Artikelen bij COM(1998)268 - Beperking van blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden 0 Hz-300 GHz

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

☆ ^ ☆

☆ ☆

☆ ☆

Brussel, 11.06.1998 COM( 1998) 268 def.

98/0166 (CNS)

Voorstel voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

betreffende de beperking van blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden 0 Hz-300 GHz

(door dc Commissie ingediend)

TOEiJcmiNc;

INLEIDING

Als gevolg van de nieuwe telecommunicatietechnieken, de enorme vlucht van elektrische en elektronische apparatuur en de sterke toename van het aantal hoogspanningsleidingen zijn de belangstelling voor en de verontrusting over de effecten van elektromagnetische velden de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen en wordt er voortdurend gevraagd om maatregelen en richtlijnen op dit gebied.

Straling afkomstig van magnetische velden is vrijwel alomtegenwoordig. Voor de gezondheidsbescherming wordt gewoonlijk een onderscheid gemaakt tussen ioniserende en niet-ioniserende straling. Voor ioniserende straling zijn krachtens het Euratom-verdrag communautaire bepalingen vastgesteld.

Niet-ioniserende elektromagnetische straling omvat ultravioletstraling, zichtbare straling, infraroodstraling (tezamen optische straling vormend) en statische en tijdsafhankelijke elektromagnetische velden. De manier waarop deze verschillende stralingen en velden op de mens inwerken is heel verschillend en de mogelijke gevaren moeten zorgvuldig worden geevalueerd.

Optische straling brengt voor de bevolking aanzienlijke gezondheidsrisico’s mee. Er bestaat overtuigend wetenschappelijk bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de blootstelling aan de zon een aanzienlijke risicofactor is in verband met huidkanker en mogelijk een rol speelt bij het optreden van cataract. Afhankelijk van individuele omstandigheden kan ook andere blootstelling aan ultravioletstraling, zoals die van zonnebanken en niet afgeschermde lampen, het persoonlijk risico vergroten, maar meestal in veel mindere mate dan blootstelling aan de zon.

Ten aanzien van de blootstelling van de bevolking aan zichtbare straling (licht), houdt laserstraling, zoals gebruikt voor indicatie- en amusementsdoeleinden, het grootste gevaar voor het veroorzaken van oogletsel in

Verschillende internationale organisaties hebben richtlijnen voor het beperken van de blootstelling aan optische straling en aanbevelingen voor bescherming van de gezondheid gepubliceerd; deze worden momenteel op communautair niveau bestudeerd.

Er is bezorgdheid geuit over mogelijke gezondheidsefFecten van de blootstelling aan elektromagnetische velden van kunstmatige oorsprong. Hoewel de acute effecten van blootstelling aan elektromagnetische velden meestal bekend zijn, blijft de discussie over het bestaan van langetermijneffecten op de gezondheid - in de allereerste plaats kanker - doorgaan. In de meeste lidstaten worden de autoriteiten voortdurend ondervraagd over dergelijke gevolgen. Er zijn echter geen overtuigende bewijzen dat elektromagnetische velden kanker veroorzaken en de verontrusting van de bevolking kan alleen worden weggenomen met behulp van de resultaten van gericht onderzoek. Bepaalde gezondheidseffecten van elektromagnetische velden zijn echter bewezen en hiervoor bestaan diverse nationale voorschrilten en internationale richtlijnen, bedoeld om blootstelling waarbij zulke eftecten kunnen ontstaan te vermijden of te beperken.

De voorschriften en richtlijnen op dit gebied trachten stralingsbeschermingssystemen op te zetten aan de hand van beginselen en criteria met wetenschappelijke grondslag; zij omvatten basisrestricties voor blootstelling en referentieniveaus voor het nemen van passende maatregelen om binnen deze restricties te blijven.

De grondslag voor het vaststellen van basisrestricties en referentieniveaus wordt gevormd door informatie en wetenschappelijke gegevens over de bronnen van en soorten elektromagnetische velden en de gezondheidseffecten die van blootstelling daaraan het gevolg kunnen zijn. Deze passeren onderstaand de revue.

BRONNEN VAN EN SOORTEN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN

Mensen staan op hun werk en thuis bloot aan verschillende elektromagnetische velden, die afkomstig zijn van ecn hole reeks kunstmatige bronnen.

Bronnen van statische elektrische en magnetische velden

Naast de statische elektrische en magnetische velden die in het milieu aanwezig zijn, kunnen nieuwe technologische ontwikkelingen, zoals beeldschermen en bepaalde openbaar-vervoersystemen bv. in metro’s en trams, die gelijkstroomvoedingen gebruiken, leiden tot blootstelling aan statische en langzaam veranderende velden.

Hoogspanningsleidingen en elektrische apparaten

De voomaamste kunstmatige bronnen van velden met een uiterst lage frequentie (ELF) zijn hoogspanningsleidingen en apparaten die stroomvoerende leidingen bevatten. Binnen gebouwen in de buurt van hoogspanningsleidingen zijn de elektrische velden, afhankelijk van de constructs van het gebouw en de gebruikte materialen, ca. 10a 100 maal lager dan erbuiten. Gewone bouwmaterialen verzwakken de magnetische velden niet significant. Alle elektrische apparaten thuis en op het werk zijn potentiele bronnen van elektrische en magnetische velden met netfrequentie (50/60 Hz). De magnetische velden varifcren van enkele tienden pT tot enkele mT dichtbij de apparaten en naarmate de afstand groter wordt, nemen zij snel af.

Spoorwegnetten

Het grootste deel van de Europese spoorwegnetten is geelektrificeerd en gebruikt gelijkstroom of wisselstroom met een frequentie van 16 2/3 Hz of 50 Hz. Zo is de elektrische veldsterkte binnen een trein die op wisselstroom rijdt, slechts een paar V/m, terwijl de veldsterkte op het perron veel groter kan zijn. De bijbehorende magnetische velden op het perron en in de trein zijn ongeveer enkele tientallen pT als de trein optrekt en varieren sterk in de tijd.

