Artikelen bij COM(1997)173 - Sluiting van Protocol nr. … bij de Overeenkomst met Tsjechië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(1997)173 - Sluiting van Protocol nr. … bij de Overeenkomst met Tsjechië.
document COM(1997)173 NLEN
datum 20 oktober 1997


Artikel 1

Protocol nr. . . . bij de Europa-overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tsjechië, anderzijds, wordt hierbij namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van het protocol is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De Voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is Protocol nr. . . . namens de Europese Gemeenschap te ondertekenen.

De Voorzitter van de Raad zal namens de Europese Gemeenschap meedelen dat alle procedures zijn afgewikkeld.

Artikel 3

De Commissie is gemachtigd de overeenkomsten te sluiten die vereist zijn voor de aanpassing van de bijlagen in overeenstemming met de ofwel bij artikel 13 van Richtlijn 64/432/EEG, ofwel bij artikel 16 van Richtlijn 77/93/EEG vastgestelde procedures.


(1) PB nr. L 360 van 31. 12. 1994, blz. 1.


BIJLAGE


PROTOCOL Nr. . . . inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen en maatregelen voor het welzijn van dieren bij het handelsverkeer

DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

(hierna 'de Gemeenschap' te noemen),

enerzijds,

en

DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

(hierna 'Tsjechië' te noemen),

anderzijds,

OPNIEUW BEVESTIGEND dat één van de doelstellingen van de op 4 oktober 1993 ondertekende Europa-overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds, (hierna 'Europa-overeenkomst' te noemen) bestaat in het geleidelijk tot stand brengen, tussen de Gemeenschap en Tsjechië (hierna 'de partijen' te noemen), van een vrijhandelszone, en dat in deze context een protocol inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen en maatregelen voor het welzijn van dieren bij het handelsverkeer een bijdrage kan leveren aan het bespoedigen van dit proces door de handel tussen de partijen verder te ontwikkelen;

ZICH ERVAN BEWUST dat de geleidelijke harmonisatie van de sanitaire en fytosanitaire maatregelen en van de maatregelen voor het welzijn van dieren een bijdrage kan leveren aan het uiteindelijke doel, namelijk dat Tsjechië lid wordt van de Gemeenschap, en dat het in afwachting van de voltooiing van dat proces dienstig is tussen de twee partijen een protocol inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen en maatregelen voor het welzijn van dieren bij het handelsverkeer te sluiten teneinde de handel te vergemakkelijken;

WENSENDE de handel te vergemakkelijken tussen de Gemeenschap en Tsjechië, enerzijds in levende dieren en dierlijke producten, zonder daarbij de volksgezondheid, de diergezondheid en het welzijn van dieren in gevaar te brengen en met inachtneming van de verwachtingen van de consument ten aanzien van de deugdelijkheid van levensmiddelen, en anderzijds in planten, plantaardige producten en andere voorwerpen, zonder de gezondheid van planten in gevaar te brengen;

VASTBESLOTEN ten volle rekening te houden met de risico's voor insleep of verspreiding van ziekten en plagen en met de maatregelen die zijn vastgesteld voor de bestrijding en/of de uitroeiing van ziekten en plagen, en met name verstoringen van het handelsverkeer te voorkomen;

AANVAARDENDE dat de door de partijen vastgestelde maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied ten doel hebben dezelfde mate van bescherming te bieden;

OVERWEGENDE dat het, gezien het belang van het welzijn van dieren bij de handel en het verband met veterinaire aangelegenheden, passend is dit aspect in dit protocol op te nemen;

OVERWEGENDE dat de erkenning van de gelijkwaardigheid geleidelijk kan verlopen en dat indien nodig technische en financiële bijstand, als bedoeld in de Europa-overeenkomst, kan worden verleend voor problemen waarop het onderhavige protocol betrekking heeft;

OVERWEGENDE dat de gelijkwaardigheid moet worden erkend in overeenstemming met de interne procedures en besluitvorming van de betrokken partijen en dat aan deze procedures niet wordt geraakt door de maatregelen en doelstellingen van dit protocol;

