Artikelen bij COM(2025)137 - Wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013, (EU) 2021/2115 en (EU) nr. 251/2014 wat betreft bepaalde marktvoorschriften en sectorale steunmaatregelen in de wijnsector en voor gearomatiseerde wijnproducten - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)137 - Wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013, (EU) 2021/2115 en (EU) nr. 251/2014 wat betreft bepaalde ... |
---|---|
document | COM(2025)137 |
datum | 28 maart 2025 |
Artikel 1
Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013
Verordening (EU) nr. 1308/2013 wordt als volgt gewijzigd:
(1) Artikel 62, lid 3, wordt vervangen door:
“3. De in lid 1 bedoelde vergunningen, die worden verleend overeenkomstig de artikelen 64 en 68, zijn geldig voor drie jaar vanaf de datum waarop ze zijn verleend. Aan producenten die een overeenkomstig de artikelen 64 en 68 verleende vergunning niet gebruiken tijdens de geldigheidsduur ervan, wordt overeenkomstig artikel 90 bis, lid 4, een administratieve sanctie opgelegd.
In afwijking van de eerste alinea wordt aan producenten die houder zijn van een geldige vergunning overeenkomstig de artikelen 64 en 68 die vóór 1 januari 2025 is verleend, de in artikel 90 bis, lid 4, bedoelde administratieve sanctie niet opgelegd als ze de bevoegde autoriteiten vóór de vervaldatum van de vergunning en uiterlijk op 31 december 2026 ervan in kennis stellen dat ze niet voornemens zijn van hun vergunning gebruik te maken.
Overeenkomstig artikel 66 inzake herbeplantingen verleende vergunningen zijn geldig gedurende acht jaar vanaf de datum waarop ze zijn verleend. Aan producenten die een overeenkomstig artikel 66 verleende vergunning niet hebben gebruikt tijdens de geldigheidsduur ervan, wordt de in artikel 90 bis, lid 4, bedoelde administratieve sanctie niet opgelegd.”.
(2) Artikel 63 wordt als volgt gewijzigd:
(a) lid 2 wordt vervangen door:
“2. De lidstaten kunnen besluiten:
a) op nationaal niveau een lager dan het in lid 1 vermelde percentage toe te passen;
b) de afgifte van vergunningen op regionaal niveau te beperken voor specifieke oppervlakten die in aanmerking komen voor de productie van wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming, voor oppervlakten die in aanmerking komen voor de productie van wijnen met een beschermde geografische aanduiding, of voor oppervlakten zonder geografische aanduiding;
c) de afgifte van vergunningen voor nieuwe aanplant op regionaal niveau te beperken voor specifieke oppervlakten waar nationale of Uniemaatregelen betreffende distillatie van wijn, groen oogsten of rooiing zijn toegepast in gerechtvaardigde crisisgevallen.
Voor de doeleinden van punt c) wordt onder “groen oogsten” verstaan de volledige vernietiging of verwijdering van de nog onrijpe druiventrossen waardoor de opbrengst van de betrokken oppervlakte tot nul wordt gereduceerd, met uitzondering van het niet-oogsten, waarbij verhandelbare druiven aan het einde van de normale productiecyclus aan de wijnstokken worden gelaten. Lidstaten die de afgifte van vergunningen voor nieuwe aanplant op regionaal niveau beperken overeenkomstig de eerste alinea, punt b) of c), kunnen eisen dat dergelijke vergunningen in die regio’s worden gebruikt.”;
(b) in lid 3, eerste alinea, wordt de inleidende zin vervangen door:
“3. Elk van de in lid 2 bedoelde beperkingen draagt bij tot de aanpassing van het productiepotentieel aan de marktvraag en wordt op een of meer van de volgende specifieke gronden gerechtvaardigd:”.
(3) In artikel 66, lid 3, wordt de volgende tweede alinea ingevoegd:
“Een lidstaat kan het verlenen van de in lid 1 bedoelde herbeplantingsvergunningen ook afhankelijk stellen van een of meer van de volgende voorwaarden:
a) de vergunning wordt gebruikt in hetzelfde geografische gebied als dat waar de corresponderende gerooide wijnstokken zich bevonden, indien de instandhouding van wijnbouw in dat geografische gebied om sociaal-economische of milieuredenen gerechtvaardigd is;
b) alleen rassen en productiemethoden die de gemiddelde opbrengst in vergelijking met de gerooide wijnstokken niet verhogen, of alleen traditionele rassen en productiemethoden van een bepaalde regio, worden gebruikt wanneer de corresponderende gerooide oppervlakte zich bevond in een productiegebied dat de lidstaat heeft gekwalificeerd als door een structurele marktonevenwichtigheid getroffen, of
c) de vergunning wordt niet gebruikt in een ander productiegebied dan dat waar de gerooide oppervlakte zich bevindt, wanneer de lidstaat dat andere productiegebied heeft gekwalificeerd als door een structurele marktonevenwichtigheid getroffen.”.
