Artikelen bij COM(2002)481 - Reactie van de EG op de overstromingen in Oostenrijk, Duitsland en verscheidene kandidaat-lidstaten - Een initiatief uit solidariteit

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52002DC0481

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - Reactie van de Europese Gemeenschap op de overstromingen in Oostenrijk, Duitsland en verscheidene kandidaat-lidstaten - Een initiatief uit solidariteit /* COM/2002/0481 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD - REACTIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP OP DE OVERSTROMINGEN IN OOSTENRIJK, DUITSLAND EN VERSCHEIDENE KANDIDAAT-LIDSTATEN - Een initiatief uit solidariteit

INHOUD

1. Inleiding

2. Financiële maatregelen voor de lidstaten

3. Financiële maatregelen voor de getroffen kandidaat-lidstaten

4. Landbouw

5. Wettelijke maatregelen

6. Coördinatie- en preventiemaatregelen

7. Voorstel voor een EU-rampenfonds

8. Conclusie


1. Inleiding

Midden-Europa is onlangs door overstromingen van ongekende omvang getroffen. In dit stadium kan nog geen definitieve inschatting worden gemaakt van de totale schade en de kosten die de herstelwerkzaamheden met zich mee zullen brengen, maar het is duidelijk dat er immense verwoestingen zijn aangericht. Tientallen mensen zijn omgekomen, de sociaal-economische infrastructuur van hele regio's is vernield en het culturele erfgoed is beschadigd. Volgens een aantal eerste voorlopige schattingen bedraagt de schade in Duitsland 15 miljard euro, in Oostenrijk 2 miljard euro, in de Tsjechische Republiek tussen 2 en 3 miljard euro en in Slowakije 35 miljoen euro.

In deze mededeling voor het grote publiek, het Europees Parlement en de Raad wordt een korte beschrijving gegeven van de maatregelen die de Europese Commissie reeds genomen heeft of nog zal nemen om de lidstaten en kandidaat-lidstaten te hulp te komen, wier burgers, agrariërs, werknemers, ondernemers en gemeentes onder de catastrofale overstromingen te lijden hebben gehad.

Bij tal van maatregelen wordt er een nieuwe bestemming gegeven aan financiële middelen die reeds ter beschikking staan, hetgeen vrij eenvoudig te implementeren is. In de afgelopen weken is er echter een sterk gevoel ontstaan dat de Europese Gemeenschap nog méér zou moeten doen. In dit verband stelt de Commissie de oprichting van een EU-rampenfonds voor.

Solidariteit

Tezamen vormen wij een gemeenschap van volkeren die op weg is naar een unie, waarin we nauwer met elkaar samenwerken. Het is dan ook alleen maar billijk en natuurlijk dat bij de burgers, de lidstaten en de instellingen van de Gemeenschap spontaan het gevoel opgekomen is dat we met name door middel van praktische financiële hulp onze solidariteit met de slachtoffers tot uitdrukking moeten brengen.

Oorzaken van de ramp

In deze mededeling ligt de nadruk op de maatregelen op de middellange termijn die de Gemeenschap kan nemen om de betrokken lidstaten en kandidaat-lidstaten te hulp te komen bij het herstel van de schade die de recente catastrofale overstromingen hebben aangericht. Vanuit de lange termijn bezien is de Commissie evenwel van mening dat we in het licht van de dramatische gebeurtenissen van de afgelopen weken zouden moeten nadenken over de vraag hoe het tot een dergelijke catastrofe kan komen. Wanneer we even afzien van de uitzonderlijke weersomstandigheden van de afgelopen weken, zullen we moeten bekijken in hoeverre de mens zelf - met name door de nog steeds veel te hoge uitstoot van broeikasgassen en een inadequaat beleid op het punt van landgebruik en waterbeheer - aan deze problemen heeft bijgedragen. Nu de wereldleiders in Johannesburg overleg plegen over maatregelen voor duurzame ontwikkeling is het noodzakelijker dan ooit tevoren dat de Europese Unie en andere belangrijke hoofdrolspelers zich opnieuw tot verdere concrete maatregelen op dit gebied verplichten.