WENSENDE uitvoering te geven aan de Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen van de Wereldhandelsorganisatie, in het bijzonder met betrekking tot de erkenning van de gelijkwaardigheid van bepaalde sanitaire en fytosanitaire maatregelen,

HEBBEN BESLOTEN het volgende protocol te sluiten en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen:

DE EUROPESE GEMEENSCHAP

DE TSJECHISCHE REPUBLIEK

DIE ALS VOLGT ZIJN OVEREENGEKOMEN:

HOOFDSTUK I -

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 - Doel en werkingssfeer

1. Dit protocol heeft tot doel het handelsverkeer tussen de Gemeenschap enerzijds en Tsjechië anderzijds van levende dieren, dierlijke producten, planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit het grondgebied van de partijen te vergemakkelijken in afwachting dat de in titel V, hoofdstuk III, van de Europa-overeenkomst bedoelde onderlinge aanpassing van wetten voor de terreinen die binnen de werkingssfeer van dit protocol vallen, is voltooid.

2. Daartoe worden hierbij overgangsmaatregelen vastgesteld op basis van de regionalisatieprincipes, de erkenning van de gelijkwaardigheid en alle andere in dit verband dienstig geachte maatregelen.

3. Dit protocol is uitsluitend van toepassing op de voorschriften inzake diergezondheid, volksgezondheid, welzijn van dieren en gezondheid van planten in het kader van het handelsverkeer tussen de partijen voor de in artikel 2 omschreven producten.

Artikel 2 - Definities

In dit protocol wordt verstaan onder:

a) levende dieren:

de in bijlage I, deel A, punt 1, genoemde levende dieren, met uitzondering van gezelschapsdieren - behalve paardachtigen - die reizigers voor niet-commerciële doeleinden vergezellen;

b) dierlijke producten:

de in bijlage I, deel A, punt 2, genoemde producten van dierlijke oorsprong;

c) planten:

de in bijlage I, deel B, punt 1, genoemde levende planten en levende delen daarvan, met inbegrip van zaden;

d) plantaardige producten:

producten van plantaardige oorsprong, die niet zijn verwerkt of die een eenvoudige behandeling hebben ondergaan voorzover het geen planten betreft die zijn vermeld in bijlage I, deel B, punt 1;

e) andere materialen:

groeimedium, verpakkingsmateriaal, met uitzondering van verpakkingsmateriaal van plantaardige producten, en ander materiaal als vermeld in bijlage I, deel B, punt 2;

f) plagen:

plagen van planten of van plantaardige producten, die deel uitmaken van het dieren- of het plantenrijk of die behoren tot de bacteriën, virussen, mycoplasma's of andere pathogenen;

g) handelsverkeer tussen de partijen:

uitvoer, invoer en ook doorvoer voorzover de veterinaire en fytosanitaire controles en inspecties aan de grenzen worden verricht, en bovendien alle grensoverschrijdende verplaatsingen van producten als bedoeld onder a) tot en met e);

h) sanitaire en fytosanitaire maatregelen:

maatregelen als omschreven in bijlage A, punt 1, bij de Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SFM) van de Wereldhandelsorganisatie (WTO);

i) bevoegde autoriteiten:

als omschreven in bijlage II;

j) invoer- en doorvoerprocedures:

als omschreven in bijlage VII;

k) welzijn van dieren in het handelsverkeer:

als omschreven in bijlage VIII;

l) grondgebied van de lidstaten:

als omschreven in bijlage I bij Richtlijn 90/675/EEG van de Raad (sanitair) en in artikel 1 van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad (fytosanitair).