(4) Artikel 67 wordt vervangen door:
“Artikel 67
De minimis
Het in dit hoofdstuk vastgestelde vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken is niet van toepassing in lidstaten waar de wijngaardoppervlakte in ten minste drie van de voorgaande vijf verkoopseizoenen niet groter was dan 10 000 ha. Wanneer in een lidstaat niet langer aan deze voorwaarde wordt voldaan, is het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken in die lidstaat van toepassing vanaf het begin van het verkoopseizoen dat volgt op dat waarin niet langer aan de voorwaarde werd voldaan.”.
(5) Artikel 119, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
(a) punt a) wordt vervangen door:
“a) één van de in bijlage VII, deel II, opgenomen categorieën van wijnbouwproducten. Wanneer een in bijlage VII, deel II, punt 1, en de punten 4 tot en met 9, gedefinieerde categorie wijnbouwproducten geheel of gedeeltelijk een dealcoholisatiebehandeling overeenkomstig bijlage VIII, deel I, afdeling E, heeft ondergaan, gaat de benaming van de categorie vergezeld van:
i) de aanduiding “alcoholvrij” indien het effectief alcoholvolumegehalte van het product ten hoogste 0,5 % bedraagt, met daarbij de vermelding “0,0 %”, indien het effectief alcoholvolumegehalte van het product ten hoogste 0,05 % bedraagt;
ii) de aanduiding “alcoholarm” indien het effectief alcoholvolumegehalte van het product meer dan 0,5 % bedraagt en ten minste 30 % minder bedraagt dan het effectief alcoholvolumegehalte van de categorie vóór dealcoholisatie.”;
(b) het volgende punt k) wordt toegevoegd:
“k) voor de in punt a), tweede zin, bedoelde wijnbouwproducten, de vermelding “verkregen door dealcoholisatie”.”.
(6) Aan artikel 122, lid 1, punt d), worden de volgende punten toegevoegd:
“v) de identificatie, op de verpakking of op het daaraan bevestigde etiket, van de in artikel 119, leden 4 en 5, bedoelde elektronische middelen, onder meer door middel van een pictogram of symbool in plaats van woorden;
vi) de vorm en opmaak van de langs elektronische weg verstrekte informatie, om de presentatie ervan te vereenvoudigen, deze aan te passen aan de toekomstige technologische vooruitgang, aan nieuwe eisen inzake voor consumenten relevante informatie uit hoofde van Unie- of nationale wetgeving, of om de toegankelijkheid voor de consument te verbeteren.”.
(7) In artikel 167, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:
“1. Teneinde de werking van de gemeenschappelijke markt voor wijnen, met inbegrip van de voor de vervaardiging van die wijnen gebruikte druiven, most en wijnen, te verbeteren en te stabiliseren, kunnen de producerende lidstaten afzetvoorschriften vaststellen om het aanbod te reguleren, onder meer door maximumopbrengsten te bepalen en voorschriften voor het beheer van voorraden vast te leggen. De lidstaten houden rekening met voorstellen van krachtens de artikelen 152 en 154 erkende producentenorganisaties of krachtens de artikelen 157 en 158 erkende brancheorganisaties die overeenkomstig artikel 164, lid 3, als representatief worden beschouwd voor de wijnsector in de economische regio of de economische regio’s waarvoor de voorschriften bedoeld zijn.”.
(8) Artikel 216 wordt als volgt gewijzigd:
(a) de titel wordt vervangen door:
“Nationale betalingen voor distillatie van wijn, groen oogsten of rooiing in gerechtvaardigde crisisgevallen”;
(b) lid 1 wordt vervangen door:
“1. De lidstaten mogen in gerechtvaardigde crisisgevallen nationale betalingen aan wijnproducenten toekennen voor de vrijwillige of verplichte distillatie van wijn, vrijwillig groen oogsten en vrijwillige rooiing van productieve wijngaarden.
