Artikelen bij COM(2003)701-1 - Productietendensen in de verschillende lidstaten en de invloed van de hervorming van de gemeenschappelijke marktordening in de sector vezelvlas en hennep op de afzet en de economische levensvatbaarheid van de sector

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52003DC0701

Verslag van de Commissie aan de Raad over de productietendensen in de verschillende lidstaten en de invloed van de hervorming van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en hennep op de afzet en de economische levensvatbaarheid van de sector /* COM/2003/0701 def. */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD over de productietendensen in de verschillende lidstaten en de invloed van de hervorming van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep op de afzet en de economische levensvatbaarheid van de sector

1. Inleiding

Met dit verslag en het bijgaande voorstel voor een verordening wordt uitvoering gegeven aan de bepalingen van artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad van 27 juli 2000 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep , die als volgt luiden:

PB L 193 van 29.7.2000, blz. 16.

"Uiterlijk 31 december 2003 legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor, in voorkomend geval vergezeld van voorstellen, over de productietendensen in de verschillende lidstaten en de invloed van de hervorming van de gemeenschappelijke marktordening op de afzet en de economische levensvatbaarheid van de sector. Daarin zal ook het maximumgehalte aan onzuiverheden en scheven voor korte vlasvezels en voor hennepvezels behandeld worden.

Het verslag zal in voorkomend geval als basis dienen voor een nieuwe verdeling (en eventueel verhoging) van de gegarandeerde nationale hoeveelheden. De Commissie zal met name rekening houden met het productieniveau, de verwerkingscapaciteit en de afzetmarkten."

Overigens is in hetzelfde artikel 15 bepaald dat in 2005 een tweede verslag moet worden uitgebracht over het functioneren van de bij Verordening (EG) nr. 1673/2000 ingestelde regeling voor de toekenning van steun voor de verwerking van vezelvlas en -hennep.

2. De hervorming van 2000

In juli 2000 heeft de Raad in de sector vezelvlas en -hennep een tweeledige hervorming doorgevoerd. Enerzijds zijn deze twee producten opgenomen in de algemene steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen. Anderzijds wordt verwerkingssteun toegekend aan erkende eerste verwerkers die vezels produceren uit vlas- en hennepstro.

Voor lange vlasvezels wordt tot en met het verkoopseizoen 2005/2006 verwerkingssteun ten bedrage van 160 euro per ton vezels toegekend. Vanaf het verkoopseizoen 2006/2007 zal dat 200 euro/ton zijn. Tot en met het verkoopseizoen 2005/2006 wordt het lagere steunbedrag van 90 euro/ton toegekend voor korte vlasvezels en hennepvezels met maximaal 7,5% onzuiverheden en scheven. Dit maximum is vastgesteld om de productie van vezels voor zeer laagwaardige toepassingen niet te bevorderen. Voor de verkoopseizoenen 2001/2002 tot en met 2003/2004 kunnen de lidstaten evenwel van dit maximum afwijken en het tot 15% voor korte vlasvezels en tot 25% voor hennepvezels verhogen om de verwerkende industrie in staat te stellen zich aan de nieuwe voorschriften aan te passen.

Voor deze verwerkingssteun geldt een stabilisatiemechanisme met twee gegarandeerde maximumhoeveelheden, namelijk één voor lange vlasvezels en één voor korte vlasvezels en hennepvezels. Beide maximumhoeveelheden zijn over de lidstaten verdeeld in de vorm van gegarandeerde nationale hoeveelheden (GNH's). Elke lidstaat kan tussen zijn twee GNH's overdrachten verrichten op basis van een equivalentiecoëfficiënt die de budgettaire neutraliteit van die overdrachten moet garanderen.

Voorts wordt tot en met het verkoopseizoen 2005/2006 aan de erkende eerste verwerkers aanvullende steun toegekend voor de vlasarealen in bepaalde traditionele productiegebieden van lange vezels. Afhankelijk van het gebied, bedraagt deze steun 50 euro/ha of 120 euro/ha.

3. Beschikbare gegevens

Voor een goed functionerende steunregeling en in het licht van de specifieke kenmerken van deze sector heeft de Commissie de periode waarin het stro mag worden verwerkt, vastgesteld op 22 maanden. Hierdoor beschikt de Commissie bij het opstellen van dit verslag dus slechts over voorlopige gegevens voor de twee eerste jaren van toepassing van de nieuwe regeling, namelijk de verkoopseizoenen 2001/2002 en 2002/2003 en geraamde eerste gegevens voor 2003/2004. Voorts moet hierbij worden aangetekend dat de productie van het verkoopseizoen 2001/2002 sterk is verstoord door zeer ongunstige weersomstandigheden en dus niet als representatief voor de productietendensen kan worden beschouwd.

Het is dus niet mogelijk om aan de hand van de beschikbare gegevens een grondige analyse te verrichten met betrekking tot de productieniveaus na de hervorming en de vraag of de GNH's adequaat zijn. Toch kunnen enige opmerkingen worden gemaakt op basis van de beschikbare voorlopige gegevens en van de informatie die is verkregen van het bedrijfsleven.

In de eerste plaats is de belangstelling voor de traditionele productie van lange vlasvezels gebleven en zelfs toegenomen. Zo is het vlasareaal in de drie landen die de belangrijkste producenten van lange vezels zijn, gemiddeld genomen gestegen van ongeveer 65 000 ha vóór de hervorming tot ongeveer 90 000 ha. De markt voor lange vezels is al enkele jaren veelbelovend en lijkt veel minder gevoelig voor cyclische crises te zijn. Wat de stadia na de vezelproductie betreft, zijn de totale productiekosten van het eindproduct gedaald dankzij de sterke ontwikkeling van de spinnerijen in China, waarnaar meer en meer Europese vezels worden uitgevoerd. Dankzij deze prijsdaling heeft linnen kunnen doorbreken in het middensegment van de kledingsector, waar de vraag stabieler is dan in het hogere segment, tot welke markt de afzet van linnen vroeger beperkt bleef.

