Artikelen bij COM(2002)295 - Uitvoering van Verordening 2137/92 betreffende het gemeenschappelijke indelingsschema voor geslachte schapen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52002DC0295

Verslag van de Commissie aan de Raad over de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2137/92 van de Raad betreffende het communautaire indelingsschema voor geslachte schapen /* COM/2002/0295 def. */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD over de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2137/92 van de Raad betreffende het communautaire indelingsschema voor geslachte schapen

1. INLEIDING

Overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2137/92 betreffende het communautaire indelingsschema voor geslachte schapen en de communautaire standaardkwaliteit van geslachte schapen, vers of gekoeld, en houdende verlenging van Verordening (EEG) nr. 338/91 tot vaststelling van de communautaire standaardkwaliteit van geslachte schapen, vers of gekoeld , moet de Commissie bij de Raad uiterlijk op 31 juli 2002 verslag uitbrengen over uitvoering van deze verordening.

PB L 214 van 30.7.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2536/97 (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 6).

In datzelfde artikel, dat is gewijzigd omstreeks de tijd nadat de Commissie haar vorige verslag over de indeling van geslachte dieren uitbracht, is bepaald dat het verslag in voorkomend geval vergezeld moet gaan van passende voorstellen, met name wat betreft de indeling van geslachte dieren, om de toepassing daarvan zo mogelijk verplicht te stellen.

COM(97) 250 van 30.5.1997.

Sinds het vorige verslag (1997) is de situatie ten aanzien van het gebruik van het indelingsschema echter weinig veranderd. De opmerkingen van het verslag blijven dan ook grotendeels relevant. Bij de bij Verordening (EG) nr. 2529/2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees ingevoerde hervorming is de berekeningswijze voor de ooienpremie evenwel veranderd, wat tevens gevolgen heeft voor de prijsnotering. Wanneer men nagaat of het dienstig is het schema verplicht te stellen, moet men derhalve ook rekening houden met deze veranderingen.

PB L 341 van 22.12.2001, blz. 3.

2. ACHTERGROND

2.1. Vóór de bij Verordening (EG) nr. 2529/2001 ingevoerde hervormingen was de vaststelling van de marktprijzen in de schapensector bijzonder belangrijk omdat de communautaire marktprijs een centraal element was bij de berekening van de jaarlijkse ooienpremie. Deze marktprijzen werden wekelijks in de lidstaten genoteerd op basis van een in 1991 overeengekomen communautaire definitie van standaardkwaliteit van geslachte schapen, en vervolgens omgezet in de gemiddelde communautaire marktprijs.

De definitie van standaardkwaliteit zoals vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 338/91 van de Raad tot vaststelling van de communautaire standaardkwaliteit van geslachte schapen, vers of gekoeld is ingevoerd naar aanleiding van de hervorming van de regeling in 1989 en werd gebruikt voor de vaststelling van de prijzen en de berekening van de premie. De prijsnotering op basis van de standaardkwaliteit functioneerde vrij goed, omdat zo een gemiddelde communautaire prijs kon worden berekend op basis van vergelijkbare, door de lidstaten verstrekte gegevens.

PB L 41 van 14.2.1991, blz. 1. Verordening ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 2529/2001 (PB L 341 van 22.12.2001, blz. 3).

De toepassing van deze definitie in Verordening (EEG) nr. 338/91 heeft er in de praktijk echter toe geleid dat er in Spanje, Italië, Griekenland en Portugal geen prijsnotering was voor lichte karkassen van 9 tot en met 11,9 kg. Voorts werd het begrip 'aanvaardbare vetbedekking', bij ontstentenis van indelingsnormen voor geslachte lammeren, in de uitvoeringsbepalingen van de Verordening (EEG) nr. 956/91 van de Commissie van 18 april 1991 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1481/86 betreffende de vaststelling van de op de representatieve markten van de Gemeenschap geconstateerde prijzen voor geslachte lammeren, vers of gekoeld, en betreffende de constatering van de prijzen voor sommige andere kwaliteiten geslachte schapen in de Gemeenschap zo uitgelegd dat naar gelang van de gangbare productiemethode in de betrokken lidstaat uiteenlopende maximumgewichten voor geslachte dieren werden toegepast (16 kg in Spanje, Italië, Griekenland en Portugal, 21,5 kg in Groot-Brittannië, Ierland en Noord-Ierland, 22 kg in Frankrijk en Oostenrijk en 23 kg in Denemarken, Duitsland, België, Nederland, Finland en Zweden.