Voor de doeleinden van dit artikel wordt onder “groen oogsten” verstaan de volledige vernietiging of verwijdering van de nog onrijpe druiventrossen waardoor de opbrengst van de betrokken oppervlakte tot nul wordt gereduceerd, met uitzondering van het niet-oogsten, waarbij verhandelbare druiven aan het einde van de normale productiecyclus aan de wijnstokken worden gelaten.
De in de eerste alinea bedoelde betalingen mogen niet hoger zijn dan de kosten van het product, indien van toepassing, en van de betrokken verrichting plus een prikkel om over te gaan tot een dergelijke verrichting, teneinde de crisis te kunnen bestrijden.
Het totaalbedrag dat in een lidstaat in een bepaald jaar beschikbaar is voor nationale betalingen voor distillatie en groen oogsten, mag niet hoger zijn dan 20 % van de totale beschikbare middelen die in bijlage VII bij Verordening (EU) 2021/2115 per lidstaat voor dat jaar zijn vastgesteld.”;
(c) lid 2 wordt vervangen door:
“2. Lidstaten die gebruik wensen te maken van de in lid 1 bedoelde nationale betalingen, dienen bij de Commissie een met redenen omklede kennisgeving in. In hun kennisgevingen motiveren de lidstaten de geschiktheid van de maatregel, de duur ervan en de steunbedragen en andere voorschriften op basis van hun specifieke marktomstandigheden en die van de wijnregio’s waarvoor de maatregel bedoeld is.
De Commissie besluit, zonder toepassing van de in artikel 229, lid 2 of lid 3, bedoelde procedure, of het bedrag, de duur en andere voorschriften van de maatregel worden goedgekeurd en de betalingen aan de wijnproducenten mogen worden toegekend.”;
(d) lid 4 wordt vervangen door:
“4. De Commissie kan overeenkomstig artikel 227 gedelegeerde handelingen vaststellen om dit artikel aan te vullen door voorschriften vast te stellen betreffende minimumvereisten voor het bestaan van een crisissituatie en betreffende de berekening van de nationale betalingen.”.
(9) In bijlage VII, deel II, wordt aan het inleidende gedeelte de volgende alinea toegevoegd als tweede alinea:
“Wijnbouwproducten van de in de punten 4) en 7) vastgestelde categorieën mogen ook worden verkregen door respectievelijk tweede gisting of toevoeging van kooldioxide aan gedealcoholiseerde of gedeeltelijk gedealcoholiseerde wijnen als bedoeld in punt 1).”.
Artikel 2
Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 251/2014
Verordening (EU) nr. 251/2014 wordt als volgt gewijzigd:
(1) Aan artikel 3 wordt de volgende alinea toegevoegd:
“5. In afwijking van de minimale alcoholgehalten die voor elke productcategorie zijn vastgesteld in lid 2, punt g), lid 3, punt g), en lid 4, punt f), en in bijlage II, mogen gearomatiseerde wijnproducten een lager effectief alcoholvolumegehalte hebben wanneer ze zijn verkregen uit wijnbouwproducten die in hun geheel of gedeeltelijk een dealcoholisatiebehandeling hebben ondergaan overeenkomstig deel I, afdeling E, van bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013.”.
(2) In artikel 5 wordt het volgende lid ingevoegd:
“1 bis. Wanneer gearomatiseerde wijnproducten zijn verkregen uit wijnbouwproducten die geheel of gedeeltelijk een dealcoholisatiebehandeling hebben ondergaan overeenkomstig deel I, afdeling E, van bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013, worden de verkoopbenamingen ervan onder dezelfde voorwaarden aangevuld met dezelfde aanduidingen als die welke voor die wijnbouwproducten zijn vastgesteld in artikel 119, lid 1, punt a), tweede zin, en artikel 119, lid 1, punt k), van Verordening (EU) nr. 1308/2013.”.
(3) Aan artikel 6 bis wordt het volgende lid toegevoegd:
“4 bis. Teneinde rekening te houden met de specifieke kenmerken van de sector gearomatiseerde wijn is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 34, lid 2, gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening door voorschriften vast te stellen inzake:
a) de identificatie op de verpakking of op het daaraan bevestigde etiket van de in de leden 2 en 3 bedoelde elektronische middelen, onder meer door middel van een pictogram of symbool in plaats van woorden;
b) de vorm en opmaak van de langs elektronische weg verstrekte informatie, om de presentatie ervan te vereenvoudigen, deze aan te passen aan de toekomstige technologische vooruitgang, aan nieuwe eisen inzake voor consumenten relevante informatie uit hoofde van Unie- of nationale wetgeving, of om de toegankelijkheid voor de consument te verbeteren.”.