HOOFDSTUK II -

VOORSCHRIFTEN VOOR HET HANDELSVERKEER

Artikel 3 - Ziekten of plagen

1. a) Het handelsverkeer van levende dieren en dierlijke producten tussen het grondgebied van Tsjechië en het grondgebied van de lidstaten van de Europese Gemeenschap is toegestaan op voorwaarde dat geen van de in bijlage III, deel A, vermelde ziekten voorkomt en dat de terzake geldende voorwaarden van artikel 7 in acht worden genomen.

De bovenbedoelde beperkingen gelden alleen voor dieren die vatbaar zijn voor een bepaalde ziekte, of voor van dergelijke dieren afkomstige producten die een risico vormen.

Als echter een van de in bijlage III, deel A, vermelde ziekten voorkomt op het grondgebied van Tsjechië of van de lidstaten van de Europese Gemeenschap, zijn de bepalingen van artikel 4 en van de bijlagen V of VI van toepassing.

b) Wanneer een van de partijen van oordeel is dat haar grondgebied of een deel daarvan een bijzondere status heeft ten aanzien van een specifieke ziekte, kan zij om erkenning van die status verzoeken. De betrokken partij kan, op grond van de erkende status, eveneens verzoeken om aanvullende of specifieke garanties voor de invoer van levende dieren en dierlijke producten. Deze garanties ten aanzien van specifieke ziekten worden vermeld in bijlage V, deel A, of bijlage VI, deel A.

2. a) Voor het handelsverkeer tussen de partijen van planten, plantaardige producten en andere materialen verklaren de partijen dat ervan wordt uitgegaan dat de betrokken planten, plantaardige producten en andere materialen vrij zijn van de in bijlage III, deel B, bedoelde plagen op voorwaarde dat aan de terzake geldende voorwaarden van artikel 7 wordt voldaan.

b) Wanneer een van de partijen van oordeel is dat zij een bijzondere status heeft ten aanzien van een specifieke plaag, kan zij om erkenning van die status verzoeken. De betrokken partij kan, op grond van de erkende status, eveneens verzoeken om aanvullende of specifieke garanties voor de invoer van planten, plantaardige producten en andere materialen. Deze bijzondere status en deze garanties ten aanzien van specifieke plagen worden vermeld in bijlage V, deel B, of bijlage VI, deel B.

Artikel 4 - Regionalisatie

a) In afwijking van artikel 3 wordt de uitvoer van levende dieren en dierlijke producten uit een 'vrije' zone toegestaan. Dergelijke vrije zones kunnen voor de in bijlage III, deel A, vermelde ziekten worden erkend met inachtneming van de aanbevelingen van de in artikel 16 bedoelde instanties en overeenkomstig de in bijlage IV vermelde en in de respectieve wetgevingen van de partijen vastgestelde criteria. Volgens dezelfde procedure kunnen landen of zones worden erkend waar bepaalde ziekten weinig voorkomen, volgens de normen van het OIE of andere internationale normen.

b) Voor het handelsverkeer van planten, plantaardige producten en andere materialen wordt eveneens rekening gehouden met het bestaan van plagenvrije gebieden of van beschermde gebieden. Dergelijke plagenvrije gebieden en beschermde gebieden kunnen worden erkend met inachtneming van de aanbevelingen van de in artikel 16 bedoelde instanties en overeenkomstig de in bijlage IV vermelde en in de respectieve wetgevingen van de partijen vastgestelde criteria.

Artikel 5 - Gelijkwaardigheid

1. De partijen erkennen de gelijkwaardigheid van maatregelen, al dan niet identiek, die dezelfde mate van bescherming bieden op het gebied van de gezondheid en het welzijn van de dieren in het handelsverkeer.

De gelijkwaardigheid geldt met betrekking tot maatregelen op wettelijk, sanitair en fytosanitair gebied voor sectoren of delen van sectoren, en regelingen inzake inspecties, controle, bestrijding, onderzoek en certificering of delen van dergelijke regelingen, en met betrekking tot specifieke eisen op het gebied van wetgeving, inspectie en/of hygiëne.

