Artikelen bij COM(2025)149 - Uitvoering en toepassing van de handels- en samenwerkingsovereenkomst met het Verenigd Koninkrijk 1 januari - 31 december 2024 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)149 - Uitvoering en toepassing van de handels- en samenwerkingsovereenkomst met het Verenigd Koninkrijk 1 januari - 31 december ... |
---|---|
document | COM(2025)149 ![]() ![]() |
datum | 4 april 2025 |
Brussel, 4.4.2025
COM(2025) 149 final
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
over de uitvoering en toepassing van de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
1 januari – 31 december 2024
Inhoudsopgave
1. Inleiding
2. Institutioneel kader
3. Klachten en geschillenbeslechting
3.1. Klachten
3.2. Geschillenbeslechting
4. Sectorale uitvoering
4.1. Handel in goederen
4.2. Diensten en investeringen, digitale handel, overheidsopdrachten en kleine en middelgrote ondernemingen
4.3. Intellectuele-eigendomsrechten
4.4. Gelijk speelveld
4.5. Energie
4.6. Vervoer
4.7. Visserij
4.8. Coördinatie van de sociale zekerheid
4.9. Samenwerking inzake rechtshandhaving en justitie in strafzaken
4.10. Associatie van het Verenigd Koninkrijk met bepaalde programma’s van de EU
5. Ontwikkelingen in het recht van het Verenigd Koninkrijk
5.1. Sectoroverschrijdende aangelegenheden
5.2. Subsidiecontrole en belastingheffing
5.3. Arbeids- en sociale normen, milieu en klimaat
6. Conclusies
Bijlage 1: Vergaderingen van de bij de overeenkomst opgerichte gemengde organen en andere structuren in 2024
Bijlage 2: Overzicht van de uitvoeringsmaatregelen waarover de Partnerschapsraad het op 16 mei 2024 eens is geworden
Bijlage 3: Besluiten en aanbevelingen van de Partnerschapsraad of de bij de overeenkomst ingestelde comités die in 2024 zijn aangenomen
1.Inleiding
In 2024 waren de betrekkingen tussen de Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (Verenigd Koninkrijk) gebaseerd op voortgezette samenwerking in het kader van de handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-Verenigd Koninkrijk 1 (“handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK” of “de overeenkomst’).
Sinds de inwerkingtreding van de handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK op 1 januari 2021 biedt deze overeenkomst een alomvattend kader voor samenwerking tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk op gebieden zoals handel, vervoer, visserij, energie, coördinatie van de sociale zekerheid, en rechtshandhaving en justitiële samenwerking in strafzaken, en bevordert zij eerlijke concurrentie, duurzame ontwikkeling en de eerbiediging van fundamentele rechten.
Dit vierde verslag over de uitvoering van de overeenkomst, dat is opgesteld op grond van artikel 2, lid 4, van Besluit (EU) 2021/689 van de Raad van 29 april 2021 2 , bevat een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in de werking van de governancestructuren van de overeenkomst (onderdeel 2) en met betrekking tot handhavingsinstrumenten, geschillenbeslechting en klachten (onderdeel 3). Het verslag bevat ook een overzicht van de vooruitgang die is geboekt op de gebieden die binnen de werkingssfeer van de overeenkomst vallen (onderdeel 4) en van de wetgevingsontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk die relevant zijn voor de uitvoering van de overeenkomst (onderdeel 5).
2.Institutioneel kader
In 2024 hebben de uit hoofde van de overeenkomst ingestelde gemengde organen en andere structuren actief toezicht gehouden op de uitvoering van de overeenkomst en deze bevorderd. Er werden 35 vergaderingen gehouden over alle beleidsgebieden die onder de overeenkomst vallen. Dit betekent dat de EU vaker in gesprek is geweest met het Verenigd Koninkrijk dan met enig ander derde land waarmee vergelijkbare betrekkingen op het gebied van handel en samenwerking worden onderhouden. Een volledige lijst van deze vergaderingen is opgenomen in bijlage 1. Net als in voorgaande jaren heeft de Commissie de agenda’s en notulen van deze gemengde organen online gepubliceerd 3 .
De Partnerschapsraad, het belangrijkste orgaan dat krachtens de overeenkomst is opgericht, houdt op politiek niveau toezicht op de uitvoering ervan. De Partnerschapsraad kwam op 16 mei 2024 bijeen 4 . De EU, vertegenwoordigd door vicevoorzitter Maroš Šefčovič, en het Verenigd Koninkrijk, vertegenwoordigd door de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken David Cameron, bevestigden opnieuw dat zij het potentieel van de overeenkomst ten volle wilden benutten. De Partnerschapsraad evalueerde de vooruitgang die met de uitvoering van de overeenkomst was gemaakt. Hij merkte op dat positieve stappen waren gezet, zoals de associatie van het Verenigd Koninkrijk met Horizon Europa en met de Copernicuscomponent van het ruimtevaartprogramma van de EU, en dat de gemengde organen die uit hoofde van de overeenkomst waren ingesteld, zeer actief waren, getuige het feit dat zij in 2023 meer dan 25 keer bijeenkwamen voor een formele vergadering. Tot de belangrijkste gespreksonderwerpen behoorden de samenwerking op klimaat- en energiegebied, in welk verband is gesproken over plannen voor een nieuwe werkgroep betreffende voorzieningszekerheid en over een routekaart voor de handel in elektriciteit. Wat handel en gelijk speelveld betreft, gaven de medevoorzitters er blijk van samenwerking bij concurrentiekwesties en regelmatige uitwisselingen over markttoezicht te ondersteunen. In dit verband is ook gesproken over het nieuwe Border Target Operating Model 5 van het Verenigd Koninkrijk. De medevoorzitters wezen ook op de versterkte samenwerking op het gebied van gezondheidsveiligheid tussen het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding en het Britse agentschap voor gezondheidsveiligheid. Wat interne veiligheid betreft, merkten zij op dat vooruitgang was geboekt bij terrorismebestrijding en met betrekking tot cybervraagstukken en kwamen zij overeen om aanvullende technische werkzaamheden uit te voeren zodat het mogelijk wordt om voertuiggegevens uit te wisselen. In bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van de uitvoeringsmaatregelen waarover de Partnerschapsraad het eens is geworden. Op het gebied van visserij werd door de EU de kwestie van de toegang tot de wateren na 2026 aan de orde gesteld. Een andere kwestie die door de EU aan de orde werd gesteld, was het sponsoringsysteem van het Verenigd Koninkrijk voor de tijdelijke verplaatsing van dienstverleners (zie onderdeel 4.2 voor meer bijzonderheden over diensten en investeringen).
De 19 comités die bij artikel 8 van de overeenkomst zijn ingesteld, zijn het hele jaar bijeengekomen en hebben voor alle relevante sectoren actief toezicht gehouden op de uitvoering van de overeenkomst en deze bevorderd. Deze bijeenkomsten maakten het mogelijk om op een gestructureerde wijze de vooruitgang te evalueren die ten aanzien van de in de overeenkomst aangegane verbintenissen was gemaakt en fungeerden als platform voor het uitwisselen van technische informatie over diverse uitvoeringskwesties, waaronder aanstaande ontwikkelingen op regelgevingsgebied. Ook werden verscheidene belangrijke besluiten en aanbevelingen vastgesteld. In bijlage 3 staat een overzicht van deze besluiten en aanbevelingen.
De Parlementaire Partnerschapsassemblee, die is opgericht uit hoofde van artikel 11 van de overeenkomst, is in 2024 niet bijeengeroepen. De vijfde vergadering van de assemblee, die oorspronkelijk stond gepland voor 18 en 19 maart 2024 in Brussel, werd uitgesteld wegens het vergaderrooster van het parlement van het Verenigd Koninkrijk.
De vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld bleven actief betrokken bij de uitvoering van de overeenkomst. De binnenlandse adviesgroep van de EU, die is opgericht uit hoofde van artikel 13 van de overeenkomst, kwam regelmatig bijeen en verschafte waardevolle input 6 . De Commissie blijft nauwlettend kijken naar de activiteiten van de groep en haar aanbevelingen, die belangrijke inzichten verschaffen in de standpunten van het maatschappelijk middenveld over de uitvoering van de overeenkomst en de bredere betrekkingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk.
Het Forum voor het maatschappelijk middenveld, dat krachtens artikel 14 van de overeenkomst is opgericht om een dialoog tot stand te brengen over de uitvoering van deel twee van de overeenkomst (dat betrekking heeft op handel, vervoer, visserij en andere regelingen), kwam op 20 september 2024 bijeen in Brussel. Net als in de voorgaande jaren stond de bijeenkomst in het teken van belangrijke uitvoeringskwesties in verband met de handel in goederen en diensten, het gelijke speelveld, samenwerking op regelgevingsgebied en energie. De Commissie waardeert de inbreng van maatschappelijke organisaties, EU-bedrijven, vakbonden en andere werknemersorganisaties en zal zich bij de besprekingen met het Verenigd Koninkrijk over de uitvoering van de overeenkomst inzetten voor hun belangen.
3.Klachten en geschillenbeslechting
De Commissie heeft mechanismen ingevoerd voor het afdwingen van in de overeenkomst aangegane verbintenissen, het beslechten van geschillen en het afhandelen van klachten van belanghebbenden in de EU.
3.1.Klachten
Via de gecentraliseerde instrumenten die de Commissie heeft opgezet voor een doelmatige monitoring van de overeenkomst, zijn in 2024 zeven klachten ingediend 7 . Twee klachten hadden betrekking op het Border Target Operating Model van het Verenigd Koninkrijk, meer in het bijzonder de lange wachttijden aan de grens en de onevenredig hoge tarieven die in het Verenigd Koninkrijk in de vorm van gemeenschappelijke gebruiksrechten worden geheven, hoewel er geen feitelijke controles plaatsvinden. De Commissie is hierover met het Verenigd Koninkrijk in gesprek. De overige klachten zagen op kwesties buiten het toepassingsgebied van de overeenkomst en zijn dienovereenkomstig afgehandeld 8 .