De reactie van de Europese Gemeenschap

Meteen nadat de omvang van de ramp duidelijk was geworden, heeft de Commissie - d.w.z. de voorzitter van de Commissie, afzonderlijke commissarissen en directoraten-generaal - contact opgenomen en overleg gepleegd met de betrokken nationale en regionale autoriteiten van zowel de getroffen lidstaten als de kandidaat-lidstaten.

Ook het Europees Parlement heeft zijn bezorgdheid naar voren gebracht en beloofd dat voorstellen die de goedkeuring van de begrotingsautoriteit behoeven met de allergrootste voortvarendheid zullen worden afgehandeld.

De Raad van Ministers heeft eveneens uiting gegeven aan zijn solidariteit met de slachtoffers van de overstroming en de urgentie van maatregelen van de zijde van de Gemeenschap onderstreept. Het Deense voorzitterschap heeft voor 29 augustus 2002 een buitengewone vergadering van de vertegenwoordigers van de lidstaten bijeengeroepen om overleg te voeren over de maatregelen die de Unie zou kunnen nemen.

De door een gevoel van solidariteit ingegeven reactie van de Europese Gemeenschap is tweeledig:

- Enerzijds wordt er gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de reeds bestaande regelgeving en instrumenten van de Gemeenschap te bieden hebben, met name op het gebied van de Structuurfondsen, de landbouw en de steunverlening aan de kandidaat-lidstaten (hieraan zouden nog EIB-kredieten toegevoegd kunnen worden). Er zijn reeds bijeenkomsten met de betrokken nationale en regionale autoriteiten gepland om al deze mogelijkheden nauwkeuriger onder de loep te nemen.

- Anderzijds wordt er een 'EU-rampenfonds' in het leven geroepen, dat zo ingericht is dat er snel nieuwe financiële middelen zullen kunnen worden vrijgemaakt en er zo goed zal kunnen worden ingespeeld op de gevolgen van grote rampen.

Het volgende hoofdstuk geeft een algemeen beeld van een aantal belangrijke gegevens, de reeds genomen maatregelen en de maatregelen die nog genomen zullen moeten worden.

2. Financiële maatregelen voor de lidstaten

Structuurfondsen

Financiële middelen van de Gemeenschap die reeds aan de betrokken regio's en lidstaten waren toegekend, kunnen door wijzigingen in de bestaande programma's nu ingezet worden voor maatregelen in verband met de overstromingen, zodat er doelgerichte steun bij de herstelwerkzaamheden zal kunnen worden geboden. De lidstaten hebben hier drie mogelijkheden:

- binnen de werkzaamheden die uit hoofde van de operationele programma's/enkelvoudige programmeringsdocumenten ten uitvoer worden gebracht kunnen de financiële middelen worden geconcentreerd op maatregelen in verband met de overstromingen;

- er kunnen nieuwe maatregelen worden uitgewerkt waardoor uitgaven voor werkzaamheden in verband met de overstromingen mogelijk worden, met name voor de wederopbouw van de beschadigde infrastructuur, voor productieve investeringen in ondernemingen, voor vervanging van vernielde installaties en voor specifieke scholings- en werkgelegenheidsmaatregelen en andere maatregelen op het gebied van de human resources;

- voor andere maatregelen en prioriteiten bestemde financiële middelen kunnen worden omgebogen naar passende bestaande of onlangs genomen maatregelen en, waar nodig, kunnen er ook ombuigingen van financiële middelen tussen de Fondsen onderling plaatsvinden. De nationale, regionale en lokale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de selectie van de mede door de Structuurfondsen gefinancierde projecten zullen moeten vaststellen hoeveel geld er beschikbaar is.

Bij de toepassing van de zogenaamde "n+2 regel" ten aanzien van de automatische annulering van bedragen waarvoor betalingsverplichtingen zijn aangegaan, bestaat in het geval van overmacht - waaronder ook grootschalige natuurrampen vallen die gevolgen hebben voor de implementatie van de in het kader van de Structuurfondsen verleende steun - uit hoofde van de tweede alinea van lid 2 van artikel 31 van Verordening nr. 1260/1999 van de Raad de mogelijkheid om de bedragen van de geannuleerde betalingsverplichting weer beschikbaar te stellen (indien de uitgebleven uitvoering verband houdt met de overstroming).