2. De erkenning van de gelijkwaardigheid vereist een evaluatie en aanvaarding van:

- de structuur, toegelicht aan de hand van de nodige bewijsstukken, van de betrokken bevoegde autoriteit(en), de hiërarchische opbouw, de bevoegdheden, de toegepaste procedures en de beschikbare middelen;

- de wetgeving en de bevoegdheden, normen, certificaten en procedures, alsmede de programma's die een controle mogelijk moeten maken en moeten garanderen dat aan de nationale eisen en aan de eisen van de importerende landen wordt voldaan;

- de taak van de betrokken bevoegde autoriteit ten aanzien van het controleprogramma en de garanties terzake.

Bij deze evaluatie wordt rekening gehouden met de opgedane ervaring.

Artikel 6 - Tenuitvoerlegging van de gelijkwaardigheid

1. De sanitaire, fytosanitaire en welzijnsmaatregelen voor de in bijlage V vermelde sectoren of delen van sectoren worden als gelijkwaardig erkend. De partijen treffen, voorzover dat onder hun bevoegdheden valt, de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de gelijkwaardigheid uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van dit protocol.

2. Voor de in bijlage VI, deel A, punt 1, en deel B, punt 1, vermelde sectoren of delen van sectoren staan verschillen inzake sanitaire, fytosanitaire en welzijnsmaatregelen de onmiddellijke erkenning van de gelijkwaardigheid in de weg. De in deze bijlage bedoelde maatregelen worden genomen om uiterlijk op de volgens de procedure van artikel 16 vastgestelde datum een evaluatie te kunnen maken met betrekking tot de erkenning van de gelijkwaardigheid. De partijen treffen, voorzover dat onder hun bevoegdheden valt, de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de gelijkwaardigheid uiterlijk drie maanden na de datum van erkenning.

3. Verder overleg is vereist om te bepalen welke maatregelen nodig zijn voor het aantonen en het erkennen van de gelijkwaardigheid van de sanitaire, fytosanitaire en welzijnsmaatregelen voor de in bijlage VI, deel A, punt 2, en deel B, punt 2, vermelde sectoren of delen van sectoren.

Artikel 7 - Voorwaarden voor het handelsverkeer

1. Voor de in artikel 6, lid 1, bedoelde sectoren of delen van sectoren gelden ten aanzien van het handelsverkeer de in bijlage V vastgestelde voorwaarden.

2. Voor de in artikel 6, lid 2, bedoelde sectoren of delen van sectoren gelden - totdat de gelijkwaardigheid is erkend - ten aanzien van het handelsverkeer de respectieve wetgeving, voorwaarden of voorschriften als bedoeld in bijlage VI.

3. Voor de in artikel 6, lid 3, bedoelde sectoren of delen van sectoren - totdat de gelijkwaardigheid is erkend - en voor de sectoren of delen van sectoren die niet onder dit protocol vallen, gelden ten aanzien van het handelsverkeer de voorwaarden die zijn vastgesteld door de betrokken landen.

4. In afwijking van artikel 7, leden 2 en 3, zijn voor het handelsverkeer tussen de partijen alleen voor de in bijlage I, deel B, vermelde planten, plantaardige producten en andere materialen fytosanitaire certificaten nodig.

5. De partijen kunnen gezamenlijk de beginselen en richtsnoeren voor de veterinaire certificering vaststellen. Deze beginselen worden opgenomen in bijlage V, deel A, zodra de partijen de betrokken maatregelen hebben genomen in overeenstemming met hun interne procedures.

Artikel 8 - Controles bij invoer

1. Bij invoer of doorvoer van levende dieren wordt bij alle zendingen in de inspectieposten aan de grens een veterinaire controle verricht. De aard van de controles wordt vastgesteld in bijlage VII, deel A, punt 1, onder i).

2. Bij invoer of doorvoer van de in bijlage I, deel A, punt 2, genoemde dierlijke producten worden in de inspectieposten aan de grens de in bijlage VII, deel A, punt 1, onder ii), en deel A, punt 2, vastgestelde veterinaire controles verricht. De partijen treffen, voorzover dat onder hun bevoegdheden valt, de nodige maatregelen voor de tenuitvoerlegging van met name de frequentie van deze materiële controles drie maanden na de inwerkingtreding van dit protocol.