3.2.Geschillenbeslechting
Naar aanleiding van het besluit van het Verenigd Koninkrijk om de visserij op zandspiering in de Britse wateren per 26 maart 2024 te verbieden, heeft de EU op 16 april 2024 een beroep gedaan op het mechanisme voor geschillenbeslechting van de overeenkomst. Deze procedure loopt nu. Ondanks deze stap blijft de Commissie openstaan voor een minnelijke oplossing.
Zie voor nadere bijzonderheden onderdeel 4.7 betreffende visserij.
4.Sectorale uitvoering
De sectorale uitvoering van de overeenkomst is vlot vooruitgegaan: de verbintenissen voor 2024 zijn ofwel voltooid of ze liggen op schema. In dit onderdeel worden voor diverse sectoren de belangrijkste resultaten beschreven en de belangrijkste beleidsontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk. Ook worden, waar mogelijk, gegevens verstrekt over de handelsstromen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk.
4.1.Handel in goederen
In het algemeen waren de in de overeenkomst neergelegde handelsregelingen doeltreffend en functioneerden zij goed.
Overeenkomstig artikel 31 van de overeenkomst hebben de EU en het Verenigd Koninkrijk in 2024 invoerstatistieken uitgewisseld 9 . Uit die statistieken blijkt dat het preferentiegebruik 10 nog steeds hoog is en vergelijkbaar met dat van het voorgaande jaar: 89,1 % van de goederen uit de EU die naar het Verenigd Koninkrijk werden uitgevoerd en voor preferentiële behandeling in aanmerking kwamen, en 80,4 % van de goederen die uit het Verenigd Koninkrijk werden ingevoerd en voor preferentiële behandeling in aanmerking kwamen, ondergingen een preferentiële behandeling uit hoofde van de overeenkomst. Deze percentages zijn in overeenstemming met de percentages voor andere partners waarmee de EU een vrijhandelsovereenkomst heeft 11 .
De samenwerking tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk op het gebied van belasting over de toegevoegde waarde en schuldvorderingen in verband met belastingen en rechten is in 2024 volledig operationeel geworden. Dit gebeurde nadat in 2023 de vier besluiten waren vastgesteld die nodig waren om het in artikel 120 van de overeenkomst genoemde Protocol betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en betreffende de wederzijdse bijstand bij de invordering van schuldvorderingen in verband met belastingen en rechten (btw-protocol) volledig te kunnen uitvoeren, waardoor de voorafgaande voorlopige maatregelen achterhaald zijn. Volgens de statistieken die door de lidstaten als onderdeel van deze voorlopige maatregelen zijn gerapporteerd 12 , is het aantal verzoeken, zowel om informatie als tot invordering, stabiel gebleven en beperkt.
In 2024 hebben de EU en het Verenigd Koninkrijk gezamenlijk de productspecifieke oorsprongsregels in bijlage 3 bij de overeenkomst geactualiseerd, zodat deze aansluiten op het geharmoniseerd systeem voor de indeling van goederen van de Werelddouaneorganisatie (editie 2022). Door deze actualisering, die noodzakelijk was vanwege de wijzigingen die de Werelddouaneorganisatie heeft aangebracht om rekening te houden met technologische ontwikkelingen, nieuwe producten en veranderende handelspatronen, blijft de overeenkomst actueel. De Partnerschapsraad heeft op 5 november 2024 het bijbehorende besluit vastgesteld strekkende tot goedkeuring van deze actualisering 13 .
In april 2024 is het Verenigd Koninkrijk begonnen met de toepassing van de nieuwe reeks invoervereisten en -controles die zijn neergelegd in het Border Target Operating Model van het Verenigd Koninkrijk. Door deze nieuwe reeks vereisten en controles zijn identiteits- en documentencontroles ook verplicht geworden voor uit de EU ingevoerde producten van dierlijke oorsprong, planten en plantaardige producten die door het Verenigd Koninkrijk zijn ingedeeld in de categorie “gemiddeld risico” 14 . Volgens EU-exporteurs heeft de invoering van de nieuwe invoerregeling voor enige moeilijkheden gezorgd doordat i) de risicocategorie waarin een product valt veelvuldig en zonder behoorlijke kennisgeving wordt gewijzigd; ii) de regeling voor de gemeenschappelijke gebruiksrechten volledig wordt uitgevoerd, ondanks het feit dat de grenscontroles maar ten dele worden uitgevoerd; iii) de invoervereisten niet bij alle grensposten hetzelfde worden uitgelegd; iv) niet wordt erkend dat de EU met betrekking tot certificatievereisten een enkele sanitaire en fytosanitaire entiteit vormt; v) de verouderde invoervereisten niet in overeenstemming zijn met internationale normen; vi) elektronische certificatie met vertraging wordt ingevoerd; en vii) de controle van een zending die voor fysieke controle is geselecteerd, met lange wachttijden gepaard gaat 15 .
De EU heeft deze kwesties voortdurend bij het Verenigd Koninkrijk aangekaart in de vergaderingen van de uit hoofde van de overeenkomst ingestelde gemengde organen, waaronder het Gespecialiseerd Handelscomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen, het Gespecialiseerd Handelscomité voor douanesamenwerking en oorsprongsregels en het Comité voor het handelspartnerschap. Tijdens die gesprekken heeft de EU benadrukt dat het van wezenlijk belang is dat actuele en juiste informatie over grensprocedures wordt verstrekt (artikel 102, punt e, en artikel 111 van de overeenkomst) en dat excessieve lastendruk voor de handel (artikel 101, punt a), van de overeenkomst) wordt voorkomen. In zijn reacties is het Verenigd Koninkrijk echter nog niet op alle genoemde zorgpunten ingegaan. De EU blijft de invoering van de invoerregeling van het Verenigd Koninkrijk nauwlettend volgen en blijft via de mechanismen van de overeenkomst werken aan de oplossing van aanhoudende problemen en het tot een minimum beperken van verstoringen in de handel tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk.
Los hiervan kondigde het Verenigd Koninkrijk op 24 januari 2024 wetgeving aan voor erkenning van de CE-markering 16 voor onbepaalde duur in aanvullende productvoorschriften. Daartoe behoren de achttien voorschriften die al eerder waren aangekondigd en voorschriften voor drie nieuwe categorieën: i) ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten, ii) explosieven en iii) beperkingen voor gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur. De voortdurende erkenning van de CE-markering in het Verenigd Koninkrijk maakt het voor EU-fabrikanten gemakkelijker om te voldoen aan de toepasselijke voorschriften en vergemakkelijkt de uitvoer uit het Verenigd Koninkrijk naar de EU van producten waarvoor deze markering is vereist.
De handel in goederen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk ontwikkelde zich in 2024 zoals beschreven in de volgende alinea’s 17 .
In de eerste drie kwartalen van 2024 heeft de EU voor 255 miljard EUR aan goederen naar het Verenigd Koninkrijk uitgevoerd. Dat is een stijging van 1,7 % ten opzichte van dezelfde periode in 2023 en een stijging van 5,6 % ten opzichte van dezelfde periode in 2019 18 . De waarde van de EU-invoer van goederen uit het Verenigd Koninkrijk in de eerste drie kwartalen van 2024 bedroeg 123 miljard EUR, wat neerkomt op een daling van 11,5 % ten opzichte van dezelfde periode in 2023 en een daling van 14,7 % ten opzichte van dezelfde periode in 2019. Dus terwijl de uitvoer van goederen uit de EU naar het Verenigd Koninkrijk licht is toegenomen, is de invoer uit het Verenigd Koninkrijk naar de EU verder gedaald. In de eerste drie kwartalen van 2024 had de EU een aanzienlijk handelsoverschot met het Verenigd Koninkrijk van 132 miljard EUR.
In de eerste drie kwartalen van 2024 steeg de uitvoer van goederen uit de EU naar andere derde landen met 0,9 % ten opzichte van dezelfde periode in 2023 en met 24,6 % ten opzichte van dezelfde periode in 2019. De EU-invoer van goederen uit andere niet-EU-landen daalde met 5 % ten opzichte van dezelfde periode in 2023 en steeg met 28,6 % ten opzichte van dezelfde periode in 2019. Dit bevestigt de trend die sinds de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk wordt waargenomen, waarbij de goederenhandel met andere derde landen sneller groeit dan met het Verenigd Koninkrijk.
Figuur 1: Handel in goederen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk in vergelijking met de handel van de EU met de rest van de wereld, eerste drie kwartalen van respectievelijk 2019, 2023 en 2024 (miljard EUR). Bron: Eurostat (dataset ext_st_eu27_2020sitc ).
In de eerste drie kwartalen van 2024 was de totale handel in goederen met het Verenigd Koninkrijk goed voor 10,2 % van de totale handel van de EU met haar internationale partners. Dit is ongewijzigd ten opzichte van dezelfde periode in 2023 en een daling ten opzichte van dezelfde periode in 2019, toen dit 12,7 % was.
In de eerste drie kwartalen van 2024 was het Verenigd Koninkrijk de bestemming van 13,3 % van de goederenuitvoer van de EU (vergeleken met 13,2 % in dezelfde periode van 2023 en 15,3 % in dezelfde periode van 2019). Het Verenigd Koninkrijk was daarmee de belangrijkste bestemming van EU-goederen na de Verenigde Staten (20,6 %). 6,8 % van de EU-invoer van goederen was afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk (vergeleken met 7,3 % in dezelfde periode van 2023 en 10 % in dezelfde periode van 2019). Het Verenigd Koninkrijk kwam daarmee op de derde plaats na China (21,1 %) en de Verenigde Staten (13,9 %).