PB L 98 van 19.4.1991, blz. 8.

In feite had de vaststelling van een 'standaardkwaliteit' tot gevolg dat een aanzienlijk deel van de geproduceerde hoeveelheden niet in aanmerking werd genomen bij de vaststelling van de gemiddelde communautaire prijs. Met name de prijzen van lichte karkassen, die in de mediterrane landen het grootste deel van de productie uitmaken, zijn bij de berekening nooit gebruikt.

Zelfs binnen de standaardkwaliteit waren er nog steeds aanzienlijke prijsverschillen in de verschillende lidstaten, die hoofdzakelijk voortvloeiden uit verschillen in productie- en consumptiepatronen, de seizoensgebondenheid van het aanbod en de zelfvoorzieningsgraad van de verschillende lidstaten, alsook uit kwalitatieve verschillen in termen van geslacht gewicht, bevleesdheid en vetgehalte.

2.2. Gelet op de noodzaak om de transparantie van de markt te verhogen, heeft de Raad in 1992 een indelingssysteem voor geslachte schapen ingevoerd. Dit systeem, dat in de Gemeenschap op vrijwillige basis wordt toegepast, voorziet in een methode waarbij geslachte dieren worden ingedeeld volgens vaste criteria en waarbij producenten op basis van deze criteria kunnen worden betaald.

Een van de langetermijndoelstellingen van het communautaire indelingsschema voor geslachte dieren was, met het oog op de prijsnotering, een basis te verschaffen voor een nieuwe definitie van standaardkwaliteit voor geslachte schapen.

3. INDELING GESLACHTE DIEREN

3.1. Wetgevende aspecten

Verordening (EEG) nr. 2137/92 bevat bepalingen betreffende het communautaire indelingsschema voor geslachte schapen, met name de omschrijving van het geslachte dier, de indelingscriteria, de prijsnotering en controles, en voorziet in twee indelingssystemen:

- een systeem waarbij zowel de bevleesdheid als de vetheid worden beschreven, doorgaans het 'SEUROP-schema' genoemd,

- een systeem dat alleen voor lammeren van minder dan 13 kg mag worden toegepast, en waarbij gewicht, vleeskleur en vetheid worden beschreven, doorgaans het 'A-schema' genoemd.

Verordening (EEG) nr. 461/93 van de Commissie tot vaststelling van uitvoerings bepalingen inzake het communautaire indelingsschema voor geslachte schapen , die op 6 maart 1993 in werking is getreden, voorziet in prijsnotering op basis van het indelingsschema voor de eerste maal met ingang ten laatste op 8 april 1993.

PB L 49 van 27.2.1993, blz. 70. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 823/98 (PB L 117 van 21.4.1998, blz. 2).

Begin 1995 heeft het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen in alle talen van de Gemeenschap (op het Zweeds en het Fins na) brochures gepubliceerd, waarin het communautaire indelingsschema voor geslachte schapen en lichte lammeren wordt toegelicht. Deze brochures zijn bij het Bureau verkrijgbaar (ref.: SEUROP: CM 84-94-694; A-schema: CM 84-94-703).

Sinds de invoering van de classificatie worden de indeling van geslachte dieren en de prijsnotering op basis van het schema op vrijwillige basis door de slachthuizen toegepast.

Overeenkomstig de verordeningen zijn in de periode 1993-2000 controlebezoeken verricht in alle lidstaten die het indelingsschema toepassen. Hiermee werd in eerste instantie beoogd de normen die de deskundigen van de lidstaten hanteren op elkaar af te stemmen en zich ervan te vergewissen dat deze normen in de bezochte slachthuizen werden toegepast.

