Artikelen bij COM(2004)607 - Wijziging van Richtlijn 2003/88/EG betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1

Richtlijn 2003/88/EG wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 2 worden de punten 1 bis en 1 ter ingevoegd:

“1 bis. “aanwezigheidsdienst”: tijd gedurende welke de werknemer op zijn werkplek beschikbaar moet blijven om op verzoek van de werkgever zijn werkzaamheden te verrichten of zijn functie uit te oefenen.

1 ter. “wacht- of slaapuren tijdens de aanwezigheidsdienst”: tijd gedurende welke de werknemer aanwezigheidsdienst heeft in de zin van artikel 1 bis, maar door zijn werkgever niet geroepen wordt om zijn werkzaamheden te verrichten of zijn functie uit te oefenen.”

2. Het volgende artikel 2 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 2 bis

Aanwezigheidsdienst

De wacht- en slaapuren tijdens de aanwezigheidsdienst worden niet als arbeidstijd beschouwd, tenzij de nationale wetgeving of, overeenkomstig de nationale wetgeving en/of gebruiken, een collectieve overeenkomst of een bedrijfsakkoord tussen de sociale partners anders bepaalt.

De tijd gedurende welke de werknemer tijdens de aanwezigheidsdienst daadwerkelijk zijn werkzaamheden verricht of zijn functie uitoefent, wordt steeds als arbeidstijd aangemerkt.”

3. In artikel 16 wordt punt b) vervangen door:

“b) voor de toepassing van artikel 6 (maximale wekelijkse arbeidstijd) niet langer is dan vier maanden.

Om objectieve, technische of arbeidsorganisatorische redenen kunnen de lidstaten deze referentieperiode bij wet- of regelgeving echter vaststellen op twaalf maanden, op voorwaarde dat de algemene beginselen van de bescherming van de veiligheid en gezondheid van de werknemers in acht worden genomen, dat de betrokken sociale partners worden geraadpleegd en dat inspanningen worden geleverd om alle relevante vormen van sociale dialoog aan te moedigen, met inbegrip van overleg indien de partijen zulks wensen.

Wanneer de duur van de arbeidsovereenkomst minder dan een jaar bedraagt, kan de referentieperiode niet meer dan de duur van de arbeidsovereenkomst bedragen.

De perioden van overeenkomstig artikel 7 toegekende jaarlijkse vakantie en de perioden van ziekteverlof worden niet meegerekend of zijn neutraal voor de berekening van het gemiddelde;”

4. Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

a) In lid 1 worden de woorden “van de artikelen 3 tot en met 6, 8 en 16” vervangen door “van de artikelen 3 tot en met 6, 8 en 16, onder a) en c)”.

b) In lid 2 worden de woorden “Mits de betrokken werknemers gelijkwaardige compenserende rusttijden worden geboden” vervangen door “Mits de betrokken werknemers binnen een redelijke termijn, die niet meer dan 72 uur mag bedragen, gelijkwaardige compenserende rusttijden worden geboden”.

c) In de inleidende zin van lid 3 worden de woorden “van de artikelen 3, 4, 5, 8 en 16” vervangen door “van de artikelen 3, 4, 5, 8 en 16, onder a) en c)”.

d) Lid 5 wordt als volgt gewijzigd:

i) De eerste alinea wordt vervangen door:

“Overeenkomstig lid 2 van dit artikel kunnen afwijkingen van artikel 6 worden toegestaan in het geval van artsen in opleiding, zulks overeenkomstig het bepaalde in de tweede tot en met de zevende alinea van dit lid.”

ii) De laatste alinea wordt geschrapt.

5. In lid 18, derde alinea, worden de woorden “mits de betrokken werknemers gelijkwaardige compenserende rusttijden worden geboden” vervangen door “mits de betrokken werknemers binnen een redelijke termijn, die niet meer dan 72 uur mag bedragen, gelijkwaardige compenserende rusttijden worden geboden”.

6. Artikel 19 wordt vervangen door:

“De lidstaten kunnen, met inachtneming van de algemene beginselen inzake de bescherming van de veiligheid en gezondheid van de werknemers, toestaan dat om objectieve, technische of arbeidsorganisatorische redenen in collectieve overeenkomsten of bedrijfsakkoorden tussen de sociale partners voor de maximale wekelijkse arbeidstijd langere referentieperioden worden vastgesteld, die in geen geval langer mogen zijn dan twaalf maanden.”