Bij wijze van algemene vergelijking: in 2023 was de EU de bestemming van 49 % van de goederenuitvoer van het Verenigd Koninkrijk en de plaats van herkomst van 55 % van de goedereninvoer van het Verenigd Koninkrijk 19 .
Uit deze gegevens blijkt duidelijk dat de EU voor het Verenigd Koninkrijk de belangrijkste handelspartner op het gebied van goederen blijft. Tegelijkertijd geldt ook dat de handel in diensten van de EU de laatste jaren meer gediversifieerd is geworden.
Figuur 2: Handel in goederen tussen de EU en haar drie belangrijkste internationale partners, eerste drie kwartalen van respectievelijk 2019, 2023 en 2024 (%). Bron: Eurostat (gegevensreeks ext_st_eu27_2020sitc ).
De sectoren waarin de uitvoer van goederen uit de EU naar het Verenigd Koninkrijk in 2024 de hoogste stijging kende ten opzichte van 2023, waren voedingsmiddelen, drank en tabak (+3,2 %), en machines en vervoermaterieel (+2,6 %). De invoer van goederen in de EU uit het Verenigd Koninkrijk daalde in 2024 voor alle productcategorieën.
Figuur 3: Handel in goederen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk volgens de Standaardclassificatie voor de internationale handel (SITC) voor goederen, eerste drie kwartalen van respectievelijk 2019, 2023 en 2024 (miljard EUR). Bron: Eurostat (gegevensreeks ext_st_eu27_2020sitc ).
4.2.Diensten en investeringen, digitale handel, overheidsopdrachten en kleine en middelgrote ondernemingen
De uitvoering van de overeenkomst op het gebied van diensten en investeringen, digitale handel, intellectuele eigendom, overheidsopdrachten en kleine en middelgrote ondernemingen is in het algemeen vlot verlopen, zonder grote problemen, met uitzondering van de kwestie van de toepassing van het sponsoringsysteem voor werkvisums op EU-dienstverleners. In het Verenigd Koninkrijk moet een werkgever die bereid is om een buitenlandse werknemer in dienst te nemen, eerst een vergunning aanvragen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en vervolgens een Certificate of Sponsorship aan die werknemer toekennen (in beide stappen is de werkgever een vergoeding verschuldigd) voordat de werknemer een visum kan aanvragen (waarvoor diegene eveneens een vergoeding moet betalen). Hoewel het systeem primair is ontwikkeld voor het beheer van migratie (d.w.z. de migratie van buitenlandse werknemers die in het Verenigd Koninkrijk wonen), past het Verenigd Koninkrijk dit systeem ook toe op buitenlandse dienstverleners (inclusief dienstverleners uit de EU) die slechts tijdelijk naar het Verenigd Koninkrijk komen om een dienst te verlenen (en ongeacht of de levering van die dienst valt binnen het toepassingsgebied van de verbintenissen die in een vrijhandelsovereenkomst zoals de onderhavige zijn aangegaan). In dat geval moet de dienstverlener door zijn klant worden gesponsord om een visum te kunnen aanvragen. De EU heeft de complexiteit van dit systeem, de onevenredige lastendruk en het gebrek aan duidelijkheid eromheen bij herhaling in de gemengde organen van de overeenkomst aan de orde gesteld 20 . De toepassing van dit systeem op EU-dienstverleners is nog steeds een belemmering voor de uitvoering van de overeenkomst: ondanks de nauwe economische banden tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk en de verbintenissen tot openstelling van de markt die in de overeenkomst zijn aangegaan, zijn in 2024 slechts 17 visa 21 aan EU-dienstverleners verstrekt. Als gevolg hiervan worden EU-dienstverleners belemmerd in het verlenen van diensten aan klanten in het Verenigd Koninkrijk. De EU blijft er bij het Verenigd Koninkrijk op aandringen om dienstverleners die binnen het toepassingsgebied van de overeenkomst vallen, vrij te stellen van het sponsoringsysteem, omdat het systeem in strijd is met de verbintenissen die het Verenigd Koninkrijk uit hoofde van de overeenkomst is aangegaan inzake dienstverlening via tijdelijke aanwezigheid (zie de artikelen 123 e.v. van de overeenkomst).
Wat de erkenning van beroepskwalificaties betreft, is de Commissie in afwachting van een herziene gezamenlijke aanbeveling die overeenkomstig artikel 158, lid 3, van de overeenkomst door de Raad van Architecten van Europa en de Architects Registration Board van het Verenigd Koninkrijk moet worden ingediend, zodat eventueel gestart kan worden met onderhandelingen over een regeling voor de erkenning van beroepskwalificaties voor architecten 22 . Geen andere beroepsvereniging heeft aan de Commissie kenbaar gemaakt geïnteresseerd te zijn in de erkenning van beroepskwalificaties door het Verenigd Koninkrijk.
Overeenkomstig artikel 211, lid 1, van de overeenkomst, hebben de EU en het Verenigd Koninkrijk besloten tot samenwerking met betrekking tot verscheidene aspecten van de regelgeving inzake digitale handel. In deze geest hebben de Commissie (Directoraat-generaal Communicatienetwerken, Inhoud en Technologie) en Ofcom, de Britse toezichthouder voor omroep, telecommunicatie en postdiensten, op 30 april 2024 een administratieve regeling ondertekend. Deze regeling ziet op het toezicht op risicobeoordeling en -beperking door providers van grote onlineplatforms, op gebieden als: i) de bescherming van minderjarigen online; ii) leeftijdsgeschikt ontwerp van technologieën; iii) de transparantie van onlineplatforms; iv) de impact van algoritmen op systeemrisico’s; en v) maatregelen voor het opsporen en melden van illegale online-inhoud. Deze samenwerking zal hoofdzakelijk uit de uitwisseling van informatie bestaan. De regeling ziet niet op de uitwisseling van vertrouwelijke informatie betreffende gereguleerde entiteiten en de partijen behouden hun regelgevende en toezichthoudende autonomie overeenkomstig hun respectieve wetgeving 23 . Deze administratieve regeling is niet bindend en brengt geen financiële gevolgen met zich mee.
Op het gebied van intellectuele eigendom zijn de besprekingen tussen het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie en het Bureau voor intellectuele eigendom van het Verenigd Koninkrijk over een memorandum van overeenstemming om de administratieve samenwerking te verbeteren, overeenkomstig artikel 273, lid 2, punt g), van de overeenkomst, nog niet afgerond.
De handel in diensten tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk ontwikkelde zich in 2024 zoals beschreven in de volgende alinea’s 24 .
In de eerste drie kwartalen van 2024 heeft de EU voor 220 miljard EUR aan diensten naar het Verenigd Koninkrijk uitgevoerd. Dat is een stijging van 6,2 % ten opzichte van dezelfde periode in 2023 en een stijging van 33,2 % ten opzichte van dezelfde periode in 2019. De waarde van de EU-invoer van diensten uit het Verenigd Koninkrijk bedroeg in de eerste drie kwartalen van 2024 177 miljard EUR. Dat is een stijging van 8,5 % ten opzichte van dezelfde periode in 2023 en een stijging van 35,3 % ten opzichte van dezelfde periode in 2019. In tegenstelling tot de handel in goederen is de bilaterale handel in diensten aanzienlijk toegenomen. In de eerste drie kwartalen van 2024 had de EU een handelsoverschot op het gebied van diensten met het Verenigd Koninkrijk van 43 miljard EUR.
In de eerste drie kwartalen van 2024 steeg de uitvoer van diensten uit de EU naar andere niet-EU-landen met 10,3 % ten opzichte van dezelfde periode in 2023 en met 44,5 % ten opzichte van dezelfde periode in 2019. De EU-invoer van diensten uit andere derde landen steeg met 7,9 % ten opzichte van dezelfde periode in 2023 en met 42,9 % ten opzichte van dezelfde periode in 2019. Dit bevestigt de trend die sinds de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk wordt waargenomen, waarbij de handel in diensten met andere derde landen dynamischer groeit dan met het Verenigd Koninkrijk, een trend die ook zichtbaar is bij de handel in goederen.
Figuur 4: Handel in diensten tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk in vergelijking met de handel van de EU met de rest van de wereld, eerste drie kwartalen van respectievelijk 2019, 2023 en 2024 (miljard EUR). Bron: Eurostat (gegevensreeks bop_eu6_q ).
In de eerste drie kwartalen van 2024 was de totale handel in diensten met het Verenigd Koninkrijk goed voor 18,7 % van de totale handel van de EU met haar internationale partners. Dit is een lichte daling ten opzichte van dezelfde periode in 2023 en een daling ten opzichte van dezelfde periode in 2019, toen dit respectievelijk 19,0 % en 19,8 % was.
Het Verenigd Koninkrijk was in de eerste drie kwartalen van 2024 het land van bestemming van 19,3 % van de EU-uitvoer van diensten (tegenover 19,9 % in dezelfde periode in 2023 en 20,6 % in dezelfde periode in 2019). Het was daarmee het belangrijkste land van bestemming na de Verenigde Staten (21,1 %). Het Verenigd Koninkrijk was in de eerste drie kwartalen van 2024 het land van herkomst van 18,0 % van de EU-invoer van diensten (tegenover 17,9 % in dezelfde periode in 2023 en 18,8 % in dezelfde periode in 2019). Het was daarmee het belangrijkste land van herkomst na de Verenigde Staten (34,7 %).
Bij wijze van vergelijking: in 2023 was de EU goed voor 36 % van de uitvoer en 46 % van de invoer van diensten van het Verenigd Koninkrijk 25 , waaruit blijkt dat de EU verreweg de belangrijkste partner van het Verenigd Koninkrijk is voor de handel in diensten. Net als voor de EU-handel in goederen geldt ook voor de EU-handel in diensten dat deze de laatste jaren meer gediversifieerd is geworden.