(4) In deel B van bijlage II wordt punt 8 wordt vervangen door:
“8. Glühwein
Gearomatiseerde drank op basis van wijn:
- die uitsluitend is verkregen uit rode of witte wijn of roséwijn of een combinatie daarvan;
- die voornamelijk is gearomatiseerd met kaneel of kruidnagel, of beide, en
- die een effectief alcoholvolumegehalte van ten minste 7 % vol heeft.
Onverminderd de hoeveelheden water die voortvloeien uit de toepassing van bijlage I, punt 2, is toevoeging van water verboden.
Wanneer bij de bereiding ervan witte wijn wordt gebruikt, wordt de verkoopbenaming “Glühwein” aangevuld met woorden die witte wijn aanduiden, zoals het woord “wit”.
Wanneer bij de bereiding ervan uitsluitend roséwijn wordt gebruikt, wordt de verkoopbenaming “Glühwein” aangevuld met woorden die roséwijn aanduiden, zoals het woord “rosé”. Het woord “rosé” mag echter niet worden gebruikt wanneer de Glühwein is verkregen door rode wijn met witte wijn of een van die wijnen met roséwijn te combineren.
In afwijking van artikel 5, leden 1 en 3, van deze verordening mag de verkoopbenaming “Glühwein” worden gebruikt in de presentatie en etikettering van alcoholhoudende dranken die overeenkomstig de bovenstaande eisen zijn geproduceerd, maar die zijn verkregen uit gegiste dranken verkregen uit andere vruchten dan druiven. In dat geval moet de verkoopbenaming “Glühwein” worden aangevuld met woorden die aangeven dat hij uit een vruchtenwijn is verkregen, of met een van de volgende aanduidingen: “Heidelbeer-Glühwein”, “Apfel-Glühwein” of “Frucht-Glühwein”.”.
Artikel 3
Wijzigingen van Verordening (EU) 2021/2115
Verordening (EU) 2021/2115 wordt als volgt gewijzigd:
(1) Artikel 58, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
(a) punt i) wordt vervangen door:
“i) acties in de wijnsector van unies van producentenorganisaties die door de lidstaten zijn erkend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1308/2013 of door producentengroeperingen die beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen beheren overeenkomstig Verordening (EU) 2024/1143* met als doel de reputatie van wijngaarden in de Unie te verbeteren door het wijntoerisme in de productiegebieden te bevorderen;
_______________________;
* Verordening (EU) 2024/1143 van het Europees Parlement en de Raad van 11 april 2024 betreffende geografische aanduidingen voor wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten, evenals gegarandeerde traditionele specialiteiten en facultatieve kwaliteitsaanduidingen voor landbouwproducten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013, (EU) 2019/787 en (EU) 2019/1753 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1151/2012 (PB L, 2024/1143, 23.4.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1143/oj).”;
(b) na de eerste alinea wordt de volgende tweede alinea ingevoegd:
“Voor de toepassing van de eerste alinea, punt a), kunnen de lidstaten in hun strategisch GLB-plan specifieke agronomische, wijnbouw- of andere voorwaarden vaststellen die waarborgen dat er geen sprake is van een verhoging van de opbrengst van de onder dit interventietype vallende wijngaard na de omschakeling op andere rassen, de verplaatsing van de wijngaard, de herbeplanting van de wijngaard of de verbetering van de wijngaardbeheertechnieken.”;
(c) de tweede alinea wordt de derde alinea en wordt vervangen door:
“Punt k) van de eerste alinea heeft alleen betrekking op wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding of op wijnen waarop het wijndruivenras is vermeld. Activiteiten op het gebied van afzetbevordering en communicatie die gericht zijn op de consolidering van afzetmarkten, hebben een niet-verlengbare maximumduur van vijf jaar en hebben alleen betrekking op de kwaliteitsregelingen van de Unie voor oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen.”.