Radiozenders

Radio- en televisiezenders maken gebruik van frequentiebanden van ca. 145 kHz tot 110 MHz voor LF-, MF-, HF- en VHF-radiouitzendingen en van 147 tot 854 MHz voor UHF-televisieuitzendingen Blijkens metingen bij een MF-station met twee zenders van 50 kW en twee van 75 kW, zijn op een afstand van 30 m van een zendmast van 75 kW de elektrische velden ca. 275 V/m. De toegang van de bevolking tot de directe omgeving van zendmasten is meestai verboden.

Cellulaire mobiele telefonie

Men kan mobiele telecommunicatiesystemen in verscheidene categorieen onderverdelen, afhankelijk van het soort telecommunicatienetwerk waarvan zij gebruik maken. Cellulaire mobiele telefoonsystemen verzorgen de communicatie tussen draagbare radiotelefoons of in voertuigen aangebrachte zender-ontvangers en vaste basisstations. Analoge cellulaire systemen functioneren in de frequentiebanden van 150, 200, 450 of 900 MHz. Het Europese digitale systeem, dat gebaseerd is op de geharmoniseerde Europese norm GSM, werkt hoofdzakelijk op 900 MHz en is sinds 1992 in gebruik. Een nieuw systeem, genaamd DCS 1800, werkt op 1800 MHz met eigenschappen die vrijwel dezelfde zijn als GSM, en toekomstige systemen zullen bij nog hogere frequenties werken. De blootstelling aan velden van draagbare mobiele telefoons blijft meestai beperkt tot kleine delen van het lichaam van de gebruiker (het hoofd en de hand).

Basisstations voor cellulaire mobiele telefonie

De basisstations worden meestai geinstalleerd op vrijstaande masten of op het dak van gebouwen en de toegang tot de directe omgeving van de antennes dient beperkt te worden. De zcndantennes bestaan uit verticale rijen collineaire dipolen met een zeer nauwe verticale bundelbreedte. De verticale overhelling van de antennes is minder dan 10° en dus is op een afstand van minder dan 60 m blootstelling van de bevolking aan de hoofdbundel meestai niet mogelijk en het niveau van de blootstelling van de mens is in de meeste gevallen zeer gering.

Radar

Radarsystemen gebruiken microgolffrequenties van 500 MHz tot ca. 15 GHz, maar er zijn ook systemen die tot 100 GHz gaan. De geproduceerde signalen verschillen van die van de meeste andere bronnen, omdat zij gepulseerd zijn en een gemiddeld vermogen produceren dat verscheidene orden van grootte beneden het topvermogen ligt.

De voor radar gebruikte antennes hebben slechts een bescheiden richteffect, met hoofdbundels van slechts enkele graden breed. Bij veel systemen wordt de antenne voortdurend in het horizontale vlak gedraaid of verticaal op en neer bewogen om de richting te veranderen.

De scheepsradaruitrusting varieert van grote installaties aan boord van supertankers tot de kleinere, aan de mast bevestigde systemen die door jachten worden gebruikt. Onder normale omstandigheden is, bij draaiende antenne, volgens berekeningen de gemiddelde vermogensdichtheid van de systemen met het grootste vermogen binnen een meter van de draaicirkel van het radarsysteem minder dan 10 W m'2

GEZONDHEIDSEFFECTEN VAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN - EEN BASIS VOOR BLOOTSTELLINGSRESTRICTIES

Gezondheidseffecten zijn het gevolg van koppeling tussen velden en het lichaam. Er zijn bewezen basiskoppelingsmechanismen, waarmee statische en tijdsathankelijke elektrische en magnetische velden direct in wisselwerking staan met levende materie1:

- de koppeling met statische en ELF-elektrische velden heeft een waameembare oppervlaktelading tot gevolg op een blootgesteld lichaam;

- de koppeling met statische magnetische velden door magnetische inductie veroorzaakt een elektrische stroom en elektrische spanningen door bloedvaten, magnetomechanische interacties zorgen voor krachten op ferromagnetische moleculen, magnetische deeltjes en ferromagnetische implantaten en verder zijn er elektronische interactieprocessen die van invloed kunnen zijn op chemische reacties;

dc koppeling met laagfrequente elektrische velden veroorzaakt stroming van elektrische ladingen (elektrische stroom), de polarisatic van gebonden lad ingen (vorming van elektrische dipolen) en de herorientatie van elektrische dipolen die al in het weefsel aanwezig zijn;

de koppeling met laagfrequente magnetische velden veroorzaakt geinduceerde elektrische velden en elektrische circulatiestromen, die tot elektrische stimulatie-effecten kunnen leiden;

- de absorptie van energie van elektromagnetische velden met frequenties van meer dan ongeveer 100 kHz kan een niet onaanzienlijke verwarming veroorzaken.

Daarnaast zijn er nog twee indirecte koppelingsmechanismen:

- contactstromen of overgangsontladingen, die ontstaan wanneer het menselijk lichaam in aanraking komt met een voorwerp met een verschillende elektrisch potentiaal (dat wil zeggen, wanneer het voorwerp of het menselijk lichaam opgeladen is door een elektromagnetisch veld);

koppeling van elektromagnetische velden met medische apparaten die door een mens gedragen worden.

Het bewijsmateriaal voor gezondheidseffecten waarop de restricties voor blootstelling zijn gebaseerd, kan afzonderlijk voor verschillende frequentiegebieden worden samengevat.

Gezondheidseffecten van statische veiden

De weinige experimentele studies die zijn verricht in verband met de biologische effecten van statische elektrische velden, leveren geen aanwijzingen op voor schadelijke gevolgen voor de menselijke gezondheid. Voor de meeste mensen zal de storende waarneming van elektrische oppervlakteladingen, die direct inwerken op de oppervlakle van hel lichaam, zich nict voordocn tijdens de blootstclling aan vcldsterktes van minder dan ca. 25 kV/m.