Figuur 5: Handel in diensten tussen de EU en haar drie belangrijkste internationale partners, eerste drie kwartalen van respectievelijk 2019, 2023 en 2024 (%). Bron: Eurostat (gegevensreeks bop_eu6_q ).
De sectoren waarin de EU-uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk in 2024 de sterkste stijging vertoonde ten opzichte van 2023, waren “overige (SA, SB, SE, SK, SL)” 26 (+11,7 %), telecommunicatie- en computerdiensten (+10,7 %), overige zakelijke diensten (+8,3%) en verzekerings- en pensioendiensten (+7,8 %). De EU-invoer uit het Verenigd Koninkrijk blijkt het meest te zijn gestegen in de sectoren verzekerings- en pensioendiensten (+21,9 %), vergoedingen voor het gebruik van intellectuele eigendom (15,9 %), financiële diensten (14,4 %), en “overige (SA, SB, SE, SK, SL)”27 (+13,2 %).
Figuur 6: Handel in diensten tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk in de eerste drie kwartalen van 2024 vergeleken met dezelfde periode in 2023 en dezelfde periode in 2019, per soort dienst (miljard EUR). Bron: Eurostat (gegevensreeks bop_eu6_q ).
4.3.Intellectuele-eigendomsrechten
De besprekingen over een memorandum van overeenstemming tussen het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie en het Bureau voor intellectuele eigendom van het Verenigd Koninkrijk om de administratieve samenwerking te verbeteren, zoals bepaald in artikel 273, lid 2, punt g), van de overeenkomst, zijn nog aan de gang.
4.4.Gelijk speelveld
Het technisch overleg dat de Europese Commissie en het Verenigd Koninkrijk waren gestart over een overeenkomst betreffende samenwerking in mededingingszaken 27 , nadat de Raad in juni 2023 een besluit had vastgesteld houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen, is in oktober 2024 afgerond. Deze “aanvullende overeenkomst” uit hoofde van artikel 361, lid 4, van de overeenkomst, biedt de Commissie, de nationale mededingingsautoriteiten van de EU-lidstaten en de Competition and Markets Authority (mededingings- en marktautoriteit) van het Verenigd Koninkrijk de mogelijkheid tot rechtstreekse samenwerking bij mededingingsonderzoek. Het is de eerste overeenkomst van de EU die nationale mededingingsautoriteiten de mogelijkheid biedt om samen te werken met een mededingingsautoriteit van een derde land, zoals in de handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK voor het Verenigd Koninkrijk is voorzien. De betreffende overeenkomst vergemakkelijkt de coördinatie van onderzoeken, de kennisgeving van grote antitrust- en fusiezaken en het delen van informatie, en voorkomt conflicten. Vertrouwelijke informatie wordt alleen uitgewisseld met toestemming van de betrokken onderneming. De aanvullende overeenkomst treedt in werking na ratificatie door zowel de EU als het Verenigd Koninkrijk.
In 2024 hebben zich ook verscheidene voor het gelijke speelveld relevante beleidsontwikkelingen voorgedaan, op het gebied van subsidies, belastingen en arbeids- en sociale normen, waarover in onderdeel 5 aanvullende informatie wordt verstrekt.
4.5.Energie
Gezien de huidige geopolitieke context en het feit dat de EU en het Verenigd Koninkrijk beide streven naar klimaatneutraliteit, is het extra van belang om de samenwerking op energiegebied te versterken. Het belang van samenwerking op dit gebied werd onderstreept tijdens de derde vergadering van de Partnerschapsraad, die in het teken stond van klimaat- en energievraagstukken. Sindsdien is aanzienlijke vooruitgang geboekt met de uitvoering van de energiebepalingen van de overeenkomst, onder meer door de ontwikkelingen beschreven in de volgende alinea’s.
De samenwerking tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk inzake bevoorradingszekerheid uit hoofde van artikel 315 van de overeenkomst blijft van groot belang voor het ondersteunen van inspanningen die erop zijn gericht om door middel van diversificatie onafhankelijk te worden van Russische brandstoffen. In aanloop naar de winter van 2024/2025 vonden technische uitwisselingen plaats over de paraatheid op het gebied van gas en elektriciteit en over de veiligheid van offshore-activiteiten. Verder kwamen de EU en het Verenigd Koninkrijk tijdens de vijfde vergadering van het Gespecialiseerd Comité voor energie ook overeen om de samenwerking op het gebied van bevoorradingszekerheid te versterken door de oprichting van een nieuwe werkgroep inzake bevoorradingszekerheid 28 . Voor 2025 staan vergaderingen van deze werkgroep gepland.
Er hebben uitwisselingen plaatsgevonden met betrekking tot de ontwikkeling van hernieuwbare offshore-energie, overeenkomstig artikel 321 van de overeenkomst en in het kader van het memorandum van overeenstemming betreffende samenwerking op het gebied van hernieuwbare offshore-energie tussen de deelnemers aan de North Seas Energy Cooperation, een samenwerkingsverband op het gebied van energie in de Noordzee, en het Verenigd Koninkrijk 29 .
De EU en het Verenigd Koninkrijk hebben ook de samenwerking tussen hun transmissiesysteembeheerders en regelgevingsinstanties bevorderd, overeenkomstig de artikelen 317 en 318 van de overeenkomst. Meer in het bijzonder bereikten de partijen overeenstemming over richtsnoeren 30 voor de regelingen tussen de transmissiesysteembeheerders voor gas en elektriciteit in de EU en het Verenigd Koninkrijk 31 en voor de regelingen tussen hun regelgevingsinstanties 32 . Deze richtsnoeren zijn vervolgens tijdens de vijfde vergadering van het Gespecialiseerd Comité voor energie goedgekeurd, waarmee de weg is bereid voor het intensiveren van de samenwerking tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk.
Een van de belangrijkste uitdagingen is nog steeds de uitvoering van de nieuwe regelingen voor de handel in elektriciteit overeenkomstig artikel 312 van en bijlage 29 bij de overeenkomst. Ter verduidelijking van de volgende stappen en om een extra impuls te geven, zijn de EU en het Verenigd Koninkrijk het eens geworden over een routekaart waarin de belangrijkste mijlpalen voor de uitvoering van deze handelsregelingen worden geschetst 33 . In december 2024 heeft het Gespecialiseerd Comité voor energie een aanbeveling aangenomen waarin wordt verzocht om aanvullend technisch werk van de transmissiesysteembeheerders van de EU en het Verenigd Koninkrijk voor de uitvoering van deze regelingen 34 . Dit uitvoeringswerk wordt in 2025 voortgezet, volgens het indicatieve tijdschema dat is vastgelegd in de routekaart.
4.6.Vervoer
De uitvoering van de overeenkomst op het gebied van vervoer was gericht op de doeltreffende uitoefening van de door de EU en het Verenigd Koninkrijk wederzijds verleende rechten en verliep zonder problemen.
Op het gebied van de veiligheid van de luchtvaart heeft het EU-Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) tot dusver 9 van de 20 aanvragen tot validering van door de burgerluchtvaartautoriteit van het Verenigd Koninkrijk afgegeven certificaten goedgekeurd op grond van artikel 446 in samenhang met bijlage 30 bij de overeenkomst. De autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk hebben met steun van het EASA nu 14 van de 21 door EU-aanvragers ingediende projecten gevalideerd, wat in overeenstemming is met de verwachte activiteitsniveaus voor de validering van certificaten.
Op het gebied van het luchtvervoer waren eind 2024 in totaal 23 bilaterale overeenkomsten 35 inzake vrachtdiensten tussen een EU-lidstaat en het Verenigd Koninkrijk gesloten uit hoofde van artikel 419, leden 4 en 9, van de overeenkomst. Dit is ongewijzigd ten opzichte van 2023. Daarnaast hebben 25 EU-lidstaten ruimte geboden voor flexibele, kortetermijnvergunningen voor bepaalde niet-geregelde vracht- of passagiersvluchten tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU (inzake de “derde en vierde vrijheid” van de luchtvaart, d.w.z.: het recht om passagiers van hun eigen naar een ander land te vliegen, respectievelijk van een ander naar hun eigen land). Sommige van deze vergunningen zijn voor onbepaalde duur zolang ze voor specifieke luchtvaartmaatschappijen gelden en niet voor het Verenigd Koninkrijk in het algemeen.
Op het gebied van het wegvervoer wordt gewerkt aan de uitvoering van de bepalingen van de overeenkomst die zien op de uitwisseling van informatie en gegevens tussen de nationale elektronische registers (zie deel A, afdeling 1, artikel 14, van bijlage 31 bij de overeenkomst). Tot de werkzaamheden op dit gebied behoort onder meer het koppelen van het Verenigd Koninkrijk aan de European Registers of Road Transport Undertakings (ERRU), een systeem waarin de nationale registers van wegvervoerondernemingen onderling zijn gekoppeld en dat informatie bevat over ernstige overtredingen van wegvervoerregels. In dit verband wordt ook gewerkt aan een lijst van ernstige overtredingen. Zodra het Verenigd Koninkrijk aan ERRU is gekoppeld, zal deze lijst via ERRU worden gedeeld. Deze initiatieven zijn bedoeld om de samenwerking en gegevensuitwisseling tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk te verbeteren.
4.7.Visserij
In 2024 hebben de EU en het Verenigd Koninkrijk hun goede samenwerking bij het uitvoeren van de bepalingen van de overeenkomst die van toepassing zijn op de visserijsector, voortgezet. Het Gespecialiseerd Comité voor de visserij bood een forum voor discussie over het duurzame beheer van de gedeelde visbestanden. Drie specifieke kwesties vormden echter een punt van zorg voor de EU.