Nog te nemen maatregelen

De Commissie zal alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat de noodzakelijke besluiten in verband met de wijziging van de programma's op de kortst mogelijke termijn genomen zullen worden. De lidstaten en regio's kunnen hun prioriteiten bijstellen, de Commissie hiervan op de hoogte brengen en om wijziging van de bestaande programma's vragen. Daarnaast zal worden bekeken of er een beroep kan worden gedaan op de prestatiereserve (4%).

In bepaalde gevallen kunnen de beheersautoriteiten van de betrokken programma's onder eigen verantwoordelijkheid en binnen de grenzen van artikel 34, lid 3 van Verordening nr. 1260/1999 van de Raad aanpassingen in de programmacomplementen aanbrengen.

Trans-Europese netwerken (TEN)

Op de TEN-begroting voor vervoer is een bedrag van zo'n 11 miljoen euro en op de TEN-begroting voor energie is een bedrag van 5,9 miljoen euro beschikbaar, waarvoor nog geen verplichtingen zijn aangegaan. Deze bedragen zouden in beginsel vrij kunnen worden gemaakt voor steun voor de wederopbouw van TEN-projecten die door de overstromingen in Duitsland en Oostenrijk schade hebben opgelopen. Daarnaast is in het kader van het indicatieve meerjarenprogramma 79,7 miljoen euro voor Duitse projecten en 14,4 miljoen euro voor Oostenrijkse projecten uitgetrokken. Deze bedragen zouden op verzoek van Duitsland en Oostenrijk kunnen worden omgebogen in de richting van specifieke wederopbouwprojecten.

Nog te nemen maatregelen

De Commissie zal de verzoeken van Oostenrijk en Duitsland onmiddellijk na ontvangst aan het financiële comité voor de Trans-Europese netwerken voorleggen en, na goedkeuring, zo snel mogelijk afhandelen.

EIB

Het EIB bestudeert momenteel een voorstel voor de snelle implementatie van het door de bank aangekondigde noodhulpplan voor overstromingen. De bank stelt voor om uit de eigen middelen zo snel mogelijk een bedrag van 1 miljard euro vrij te maken voor kredieten voor noodhulp in verband met de overstromingen. De kredieten hebben looptijden tot maximaal 30 jaar, worden tegen zeer gunstige voorwaarden verstrekt en bieden, bij wijze van uitzondering, financiering voor de volle honderd procent van de kosten van afzonderlijke projecten. Globale kredieten voor kleine en middelgrote ondernemingen zijn in het programma voorzien. Doel is dat de kredieten door een beperkt aantal reeds bestaande EIB-intermediairs onmiddellijk ter beschikking worden gesteld.

Nog te nemen maatregelen

Het EIB zal het voorstel op 19 september 2002 aan de EIB-Raad ter goedkeuring voorleggen.

3. Financiële maatregelen voor de getroffen kandidaat-lidstaten

ISPA

De Commissie zal de Tsjechische Republiek uit nog niet gereserveerde ISPA-middelen tegen gunstigere en flexibelere voorwaarden dan normaal een maximumbedrag van 48 miljoen euro ter beschikking stellen voor hulp in verband met de overstromingen. Zoals reeds voor uitzonderlijke omstandigheden in Verordening nr. 1267/1999 van 21 juni 1999 voorzien is en overeenkomstig de daarin vastgelegde bepalingen, zal de Commissie het plafond voor overheidssteun en voor de bijdrage van de Gemeenschap aan relevante projecten in door natuurrampen getroffen gebieden verhogen tot 75% resp. 85%.

De Commissie kan ook Slowakije tegen dezelfde gunstigere en flexibelere voorwaarden meerdere miljoen euro uit nog niet gereserveerde ISPA-middelen ter beschikking stellen.

De Commissie zal beide landen uiterlijk in de tweede week van september financiële ISPA-middelen voor technische hulpverlening ter beschikking stellen, waarmee schade-evaluaties en project-concepten voor de volle honderd procent gefinancierd zullen kunnen worden en de uitbetaling van het bedrag van 76 miljoen euro daardoor snel zal kunnen plaatsvinden. De eerste projecten zouden in het vierde kwartaal van start kunnen gaan.