Wat de productie van korte vlasvezels en hennepvezels betreft, is de situatie volkomen anders dan vóór de hervorming: de teelt met als enig doel van een communautaire premie te profiteren is verdwenen. In de hele Europese Unie is het areaal dat uitsluitend voor de productie van korte vlasvezels bestemd is, niet groter dan 5 000 ha. Het hennepareaal in de Europese Unie lijkt zich te stabiliseren rond 15 000 ha.

Wat het streven naar een betere benutting van diverse afzetmogelijkheden betreft, hebben zich in deze sector belangrijke ontwikkelingen voorgedaan. Enkele jaren geleden was de verwerking van korte vlasvezels en van hennepvezels in isolatiematerialen een veelbelovende afzetmogelijkheid. De betrokken isolatiematerialen lijken nu heel geleidelijk hun plaats op de markt te vinden. Op basis van deze vezels vervaardigde composietmaterialen zijn nu een industriële realiteit geworden, weliswaar nog op kleine schaal maar met interessante toekomstperspectieven: bij verscheidene veelgevraagde automodellen zijn tegenwoordig onderdelen zoals deurpanelen of de hoedenplank vervaardigd van composietmaterialen die vlas- of hennepvezels bevatten. De technische en milieukwaliteiten van korte vlasvezels en van hennepvezels zijn argumenten die de sector momenteel aanvoert om te pogen een plaats te veroveren op markten zoals die voor pallets, verpakkingen en technische onderdelen. De vezelwinning levert scheven en stof op en ook ten aanzien van de verwerking van deze bijproducten is sprake van vooruitgang. Dit is bijvoorbeeld het geval wat de verwerking in meubelplaten, vulmaterialen, strooisel voor dieren of producten voor de tuinbouw betreft.

In kwantitatief opzicht zijn de belangrijkste afzetmogelijkheden voor korte vlasvezels en voor hennepvezels echter nog steeds dezelfde: de papierfabricage, waarbij het vooral om de vervaardiging van fijn en technisch papier en om de versterking van kringlooppapier gaat, en met name bij korte vlasvezels ook de vermenging met andere vezels voor toepassingen in de textielsector. Op te merken valt dat het merendeel van de voor deze afzetmarkten bestemde korte vlasvezels en hennepvezels na de eerste verwerking een hoger gehalte aan onzuiverheden dan 7,5% heeft, ook al is voor de betrokken fabricageprocédés soms later een grondiger reiniging nodig. Deze vezels komen dus slechts voor de steun in aanmerking als de lidstaat gebruik maakt van de bovengenoemde afwijkende regeling, waartoe de meeste producerende lidstaten hebben besloten. Het is duidelijk dat op dit moment de eerste verwerkers die deze vezels produceren, die activiteit in gevaar zouden zien komen als de verwerkingssteun niet langer zou worden toegekend voor vezels met een hoger gehalte aan onzuiverheden dan 7,5%.

4. Werking van de regeling

Zodra de nieuwe steunregeling voor vezelvlas en -hennep van toepassing was geworden, heeft de sector daarvan duidelijk positieve effecten ondervonden. De opneming in de regeling voor akkerbouwgewassen heeft voor de landbouwers een vereenvoudiging meegebracht en heeft deze twee teelten op gelijke voet gesteld met de concurrerende teelten. De nieuwe regeling inzake verwerkingssteun heeft de instandhouding en zelfs de ontwikkeling mogelijk gemaakt van de productie waarmee een lonende economische activiteit wordt beoogd, en heeft de hele sector gestimuleerd om een volledige valorisatie van de verkregen producten en bijproducten na te streven, met positieve resultaten op het gebied van de geleverde prestaties en het concurrentievermogen. Wat de toekomst betreft, wordt de steunregeling voor de producenten opgenomen in de bedrijfstoeslagregeling waartoe in juni 2003 is het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid is besloten.

In dit stadium is het, gezien het ontbreken van definitieve gegevens over de productie en de vrij korte tijd die sinds de inwerkingtreding van de nieuwe steunregeling is verstreken, zeer zinvol het systeem voor de toekenning van verwerkingssteun niet te wijzigen vóór de vollediger analyse die in 2005 zal kunnen worden verricht. Dit betekent dus dat de tot en met het verkoopseizoen 2003/2004 aan de lidstaten geboden mogelijkheid om van de maximaal 7,5% onzuiverheden en scheven af te wijken, dient te worden verlengd tot en met 2005/2006.

5. Samenvatting en conclusies

Met dit verslag wordt voldaan aan het verzoek van de Raad de ontwikkeling van de productie van vezelvlas en -hennep na de hervorming van de gemeenschappelijke marktordening in deze sector, die op 1 juli 2001 in werking is getreden, te onderzoeken.

Met de thans beschikbare gegevens is het niet mogelijk een grondige analyse te verrichten van de productietendensen in de lidstaten, en evenmin van de vraag of de GNH's adequaat zijn. Uit de verzamelde informatie kan echter worden geconcludeerd dat de regeling duidelijk positieve effecten op de sector heeft gehad.

Onder deze omstandigheden is het niet wenselijk de huidige steunregeling te wijzigen vóór de vollediger analyse die zal kunnen worden verricht in het kader van het in 2005 uit te brengen verslag. Dit betekent dus dat de tot en met het verkoopseizoen 2003/2004 aan de lidstaten geboden mogelijkheid om van de maximaal 7,5% onzuiverheden en scheven af te wijken, dient te worden verlengd tot en met 2005/2006.


BIJLAGE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>