Ten eerste heeft het Verenigd Koninkrijk voor de Engelse wateren van de Noordzee 36 en alle Schotse wateren 37 een verbod op de vangst van zandspiering uitgevaardigd, dat op 26 maart 2024 is ingegaan. Daarmee verhindert het Verenigd Koninkrijk dat EU-vissers deze duurzame visserij kunnen uitoefenen. De EU betwijfelt of het besluit van het Verenigd Koninkrijk in deze kwestie verenigbaar is met de overeenkomst. Vandaar dat de EU in april 2024 in het kader van het mechanisme voor geschillenbeslechting van de overeenkomst, een formeel overleg met het Verenigd Koninkrijk initieerde. Dit overleg werd afgesloten zonder dat een onderling overeengekomen oplossing was bereikt, waarna de EU om de instelling van een scheidsgerecht verzocht. Dit gerecht doet naar verwachting uiterlijk eind april 2025 uitspraak over de verenigbaarheid van het verbod met de overeenkomst. In de tussentijd blijft de Commissie openstaan voor een minnelijke oplossing 38 .
Ten tweede heeft de EU nauwlettend gevolgd welke beheersmaatregelen door het Verenigd Koninkrijk zijn vastgesteld en gepland. De Commissie onderkent de regelgevende autonomie van de partijen, maar zij heeft haar bezorgdheid geuit over de mogelijke effecten van deze maatregelen voor de EU-vloot, en volgt nauwlettend of alle maatregelen van het Verenigd Koninkrijk in overeenstemming zijn met de doelstellingen en beginselen van de overeenkomst. De EU toonde zich verheugd over de bereidheid van het Verenigd Koninkrijk om over deze kwestie in gesprek te gaan.
Ten derde is de EU er bij het Verenigd Koninkrijk op blijven hameren dat het van het grootste belang is om regelingen op te tuigen die zien op duurzame en wederzijdse toegang tot de wateren vanaf juli 2026. Het Verenigd Koninkrijk achtte een discussie hierover echter prematuur.
In december 2024 hebben de EU en het Verenigd Koninkrijk hun jaarlijks overleg uit hoofde van artikel 498 van de overeenkomst afgerond om de totaal toegestane vangsten voor gedeelde bestanden voor 2025 vast te stellen. De omvattende overeenkomst heeft betrekking op alle bestanden en levert de EU-vloot ongeveer 428 000 ton aan vangstmogelijkheden op met een geraamde waarde van bijna 1,4 miljard EUR (op basis van historische aanvoerprijzen, gecorrigeerd voor inflatie) 39 .
4.8.Coördinatie van de sociale zekerheid
De uitvoering van het Protocol betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid bij de overeenkomst (“het protocol”) verliep probleemloos, zonder dat systemische of structurele problemen werden vastgesteld.
Teneinde nadere richtsnoeren te geven voor de uitlegging van bepaalde bepalingen van het protocol, namelijk artikel SSC.11 van het protocol inzake de wetgeving die van toepassing is op gedetacheerde werknemers en zelfstandigen die tijdelijk buiten de bevoegde staat werken, heeft het Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid op 5 juni 2024 Aanbeveling nr. 1/2024 40 goedgekeurd.
Op 8 november 2024 heeft het Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid Besluit nr. 1/2024 tot wijziging van bepaalde bijlagen bij het protocol 41 vastgesteld. Doel van dit besluit is het bijwerken van de verwijzingen naar nationale wetgeving en beleidskeuzen van de staten die van belang zijn voor de uitvoering van het protocol.
Voorts heeft het Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid zijn technische werkzaamheden voortgezet met betrekking tot verscheidene onderwerpen, waaronder: i) wijzigingen in gestructureerde elektronische documenten en draagbare documenten; ii) de procedures voor vergoeding van de kosten van prestaties bij ziekte; en iii) de omzetting van relevante besluiten van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.
4.9.Samenwerking inzake rechtshandhaving en justitie in strafzaken
De uitvoering van de overeenkomst op het gebied van samenwerking inzake rechtshandhaving en justitie verliep vlot.
Op het gebied van de uitwisseling van DNA-profielen en vingerafdrukken hadden alle lidstaten en het Verenigd Koninkrijk elkaar eind 2024 toegang verleend tot hun nationale DNA-gegevensbanken voor geautomatiseerde bevraging, overeenkomstig artikel 530 van de overeenkomst. Daarnaast hadden 22 lidstaten 42 en het Verenigd Koninkrijk elkaar toegang verleend tot hun nationale databanken voor vingerafdrukken, overeenkomstig artikel 534 van de overeenkomst.
Wat de uitwisseling van gegevens uit kentekenregisters betreft, stelde het Verenigd Koninkrijk het Gespecialiseerd Comité voor samenwerking inzake rechtshandhaving en justitie er in 2014 van in kennis dat het had voldaan aan zijn verplichtingen uit hoofde van deel drie, titel II van de overeenkomst. De Raad initieerde vervolgens de evaluatieprocedure om te beoordelen of de betreffende verplichtingen waren nagekomen, overeenkomstig artikel 540 van en bijlage 39 bij de overeenkomst. Op basis van het evaluatieverslag zal de Raad beslissen vanaf welke datum de lidstaten kunnen beginnen met het verstrekken van gegevens aan het Verenigd Koninkrijk. De lidstaten en het Verenigd Koninkrijk kunnen dan uit hoofde van artikel 537 van de overeenkomst geautomatiseerde bevragingen van elkaars nationale databanken verrichten.
4.10.Associatie van het Verenigd Koninkrijk met bepaalde programma’s van de EU
Overeenkomstig de voorwaarden neergelegd in deel vijf van de overeenkomst 43 , is het Verenigd Koninkrijk op 1 januari 2024 een geassocieerd land bij Horizon Europa en de Copernicus-component van het ruimtevaartprogramma geworden binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027 44 . De uitvoering van deel vijf van de overeenkomst is in 2024 in het algemeen probleemloos verlopen met betrekking tot deze programma’s. In het Verenigd Koninkrijk gevestigde entiteiten kunnen nu niet alleen deelnemen aan procedures voor de toekenning van subsidies voor acties in het kader van Horizon Europa, maar veel van deze entiteiten hebben al financiële middelen ontvangen.
In 2024 konden in het Verenigd Koninkrijk gevestigde entiteiten op grond van artikel 22, lid 5, van Verordening (EU) 2021/695 tot vaststelling van Horizon Europa niet deelnemen aan bepaalde in het kader van Horizon Europa verrichte acties die betrekking hebben op strategische activa, belangen, de autonomie of de veiligheid van de EU. Deze uitsluiting van in het Verenigd Koninkrijk gevestigde entiteiten geldt voor 33 acties (van in totaal ongeveer 1000 acties), met name op het gebied van kwantum- en ruimtevaartonderzoek in het kader van het werkprogramma 2023-2024 van Horizon Europa, waarvan er drie worden gefinancierd uit begrotingskredieten voor 2024 en als uitsluitingen uit hoofde van de overeenkomst worden beschouwd.
Een specifieke kwestie waarop de aandacht moet worden gevestigd, zijn de moeilijke omstandigheden waarvoor EU-onderzoekers die middelen uit Horizon Europa ontvangen, zich door de verhoging van de visumtarieven en de gezondheidszorgtoeslag gesteld zien wanneer zij in het kader van dat programma naar het Verenigd Koninkrijk willen gaan. Tijdens de vergadering van de Partnerschapsraad van mei 2024 drong de EU er bij het Verenigd Koninkrijk op aan om terug te keren naar de vorige niveaus van de visumtarieven en gezondheidszorgtoeslag.
Daarnaast heeft het Verenigd Koninkrijk ook geprofiteerd van Copernicus-diensten en hebben de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde entiteiten kunnen deelnemen aan openbaar aanbestedingen in het kader van de Copernicus-component van het ruimtevaartprogramma.
Overeenkomstig artikel 730 van de overeenkomst hebben Eurostat en de statistische autoriteit van het Verenigd Koninkrijk op 9 oktober 2024 een regeling inzake statistische samenwerking ondertekend. In deze regeling is het kader voor de samenwerking tussen Eurostat en het nationaal bureau voor de statistiek van het Verenigd Koninkrijk geregeld, zodat statistische gegevens kunnen worden uitgewisseld die van belang zijn voor de deelname van het Verenigd Koninkrijk aan bepaalde EU-programma’s. Deze regeling moet het gemakkelijker maken om statistische informatie te delen ter ondersteuning van besluitvorming in zowel de EU als het Verenigd Koninkrijk. De regeling is onderdeel van de lopende uitvoering van de overeenkomst.
5.Ontwikkelingen in het recht van het Verenigd Koninkrijk
De Commissie is de ontwikkelingen op wetgevingsgebied in het Verenigd Koninkrijk op de voet blijven volgen, in het bijzonder wat betreft de gevolgen ervan voor de verbintenissen uit hoofde van de overeenkomst.
In dit onderdeel wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen met betrekking tot relevante horizontale wetten van het Verenigd Koninkrijk (onderdeel 5.1) die zien op subsidiecontrole en belastingheffing (onderdeel 5.2) en op arbeids- en sociale normen, milieu en klimaat (onderdeel 5.3). Er wordt gekeken naar de belangrijkste wetsvoorstellen (bills) en vastgestelde wetgeving (acts). Wanneer de betreffende wetgeving is vastgesteld, wordt in het verslag gewezen op het belang ervan voor de overeenkomst. In het verslag wordt niet ingegaan op aankondigingen van beleidsvoornemens en openbare raadplegingen. Hoewel dergelijke aankondigingen een beleidsrichting kunnen aangeven, zou het voorbarig zijn om conclusies te trekken over het belang ervan voor de overeenkomst.