(2) Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd:
(a) lid 2 wordt vervangen door:
“2. De financiële steun van de Unie voor investeringen als bedoeld in artikel 58, lid 1, eerste alinea, punt b), bedraagt maximaal:
a) 50 % van de subsidiabele investeringskosten in minder ontwikkelde regio’s;
b) 40 % van de subsidiabele investeringskosten in andere dan minder ontwikkelde regio’s;
c) 75 % van de subsidiabele investeringskosten in de ultraperifere gebieden;
d) 65 % van de subsidiabele investeringskosten in de kleinere eilanden van de Egeïsche Zee.
De in de eerste alinea vermelde financiële steun van de Unie ten belope van het maximumpercentage wordt enkel verleend aan kleine, middelgrote en micro-ondernemingen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie** en aan op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013 erkende producentenorganisaties. Hij kan evenwel aan alle ondernemingen worden toegekend in de ultraperifere gebieden en op de kleinere eilanden van de Egeïsche Zee.
Voor ondernemingen, andere dan op grond van Verordening (EU) nr. 2013/1308 erkende producentenorganisaties, die niet onder artikel 2, lid 1, van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG vallen en minder dan 750 werknemers of een jaaromzet van minder dan 200 miljoen EUR hebben, worden de in de eerste alinea vastgestelde maximumpercentages van financiële steun van de Unie gehalveerd.
In afwijking van de eerste alinea kan de financiële steun van de Unie voor investeringen als bedoeld in artikel 58, lid 1, eerste alinea, punt b), worden verhoogd tot maximaal 80 % van de subsidiabele investeringskosten voor investeringen die verband houden met de in artikel 57, punt b), vastgestelde doelstelling om tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering bij te dragen.
De financiële steun van de Unie wordt niet verleend aan ondernemingen in moeilijkheden in de zin van de mededeling van de Commissie “Richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden”***.
_______________________;
** Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36, ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2003/361/oj).
*** PB C 249 van 31.7.2014, blz. 1, ELI: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52014XC0731(01).”;
(b) aan lid 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:
“De financiële steun van de Unie voor investeringen als bedoeld in artikel 58, lid 1, eerste alinea, punt m), kan echter worden verhoogd tot maximaal 80 % van de subsidiabele investeringskosten voor investeringen die verband houden met de in artikel 57, punt b), vastgestelde doelstelling om tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering bij te dragen.”;
(c) lid 6 wordt vervangen door:
“6. De financiële steun van de Unie voor innovatie als bedoeld in artikel 58, lid 1, eerste alinea, punt e), bedraagt maximaal:
a) 50 % van de subsidiabele investeringskosten in minder ontwikkelde regio’s;
b) 40 % van de subsidiabele investeringskosten in andere dan minder ontwikkelde regio’s;
c) 80 % van de subsidiabele investeringskosten in de ultraperifere gebieden;
d) 65 % van de subsidiabele investeringskosten in de kleinere eilanden van de Egeïsche Zee.
De in de eerste alinea vermelde financiële steun van de Unie ten belope van het maximumpercentage wordt enkel verleend aan kleine, middelgrote en micro-ondernemingen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie en aan op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013 erkende producentenorganisaties. Hij kan evenwel aan alle ondernemingen worden toegekend in de ultraperifere gebieden en op de kleinere eilanden van de Egeïsche Zee.
Voor ondernemingen, andere dan op grond van Verordening (EU) nr. 2013/1308 erkende producentenorganisaties, die niet onder artikel 2, lid 1, van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG vallen en minder dan 750 werknemers of een jaaromzet van minder dan 200 miljoen EUR hebben, worden de in de eerste alinea vastgestelde maximumpercentages van financiële steun van de Unie gehalveerd.
In afwijking van de eerste alinea kan de financiële steun van de Unie voor investeringen als bedoeld in artikel 58, lid 1, eerste alinea, punt e), worden verhoogd tot maximaal 80 % van de subsidiabele investeringskosten voor investeringen die verband houden met de in artikel 57, punt b), vastgestelde doelstelling om tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering bij te dragen.
De financiële steun van de Unie wordt niet verleend aan ondernemingen in moeilijkheden in de zin van de mededeling van de Commissie “Richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden”.”.
Artikel 4
Overgangsbepaling
Wijnbouwproducten die vóór [specifieke datum — 18 maanden na de datum van inwerkingtreding] overeenkomstig artikel 119, lid 1, punt a), tweede zin, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zijn geëtiketteerd, mogen verder in de handel worden gebracht totdat de voorraden zijn uitgeput.
Artikel 5
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 1, lid 5, is evenwel van toepassing met ingang van [specifieke datum — 18 maanden na de datum van inwerkingtreding].