Er bestaan geen directe experimentele bewijzen voor een acuut schadelijk effect op de menselijke gezondheid als gevolg van blootstelling aan statische magnetische velden van maximaal 2 T. Volgens de analyse van bekende interactiemechanismen zou een langdurige blootstelling aan magnetisch fluxdichtheden van 200 mT geen schadelijke gevolgen voor de gezondheid hebben.

Gezondheidseffecten van tijdsafhankelijke velden bij frequences van minder dan 100 kHz

Laboratoriumonderzoek naar cellulaire en dierlijke systemen heeft geen bekende effecten van laagfrequente velden aangetoond die indicatief zijn voor schadelijke gezondheidseffecten wanneer de geinduceerde stroomdichtheid 10 mA/m2 of minder bedraagt. Bij hogere waarden voor de geinduceerde stroomdichtheid (10-100 mA/m2), zijn consequent aanzienlijkere weefseleffecten waargenomen, zoals functionele veranderingen in het zenuwstelsel.

De meting van biologische reacties in laboratoriumonderzoeken en bij vrijwilligers heefl nauwelijks aanwijzingen opgeleverd voor schadelijke gevolgen van laagfrequente velden waaraan de mensen gewoonlijk worden blootgesteld. Voor geringe effecten op functies van het zenuwstelsel is een stroomdichtheidsdrempel geraamd van 10 mA/mbij frequenties van maximaal 1 kHz. Bij vrijwilligers zijn de meest consistente effecten van de blootstelling de verschijning van visuele fosfenen (het zien van zwakke flikkeringen) en een geringe verlaging van de hartslag tijdens of direct na de blootstelling aan extreem laagfrequente velden, maar er zijn geen aanwijzingen dat deze effecten van voorbijgaaride aard gekoppeld zijn aan een eventueel gezondheidsrisico op lange termijn. Bij verscheidene knaagdiersoorten is na blootstelling aan zwakke ELF-elektrische en magnetische velden een vermindering waargenomen van de nachtelijke synthese van melatonine door de pijnappelklier, maar bij mensen die onder beheerste omstandighcden aan ELF-velden zijn blootgesteld, is geen consistent effect gemeld.

Experimenten leveren geen overtuigende bewijzen dat ELF-elektromagnetische velden genetische schade aanrichten en het is dus uiterst onwaarschijnlijk dat zij enig effect kunnen hebben op het ontstaan van kanker. Er bestaan weinig aanwijzingen uit laboratoriumonderzoeken    dat magnetische    velden    met een    netfrequentie    een

tumorbevorderend effect zouden hebben. Hoewel nog meer dierproeven nodig zijn om de mogelijke effecten van ELF-velden op in cellen geproduceerde signalen en op de endocriene regulering - die beide de ontwikkeling van tumoren kunnen bemvloeden doordat zij de groei van geinitieerde cellen bevorderen - op te helderen, kan de enige conclusie zijn dat op dit moment geen overtuigende bewijzen bestaan voor carcinogene effecten van deze velden en dat deze gegevens niet kunnen worden gebruikt als uitgangspunt voor het ontwikkelen van richtsnoeren voor blootstelling.

Epidemiologische gegevens over het kankerrisico in verband met de blootstelling aan extreem laagfrequente    (ELF) velden onder mensen die dicht    bij

hoogspanningsleidingen woncn, lijken op een iets verhoogd risico voor leukemie bij kinderen te wijzen. Het onderzoek geeft echter geen aanwijzingen voor een eveneens vcrhoogd risico voor andere vormen van jeugdkanker of voor een vorm van kanker bij volwassenen. De basis voor de hypothetischc verbinding tussen leukemic bij kinderen en het wonen in de naaste omgeving van hoogspanningsleidingen is niet bekend. Aangezien de steun van laboratoriumonderzoek ontbreekt, zijn de epidemiologische gegevens niet voldoende om een blootstellingslimiet te kunnen aanbevelen.

In enkele verslagen is melding gemaakt van een verhoogd risico op bepaalde soorten kanker, zoals leukemie, tumoren van het zenuwweefsel en, in beperkte mate, borstkanker bij personen in de elektrotechnische industrie. In de meeste gevallen heeft men beroepsaanduidingen gebruikt om de subjecten in te delen overeenkomstig het hypothetisch peil van de blootstelling aan magnetische velden. Bij enkele recentere studies zijn echter meer geavanceerde methoden gebruikt voor het beoordelen van de blootstelling; over het geheel genomen wezen deze studies op een mogelijk verhoogd risico op leukemie of hersentumoren, maar ten aanzien van het soort kanker waarvoor het risico is verhoogd, waren zij grotendeels inconsistent. De gegevens zijn niet voldoende als basis voor richtsnoeren voor blootstelling aan ELF-velden. In een groot aantal epidemiologische studies is geen consistent bewijs gevonden voor schadelijke reproductieve effecten.

Gezondheidseffecten van velden bij frequences tussen 100 kHz en 300 GHz

Uit de gegevens die uit proefnemingen beschikbaar zijn, blijkt dat de blootstelling van mensen in rust gedurende ca. 30 minuten aan elektromagnetische velden, waarbij een specifiek absorptietempo (SAT) op het gehele lichaam van 1 a 4 W/kg wordt geproduceerd, een stijging van de lichaamstemperatuur met minder dan 1 °C tot gevolg heeft. De gegevens uit dierproeven wijzen op een drempel voor gedragsreacties in hetzelfde SAT-bereik. De blootstelling aan sterkere velden, waarbij SAT-waarden van meer dan 4 W/kg worden geproduceerd, kan het warmteregulerend vermogen van het lichaam te boven gaan en een schadelijke weefselverwarming veroorzaken. Veel laboratoriumonderzoeken met modellen van knaagdieren en niet-menselijke primaten hebben aangetoond hoe breed het spectrum van weefselbeschadiging is als gevolg van een gedeeltelijke of totale lichaamsverwarming van meer dan 1 a 2 °C. De gevoeligheid van verschillende soorten weefscl voor hittebeschadiging varieert sterk, maar de drempel voor onomkeerbarc cftcctcn op zelfs de gcvoeligste weefsels is in normale milieuomstandigheden hoger dan 4 W/kg. Deze gegevens vormen de basis voor een beperking van de beroepsmatige blootstelling van 0,4 W/kg, hetgeen een grote veiligheidsmarge biedt voor andere beperkende omstandigheden, zoals een hoge omgevingstemperatuur, vochtigheidsgraad of peil van de lichaamsactiviteit.