3. Bij de invoer van planten, plantaardige producten en andere materialen die onder dit protocol vallen, worden de in bijlage VII, deel B, punt 1, vastgestelde fytosanitaire controles verricht. De partijen treffen, voorzover dat onder hun bevoegdheden valt, de nodige maatregelen voor de tenuitvoerlegging van met name de frequentie van deze materiële controles drie maanden na de inwerkingtreding van dit protocol.

4. De partijen kunnen, voorzover dat onder hun bevoegdheden valt, de frequenties aanpassen, hetzij op basis van de vooruitgang die is gemaakt overeenkomstig bijlage VI, hetzij op basis van andere in dit protocol vastgestelde maatregelen of overlegprocedures.

5. Bijzondere invoercontroles voor het lokale handelsverkeer in de nabijheid van de grens van beide partijen kunnen door de partijen worden vastgesteld overeenkomstig de principes van dit protocol.

Artikel 9 - Retributies voor keuringen en controles

1. Wanneer retributies worden geïnd voor de kosten in verband met veterinaire en fytosanitaire controles bij de invoer en doorvoer van levende dieren, dierlijke producten, planten, plantaardige producten en andere materialen of van groepen daarvan, worden zij op uniforme wijze toegepast op zendingen van dezelfde aard.

2. Deze retributies dienen billijk te zijn in vergelijking met de retributies die worden geïnd voor soortgelijke producten uit eigen land en mogen niet hoger zijn dan de werkelijke kosten van de verrichte controles.

HOOFDSTUK III -

KEURINGS- EN CONTROLEPROCEDURES

Artikel 10

1. Elke partij heeft het recht keuringen en controles te verrichten, met name:

a) controle van de door de bevoegde autoriteiten toegepaste overeenstemmingsprogramma's/auditprogramma's;

b) controle op de wijze waarop de controles in het land of de lidstaat van uitvoer worden verricht (controles ter plaatse);

c) periodieke evaluatie van de mate waarin het controleprogramma in zijn geheel in overeenstemming is met de overeengekomen eisen;

d) onderzoek naar fraudegevallen in de veterinaire en de fytosanitaire sector;

e) controles op de zendingen bij invoer.

2. Voor de Gemeenschap:

- verricht de Commissie van de Europese Gemeenschappen, daarin eventueel bijgestaan door deskundigen van de lidstaten, de in lid 1, onder a), b), c en d), vastgestelde controles;

- verrichten de lidstaten, daarin eventueel bijgestaan door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, de in lid 1, onder d) en e), vastgestelde controles.

3. Voor Tsjechië verrichten de Tsjechische autoriteiten de in lid 1 vastgestelde controles.

4. De regelingen voor het verrichten van de keuringen en controles worden vastgesteld door de (in artikel 16 bedoelde) instanties en de betrokken bevoegde autoriteiten zien erop toe dat de nodige bijstand wordt verleend en dat alle inrichtingen en documenten toegankelijk zijn om de in lid 1 bedoelde keuringen en controles doelmatig en naar behoren te doen verlopen. Ook kan worden overeengekomen gezamenlijke sanitaire controles aan de grens te verrichten.

HOOFDSTUK IV -

BEPALINGEN INZAKE MELDINGEN EN VRIJWARINGSCLAUSULE

Artikel 11

1. De partijen melden aan elkaar:

a) - binnen 24 uur, belangrijke wijzigingen inzake de gezondheidsstatus, met name de aanwezigheid en de ontwikkeling van ziekten die zijn vermeld in lijst A van het Internationaal Bureau voor Besmettelijke Veeziekten (OIE);

- op het grondgebied geconstateerde uitbraken, andere dan de in het eerste streepje bedoelde uitbraken, van zoönosen, ziekten of andere verschijnselen die een ernstige bedreiging kunnen vormen voor de gezondheid van mens en dier;