3.2. Uitvoering op het niveau van de lidstaat

De indeling van geslachte dieren op basis van het 'SEUROP-schema' is verplicht in Finland, Frankrijk, Zweden en Duitsland. Ook in Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk vindt tot op zekere hoogte indeling volgens dit schema plaats.

Indeling van geslachte lammeren van minder dan 13 kg op basis van het 'A-schema' is, in beperkte mate, alleen in Spanje, Portugal en Griekenland gebeurd.

In Oostenrijk, België, Luxemburg, Nederland en Italië is vrijwel geen vooruitgang geboekt bij de toepassing van de indeling.

Voor deze beperkte vooruitgang worden onder andere de volgende redenen aangevoerd:

- in vele lidstaten verkopen de producenten hun lammeren levend op de veemarkt of rechtstreeks aan het slachthuis of aan veehandelaren en beschouwen zij de zaak dan als afgedaan. De transacties en de betaalde prijs hebben betrekking op levende lammeren;

- bij rechtstreekse verkoop aan slachthuizen worden vaak hele partijen verkocht tegen een overeengekomen prijs per kg geslacht gewicht. Het belang van de producenten, met uitzondering van bepaalde producentengroeperingen, om indeling te hanteren, is dan eerder theoretisch dan financieel;

- in bepaalde lidstaten zijn de slachthuizen eigendom van de gemeente, en niet van particulieren of coöperaties, en ontbreekt het aan voorzieningen of personeel voor de indeling;

- slachthuiseigenaars en groothandelaren voeren soms aan dat het communautaire indelingsschema voor groot-/kleinhandeltransacties irrelevant is; zij hanteren hiervoor vaak een eenvoudige indeling in eerste/tweede/derde kwaliteit;

- er is geen eensgezindheid tussen slachthuizen en producenten over wie de indeling maakt en wie ervoor betaalt;

- in lidstaten die van oudsher veel levende lammeren uitvoeren, is de slachthuissector vrijwel nergens sterk ontwikkeld.

4. HERVORMING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING

4.1 De bij Verordening (EG) nr. 2529/2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees ingevoerde hervormingen hebben belangrijke gevolgen voor de prijsnotering en de rol van de indeling van geslachte dieren.

De vervanging van de variabele inkomenstoeslag door een vaste premie impliceert met name dat de prijsnotering aan belang verliest. In het kader van de nieuwe regeling is het niet langer nodig een basisprijs voor verse en gekoelde geslachte schapen of een wekelijkse gemiddelde communautaire prijs vast te stellen, aangezien de bepalingen waarbij deze verplichtingen waren ingesteld, zijn ingetrokken.

Op grond van het bepaalde in Verordening (EG) nr. 315/2002 van de Commissie van 20 februari 2002 betreffende de constatering van de prijzen voor verse of gekoelde geslachte schapen op de representatieve markten in de Gemeenschap is prijsnotering nog steeds verplicht. Doel van de prijsnotering is de tendensen op de verschillende markten te volgen, zodat de Commissie in geval van een moeilijke marksituatie kan besluiten tot toekenning van steun voor particuliere opslag. Een dergelijk besluit wordt in voorkomend geval genomen in het licht van de situatie op de betrokken markt.

PB L 50 van 21.2.2002, blz. 47.

Er is geen mechanisme dat automatisch tot particuliere opslag leidt wanneer het prijsniveau op een bepaalde markt sterk daalt en onder een naar seizoen gedifferentieerde communautaire basisprijs blijft. De eerder in dit verband geldende bepalingen zijn namelijk ingetrokken.