Zowel laboratoriumgegevens als de resultaten van beperkte studies met mensen maken duidelijk dat een thermisch belastend milieu en het gebruik van drugs of alcohol het warmteregulerend vermogen van het lichaam in gevaar kunnen brengen. In die omstandigheden dienen veiligheidsfactoren te worden ingevoerd om blootgestelde personen voldoende bescherming te bieden.

Gegevens over de reacties van de mens op hoogffequente elektromagnetische velden die een waameembare verwarming veroorzaken, zijn verkregen uit de beheerste blootstelling van vrijwilligers en uit epidemiologische onderzoeken naar werknemers die blootstonden aan bronncn als radar, medische apparatcn voor diathermic en smeltlasapparaten. Deze gegevens ondersteunen ten voile de conclusies die uit het werk in het laboratorium zijn getrokken, namelijk dat tempcratuurstijgingen in het weefscl van mecr dan I °C schadelijke biologische effecten kunnen hebben. Epidemiologisch onderzoek bij blootgestelde werknemers en de bevolking heeft geen belangrijke gezondheidseffecten aangetoond in verband met typische blootstellingsmilieus. Hoewel het epidemiologisch werk hiaten vertoont, zoals ontoereikende evaluatie van de blootstelling, hebben de studies niet overtuigend aangetoond dat typische blootstellingsniveaus bij blootgestelde personen zouden leiden tot schadelijke resultaten voor de voortplanting of een verhoogd kankerrisico. Dit is in overeenstemming met de resultaten van het laboratoriumonderzoek naar cellulaire en diermodellen, die noch teratogene, noch carcinogene effecten hebben aangetoond van de blootstelling aan athermische niveaus van hoogfreqiiente elektromagnetische velden.

De blootstelling aan gepulseerde elektromagnetische velden van voldoende intensiteit veroorzaakt bepaalde voorspelbare effecten, zoals microgolftrillingen in het middenoor en verschillende gedragsreacties. Epidemiologisch onderzoek bij blootgestelde werknemers en de bevolking hebben weinig informatie opgeleverd en geen gezondheidseffecten aangetoond. Meldingen van ernstige beschadigingen van het netvlies zijn weersproken, nadat pogingen om deze resultaten te herhalen niet waren geslaagd.

Een groot aantal onderzoeken naar de biologische effecten van amplitude-gemoduleerde elektromagnetische velden, meestal uitgevoerd bij lage blootstellingsniveaus, heeft zowel positieve als negatieve resultaten opgeleverd. Een grondige analyse van deze onderzoeken toont aan dat de effecten van AM-velden sterk varieren met de blootstellingsparameters, met de soorten cellen en weefsel in kwestie en met de onderzochte biologische eindpunten. Over het algemeen zijn de effecten van de blootstelling van biologische systemen aan athermische niveaus van amplitude-gemoduleerde elektromagnetische velden gering en heel moeilijk te relateren aan potentiele gezondheidseffecten Er zijn geen aanwijzingen voor frequentie- en vermogensdichtheidsbereiken waarbinnen reacties op deze velden optreden.

Schokken en verbrandingen kunnen de indirecte schadelijke gevolgen zijn van hoogfrequente elektromagnetische velden wanneer mensen in contact komen met metalen objecten in het desbetreffende veld. Bij frequenties van 100 kHz - 110 MHz (de bovengrens van de FM-omroepband) varieren de drempelwaarden van de contactstroom die effecten veroorzaakt van perceptie tot ernstige pijn, niet significant als fiinctie van de veldfrequentie. De drempel voor perceptie varieert van 25 tot 40 mA bij personen van verschillende lichaamsomvang en die voor pijn van ca. 30 tot 55 mA; boven 50 mA kunnen zich ernstige verbrandingen voordoen op de plaats waar het weefsel in aanraking komt met een metalen geleider in het desbetreffende veld.

Formulering van basisrestricties voor de blootstelling van de bevolking

Op basis van de hierboven samengevatte informatie over de gezondheidseffecten kan het volgende geconcludeerd worden:

- In een statisch magnetisch veld van 200 mT is de berekende maximale gei'nduceerde stroomdichtheid (in de aorta) 44 mA/m2, wat lager is dan de waarde waarbij schadelijke hemodynamische of cardiovasculaire efFecten verwacht zouden worden.

- Functies van het centraal zenuwstelsel kunnen bij frequenties tussen ca. 5 Hz en 1 kHz nadelig worden beinvloed door stroomdichtheden van meer dan 10 mA/m2, en bij frequenties boven en onder dit frequentiegebied door grotere stroomdichtheden. Dit is bepalend voor basisrestricties ten aanzien van de stroomdichtheid.

- Bij frequenties boven ca. 100 kHz kunnen temperatuurstijgingen van meer dan 1 °C in het weefsel nadelige biologische elTecten tot gevolg hebben. Hieruit worden basisrestricties afgeleid ten aanzien van het specifieke energieabsorptietempo (SAT) wat blootstelling van het gehele lichaam of delen daarvan betreft. Bij frequenties boven 10 GHz wordt de energieabsorptie beperkt tot het oppervlak van het blootgestelde lichaam en worden de basisrestricties derhalve gerelateerd aan de vermogensdichtheid.