PHARE

De Commissie zal de Tsjechische Republiek tegen flexibelere voorwaarden dan normaal per omgaande een extra bedrag van 9,75 miljoen euro uit de PHARE-reserves voor 2003 ter beschikking stellen.

SAPARD

De Commissie heeft de Tsjechische Republiek voorschotten van 5,5 miljoen euro uitbetaald. Slowakije heeft voorschotten van 4,6 miljoen euro ontvangen. De Commissie zal de genoemde bedragen, indien dit nodig blijkt, onmiddellijk verdubbelen.

Nog te nemen maatregelen

De Commissie zal de andere EU-instellingen voorstellen tot wijziging van Verordening nr. 1268/1999 voorleggen, die tot doel hebben om het plafond voor overheidssteun en voor de bijdrage van de Gemeenschap aan relevante projecten in door natuurrampen getroffen gebieden op te trekken tot 75% resp. 85%.

De Commissie is bereid om op verzoek van de getroffen kandidaat-lidstaten maatregelen in overweging te nemen, die gericht zijn op het herstel van plattelandsgebieden die van de overstromingen te lijden hebben gehad en dit met terugwerkende kracht.

Op verzoek zal de Commissie de SAPARD-uitvoeringsbepalingen flexibiliseren. De financiële middelen zullen hierdoor sneller naar de gebieden kunnen vloeien die er het dringendst behoefte aan hebben.

4. Landbouw

Bijzondere regeling voor het gebruik van braakgelegd land in bepaalde regio's van de Gemeenschap

De Commissie heeft reeds toestemming gegeven om land dat uit hoofde van de regeling voor akkerbouwgewassen braakgelegd is met ingang van 9 augustus 2002 als voederareaal te gebruiken, indien minimaal 33% van het voederareaal van het desbetreffende bedrijf in bepaalde regio's in Duitsland, Oostenrijk, Ierland en het Verenigd Koninkrijk onder water heeft gestaan.

Rechtstreekse betalingen voor akkerbouwgewassen vóóraf

De Commissie heeft het beheerscomité granen reeds voorgesteld om Duitsland toestemming te geven om aan producenten die in bepaalde gebieden van de overstromingen te lijden hebben gehad van 1 september 2002 tot uiterlijk 15 oktober 2002 50% vooraf uit te betalen.

Nog te nemen maatregelen

Indien de ontwikkelingen om een uitbreiding van de maatregelen vragen zal de Commissie op 29 augustus 2002 het voorstel doen om de verordening in deze zin te wijzigen.

Beschikbaarstelling van graan uit de interventievoorraden

Oostenrijk heeft om de beschikbaarstelling van de interventievoorraden tegen voordelige prijzen voor veehouders gevraagd. Doel is de verliezen aan veevoeder te compenseren die door de overstromingen verloren zijn gegaan.

Nog te nemen maatregelen

In het verlengde van het besluit van het beheerscomité dat op 29 augustus 2002 verwacht wordt, zal de Commissie de Oostenrijkse autoriteiten toestemming geven om de in Oostenrijk aanwezige interventievoorraden aan graan (ongeveer 32.000 ton) voor eind september 2002 aan de getroffen producenten ter beschikking te stellen.

Plattelandsontwikkeling

Verordening nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling behelst reeds specifieke maatregelen voor hulp bij het herstel van het productiepotentieel in de land- en bosbouw. Het is aan de lidstaten/regio's om te beslissen welke maatregelen zij in hun programma's opnemen.

In de uitvoeringsvoorschriften van de Commissie (Verordening nr. 445/2002) zijn reeds specifieke bepalingen voor gevallen van overmacht opgenomen, waaronder natuurrampen zoals de huidige overstromingen. Hierdoor wordt een flexibele behandeling van gevallen mogelijk, waarin het voor de begunstigden van maatregelen voor plattelandsontwikkeling als gevolg van de waterschade moeilijk is om aan de voorwaarden voor steunverlening te voldoen (bijvoorbeeld veebezetting, verplichtingen inzake milieumaatregelen in de landbouw).

