Artikelen bij COM(2004)444 - Voorstel voor een gemeenschappelijk standpunt van de Raad betreffende de onderhandelingen in de Raad van Europa over het Verdrag van 1990 inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1

In het kader van de onderhandelingen in de Raad van Europa over het aanvullende protocol bij het verdrag van 1990 zal de raad de volgende standpunten verdedigen:

1. De Unie steunt de opstelling, in het kader van de Raad van Europa, van een aanvullend protocol tot wijziging van het verdrag en pleit voor de snelle voltooiing van het aanvullende protocol, zodat dit tegen de Top van staatshoofden en regeringsleiders van de Raad van Europa in mei 2005 beschikbaar is.

2. Het aanvullende protocol moet ervoor zorgen dat de bepalingen van het Verdrag inzake de identificatie, de inbeslagneming en de confiscatie van criminele vermogensbestand delen en de internationale samenwerking in strafzaken tussen rechtshandhavingsinstanties ook van toepassing zijn op de bestrijding van de financiering van terrorisme.

3. In het aanvullende protocol moet ook worden ingespeeld op de noodzaak de internationale samenwerking in strafzaken te versterken op het gebied van de verstrekking van informatie over bankrekeningen van personen tegen wie een strafrechtelijk onderzoek loopt. Dit geldt ook voor de verstrekking van informatie over specifieke bankrekeningen en bankverrichtingen, inclusief het toezicht op bankverrichtingen, die relevant zijn voor het onderzoek naar één of meer strafbare feiten.

Artikel 2

De in het kader van de Raad van Europa opgestelde bepalingen moeten verenigbaar zijn met de instrumenten die zijn vastgesteld op grond van Titel VI van het EG-Verdrag.

Artikel 3

Het fungerend voorzitterschap van de Raad, in samenwerking met de Commissie, coördineert de standpunten van de lidstaten tijdens de onderhandelingen in de Raad van Europa en zorgt ervoor gemeenschappelijke standpunten te bereiken over alle aangelegenheden die onder Titel VI van het EU-Verdrag vallen.

Artikel 4

De lidstaten coördineren ook hun standpunten met lopende werkzaamheden binnen andere internationale fora, en met name de financiële actiegroep witwassen van geld (Financial Action Task Force - FATF).

Artikel 5

Het voorzitterschap van de Raad zal de geassocieerde landen Roemenië, Bulgarije en Turkije, en de EVA-landen verzoeken zich bij het onderhavige gemeenschappelijk standpunt aan te sluiten.

Artikel 6

Dit gemeenschappelijk standpunt doet niets af aan de machtiging van de Commissie om namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over de onderdelen van het verdrag die door de Gemeenschapswetgeving worden bestreken.

Artikel 7

Dit gemeenschappelijk standpunt treedt in werking op de datum waarop het wordt aangenomen.