan te pakken. Die procedure wordt via een bottom-upbenadering ingeleid door initiatiefnemers die een rechtmatig belang bij een grensoverschrijdende openbare dienst of bepaalde infrastructuurvoorzieningen aantonen. Bovendien voorziet het gewijzigde voorstel in een vooraf vastgestelde gemeenschappelijke procedure (het instrument voor een vlottere grensoverschrijdende samenwerking) voor de lidstaten om een belemmering gemakkelijker uit de weg te ruimen, die moet worden gebruikt zodra het grensoverschrijdende coördinatiepunt of de bevoegde autoriteit de belemmering heeft beoordeeld en in kaart heeft gebracht. Dit instrument is volledig facultatief en komt niet in de plaats voor andere samenwerkingsmechanismen op EU- of internationaal niveau.
Daarnaast biedt het voorstel de Commissie de mogelijkheid om te profiteren van uitgebreidere expertise op het gebied van grensoverschrijdende belemmeringen binnen de EU en moet de Commissie op grond van het voorstel de lidstaten ondersteunen door: i) de versterking van hun institutionele capaciteit te ondersteunen die nodig is om de verordening uit te voeren; ii) een openbaar register van dossiers op te stellen; iii) de uitwisseling van ervaringen te stimuleren, en iv) het delen van kennis die is opgedaan via het initiatief “b-solutions”, te bevorderen.
3. Opmerkingen over het standpunt van de Raad
Op 28 januari 2025 bereikten het Europees Parlement en de Raad een politiek akkoord. Het standpunt van de Raad in eerste lezing is volledig in overeenstemming met dit akkoord, dat een aantal wijzigingen van het gewijzigde voorstel van de Commissie omvat.
- Bij het akkoord wordt de nieuwe titel “Verordening betreffende een grensregio-instrument voor ontwikkeling en groei (BRIDGEforEU)” geïntroduceerd.
- Het akkoord voorziet in de oprichting van grensoverschrijdende coördinatiepunten in elke lidstaat op vrijwillige basis. Lidstaten die ervoor kiezen niet ten minste één coördinatiepunt op te richten en lidstaten die tijd nodig hebben om een coördinatiepunt op te richten, moeten een relevante autoriteit aanwijzen. Die autoriteit kan door coördinatiepunten in aangrenzende lidstaten worden benaderd en kan grensoverschrijdende dossiers behandelen.
- In het akkoord worden natuurlijke personen uitgesloten van de definitie van “initiatiefnemers” om het aantal grensoverschrijdende dossiers dat initiatiefnemers bij de grensoverschrijdende coördinatiepunten kunnen indienen, te beperken.
- Overeenkomstig het akkoord worden de insulaire lidstaten vrijgesteld van de verplichting om een relevante autoriteit aan te wijzen.
- Het akkoord voorziet in het vrijwillige gebruik van een soortgelijk coördinatiekader voor de grensregio’s van de EU met het oog op samenwerking met kandidaat-lidstaten of geassocieerde landen.
- Bij het akkoord wordt de verplichting om in elke lidstaat nationale openbare registers van grensoverschrijdende dossiers op te stellen, geschrapt. In plaats daarvan zal op EU-niveau één enkel register worden bijgehouden, waarin de door de lidstaten in te dienen gegevens zullen worden verzameld. In een nieuwe bijlage wordt verduidelijk welke gestructureerde informatie moet worden verstrekt.
- In het akkoord wordt de frequentie waarmee gegevens en informatie aan de Commissie moeten worden toegezonden teruggebracht van vier keer per jaar naar eenmaal per jaar. De bijlage bevat de rapportagevereisten voor lidstaten met of zonder grensoverschrijdende coördinatiepunt.
- In het akkoord wordt het volgende gespecificeerd: i) er wordt geen afbreuk gedaan aan het recht van de lidstaten om bestaande procedures of internationale overeenkomsten te gebruiken om grensoverschrijdende belemmeringen uit te weg te ruimen of om nieuwe vergelijkbare procedures of overeenkomsten in het leven te roepen; ii) de lijst van taken van de grensoverschrijdende coördinatiepunten; iii) de mogelijkheid om dossiers tussen grensoverschrijdende coördinatiepunten over te dragen; iv) de reikwijdte van de rechtsmiddelen; v) de mogelijke bronnen van financiële steun van de EU, en vi) de toepasselijke termijnen voor het antwoorden van initiatiefnemers.
De Commissie steunt het bereikte akkoord.
De bepaling in het gewijzigde voorstel van de Commissie dat elke lidstaat een grensoverschrijdend coördinatiepunt moet oprichten, was bedoeld om grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen door een doeltreffend netwerk op te richten om kennis te delen, capaciteit op te bouwen en de gelijke behandeling van initiatiefnemers in alle lidstaten te waarborgen.
De vrijwillige aanpak zou echter voor een groot overloopeffect zorgen door een geleidelijke invoering, ook in lidstaten en regio’s waar geen grensoverschrijdend coördinatiepunt is opgericht, maar een relevante autoriteit is aangewezen. Het akkoord zal ook de zichtbaarheid van grensoverschrijdende dossiers vergroten en de Commissie in staat stellen de versterking van de institutionele capaciteit van de lidstaten te ondersteunen, onder meer door het delen van kennis.
In de bijlage bij deze mededeling wordt een financieel en digitaal memorandum voorgesteld waarin wordt gekeken welke gevolgen het opzetten van een Uniebreed register van grensoverschrijdende dossiers zal hebben voor de middelen van de Commissie, zonder dat de lidstaten worden verplicht nationale openbare registers voor dergelijke dossiers op te zetten.
4. Conclusie
Voor de Commissie is het standpunt van de Raad aanvaardbaar. Het weerspiegelt de doelstellingen van het gewijzigde voorstel van de Commissie en zal het gemakkelijker maken grensoverschrijdende belemmeringen als gevolg van uiteenlopende technische normen, administratieve procedures en wetten in kaart te brengen en uit de weg te ruimen. Het aanpakken van deze belemmeringen voor de uitrol van projecten voor grensoverschrijdende infrastructuur of openbare diensten zal: i) de werking van de Europese eengemaakte markt verbeteren; ii) de ontwikkeling van de grensregio’s van de EU ondersteunen, en iii) mensen en ondernemingen betere toegang tot diensten en economische kansen bieden.
NL NL