Artikelen bij COM(1999)566 - Tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1999)566 - Tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming. |
---|---|
document | COM(1999)566 |
datum | 23 juni 2000 |
HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN
Inhoudsopgave
- Artikel 1 - Doel
- Artikel 2 - Het begrip discriminatie
- Artikel 3 - Materiële werkingssfeer
- Artikel 4 - Wezenlijke beroepskwalificaties
- Artikel 5 - Positieve actie
- Artikel 6 - Minimumvereisten
- Artikel 7 - De verdediging van rechten
- Artikel 8 - De bewijslast
- Artikel 9 - Represailles
- Artikel 10 - Verspreiding van inlichtingen
- Artikel 11 - Sociale dialoog
- Artikel 12 - Onafhankelijke organen
- Artikel 13 - Naleving van de richtlijn
- Artikel 14 - Sancties
- Artikel 15 - Tenuitvoerlegging
- Artikel 16 - Verslag
- Artikel 17 - Inwerkingtreding
- Artikel 18 - Adressaten
Artikel 1 - Doel
Artikel 2 - Het begrip discriminatie
2. Voor de toepassing van lid 1 is er:
a) 'Directe discriminatie' wanneer iemand op grond van ras of etnische afstamming minder gunstig wordt behandeld dan iemand anders wordt, is of zou worden behandeld.
b) 'Indirecte discriminatie' wanneer een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze voor een persoon of een groep personen van een bepaald ras of een bepaalde etnische afstamming ongunstige gevolgen kan hebben, tenzij die bepaling, maatstaf of handelwijze objectief wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel dat geen verband houdt met het ras of de etnische afstamming van een persoon of een groep personen en de middelen om dat doel te bereiken passend en noodzakelijk zijn.
3. Het lastig vallen van een persoon of een groep personen die met ras of etnische afstamming verband houdt en tot doel of tot gevolg heeft een intimiderende, vijandige, beledigende of storende omgeving te scheppen op een van de gebieden waarop artikel 3 betrekking heeft, is discriminatie in de zin van lid 1.
Artikel 3 - Materiële werkingssfeer
a) de voorwaarden voor toegang tot arbeid in loondienst of als zelfstandige en tot een beroep, met inbegrip van de selectiecriteria en de wervingsvoorwaarden, ongeacht de sector of de bedrijfstak en op alle niveaus van de beroepshiërarchie, bevordering daaronder begrepen;
b) de toegang tot alle vormen en niveaus van beroepskeuzevoorlichting, beroepsopleiding, voortgezette beroepsopleiding en bij- en omscholing;
c) de werkgelegenheid en de arbeidsvoorwaarden, met inbegrip van ontslag en bezoldiging;
d) het lidmaatschap van en de betrokkenheid bij een werknemers- of werkgeversorganisatie of welke andere organisatie ook waarvan de leden een bepaald beroep uitoefenen, waaronder de voordelen die deze organisaties bieden;
e) de sociale bescherming en de sociale zekerheid;
f) sociale voordelen;
g) het onderwijs, met inbegrip van subsidies en studiebeurzen, daarbij ten volle rekening gehouden met de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de inhoud van het onderwijs en de organisatie van de onderwijsstelsels en hun culturele en taalkundige verscheidenheid;
h) de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten;
Artikel 4 - Wezenlijke beroepskwalificaties
Artikel 5 - Positieve actie
Artikel 6 - Minimumvereisten
2. De tenuitvoerlegging van deze richtlijn mag onder geen omstandigheden bestaan in een verlaging van het beschermingsniveau tegen discriminatie dat de lidstaten reeds verschaffen op de gebieden waarop deze richtlijn betrekking heeft.
HOOFDSTUK II: RECHTSMIDDELEN EN HANDHAVING
Artikel 7 - De verdediging van rechten
2. De lidstaten zorgen ervoor, dat verenigingen, organisaties of andere rechtspersonen namens de eiser met diens toestemming elke gerechtelijke en/of bestuursrechtelijke procedure voor de naleving van uit deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen kunnen instellen .
Artikel 8 - De bewijslast
2. Lid 1 belet de lidstaten niet een voor de eiser gunstiger bewijsregels in te voeren.
3. Lid 1 is niet van toepassing op strafrechtelijke procedures, tenzij door de lidstaten anders bepaald.
4. De leden 1, 2 en 3 zijn van toepassing op elke gerechtelijke procedure die overeenkomstig artikel 7, lid 2, wordt ingesteld.
Artikel 9 - Represailles
Artikel 10 - Verspreiding van inlichtingen
2. De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde overheidsdiensten op een gepaste manier worden ingelicht over alle nationale maatregelen die ingevolge deze richtlijn zijn genomen.
Artikel 11 - Sociale dialoog
2. De lidstaten moedigen de sociale partners aan op het gepaste niveau, met inbegrip van het ondernemingsniveau, overeenkomsten te sluiten waarin op de in artikel 3 bedoelde gebieden discriminatie verbodsregels worden vastgelegd die binnen de toepassingssfeer van de collectieve onderhandelingen vallen. Deze overeenkomsten nemen de in deze richtlijn bepaalde minimumvereisten en de betreffende nationale toepassingsmaatregelen in acht.
HOOFDSTUK III: ONAFHANKELIJKE ORGANEN TER BEVORDERING VAN DE GELIJKE BEHANDELING
Artikel 12 - Onafhankelijke organen
2. De lidstaten zorgen ervoor dat die onafhankelijke organen onder meer tot taak hebben klachten van personen over discriminatie op grond van ras of etnische afstamming in ontvangst te nemen en te behandelen, onderzoek of enquêtes te organiseren inzake discriminatie op grond van ras of etnische afstamming, alsmede verslagen te publiceren en aanbevelingen te doen over onderwerpen die met discriminatie op grond van ras of etnische afstamming verband houden.
HOOFDSTUK IV: DIVERSE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 13 - Naleving van de richtlijn
a) wettelijke, bestuursrechtelijke of administratiefrechtelijke bepalingen die strijdig zijn met het beginsel van gelijke behandeling, worden opgeheven.
b) bepalingen die strijdig zijn met het beginsel van gelijke behandeling zijn opgenomen in individuele of collectieve contracten of overeenkomsten, interne bedrijfsregels, regels die gelden voor verenigingen met of zonder winstoogmerk, regels waaraan de vrije beroepen en werkgevers- en werknemersorganisaties onderworpen zijn, nietig worden verklaard of worden gewijzigd.
Artikel 14 - Sancties
Artikel 15 - Tenuitvoerlegging
Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannnemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.