- De drempelwaarden voor contactstroom zijn tussen enkele Hz en 100 kHz sterk frequentieafhankelijk. Boven het frequentiegebied van 100 kHz tot 110 MHz (de bovengrens van de FM-omroepband) varieren de drempelwaarden voor contactstroom die efFecten veroorzaken varierend van perceptie tot ernstige pijn, niet significant als functie van de veldfrequentie. Zowel voor contactstroom als voor geinduceerde stroom worden referentieniveaus vastgesteld, om te bepalen of voorzichtigheid moet worden betracht om het gevaar van schokken en verbrandingen te vermijden.

In verband met de onzekerheid van de wctenschappelijke gegcvens en de variaties in de individuelc gevoeligheid, alsmcdc de verschillen in de concrete blootstellingssituaties, moeten bij het afleiden van blootstellingsrestricties veiligheidsfactoren toegepast worden.

OVERZICHT VAN TER ZAKE DIENENDE MAATREGELEN VAN DE LIDSTATEN

Slechts enkele lidstaten hebben uitvoerige voorschriften en normen gepubliceerd voor de bescherming van de bevolking tegen elektromagnetische straling. Gezien de toenemende verontrusting op dit terrein echter overwegen verscheidene lidstaten en derde landen ernstig om gezondheidsbeschermende maatregelen vast te stellen. Daarbij hebben sommige lidstaten aangegeven dat er behoefte is aan richtsnoeren voor de aard en strekking van dergelijke maatregelen.

Sommige lidstaten hebben aanbevelingen uitgebracht en andere dwingende voorschriften voor laag- en/of voor hoogfrequente elektromagnetische velden. De Commissie heeft een ovcrzicht van de bepalingen en richtlijnen op dit gebied gepubliceerd2. Over het algemeen maken de lidstaten bij de eisen voor de gezondheidsbescherming onderscheid tussen werknemers en de bevolking. Een lidstaat wijkt hier echter van af en maakt onderscheid tussen de blootstelling van volwassenen en die van kinderen.

OVERZICHT VAN DE RELEVANTE COMMUNAUTAIRE WETGEVING

Volksgezondheid

Het Europees Parlement heeft in 1994 een resolutie aanvaard over de bestrijding van de schadelijke effecten van niet-ioniserende straling3 en de Commissie verzocht voorschriften en normen voor te stellen om de blootstelling van de werknemers en de bevolking aan niet-ioniserende straling te beperken.

Binnen haar actiekader op het gebied van de volksgezondheid4 heeft de Commissie op 4 juni 1997 een voorstel goedgekeurd voor een communautair actieprogramma 19992003 inzake met de milieuverontreiniging samenhangende ziekten5, waarin er rekening mee gehouden wordt dat de bevolking vaak een heel ander idee heeft over gezondheidsrisico’s, waaronder die van blootstelling aan elektromagnetische velden, dan wat op basis van wetenschappelijke gegevens is vastgesteld; daarom heeft de Commissie voorgesteld dit probleem aan te pakken met acties om de lidstaten te helpen meer inzicht te krijgen in de perceptie van de bevolking omtrent milieugebonden gezondheidsrisico’s en beter te kunnen verklaren hoe die kan worden beoordeeld en hoe ermee omgegaan moet worden.

Gezondheid en veiligheid op het werk

Er zijn minimumvoorschriften voor de bescherming van de werknemers tegen bepaalde blootstellingssituaties vastgesteld overeenkomstig artikel 118 A van het EG-verdrag.

Voorschriften voor de bescherming van de gezondheid en veiligheid van beeldschermwerkers zijn vastgelegd in Richtlijn 90/270/EEG van de Raad6. Deze richtlijn verplicht de werkgevers de nodige maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat werkstations, d.w.z. een samenstel van beeldschermeenheden, toetsenborden, toebehoren en randapparatuur, zoals telefoon, modem en printer, aan bepaalde minimumvoorschriften voldoen. Alle straling, met uitzondering van het zichtbare deel van het elektromagnetisch spectrum, moet worden verminderd tot een zodanig niveau dat het vanuit het oogpunt van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te verwaarlozen is.

Richtlijn 92/85/EEG van de Raad inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap7 bepaalt dat de werkgever alle werkzaamheden waarbij zich een specifiek risico kan voordoen van blootstelling aan agentia, waaronder niet-ioniserende straling, procedes of arbeidsomstandigheden en de aard, mate en duur van dc blootstelling moot evalucren om na te gaan welke maatregelen moeten worden genomen.

Verder heel! de Commissie in 1993 een voorstel ingediend voor eon Richtlijn van de Raad betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid van werknemers met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico’s van fysische agentia8. De fysische agentia waarop de richtlijn betrekking zou hebben, zijn lawaai, mechanische trillingen, optische straling en andere elektromagnetische velden en golven. Het voorstel voor een richtlijn, dat naar aanleiding van het advies van het Europees Parlement in eerste lezing9 is gewijzigd, betreft de risico’s voor de gezondheid en veiligheid van werknemers als gevolg van de effecten van elektrische velden en stromen, alsmede van energieabsorptie, die het gevolg zijn van blootstelling aan statische en in de tijd varierende elektrische en magnetische velden met frequenties tot 300 GHz.

Productveiligheid

Essentiele eisen met betrekking tot de emissiekarakteristieken van machines zijn op communautair niveau vastgelegd in het kader van de instelling van de interne markt, met name op basis van artikel 100 A van het EG-verdrag. In Richtlijn 73/23/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen10 11 en met name in bijlage I daarvan, wordt bepaald dat elektrisch materiaal alleen op de markt mag worden gebracht als het aan bepaalde essentiele eisen voldoet, waaronder maatregelen om ervoor te zorgen dat geen temperaturen, boogontladingen of straling worden veroorzaakt die gevaar zouden kunnen opleveren.