5.1.Sectoroverschrijdende aangelegenheden
Onder de vorige regering van het Verenigd Koninkrijk is wetgeving aangenomen (de Illegal Migration Act 45 en de Safety of Rwanda Act 46 ) om te voorkomen dat personen die illegaal het Verenigd Koninkrijk binnenkomen daar blijven, en hen in plaats daarvan aan te houden en onverwijld uit te zetten, hetzij naar hun land van herkomst, hetzij naar een ander land. Het High Court of Justice van Noord-Ierland heeft op 13 mei 2024 een arrest 47 gewezen waarin werd vastgesteld dat de bepalingen van de Illegal Migration Act onverenigbaar waren met het Windsor-kader (artikel 2, lid 1) en niet langer mochten worden toegepast, en het heeft andere bepalingen onverenigbaar verklaard met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De nieuwe premier van het Verenigd Koninkrijk heeft op 30 januari 2025 een voorstel voor een nieuwe immigratiewet 48 aan het parlement voorgelegd waarmee de Safety of Rwanda Act en bepaalde bepalingen van de Illegal Migration Act worden ingetrokken. De premier deed ook de toezegging dat het Verenigd Koninkrijk zich niet zal terugtrekken uit het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Ondertussen staan de Safety of Rwanda Act en de Illegal Migration Act nog steeds in de wetboeken, hoewel de meeste bepalingen ervan niet zijn uitgevoerd.
Op 23 oktober 2024 heeft de nieuwe regering van het Verenigd Koninkrijk de Data (Use and Access) Bill 49 ingediend. Dit wetsvoorstel strekt onder andere tot de hervorming van bepaalde onderdelen van het kader voor gegevensbescherming van het Verenigd Koninkrijk waarop de Commissie haar besluiten over de toereikendheid van het beschermingsniveau voor persoonsgegevens heeft gebaseerd. Het wetsvoorstel voorziet in wijzigingen op verscheidene gebieden, met name: i) de rechtsgronden voor de verwerking van persoonsgegevens; ii) de regels voor de doorgifte van persoonsgegevens aan andere landen; en iii) de oprichting en werking van de onafhankelijke toezichthoudende autoriteit voor gegevensbescherming. De Commissie zal de ontwikkelingen in het wetgevingsproces blijven volgen.
Het Verenigd Koninkrijk is doorgegaan met de ontwikkeling van zijn binnenlandse post-Brexit-regelgevingskader. Een belangrijke ontwikkeling was de indiening van de Product Regulation and Metrology Bill 50 . Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid van selectieve aanpassing, door middel van updates, aan de product- en metrologienormen van de EU, waar dat van nut is.
5.2.Subsidiecontrole en belastingheffing
De Commissie is de ontwikkelingen met betrekking tot het stelsel van subsidies van het Verenigd Koninkrijk nauwlettend blijven volgen, waarbij met name is gekeken naar: i) de werking van de Subsidy Transparency Database (gegevensbank die subsidieverlening transparant moet maken) van het Verenigd Koninkrijk; ii) de handhavingsactiviteiten van de Subsidy Advice Unit, een afdeling van de mededingings- en marktautoriteit van het Verenigd Koninkrijk die adviseert over subsidies; en iii) de rol van de gerechten van het Verenigd Koninkrijk bij het toezicht op de naleving van subsidieregels.
In dit verband heeft de Commissie kennis genomen van de invoering van nieuwe subsidie-initiatieven, met name het National Wealth Fund 51 , dat tijdens de troonrede van 17 juli 2024 werd aangekondigd, en de Great British Energy Bill 52 . De Commissie blijft er alert op dat de subsidiebepalingen volledig worden nageleefd en dat bedoelde initiatieven geen negatieve effecten hebben op de handel en investeringen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. De Commissie houdt ook nauwlettend de doeltreffendheid van het systeem voor de handhaving van de subsidiecontroleregeling van het Verenigd Koninkrijk in de gaten. De besprekingen hierover maken deel uit van de lopende uitwisselingen in het kader van het Gespecialiseerd Handelscomité voor een gelijk speelveld voor open en eerlijke concurrentie en duurzame ontwikkeling.
Wat belastingheffing betreft, hebben de EU en het Verenigd Koninkrijk, overeenkomstig de Gezamenlijke Politieke Verklaring betreffende de bestrijding van schadelijke belastingregelingen 53 die samen met de overeenkomst werd aangenomen, op 10 oktober 2024 in Brussel de eerste dialoog over de bestrijding van schadelijke belastingregelingen gehouden. Doel van deze dialoog is het bevorderen van discussies over de vormgeving en de uitvoering van internationale normen om schadelijke belastingregelingen te bestrijden, in het bijzonder de normen die zijn ontwikkeld in het kader van BEPS 2.0, een OESO-project voor het tegengaan van grondslaguitholling en winstverschuiving. De bijeenkomst, die gezamenlijk werd voorgezeten door delegaties van de EU en het Verenigd Koninkrijk, bood beide kanten de gelegenheid om ervaringen en vooruitzichten te delen betreffende: i) de eerste en tweede pijler van BEPS 2.0, en ii) parallelle ontwikkelingen bij de Verenigde Naties. Deze constructieve uitwisseling weerspiegelt de verbintenis die in de overeenkomst is aangegaan om met betrekking tot belangrijke mondiale uitdagingen de samenwerking te bevorderen met inachtneming van elkaars bevoegdheden op het gebied van directe belastingen.
5.3.Arbeids- en sociale normen, milieu en klimaat
De EU heeft nauwlettend de ontwikkelingen gevolgd met betrekking tot de Employment Rights Bill (voorstel van wet op de rechten van werknemers), inclusief de aangekondigde intrekking op 6 augustus 2024 van de Strikes (Minimum Services Level) Act 54 . Deze ontwikkelingen werden aangekaart tijdens de vierde vergadering van het Gespecialiseerd Handelscomité voor een gelijk speelveld voor open en eerlijke concurrentie en duurzame ontwikkeling, die werd gehouden op 9 oktober 2024. Tijdens deze vergadering bespraken de EU en het Verenigd Koninkrijk hun lopende samenwerking binnen de Internationale Arbeidsorganisatie en in het bijzonder de ontwikkeling van een nieuw instrument voor het reguleren van platformwerk.
In februari 2024 introduceerde het Verenigd Koninkrijk het vereiste van een verplichte “nettobiodiversiteitswinst” (Biodiversity Net Gain), gericht op natuurherstel door een netto-toename in biodiversiteit van 10 %. Met deze maatregel wordt voor plannings- en vergunningsprocedures een extra milieuvoorwaarde geïntroduceerd. Het potentiële effect hiervan op handel en investeringen is nog onduidelijk.
6.Conclusies
De handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK vormt nog steeds een sterke en doeltreffende basis voor de betrekkingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. Het is een zeer goede overeenkomst die, binnen de rode lijnen die het Verenigd Koninkrijk heeft getrokken, de best mogelijke resultaten oplevert. Hoewel de overeenkomst het EU-lidmaatschap niet vervangt, vormt ze wel een goed compromis waardoor op alle relevante gebieden zinvol wordt samengewerkt.
Zoals uit dit verslag blijkt, heeft de overeenkomst al belangrijke resultaten opgeleverd, maar het volledige potentieel ervan is nog niet benut. Er is nog steeds ruimte voor het vergroten van de effecten ervan en het verdiepen van de samenwerking tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk.
Overeenkomstig de politieke beleidslijnen van de Commissie voor de periode 2024-2029 — waarin wordt benadrukt dat in een mondiale omgeving die wordt gekenmerkt door toenemende concurrentie, de banden met gelijkgestemde partners moeten worden versterkt — is de Commissie vastberaden om voort te bouwen op dit kader. Aangezien de inspanningen van de partijen door de overeenkomst worden afgestemd op deze bredere strategische doelen, speelt deze een sleutelrol bij het bevorderen van de samenwerking met het Verenigd Koninkrijk, doordat ze gedeelde prioriteiten bevorderd en bijdraagt aan een stabiel en constructief partnerschap in een snel veranderend geopolitiek landschap.