Nog te nemen maatregelen

De Commissie zal een flexibele en snellere werkwijze hanteren bij de goedkeuring van wijzigingen, zoals een verhoging van het medefinancieringspercentage van de Gemeenschap of de steunpercentages voor begunstigden die getroffen zijn door de overstromingen. Ze zou akkoord kunnen gaan met de afwijkingen op de huidige beperking van één programmawijziging per jaar en een buitengewone wijziging van de programma's toe kunnen staan in de door de overstromingen getroffen gebieden. In dit geval zal de Commissie de uitgaven uit hoofde van nieuwe maatregelen vanaf de ontvangstdatum van een officieel verzoek van de betreffende lidstaat/regio als subsidiabel beschouwen, en niet vanaf de ontvangstdatum van een gedetailleerd voorstel.

Met het oog op de inspanningen voor de wederopbouw is de Commissie bereid om op verzoek van de getroffen lidstaten andere specifieke afwijkingen van de administratieve voorschriften in de bestaande uitvoeringsbepalingen voor maatregelen inzake plattelandsontwikkeling te bekijken en voor te leggen aan het bevoegde beheerscomité.

5. Wettelijke maatregelen

Overheidssteun

De vergoedingen mogen oplopen tot 100% van de door de overstromingen veroorzaakte materiële schade. Individuele steun mag worden gecombineerd met steunregelingen. Aangezien alle opgelopen schade vergoed mag worden, kan de vergoeding ook eerder toegekende steun omvatten waarvan de resultaten 'weggespoeld' zijn.

Meer indirecte vormen van door de overstromingen veroorzaakte schade, bijvoorbeeld productievertragingen als gevolg van stroomstoringen, leveringsproblemen door geblokkeerde transportroutes, mogen volledig worden vergoed als er een oorzakelijk verband tussen de schade en de overstroming kan worden aangetoond.

Krachtens de zogenaamde de minimis-regel valt steun tot een bedrag van 100.000 euro over een periode van drie jaar niet onder de regels van de Gemeenschap voor overheidssteun. Dit kan bijzonder belangrijk zijn voor kleinere bedrijven. Bovendien valt overheidsfinanciering van algemene infrastructuurwerken, zoals bruggen en wegen. niet onder de regels inzake overheidssteun.

Nog te nemen maatregelen

De Commissie zal alles in het werk stellen om de procedures te vereenvoudigen en te versnellen. De door de overstromingen getroffen lidstaten dienen zo spoedig mogelijk informeel contact op te nemen met de Commissie en haar te informeren over de geplande maatregelen. Hierdoor zal het besluitvormingsproces bij de Commissie sneller kunnen verlopen.

Overheidsopdrachten

De richtlijnen en het EG-verdrag maken een flexibele toepassing van de regels inzake overheidsopdrachten bij natuurrampen mogelijk.

Nog te nemen maatregelen

De Commissie wijst erop dat er twee afwijkingen op de standaardprocedures mogelijk zijn, als de opdrachten onder het toepassingsgebied van de richtlijnen vallen, namelijk:

- een openbare inschrijving met beperkte termijnen;

- een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking van een aankondiging van de opdracht in het Publicatieblad.

6. Coördinatie- en preventiemaatregelen

Civiele bescherming

De Commissie heeft het Waarnemings- en Informatiecentrum (WIC) voor civiele bescherming ingeschakeld en sinds 14 augustus 2002 zorgt dit centrum voor de doorgifte van informatie en de coördinatie van de bijstand (pompen, vaccins, enz.) aan de getroffen gebieden. De Seveso-contactpunten werden eveneens gealarmeerd. Zij hebben specifieke informatie verschaft over de situatie bij de chemische fabrieken in Duitsland en de Tsjechische Republiek.

Nog te nemen maatregelen

Zoals aangekondigd in haar werkprogramma voor 2002 zal de Commissie een geïntegreerde Europese strategie uitwerken voor de preventie en de aanpak van natuurlijke, door de mens veroorzaakte en andere risico's en voor de voorbereidingen die in dit verband vooraf getroffen moeten worden.

Een Europees waarschuwingssysteem voor overstromingen

De Commissie heeft een systeem ontwikkeld voor de simulatie van overstromingen (LISFLOOD), waarmee prognoses voor een periode van 2 tot 10 dagen kunnen worden gemaakt en het effect van preventiemaatregelen in de stroomgebieden kan worden gesimuleerd.