Richtlijn 89/336/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit11 streefl naar het vermijden van elektromagnetische storingen om voldoende bescherming te bieden voor apparaten zoals telecommunicatienetten, industriele apparatuur, medische en wetenschappelijke apparatuur, uitrusting voor informatietechnologie, of huishoudelijke apparaten en elektronische huishoudelijke apparaten. Hiertoe moeten de apparaten die onder deze richtlijn vallen, zodanig worden geconstrueerd dat de elektromagnetische storing die zij opwekken beperkt blijft tot een zodanig niveau dat radio- en telecommunicatieapparatuur en andere apparaten overeenkomstig hun bestemming kunnen fimctioneren en de apparaten een passend niveau van intrinsieke ongevoeligheid voor elektromagnetische storingen bezitten, zodat zij overeenkomstig hun bestemming kunnen functioneren.

Milieu-effectbeoordeling

Richtlijn 85/337/EEG betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten12, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/11/EG van de Raad13, is

Ilians ondcr nicer van loepassing op de nanleg van bovengrondse clcklrisclic leidingen met ecu spanning van 220 kV of nicer cn ecu lengle van nicer dan 15 km Dil betekent dat projcctontwikkelaars informal ic zullcn moctcn verstrekken over de maatregelcn die zij van plan zijn te nemen om aanzienlijke schadelijke eflectcn te vermijden, te verminderen en, zo mogelijk, te corrigeren en daarnaast de voornaamste alternatieven te schetsen die zij hebben bestudeerd en een indicatie te geven van de voornaamste redenen van hun keuze.

Ter aanvulling op de bepalingen van Richtlijn 97/11/EG heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn van de Raad ingediend betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programmes14. Het voorstel is gericht op de plannen en programma’s die als onderdeel van het besluitvormingsproces inzake ruimtelijke ordening worden vastgesteld en het kader vormen voor toekomstige besluiten inzake vergunningen. Hiertoe behoren strategische plannen en programma’s in de sectoren energie, vervoer en telecommunicate.

Onderzoek

l Jit hoofdc van het vierde kaderprogramma van dc Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstrate (1994-1998)15 zijn een aantal onderzoeksactiviteiten in verband met elektromagnetische velden uitgevoerd of nog gaande. Met name in Biomed 2, COST en het programma voor normalisatie en meet-en testmethoden zijn voorstellen gesteund; een aantal projecten loopt nog.

De potentiele schadelijke gevolgen voor de gezondheid van de blootstelling aan radiofrequenties zijn ook behandeld in het Groenboek van de Commissie inzake een gemeenschappelijke benadering op het gebied van mobiele en persoonlijke communicatie in de Europese Unie16. Als gevolg hiervan en als reactie op de resolutie van het Europees Parlement betreffende de schadelijke gevolgen van niet-ioniserende straling, heeft de Commissie bevestigd dat nader onderzoek op dit terrein noodzakelijk is en heeft een werkgroep van deskundigen voor de Commissie aanbevelingen opgesteld voor epidemiologisch, biofysisch en biologisch onderzoek, alsmede voor onderzoek naar blootstellingssystemen en dosimetric. Het voorgestelde onderzoek17 heeft ook betrekking op cftcctcn op bet immuunsystcem, effect cn die met hel zenuwstclsel samenhangen en genetische en met kanker samenhangendc cftcctcn. Dit zijn de kwestics waar de bevolking cn het Europees Parlement zich bijzonder druk om gemaakt hebben en nog maken.

Bij het opstellen van haar voorstel voor het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap op het gebied van onderzoek, technische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) heeft de Commissie rekening gehouden met de aanbevelingen van de deskundigen en de behoefte aan onderzoek naar de gezondheidseffecten van blootstelling aan andere frequenties18. Bovendien erkent de Commissie dat risicovoorlichting op dit gebied van belang is in verband met de controverse over de vermeende langetermijneflccten en hecft zij onderzoek voorgesteld om een beter inzicht te krijgen in de risicoperccptie van de bevolking en de beoordeling, de communicatie en het beheer van de risico’s.

DE VOORGESTELDE AANBEVELINGEN

Doordat de Commissie zich steeds meer bezighoudt met de bevordering van activiteiten in uiteenlopende economische sectoren die tot een grotere biootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden kunnen leiden, en gezien de toenemende verontrusting over de gevolgen daarvan bij beleidsmakers, gezondheidswerkers, belangengroepen en onder de bevolking, is het geboden te streven naar gemeenschappelijk overeengekomen beginselen hiervoor op communautair niveau.

De voorschriften die in enkele lidstaten bestaan, leiden tot uiteenlopende regelingen ten aanzien van de bescherming van de bevolking in de Gemeenschap tegen elektromagnetische velden. De bestaande verschillen en leemten in de voorschriften en richtsnoeren dragen bij aan gevoelens van verwarring en onzekerheid onder veel burgers van de Gcmecnschappen en ondermijnen het vertrouwen in de gezondheidsbcschermingsautoriteiten. In overeenstemming met het doel een bijdrage te leveren tot een hoog peil van gezondheidsbescherming van de burgers van de Gemeenschap en gezien de stappen die sommige lidstaten al hebben ondernomen, acht de Commissie het noodzakclijk een gemeenschappelijk kader voor te stellen ter bescherming van de bevolking tegen elektromagnetische velden. Zo’n kader kan worden gecreeerd door middel van aanbevelingen van de Raad krachtens artikel 129 van het EG-verdrag en dient betrekking te hebben op de algemene beginselen van blootstellingsbeperking met het oog op de preventie van nadelige gevolgen voor de gezondheid.

Dit voorstel voor een aanbeveling van de Raad is daarom bedoeld om een gemeenschappelijk overeengekomen kader te verstrekken betreffende een hoog niveau van bescherming van de bevolking tegen elektromagnetische velden, dat gebaseerd is op een reeks basisrestricties en referentieniveaus die op internationaal niveau door de meest vooraanstaande deskundigen op dit gebied zijn ontwikkeld. De voorgestelde aanbevelingen voor basisrestricties en referentieniveaus zijn in overeenstemming met de adviezen van de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (1CN1RP, de internationale commissie voor bescherming tegen niet-ioniserende straling) en zijn gebaseerd op de beste beschikbare wetenschappelijke gegevens. Zij hebben betrekking op de biootstelling van individuele leden van de bevolking en niet op eniissies van specidekc artikelen of apparatuur. De wetenschappelijke stuurgroep van de Commissie heeft het advies van de 1CNIRP onderschreven.