- eventuele aanvullende maatregelen die, naast de normale sanitaire maatregelen, worden getroffen voor de bestrijding en/of de uitroeiing van een ziekte, en eventuele wijzigingen in het vaccinatiebeleid;

b) - onverwijld, belangrijke wijzigingen in de fytosanitaire status, met name de aanwezigheid en de ontwikkeling van plagen die zijn vermeld in bijlage III, deel B;

- onverwijld, op fytosanitair gebied gedane constateringen met betrekking tot nieuwe plagen die volgens de definitie van artikel II, lid 2, van het Internationaal Verdrag voor de Bescherming van Planten als 'quarantaineziekten' worden beschouwd en die niet onder dit protocol vallen;

- eventuele wijzigingen in de fytosanitaire maatregelen die, naast de normale fytosanitaire maatregelen, zijn getroffen voor de bestrijding en/of de uitroeiing van plagen;

c) - informatie inzake fraudegevallen, op voorwaarde dat het niet gaat om informatie sub judice; in dat geval worden alleen algemene gegevens gemeld;

d) - wijzigingen in overeengekomen lijsten van inrichtingen die door de betrokken autoriteiten zijn gemachtigd tot uitvoer, indien nodig.

2. De in lid 1 bedoelde meldingen worden schriftelijk gedaan bij de overeenkomstig artikel 15, lid 3, vastgestelde contactpunten. Om evenwel tot een optimale melding van ernstige ziekten of plagen te komen, wordt Tsjechië zo spoedig mogelijk opgenomen in de computersystemen van de Gemeenschap, met name 'ADNS' en 'Europhyt', zodat, zodra deze systemen daar operationeel zijn, schriftelijke meldingen overbodig zijn.

3. Wanneer het gaat om, uit het oogpunt van volksgezondheid, diergezondheid, dan wel handel in of gezondheid van planten, ernstige of dringende gevallen voor één van de partijen, wordt een en ander door de betrokken partij mondeling gemeld bij de vastgestelde contactpunten en binnen 24 uur schriftelijk bevestigd. In die gevallen treft elke partij onmiddellijk de in de eigen wetgeving opgenomen bestrijdingsmaatregelen en beschermende maatregelen of eventuele andere nodig geachte maatregelen.

4. Wanneer een partij zich ernstige zorgen maakt in verband met risico's voor de gezondheid van mens of dier of van planten, vindt, indien daarom door een van beide partijen wordt verzocht, zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen 14 dagen overleg plaats over de situatie. Elke partij tracht de nodige informatie te verstrekken om onderbrekingen van het handelsverkeer te voorkomen en om tot een voor alle partijen aanvaardbare oplossing te komen.

Artikel 12 - Vrijwaringsclausule

Onverminderd artikel 11, met name lid 4, kan elke partij, indien daartoe ernstige redenen bestaan met betrekking tot de volksgezondheid, de diergezondheid of de gezondheid van planten, volgens de eigen procedures tijdelijk beschermende maatregelen nemen ten aanzien van het binnenbrengen op haar grondgebied van levende dieren of dierlijke producten, of van planten, plantaardige producten of andere materialen, wanneer er een rechtstreeks verband is met het betrokken risico. Deze maatregelen worden onverwijld bij de andere partij gemeld en, indien daarom wordt verzocht, vindt binnen 14 dagen na die melding overleg plaats over de situatie. De partijen treffen, voorzover dat onder hun bevoegdheden valt, de nodige maatregelen met inachtneming van de resultaten van dat overleg.

HOOFDSTUK - V


Artikel 13 - Financiële en technische bijstand

Indien nodig kan technische en financiële bijstand, als bedoeld in de Europa-overeenkomst, worden verleend voor problemen waarop het onderhavige protocol betrekking heeft.