Bijlage 1: Vergaderingen van de bij de overeenkomst opgerichte gemengde organen en andere structuren in 2024
Datum | Gemengd orgaan/structuur |
2 februari | Dialoog over terrorismebestrijding: 1e vergadering |
5 maart | Binnenlandse adviesgroep van de EU: 10e vergadering |
20 maart | Visserij (werkgroep): 7e vergadering |
24 april | Geneesmiddelen (werkgroep): 1e vergadering |
16 mei | Partnerschapsraad: 3e vergadering |
16 mei | Motorvoertuigen en -onderdelen (werkgroep): 1e vergadering |
22 mei | Gezamenlijk forum voor financiële regelgeving EU-VK 55 : 2e vergadering |
23 mei | Visserij (gespecialiseerd comité): 8e vergadering |
5 juni | Coördinatie van de sociale zekerheid (gespecialiseerd comité): 4e vergadering |
12 juni | Organische producten (werkgroep): 1e vergadering |
19 juni | Binnenlandse adviesgroep van de EU: 11e vergadering |
31 juli | Visserij (werkgroep): 8e vergadering |
4 september | Luchtvervoer (gespecialiseerd comité): 4e vergadering |
19 september | Binnenlandse adviesgroep van de EU: 12e vergadering |
20 september | Forum voor het maatschappelijk middenveld: 3e vergadering |
24 september | Visserij (gespecialiseerd comité): 9e vergadering |
30 september | Administratieve samenwerking inzake btw en inning van belastingen en rechten (gespecialiseerd handelscomité): 4e vergadering |
3 oktober | Overheidsopdrachten (gespecialiseerd handelscomité): 4e vergadering |
7 oktober | Technische handelsbelemmeringen (gespecialiseerd handelscomité): 4e vergadering |
9 oktober | Gelijk speelveld voor open en eerlijke concurrentie en duurzame ontwikkeling (gespecialiseerd handelscomité): 4e vergadering |
10 oktober | Dialoog over schadelijke belastingregelingen 56 : 1e vergadering |
17 oktober | Douanesamenwerking en oorsprongsregels (gespecialiseerd handelscomité): 4e vergadering |
21 oktober | Sanitaire en fytosanitaire maatregelen (gespecialiseerd handelscomité): 4e vergadering |
23 oktober | Goederen (gespecialiseerd handelscomité): 4e vergadering |
24 oktober | Diensten, investeringen en digitale handel (gespecialiseerd handelscomité): 4e vergadering |
4 november | Samenwerking op het gebied van regelgeving (gespecialiseerd handelscomité): 4e vergadering |
7 november | Energie (gespecialiseerd comité): 5e vergadering |
13 november | Intellectuele eigendom (gespecialiseerd handelscomité): 4e vergadering |
14 november | Wegvervoer (gespecialiseerd comité): 4e vergadering |
21 november | Veiligheid van de luchtvaart (gespecialiseerd comité): 4e vergadering |
5-6 december | Dialoog over cybervraagstukken: 2e vergadering |
11 december | Deelname aan programma’s van de Unie (gespecialiseerd comité): 4e vergadering |
12 december | Binnenlandse adviesgroep van de EU: 13e vergadering |
12 december | Comité voor het handelspartnerschap: 4e vergadering |
13 december | Samenwerking inzake rechtshandhaving en justitie in strafzaken (gespecialiseerd comité): 4e vergadering |
Bijlage 2: Overzicht van de uitvoeringsmaatregelen waarover de Partnerschapsraad het op 16 mei 2024 eens is geworden
Onderwerp | Stand van zaken |
Werkgroep energievoorzieningszekerheid | VOLTOOID: de werkgroep is op 7 november 2024 opgericht door het Gespecialiseerd Comité voor energie. |
Routekaart voor doeltreffende regelingen voor de handel in elektriciteit | VOLTOOID: het Gespecialiseerd Comité voor energie heeft op 7 november 2024 overeenstemming bereikt over de routekaart. |
Overeenkomst betreffende samenwerking in mededingingszaken | BIJNA VOLTOOID: het technisch overleg is eind oktober 2024 afgerond 57 . Zowel in de EU als het Verenigd Koninkrijk lopen de ratificatieprocedures voor de formele bekrachtiging. |
Toegang van het Verenigd Koninkrijk tot het EU-systeem voor snelle waarschuwingen voor gevaarlijke non-foodproducten (Safety Gate) | LOOPT NOG: het technisch overleg is nog aan de gang. |
Gezamenlijk actieplan van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) en de tegenhanger van het ECDC in het Verenigd Koninkrijk | VOLTOOID: het gezamenlijk actieplan is op 15 juli 2024 operationeel geworden. |
Toegang van het Verenigd Koninkrijk tot gegevens uit kentekenregister | LOOPT NOG: momenteel wordt het voorbereidende werk verricht. Op 20 mei overlegde het Verenigd Koninkrijk een gereedheidsbrief houdende een verklaring dat was voldaan aan de verplichtingen uit hoofde van deel III, titel II, van de overeenkomst. De bevoegde werkgroepen van de Raad initieerden vervolgens de evaluatieprocedure overeenkomstig artikel 540 van de overeenkomst. |
Regelingen voor de uitwisseling van informatie over vervoersmanagers en ondernemers van goederenvervoer over de weg | LOOPT NOG: er zijn twee besluiten van het Gespecialiseerd Comité voor het wegvervoer nodig, betreffende respectievelijk een gemeenschappelijke lijst van overtredingen en de voorwaarden voor het opnieuw koppelen van het Verenigd Koninkrijk aan de European Registers of Road Transport Undertakings (ERRU). |
Bijlage 3: Besluiten en aanbevelingen van de Partnerschapsraad of de bij de overeenkomst ingestelde comités die in 2024 zijn aangenomen
Datum | Besluit of aanbeveling |
5 april | Besluit nr. 1/2024 van het Gespecialiseerd Comité voor energie over richtsnoeren voor kaders voor samenwerking tussen respectievelijk ENTSB-E en de transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit van het Verenigd Koninkrijk, ENTSB-G en de transmissiesysteembeheerders voor gas van het Verenigd Koninkrijk, en ACER en de regelgevingsinstantie in het Verenigd Koninkrijk die is aangewezen overeenkomstig artikel 310 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst (GEMA en Utility Regulator) 58 |
5 juni | Aanbeveling nr. 1/2024 van het Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid wat betreft nadere richtsnoeren voor de uitvoering van het Protocol betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst (het protocol) betreffende de interpretatie van artikel SSC.11 van het protocol inzake de wetgeving die van toepassing is op gedetacheerde werknemers en zelfstandigen die tijdelijk buiten de bevoegde staat werken 59 |
30 september | Besluit nr. 1/2024 van het Gespecialiseerd Handelscomité voor administratieve samenwerking inzake btw en inning van belastingen en rechten tot wijziging van Besluit nr. 4/2023 betreffende standaardformulieren voor de verstrekking en doorgifte van inlichtingen en statistische gegevens via het gemeenschappelijk communicatienetwerk en de uitvoeringsvoorschriften voor de organisatie van contacten tussen centrale verbindingsbureaus en verbindingsdiensten 60 |
5 november | Besluit nr. 1/2024 van de Partnerschapsraad tot wijziging van bijlage 3 bij de overeenkomst (productspecifieke oorsprongsregels) 61 |
7 november | Besluit nr. 2/2024 van het Gespecialiseerd Comité voor energie betreffende de oprichting van een werkgroep betreffende energievoorzieningszekerheid 62 |
8 november | Besluit nr. 1/2024 van het Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid inzake de wijziging van bepaalde bijlagen bij het Protocol betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid 63 |
19 december | Aanbeveling nr. 1/2024 van het Gespecialiseerd Comité voor energie aan elke partij betreffende de voorbereiding van technische procedures voor het efficiënte gebruik van elektriciteitsinterconnectoren 64 |
(1)
Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (PB L 149 van 30.4.2021, blz. 10, ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2021/689(1)/oj ).
(2)
Besluit (EU) 2021/689 van de Raad van 29 april 2021 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, en van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens (PB L 149 van 30.4.2021, blz. 2, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2021/689/oj ).
(3)
Vergaderingen van de Partnerschapsraad EU-Verenigd Koninkrijk en gespecialiseerde comités in het kader van de overeenkomst: https://ec.europa.eu/info/strategy/relations-non-eu-countries/relations-united-kingdom/eu-uk-trade-and-cooperation-agreement/meetings-eu-uk-partnership-council-and-specialised-committees-under-trade-and-cooperation-agreement_en .
(4)
De notulen van de vergadering zijn te vinden op: https://commission.europa.eu/publications/third-meeting-partnership-council-established-eu-uk-trade-and-cooperation-agreement_en .
(5)
Het Border Target Operating Model bevat de spelregels voor de nieuwe invoerregeling van het Verenigd Koninkrijk.
(6)
Notulen van de vergaderingen: https://www.eesc.europa.eu/en/sections-other-bodies/other/eu-domestic-advisory-group-under-eu-uk-tca/events .
(7)
https://ec.europa.eu/assets/sg/complaint_eu_uk_tca/complaints_en/ en https://trade.ec.europa.eu/access-to-markets/en/content/single-entry-point-0 .
(8)
Deze klachten gingen bijvoorbeeld over het feit dat EU-landbouwsubsidies niet beschikbaar zijn voor bedrijven in Noord-Ierland en dat burgers van het Verenigd Koninkrijk die in de EU wonen recht hebben op een uitkering van de Britse staat, dan wel over kwesties die geen verband houden met de betrekkingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk, zoals problemen aan andere grensovergangen dan die met het Verenigd Koninkrijk en moeilijkheden bij het verkrijgen van informatie van de douaneautoriteiten over het vervoer van goederen door Wit-Rusland.
(9)
Dit zijn de cijfers voor 2023.
(10)
Het preferentiegebruik is het deel van de in- of uitvoer dat onder een handelspreferentie valt als percentage van de totale waarde van de in- of uitvoer die per partnerland in aanmerking komt voor preferentiële behandeling.
(11)
Zie voor nadere informatie over de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomsten van de EU het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de uitvoering en de handhaving van het handelsbeleid van de EU: https://policy.trade.ec.europa.eu/enforcement-and-protection/implementing-and-enforcing-eu-trade-agreements_en .
(12)
De lidstaten en het Verenigd Koninkrijk hadden tot op dat moment regelmatig gegevens gerapporteerd zodat het gebruik van de tijdelijke maatregelen op grond van het btw-protocol kon worden beoordeeld.
(13)
Besluit nr. 1/2024 van de Partnerschapsraad tot wijziging van bijlage 3 bij de overeenkomst (productspecifieke oorsprongsregels) (PB L, 2024/2837, 5.11.2024, ELI: https://eur-lex.europa.eu/eli/dec/2024/2837/oj ).
(14)
Op de website van de regering van het Verenigd Koninkrijk wordt per type goederen bekendgemaakt wat het controlepercentage is, maar het is nog steeds onduidelijk in welke mate deze percentages worden toegepast. Er worden nog geen grenscontroles uitgevoerd op levende dieren (ingedeeld in de hoog-risicocategorie), vanwege de afwezigheid van erkende grenscontroleposten in zeehavens die zijn aangewezen voor dergelijke controles. Ook vinden nog geen grenscontroles plaats voor zendingen vanaf het eiland Ierland, omdat aan de westkust van Groot-Brittannië nog geen grenscontroleposten bestaan.