De aanbeveling is niet bedoeld voor biootstelling van personen tijdens op het werk en die van patienten en vrijwilligers tijdens medische handelingen. Problemen in verband met elektromagnetische compatibiliteit en interferentie met medische hulpmiddelen komen in dit voorstel niet aan de orde. Het verstrekken van een compleet beschermingsstelsel op dit gebied met uitvoerige bepalingen en richtsnoeren, niet alleen voor de biootstelling van individuele personen maar ook voor de emissie van apparatuur en de belasting als gevolg van handelingen waarbij dergelijke biootstelling optreedt, is een taak voor de lidstaten, met inachtneming van de communautaire bepaiingcn op dit gebied.

De aanbcvolcn basisrestricties zijn direct alleen gebaseerd op bcwezcn gevolgen voor de gczondheid. Aanbevolen wordt de referentieniveaus te gebruiken voor praktische blootstellingsevaluaties19 Worden de referentieniveaus aangehouden, dan wordt ook aan de bijbehorende basisrestrictie voldaan. Als de gemeten waarde hoger is dan het referentieniveau, behoeft dat nog niet te betekenen dat de basisrestrictie wordt overschreden. In dergelijke situaties moet echter wel worden nagegaan of de basisrestrictie werkelijk wordt nagekomen.

Aanbevolen wordt dat als de referentieniveaus worden overschreden, de blootstellingssituatie geevalueerd wordt; het is aan de lidstaten om deze evaluaties en de naar aanleiding daarvan te nemen maatregelen te regelen. Bij de beoordeling van de feitelijke blootstellingssituatie kunnen criteria in aanmerking genomen worden als de duur van de blootstelling, de blootgestelde lichaamsdelen, het aantal blootgestelde leden van de bevolking, hun leeftijd cn gezondheidstoestand. Over de te nemen maatregelen moet worden besloten door de lidstaten al naar de specificke situatie; dit kan bijvoorbeeld voorlichting van de blootgestelde bevolking zijn, de instelling van minimumafstanden die tot de blootstellingsbron in acht genomen moeten worden, veranderingen in de installatie of het ontwerp van de bron in kwestie of in de wijze waarop die wordt gebruikt. Bij het nemen van dergelijke maatregelen ten aanzien van blootstelling van leden van de bevolking kunnen de lidstaten ook kosten-batenaspecten laten meewegen.

Om tenslotte tijdig een overzicht te verkrijgen van de wettelijke en feitelijke situatie inzake blootstelling en van eventuele wetenschappelijke of technologische ontwikkelingen die een snelle reactie vereisen, stelt de Commissie voor dat de lidstaten verslagen opstellen over hun maatregelen en richtsnoeren op het gebied waarop deze aanbeveling betrekking heeft en daarin aangeven hoe hiermee rekening is gehouden; op basis van de verslagen van de lidstaten dient de Commissie dan een algeheel verslag in.

VOORSTEL VOOR EEN AANBEVELING VAN DE RAAD betreffende de beperking van blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden 0 Hz-300 GHz

(ingediend door de Commissie)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid

op artikel 129,

Gezien het voorstel van de Commissie1,

Gezien het advies van het Europees Parlement20 21,

1. Overwegende dat krachtens artikel 3, onder o), van het Verdrag het optreden van de Gemeenschap een bijdrage moet omvatten tot het verwezenlijken van een hoog niveau van bescherming van de gezondheid;

2. Overwegende dat het Europees Parlement in zijn resolutie betreffende de bestrijding van de schadelijke effecten van niet-ioniserende straling22 de Commissie heeft verzocht maatregelen voor te stellen, die tot doel hebben de blootstelling van de werknemers en de bevolking aan niet-ioniserende elektromagnetische straling te beperken;

3. Overwegende dat ter bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers in verband met elektromagnetische velden, communautaire minimumvoorschriften voor het werken met bceldschermapparatuur zijn vastgesteld23; dat communautaire maatregelen zijn ingevoerd ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie24, die de werkgevers er onder andere toe verplichten werkzaamheden te evalueren die een specifiek risico van blootstelling aan niet-ioniserende straling inhouden; dat minimumvoorschriften zijn voorgesteld voor de bescherming van de werknemers tegen fysische agenda25, die maatregelen tegen niet-ioniserende straling inhouden;

4. Overwegende dat de leden van de bevolking in de Gemeenschap moeten worden beschermd tegen bewezen nadelige gevolgen voor de gezondheid van blootstelling aan elektromagnetische velden;

5. Overwcgende dat maatregelen met betrekking tot elektromagnetische velden alle burgers van de Gemeenschap een hoog beschermingsniveau dienen te bieden; dat de voorschriften van de lidstaten op dit gebied gebaseerd dienen te zijn op een gemeenschappelijk overeengekomen kader teneinde voor een consistente bescherming in de hele Gemeenschap te zorgen;

6. Overwegende dat overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel elke nieuwe maatregel die genomen wordt op een gebied dat niet onder de uitsluitende bevoegdheid van de Gemeenschap valt, zoals de bescherming van de bevolking tegen niet-ioniserende straling, alleen mag worden genomen als de voorgestelde doelstellingen, vanwege de omvang of de gevolgen van het voorgestelde optredcn, beter door de Gemeenschap dan door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt;

7. Overwegende dat er een communautair kader voor de bescherming van de bevolking tegen elektromagnetische velden dient te worden vastgesteld door middel van aanbevelingen aan de lidstaten;

8. Overwegende dat dit kader gebaseerd dient te worden op de beste beschikbare wetenschappelijke gegevens op dit gebied en basisrestricties en referentieniveaus voor blootstelling aan elektromagnetische velden dient te onivatten; dat de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP) hierover advies heeft uitgebracht en dat dit advies door de wetenschappelijke stuurgroep van de Commissie is onderschreven;