Nog te nemen maatregelen

De Commissie zal wetenschappelijke steun verlenen aan een Europees waarschuwingssysteem voor overstromingen, dat informatie over de belangrijkste stroombekkens bevat en in real-time toegang heeft tot weersvoorspellingen voor de middellange termijn.

7. Voorstel voor een EU-rampenfonds

Wanneer zich een grote ramp voordoet, verwachten de slachtoffers dat de EU - als gemeenschap van waarden en solidariteit - hulp verleent. De Commissie stelt dan ook voor een nieuw rampenfonds op te richten om de getroffen gebieden in de lidstaten en de landen waarmee toetredingsonderhandelingen worden gevoerd bij een zware technologische, milieu- of natuurramp te kunnen helpen. Als aanvulling op het rampenfonds zou ook kunnen worden overwogen om een specifieke EIB-faciliteit te creëren.

Doel, reikwijdte en werking van het rampenfonds

De Europese steun moet een aanvulling vormen op de inspanningen van de betrokken landen en moet worden gebruikt om een deel van de overheidsuitgaven als gevolg van de ramp te bekostigen. Het fonds moet noodhulp verlenen aan ieder gebied dat door een zware ramp getroffen word, ongeacht zijn status in de Structuurfondsen. Het steunbedrag zou gekoppeld moeten worden aan de omvang van de ramp, maar er zou ook rekening kunnen worden gehouden met de relatieve welvaart van het (de) betrokken gebied(en).

Zoals besproken in Berlijn moet het fonds zo worden opgezet dat het zo spoedig mogelijk operationeel is. Het zou in een eerste fase minstens 500 miljoen euro beschikbaar moeten stellen. De landen waarmee toetredingsonderhandelingen worden gevoerd, zouden in het fonds kunnen worden opgenomen.

Het fonds zou zijn activiteiten hoofdzakelijk op de volgende twee terreinen moeten richten:

1. wederopbouw op de korte termijn van vernielde voorzieningen op het gebied van elektriciteit, water/afvalwater, telecommunicatie, vervoer en van sociale voorzieningen, waaronder tijdelijke huisvesting;

2. onmiddellijke versterking van beschadigde voorzieningen van preventieve aard, zoals dammen en dijken.

Geld uit het rampenfonds zou op verzoek van het getroffen land kunnen worden toegekend in de vorm van een globale, voor noodhulp bestemde subsidie. Hiertoe zou een tripartiete overeenkomst tussen de Europese Commissie, het land en het (de) getroffen gebied(en) gesloten moeten worden.

Op voorstel van de Commissie zou de begrotingsautoriteit moeten vaststellen of de ramp zich op Europese schaal heeft voorgedaan en hoeveel steun er wordt verleend (dit kan snel gebeuren). Het getroffen land en de getroffen regio's moeten de verantwoordelijkheid nemen voor de implementatie van de globale, voor noodhulp bestemde subsidie, en vooral voor de selectie van de afzonderlijke projecten die steun ontvangen. Voor het fonds zouden de normale communautaire regels voor financiële steunverlening, met inbegrip van de controle-aspecten, moeten gelden.

Aanleg van een reserve binnen de EG-begroting

De oprichting van een nieuw fonds binnen de EG-begroting vereist twee stappen: eerst moet een instrument worden gecreëerd om het geld beschikbaar te maken (hetzij een nieuwe reserve voor noodhulp, hetzij een nieuw flexibiliteitsinstrument) en vervolgens moet een operationele begrotingslijn worden vastgesteld waarnaar het geld ten behoeve van de implementatie wordt getransfereerd. Voor dat laatste moet een wettelijke basis in het leven worden geroepen.

- Een nieuwe reserve voor noodhulp

Net als voor de bestaande reserves voor noodhulp aan derde landen zou een nieuwe reserve moeten worden aangelegd onder rubriek 6 van de Financiële Vooruitzichten (reserves). De middelen hiervan zouden alleen mogen worden opgevraagd als ze beschikbaar gesteld zijn. Hiervoor is een herziening van het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) en de daaraan verbonden financiële vooruitzichten noodzakelijk.