HOOFDSTUK VI -

SLOTBEPALINGEN EN ADMINISTRATIEVE REGELINGEN

Artikel 14

1. De beginselen van dit protocol gelden voor alle overige aangelegenheden met betrekking tot sanitaire of fytosanitaire maatregelen voor het handelsverkeer tussen de partijen van levende dieren en dierlijke producten en van planten, plantaardige producten en andere materialen, met name de in bijlage VI vermelde aangelegenheden.

2. De partijen zien erop toe dat de nodige wetenschappelijke documenten of gegevens worden ingediend bij de desbetreffende wetenschappelijke instanties om hun meningen/beweringen te staven. Dat bewijsmateriaal wordt te gelegener tijd door de betrokken wetenschappelijke instanties aan een risico-evaluatie onderworpen, en de resultaten daarvan worden beschikbaar gesteld.

Artikel 15

1. De partijen wisselen op uniforme en systematische wijze informatie uit teneinde de nodige garanties te verstrekken, wederzijds vertrouwen te creëren en de doelmatigheid van de controleprogramma's aan te tonen.

2. De uitwisseling van informatie inzake wijzigingen in de respectieve sanitaire en fytosanitaire maatregelen, en andere relevante informatie, betreft met name:

- de mogelijkheid om, voordat zij definitief worden vastgesteld, voorstellen in overweging te nemen voor wijzigingen inzake de wettelijke voorschriften, voorzover die wijzigingen consequenties kunnen hebben voor dit protocol. Wanneer een partij dit nodig acht, kunnen dergelijke voorstellen worden behandeld overeenkomstig artikel 16;

- briefing over de meest recente ontwikkelingen op het gebied van het handelsverkeer van levende dieren, dierlijke producten, planten, plantaardige producten en andere materialen;

- informatie over de resultaten van de controles aan de grens van levende dieren, dierlijke producten, planten, plantaardige producten en andere materialen.

3. De partijen houden elkaar op de hoogte van de voor deze uitwisseling van informatie aangewezen contactpunten en van elke wijziging daarvan.

Artikel 16

De partijen komen overeen dat hun vertegenwoordigers, in het kader van de bij de Europa-overeenkomst opgerichte instanties zullen vergaderen om de tenuitvoerlegging van dit protocol te bespreken, met name om:

- toe te zien op de goede werking van dit protocol;

- oplossingen te zoeken voor meningsverschillen over bepaalde aangelegenheden;

- verzoeken om bijwerking van de bijlagen bij dit protocol te behandelen. De bijlagen worden in onderling overleg aangepast zodra beide partijen de daartoe vereiste maatregelen hebben getroffen overeenkomstig hun interne procedures;

- indien nodig ad-hocwerkgroepen of wetenschappelijke groepen in te stellen, waarvan ook andere personen dan vertegenwoordigers van de partijen deel kunnen uitmaken.

Alle aangelegenheden kunnen ook schriftelijk worden behandeld.

Artikel 17

De bijlagen bij dit protocol maken er integrerend deel van uit.

Artikel 18

Dit protocol wordt gesloten voor onbeperkte tijd. Elke partij kan het protocol evenwel opzeggen met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste zes maanden. Het protocol houdt na afloop van deze opzeggingstermijn op van kracht te zijn.

Artikel 19

Dit protocol is van toepassing op de grondgebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen geldt en onder de in dat Verdrag vastgestelde voorwaarden enerzijds, en op het grondgebied van Tsjechië anderzijds.

Artikel 20

Dit protocol is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Nederlandse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Duitse, de Griekse, de Italiaanse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Tsjechische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Artikel 21

1. Dit protocol treedt in werking op de dertigste dag die volgt op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat de daartoe vereiste procedures zijn voltooid.

2. De partijen leggen de uit dit protocol voortvloeiende verplichtingen en verbintenissen ten uitvoer volgens de eigen interne procedures en wijzigen de bijlagen dienovereenkomstig.

3. De bijlagen bij dit protocol worden aangepast nadat daarover tussen de partijen overeenstemming is bereikt.