7. Artikel 20, lid 2, wordt geschrapt.

8. Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

a) Lid 1 wordt vervangen door:

"1. De lidstaten kunnen met inachtneming van de algemene beginselen inzake de bescherming van de veiligheid en gezondheid van de werknemers besluiten artikel 6 niet toe te passen. In deze mogelijkheid moet echter uitdrukkelijk voorzien zijn in de collectieve overeenkomst of het bedrijfsakkoord tussen de sociale partners op nationaal of regionaal niveau of, in overeenstemming met de nationale wetgeving en/of gebruiken, in collectieve overeenkomsten of bedrijfsakkoorden tussen de sociale partners op een adequaat niveau.

Wanneer er geen collectieve overeenkomst van kracht is en er in de betrokken onderneming of vestiging geen personeelsvertegenwoordiging is die, in overeenstemming met de nationale wetgeving en/of gebruiken, bevoegd is een collectieve overeenkomst of een bedrijfsakkoord tussen de sociale partners hierover te sluiten, kan van deze mogelijkheid ook gebruik worden gemaakt door middel van een overeenkomst tussen de werkgever en de werknemer.

b) Het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

“1 bis. De lidstaten die van de in lid 1 bedoelde mogelijkheid gebruik maken, moeten in ieder geval de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat:

a) geen enkele werkgever verlangt dat een werknemer meer dan 48 uur werkt tijdens een periode van zeven dagen, berekend als gemiddelde van de in artikel 16, onder b), bedoelde referentieperiode, tenzij de werknemer schriftelijk met het verrichten van dergelijke arbeid heeft ingestemd. Deze instemming geldt ten hoogste één jaar en kan verlengd worden. Instemming die wordt gegeven bij de ondertekening van de individuele arbeidsovereenkomst of tijdens de proeftijd, is van nul en gener waarde;

b) geen enkele werknemer nadeel ondervindt van het feit dat hij niet bereid is dergelijke arbeid te verrichten;

c) geen enkele werknemer in een willekeurige week meer dan 65 uur werkt, tenzij de collectieve overeenkomst of het bedrijfsakkoord tussen de sociale partners anders bepalen;

d) de werkgever registers bijhoudt van alle werknemers die dergelijke arbeid verrichten, en van het aantal feitelijk gewerkte uren;

e) de registers ter beschikking worden gesteld van de bevoegde autoriteiten die, in verband met de veiligheid en/of de gezondheid van de werknemers, de mogelijkheid om de maximale wekelijkse arbeidstijd te overschrijden, kunnen verbieden of beperken;

f) de werkgever de bevoegde autoriteiten, op hun verzoek, inlichtingen verstrekt over de gevallen waarin werknemers ermee hebben ingestemd om langer dan 48 uur te werken tijdens een periode van zeven dagen, berekend als gemiddelde van de in artikel 16, onder b), bedoelde referentieperiode, en over de door deze werknemers feitelijk gewerkte uren.”

9. Artikel 24 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 24 - bis Uitvoeringsverslag

Uiterlijk vijf jaar na de in artikel 3 van deze richtlijn genoemde datum brengt de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn, en met name van artikel 22, leden 1 en 2, eventueel vergezeld van passende voorstellen voor de geleidelijke afschaffing van deze bepalingen indien zij zulks nodig acht.

Artikel 2

De lidstaten stellen de sancties vast die van toepassing zijn op schendingen van de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en treffen alle maatregelen die nodig zijn om de daadwerkelijke toepassing van die sancties te garanderen. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op de in artikel 3 vermelde datum van deze bepalingen in kennis en delen haar alle latere wijzigingen zo spoedig mogelijk mee. Ze zien er in het bijzonder op toe dat de werknemers en/of hun vertegenwoordigers over gepaste procedures beschikken voor de uitvoering van de verplichtingen waarin deze richtlijn voorziet.

Artikel 3

De lidstaten stellen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om uiterlijk op [--] aan deze richtlijn te voldoen, of dragen er zorg voor dat de sociale partners via overeenkomsten de nodige bepalingen in werking doen treden, waarbij de lidstaten alle nodige maatregelen dienen te treffen opdat de sociale partners te allen tijde voor de op grond van deze richtlijn vereiste resultaten kunnen instaan. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.