(15)
Kort vóór het verstrijken van de deadline van 31 oktober 2024 waarna het verplicht zou worden om een douaneverklaring inzake veiligheid en beveiliging in te dienen, werd de aanvangsdatum van de toepassing van dit vereiste opnieuw door het Verenigd Koninkrijk uitgesteld, ditmaal tot 31 januari 2025. De vertragingen bij de invoering van controles op de invoer in de EU en de EVA van levende dieren en van controles op niet in aanmerking komende goederen uit Ierland zullen naar verwachting tot de zomer van 2025 duren. Tot die tijd blijven de bestaande procedures van kracht.
(16)
Een CE-markering is een certificering waarmee wordt aangegeven dat een product door de fabrikant is beoordeeld en wordt geacht in overeenstemming te zijn met de toepasselijke veiligheids-, gezondheids- en milieubeschermingseisen van de EU. De CE-markering is vereist voor producten die om het even waar in de wereld zijn gemaakt en dan in de EU in de handel worden gebracht.
(17)
Tenzij anders vermeld, zijn alle cijfers gebaseerd op gegevens van Eurostat: https://ec.europa.eu/eurostat/web/international-trade-in-goods/overview .
(18)
In dit verslag wordt 2019 gebruikt als benchmark, omdat de cijfers van dat jaar betrekking hebben op een situatie waarin de EU en het Verenigd Koninkrijk nog handel dreven onder de voorwaarden van de interne markt en omdat de cijfers nog niet beïnvloed waren door de covidpandemie. In 2019 werd bij het opmaken van de handelscijfers nog uitgegaan van de statistisch concepten van de EU-lidstaten. Sinds januari 2021 wordt van de handel met het Verenigd Koninkrijk en die met Noord-Ierland verslag gedaan in afzonderlijke verslagen, waarbij voor het Verenigd Koninkrijk de statistische concepten voor extra-EU-handel en voor Noord-Ierland de statistische concepten voor intra-EU-handel worden gebruikt. Eurostat publiceert de cijfers over de goederenhandel met het Verenigd Koninkrijk in zijn gegevensreeksen over extra-EU-transacties.
(19)
House of Commons (2024), Statistics on UK-EU trade. Beschikbaar op: https://commonslibrary.parliament.uk/research-briefings/cbp-7851/ .
(20)
In de vergadering van de Partnerschapsraad van 16 mei 2024, de vergadering van het Gespecialiseerd Handelscomité voor diensten, investeringen en digitale handel van 24 oktober 2024 en de vergadering van het Comité voor het handelspartnerschap van 12 december 2024.
(21)
Service Supplier (Global Business Mobility) Visa.
(22)
Zoals toegelicht in het vorige verslag, was het voorstel dat in de aanvankelijke gezamenlijke aanbeveling van oktober 2022 was verwoord, onevenwichtig en nadelig voor EU-architecten.
(23)
De Commissie is belast met bepaalde uitvoerings- en handhavingstaken op grond van Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten (digitaledienstenverordening) (PB L 277 van 27.10.2022, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2022/2065/oj ).
(24)
Tenzij anders vermeld, zijn alle cijfers gebaseerd op gegevens van Eurostat: https://ec.europa.eu/eurostat/web/balance-of-payments/overview en https://ec.europa.eu/eurostat/web/international-trade-in-services/overview .
(25)
House of Commons (2024), Statistics on UK-EU trade. Beschikbaar op: https://commonslibrary.parliament.uk/research-briefings/cbp-7851/ .
(26)
De soorten diensten die onder “overige” vallen, zijn: SA — veredeling van fysieke input die eigendom is van derden, SB — onderhouds- en reparatiediensten, SE — bouw, SK — persoonlijke, culturele en recreatieve diensten, SL — overheidsgoederen en -diensten en niet onderverdeelde diensten.
(27)
Persbericht: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_24_5468 .
(28)
Besluit nr. 2/2024 van het Gespecialiseerd Comité voor energie: 741b6df6-7270-4cb1-b00e-9ac18a1e12b7_en .
(29)
Memorandum van overeenstemming inzake samenwerking op het gebied van hernieuwbare offshore-energie tussen de deelnemers aan de North Seas Energy Cooperation (NSEC), enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds: https://circabc.europa.eu/ui/group/9198696f-e42c-4a88-b4f1-7a1788eb9b7c/library/6eba274d-4cae-4e40-b9b7-c9775812803a/details .
(30)
Besluit nr. 1/2024 van het Gespecialiseerd Comité voor energie (PB L, 2024/1550, 31.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1550/oj ).
(31)
Het Europese Netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit en het Europese Netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas in de EU en de transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit en gas in het Verenigd Koninkrijk.
(32)
Het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators en de regelgevingsinstantie in het Verenigd Koninkrijk.
(33)
Zie bijlage C bij de notulen van de vergadering van het Gespecialiseerd Comité voor energie van 7 november 2024: https://commission.europa.eu/document/download/02c700d0-3e75-4af0-ae45-119983d9cf6c_en?filename=20241107-eu-uk-sce-5th-meeting-final-en.pdf .
(34)
Aanbeveling nr. 1/2024 van het Gespecialiseerd Comité voor energie: 388d6f57-7f4a-46b1-802f-7ea585673517_en .
(35)
De volgende lidstaten hebben een bilaterale overeenkomst gesloten met het Verenigd Koninkrijk: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Slovenië, Slowakije, Tsjechië en Zweden.
(36)
https://www.gov.uk/government/news/nature-recovery-to-be-accelerated-as-the-government-delivers-on-measures-to-protect-land-and-sea .
(37)
https://www.gov.scot/publications/sandeel-prohibition-fishing-scotland-order-2024-final-business-regulatory-impact-assessment/ .
(38)
Meer informatie over het geschil is te vinden in het persbericht van april 2024 over de start van het overleg ( https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/fen/ip_24_2050 ) en in het Daily News van 25 oktober 2024 over het verzoek van de EU tot instelling van een scheidsgerecht
( https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/mex_24_5470 ).
(39)
Zie persbericht: https://oceans-and-fisheries.ec.europa.eu/news/eu-and-uk-agree-fishing-opportunities-2025-worth-eu14-billion-eu-fishers-2024-12-09_en .
(40)
Aanbeveling nr. 1/2024 van het Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid (PB L, 2024/1754, 24.6.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2024/1754/oj ).
(41)
Besluit nr. 1/2024 van het Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid (PB L, 2024/3002, 8.11.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/3002/oj ).
(42)
België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Hongarije, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië en Zweden.
(43)
Zie het verslag van vorig jaar voor aanvullende informatie over de associatieprocedure.
(44)
Het Verenigd Koninkrijk heeft ook toegang gekregen tot de diensten van de component EU-ruimtebewaking en -monitoring van het ruimtevaartprogramma.
(45)
Illegal Migration Act 2023: https://www.legislation.gov.uk/ukpga/2023/37 .
(46)
Safety of Rwanda (Asylum and Immigration) Act 2024: https://www.legislation.gov.uk/ukpga/2024/8 .
(47)
Samenvatting van het arrest — In re NIHRC and JR 295 (Illegal Migration Act 2023): https://www.judiciaryni.uk/judicial-decisions/summary-judgment-re-nihrc-and-jr-295-illegal-migration-act-2023 .
(48)
Border Security, Asylum and Immigration Bill: https://bills.parliament.uk/bills/3929 .
(49)
Data (Use and Access) Bill [HL]: https://bills.parliament.uk/bills/3825 . De Data Protection and Digital Information (No 2) Bill van de vorige regering wordt niet ingediend bij het parlement.
(50)
Product Regulation and Metrology Bill [HL]: https://bills.parliament.uk/bills/3752 .
(51)
Het National Wealth Fund werd aangekondigd in de troonrede van 17 juli 2024. Het doel van het National Wealth Fund is om via publiek-private partnerschappen private investeringen aan te trekken voor de transitie van het Verenigd Koninkrijk naar schone energie. Het zal een totale kapitalisatie hebben van 27,8 miljard GBP.
(52)
Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid voor de minister van Energiezekerheid en Nettonul om een onderneming aan te wijzen als “Great British Energy”. Great British Energy wordt een onderneming die volledig eigendom is van de Britse staat. Deze staatsonderneming krijgt de volgende doelstellingen: het faciliteren en stimuleren van en deelnemen aan de productie, distributie, opslag en levering van schone energie; het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen afkomstig van fossiele energie; het verbeteren van de energie-efficiëntie; en het nemen van maatregelen om energiezekerheid te waarborgen.
(53)
PB L 444 van 31.12.2020, blz. 1475, ELI: http://data.europa.eu/eli/declar/2020/2252/oj .
(54)
https://www.gov.uk/government/news/public-services-back-on-track-as-strikes-act-to-be-repealed .
(55)
Overeenkomstig de Gezamenlijke Verklaring over regelgevingssamenwerking op het gebied van financiële diensten tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk, door de partijen afgelegd bij gelegenheid van de sluiting van de overeenkomst.
(56)
Overeenkomstig de Gezamenlijke Politieke Verklaring betreffende de bestrijding van schadelijke belastingregelingen, door de partijen afgelegd bij gelegenheid van de sluiting van de overeenkomst.
(57)
Persbericht: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_24_5468 .
(58)
PB L, 2024/1550, 31.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1550/oj .
(59)
PB L, 2024/1754, 24.6.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2024/1754/oj .
(60)
PB L, 2024/2736, 24.10.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/2736/oj .
(61)
PB L, 2024/2837, 6.11.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/2837/oj .
(62)
Besluit nr. 2/2024 van het Gespecialiseerd Comité voor energie: 741b6df6-7270-4cb1-b00e-9ac18a1e12b7_en .
(63)
PB L, 2024/3002, 8.11.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/3002/oj .
(64)
Aanbeveling nr. 1/2024 van het Gespecialiseerd Comité voor energie: 388d6f57-7f4a-46b1-802f-7ea585673517_en .