9. Overwegende dat dergelijke basisrestricties en referentieniveaus van toepassing dienen te zijn op alle straling afkomstig van elektromagnetische velden, met uitzondering van optische straling en ioniserende straling; dat voor de eerstgenoemde categorie de desbetreffende wetenschappelijke gegevens en adviezen nog nader bestudeerd moeten worden en dat voor de laatstgenoemde categorie al communautaire maatregelen bestaan;

10. Overwegende dat het aanhouden van de aanbcvolen restricties referentieniveaus

een hoog beschermingsniveau ten opzichte van de    bewezen

gezondheidseffecten van blootstelling aan elektromagnetische straling dient te bieden, maar dat storingen van of effecten op het functioneren van medische

hulpmiddelen, zoals metalen prothesen, pacemakers en defibrillators, alsmede cochlea-implantaten, daardoor niet zonder meer kunnen worden vermeden; dat storingen met pacemakers kunnen optreden bij nivcaus under de aanbevolen referentieniveaus en hiervoor passende voorzorgen moeten worden genomen, die echter buiten het bestek van deze aanbeveling vallen;

11. Overwegende dat overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel deze aanbeveling algemene beginselen en methoden voor de bescherming van de bevolking dient te geven, waarbij het aan de lidstaten overgelaten wordt gedetailleerde voorschriften vast te stellen voor bronnen en handelingen die aanleiding geven tot blootstelling aan elektromagnetische velden en voor de indeling van de blootstellingsomstandigheden van personen als al dan niet beroepsgebonden, met inachtneming van of in overeenstemming met de communautaire bepalingen betreffende de bescherming van de veiligheid en gezondheid van de werkenden;

12. Overwegende dat de lidstaten een hoger beschermingsniveau mogen bieden dan in deze aanbevelingen is aangegeven;

13. Overwegende dat over de door de lidstaten op dit gebied genomen maatregelen, ongeacht of die bindend zijn of niet, en over de wijze waarop daarbij met deze aanbevelingen rekening gehouden is, verslagen op nationaal en communautair niveau dienen te worden uitgebracht;

14. Overwegende dat om de bekendheid met risico’s en beschermingsmaatregelen tegen elektromagnetische velden te vergroten de lidstaten de verspreiding van informatie en praktijkvoorschriften op dit gebied, met name met betrekking tot het ontwerp, de installatie en het gebruik van apparatuur, dienen te bevorderen, teneinde emaar te streven dat de blootstellingsniveaus de aanbevolen restricties niet overschrijden;

15. Overwegende dat aandacht dient te worden besteed aan voldoende inzicht in en passende voorlichting over de risico’s die met elektromagnetische velden verband houden, met inachtneming van de percepties van de bevolking ten aanzien van dergelijke risico’s;

16. Overwegende dat de lidstaten kennis moeten nemen van de vooruitgang in de wetenschappelijke kennis en de technologie met betrekking tot de bescherming tegen niet-ioniserende straling; dat deze aanbevelingen met name in het licht van de adviezen van de bevoegde intemationale organisaties, zoals de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection, moeten worden herzien.

UKVKKl/r AAN DAT

I. De lidstaten voor de doclcindcn van deze aanbcveling aan de fysische grootheden die in bijlage I.A zijn opgesomd, de betekenis hechten die er aldaar aan wordt gegeven;

II.    De lidstaten, om een hoog niveau van bescherming van de gezondheid tegen blootstelling aan elektromagnetische velden te bieden:

a) een kader goedkeuren van basisrestricties en referentieniveaus op basis van het in bijlage I B omschreven kader;

b) op basis van ccn dergelijk kader maatregelen ten uitvoer leggen met betrekking tot bronnen of handclingcn waarbij de bevolking aan elektromagnetische velden wordt blootgesteld;

c) ernaar streven dat de basisrestricties worden nageleefd die in bijlage II voor de blootstelling van de bevolking worden gegeven;

III.    De lidstaten, om de naleving van de in bijlage II genoemde basisrestricties te vergemakkelijken en te bevorderen.

a) de referentieniveaus die in bijlage III worden gegeven voor blootstellingsevaluaties gebruiken, om te bepalen of de basisrestricties eventueel zullen worden overschreden;

b) situaties waarbij bronnen van nicer dan een liequentie betrokken zijn, beoordelen overeenkomstig de in bijlage IV gegeven formules, zowel wat de basisrestricties als wat de referentieniveaus betreft;

IV.    De lidstaten, om het inzicht in de gevaren van en de bescherming tegen de blootstelling aan elektromagnetische velden te vergroten:

aan de bevolking in een geschikt formaat informatie verstrekken over de gezondheidsimpact van elektromagnetische velden en over de maatregelen die getroffen zijn om deze aan te pakken;

De lidstaten, om de kennis over de gezondheidseffecten van elektromagnetische velden te vergroten:

V.

VI.

in de context van hun Rationale ondcrzocksprogramma’s onderzock bevorderen en beoordelen dat van belang is voor elektromagnetische velden en de menselijke gezondheid, met inachtneming van communautaire en intemationale aanbevelingen en inspanningen op onderzoeksgebied;

De lidstaten, om bij te dragen tot het ontstaan van een consistent systeem van bescherming tegen risico’s van blootstelling aan elektromagnetische velden:

verslag uitbrengcn over de vaststelling en tenuitvoerlegging van de maatregelen die zij op het door deze aanbeveling bestreken gebied nemen en de Commissie hiervan na een periode van drie jaar volgend op de goedkeuring van deze aanbeveling op de hoogte stellen, waarbij zij aangeven hoe daarmee in die maatregelen rekening is gehouden;

VERZOEKT

de Commissie aan de hand van de verslagen van de lidstaten een verslag op te stellen voor de Gemeenschap in haar geheel, en de door deze aanbeveling bestreken aangelegenheden te volgen met het oog op de herziening en bijwerking ervan.

Voor de Raad