- Een nieuw flexibiliteitsinstrument

Via een nieuw flexibiliteitsinstrument voor rampen zou het mogelijk moeten zijn om in te spelen op onvoorziene en uitzonderlijke omstandigheden en tegelijk de plafonds van de algemene financiële vooruitzichten van Berlijn te handhaven. Een dergelijk nieuw instrument kan worden ingevoerd door een eenvoudige herziening van het IIA, waarin ook de regels voor de beschikbaarstelling van het geld zouden moeten worden vastgelegd. Ook hier zouden de vereiste middelen alleen mogen worden opgevraagd als ze beschikbaar gesteld zijn. Vanuit procedureel oogpunt is het instrument dus wellicht eenvoudiger in te voeren, aangezien er geen wijziging vereist is van het besluit eigen middelen, noch van de verordening betreffende de begrotingsdiscipline.

Voor de Commissie is de invoering van een nieuw flexibiliteitsinstrument de aangewezen benadering om zo snel mogelijk operationeel te kunnen zijn. Reeds in 2002 zou een bedrag van minstens 500 miljoen euro beschikbaar moeten komen, als een tastbaar en onmiddellijk teken van de Europese solidariteit met degenen die door de ramp zijn getroffen. Als voor deze benadering wordt gekozen op middellange termijn, dan zou het jaarlijks bedrag niet lager dan 500 miljoen euro mogen zijn en tot 1 miljard kunnen oplopen. In het kader van de volgende financiële vooruitzichten zouden ook andere mogelijkheden en mechanismen in overweging kunnen worden genomen.

- Een wettelijke basis

De Raad en het Parlement zullen op voorstel van de Commissie een wettekst moeten goedkeuren die de praktische voorschriften en uitvoeringscriteria voor de faciliteit vaststelt.

- Begrotingslijnen ter implementatie van de globale, voor noodhulp bestemde subsidie

De nieuwe begrotingslijnen zouden in rubriek 2 (structurele acties) van de financiële vooruitzichten kunnen worden ondergebracht, met dien verstande dat de normale EFRO-programmeringsregels niet van toepassing zijn. Ze kunnen ook worden ondergebracht in rubriek 3, en in rubriek 7 voor landen waarmee toetredingsonderhandelingen worden gevoerd.

Beschikbaarstelling van de middelen uit het fonds in 2002

Voor de invoering van het nieuwe instrument zijn drie beslissingen noodzakelijk: een interinstitutioneel akkoord tussen het Parlement, de Raad en de Commissie, de goedkeuring van een wettekst en de vaststelling van nieuwe begrotingslijnen. Dit zijn haalbare procedures die op vrij korte termijn zouden kunnen worden afgerond, op voorwaarde dat alle instellingen absolute voorrang geven aan dit initiatief. Extra middelen kunnen beschikbaar worden gesteld via een aanvullende begroting, die door de begrotingsautoriteit binnen een paar weken kan worden goedgekeurd.

Nog te nemen maatregelen

Besprekingen met de begrotingsautoriteit: september 2002

Voorstellen: september 2002

8. Conclusie

In deze mededeling wordt nadrukkelijk gewezen op de bereidheid van de Europese Commissie om vanuit een gevoel van solidariteit hulp te bieden aan de lidstaten en kandidaat-lidstaten die getroffen zijn door de overstromingen.

Aangezien er dringend maatregelen moeten worden genomen, stelt de Commissie in de eerste plaats voor om op korte termijn financiële middelen vrij te maken, voornamelijk via een herverdeling van de middelen van de Structuurfondsen en bij andere bronnen. De Commissie erkent ook het belang van een maximale flexibiliteit en vereenvoudigde administratieve procedures.

De Commissie is zich ervan bewust dat niet alle problemen in dit stadium op een bevredigende manier kunnen worden opgelost. Specifieke besluiten en initiatieven zullen later via wetgevings- en administratieve voorstellen aan de Commissieleden worden voorgelegd, zodat ze te gepasten tijde en volgens de aangewezen procedures zullen kunnen worden goedgekeurd.

Om de Gemeenschap in staat te stellen bij zware rampen gemakkelijker hulp te bieden, stelt de Commissie voor om een EU-rampenfonds op te richten. Dit fonds zou over minstens 500 miljoen euro moeten beschikken en zou tegen het einde van het jaar operationeel kunnen zijn.

Op langere termijn zal de Commissie, in nauwe samenwerking met de lidstaten, maatregelen uitwerken voor een betere preventie van natuurrampen.