4.2 Zoals hierboven uiteengezet, heeft de invoering van een 'standaardkwaliteit' ertoe geleid dat een aanzienlijk deel van de geproduceerde hoeveelheden niet in aanmerking werden genomen bij de vaststelling van de gemiddelde communautaire prijs en dat er in de verschillende lidstaten aanzienlijke verschillen waren tussen de prijzen voor geslachte dieren van standaardkwaliteit. Gelet op het feit dat het sinds de hervorming niet langer nodig is een gemiddelde communautaire prijs voor vergelijkbare geslachte dieren vast te stellen, is het begrip 'standaardkwaliteit' niet langer van toepassing. De desbetreffende bepalingen zijn derhalve ingetrokken.

4.3. De variabele inkomenstoeslag bleek weliswaar efficiënt om de producenten te beschermen tegen prijsdalingen, maar schermde ze ook af voor de effecten van de markt. Met de vervanging ervan door een vaste premie werd in de eerste plaats beoogd een solide basis te verschaffen waarop veehouders hun productie marktgerichter dan voordien kunnen ontwikkelen. In dit verband is de verbetering van de vleeskwaliteit bijzonder belangrijk. Voorts kunnen uitgaven in het kader van de nationale totaalbedragen zoals vastgesteld in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 2529/2001 betalingen omvatten aan producenten die specifieke productievormen, met name met betrekking tot kwaliteit, toepassen.

5. Conclusies

Het feit dat in een aantal lidstaten op het gebied van de indeling van geslachte dieren geen vooruitgang is geboekt, is ontgoochelend.

Alleen in Finland, Zweden en Frankrijk is de indeling van geslachte dieren sterk ontwikkeld. In de overige lidstaten, met uitzondering van Duitsland, is men vooral afhankelijk van de goodwill van producenten en slachters. Om diverse redenen, onder meer de voorkeur voor veemarkten en voor verkoop aan slachters tegen een vaste prijs per kg, lijken de meeste producenten weinig bereid om lammeren via het indelingssysteem te verkopen. Ook slachters lijken er afwijzend tegenover te staan, gezien het relatief kleine aantal vrijwillige deelnemers aan de regeling in een aantal lidstaten.

Sinds de hervorming van de gemeenschappelijke marktordening is het belang van de indeling van geslachte dieren voor de prijsnotering verminderd, mede doordat het hele systeem van de prijsnotering aan belang heeft ingeboet en vergelijkbare prijsgegevens op basis van de standaardkwaliteit niet langer noodzakelijk zijn.

In het licht van het bovenstaande is het zeer de vraag of het communautaire indelingsschema verplicht moet worden gesteld en kan zelfs worden aangevoerd dat een dergelijk schema geheel overbodig is.

Daar waar het indelingssysteem wel wordt toegepast, wordt het echter door vele producenten en slachters beschouwd als een nuttig instrument voor de verbetering van de kwaliteit van het zowel voor de binnenlandse als de exportmarkt verkochte product. In dit opzicht zou indeling op lange termijn kunnen leiden tot een verbetering van de producentenprijzen en de kwaliteit, en deze beter kunnen afstemmen op de vraag van de consument, doordat zij de producenten een objectieve basis voor het meten van de resultaten en feedback verschaft.

Het gebruik van het schema verplicht stellen, is volgens de Commissie niet haalbaar. Anderzijds acht zij het evenmin nodig het af te schaffen. De positieve aspecten van de indeling (prijstransparantie en verbetering van de kwaliteit van geslachte dieren) doen de Commissie concluderen dat indeling waardevol is voor de sector.

6. Voorstellen

De Commissie stelt voor het gebruik van het communautaire indelingsschema niet verplicht te stellen. Dit betekent dat de indeling van geslachte dieren op communautair niveau een vrijwillig instrument blijft dat moet worden gebruikt wanneer het de sector schapen ten goede komt.

Tegen deze achtergrond stelt de Commissie voor het indelingsschema voor geslachte dieren ongewijzigd te laten.

De Commissie dringt er bij de lidstaten op aan de slachthuizen aan te moedigen om van het schema gebruik te maken met het oog op een grotere prijstransparantie en om bij te dragen tot de verbetering van de kwaliteit van geslachte dieren.