Artikelen bij SEC(2004)215 - Ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem nr 2/2004

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52004SC0215

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en aan de Raad over de ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem nr 2/2004 /* SEC/2004/0215 def. */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD over de ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem nr 2/2004

1. MAANDELIJKSE ONTWIKKELING VAN DE TE VERGOEDEN UITGAVEN

De onderstaande tabellen geven de maandelijkse ontwikkeling van de te vergoeden uitgaven ten opzichte van het uitgavenprofiel aan. De cijfers zijn gebaseerd op de uitgaven van de lidstaten in de periode van 16 oktober tot en met 31 december 2003.

1.1. Subrubriek 1a: Beleidsterreinen 05 (landbouw), 11 (visserij) en 17 (gezondheidszorg en consumentenbescherming)

1.2.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

1.3. Subrubriek 1b: Beleidsterrein 05 (landbouw) - Plattelandsontwikkeling (artikel 05 04 01)

1.4.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


2. BESTEDING VAN DE KREDIETEN (VOORLOPIGE CIJFERS)

De besteding van de kredieten (voorlopige cijfers) in de eerste twee maanden van het begrotingsjaar 2004 is aangegeven in de volgende tabel:


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

3. TOELICHTING

3.1. In de periode tot en met februari 2004 te vergoeden uitgaven

Van de onder rubriek 1 vallende begrotingskredieten wordt tot en met februari 2004 (uitgaven van de lidstaten van 16 oktober tot en met 31 december 2003) 23 933,6 miljoen euro besteed, dat is 59,3% van die kredieten. Deze te vergoeden uitgaven liggen

- voor subrubriek 1a 240,8 miljoen euro boven de indicator en

- voor subrubriek 1b 264,0 miljoen euro onder de indicator.

3.2. Monetaire factoren

Koers van de euro ten opzichte van de dollar

De bovenvermelde uitgaven zijn inclusief de gevolgen van de schommelingen van de koers van de euro ten opzichte van de dollar. Bij een groot deel van de uitvoerrestituties voor landbouwproducten, vooral die voor granen en suiker, en bij sommige vormen van interne steun zoals de steun voor katoen wordt de hoogte van de uitgaven mede bepaald door de koers van de euro ten opzichte van de dollar.

Overeenkomstig de verordening van de Raad betreffende de begrotingsdiscipline (Verordening (EG) nr. 2040/2000 van 26 september 2000) is de nota van wijzigingen voor de landbouwbegroting 2004 opgesteld op basis van de gemiddelde koers van de euro ten opzichte van de dollar in juli, augustus en september 2003, d.w.z. 1 euro = 1,12 $. In de periode van 1 augustus tot en met 31 december 2003 bedroeg de koers van de euro ten opzichte van de dollar gemiddeld 1 euro = 1,16 $, waarmee hij dus iets hoger was dan de koers die voor de opstelling van de begroting 2004 is gebruikt.

3.3. Marktfactoren

Subrubriek 1a

De besteding voor subrubriek 1a ligt bij dierlijke producten boven en bij plantaardige producten onder de indicator. De onderbesteding voor plantaardige producten is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de begrotingsartikelen suiker, vezelgewassen en overige plantaardige producten/overige maatregelen. Bij dierlijke producten zijn de begrotingsartikelen rundvlees en schapenvlees verantwoordelijk voor de overbesteding. Over een en ander dienen de volgende opmerkingen te worden gemaakt:

Artikel 05 02 05: Suiker // Verschil: -221 miljoen (-12,9%)

// (uitgaven: 332 miljoen euro)

(indicator: 553 miljoen euro)

Deze onderbesteding in vergelijking met de indicator komt doordat minder suiker met restituties is uitgevoerd dan was verwacht. Die export bedroeg namelijk slechts 69% van de voor de betrokken periode verwachte hoeveelheid.

Artikel 05 02 06: Olijfolie // Verschil: +84 miljoen (+3,5%)

// (uitgaven: 1 707 miljoen euro)

(indicator: 1 623 miljoen euro)

Deze overbesteding komt doordat de voorschotten op de productiesteun voor olijfolie in een sneller tempo zijn uitbetaald dan het tempo waarop de indicator is gebaseerd. De verwachting is dat de situatie zich in de komende maanden zal normaliseren. Waarschijnlijk zal deze steun worden toegekend voor de vooraf bepaalde maximumhoeveelheden olijfolie.

Artikel 05 02 07: Vezelgewassen // Verschil: -49 miljoen euro (-5,6%)

// (uitgaven: 483 miljoen euro)

(indicator: 532 miljoen euro)

Deze onderbesteding komt doordat de voorschotten op de steun voor katoen in een trager tempo zijn uitbetaald dan het tempo waarop de indicator is gebaseerd. De verwachting is dat de situatie zich in de komende maanden zal normaliseren. Waarschijnlijk zal deze steun worden toegekend voor de vooraf bepaalde maximumhoeveelheden katoen.

Artikel 05 02 11: Overige plantaardige producten/overige maatregelen // Verschil: -44 miljoen euro (-5,7%)

// (uitgaven: 176 miljoen euro)

(indicator: 220 miljoen euro)

Deze onderbesteding komt doordat de steun voor gedroogde voedergewassen in een trager tempo is uitbetaald dan het tempo waarop de indicator is gebaseerd. De verwachting is dat deze situatie ten aanzien van de betalingen in het kader van de betrokken regeling van tijdelijke aard is.

Artikel 05 03 01:

Melk en zuivelproducten // Verschil: -112 miljoen euro (-4,0%)

// (uitgaven: 532 miljoen euro)

(indicator: 644 miljoen euro)

Deze onderbesteding is hoofdzakelijk toe te schrijven aan het feit dat Italië overeenkomstig Beschikking 2003/530/EG van de Raad van 16 juli 2003 de eerste jaartranche van zijn openstaande schuld met betrekking tot de extra melkheffing heeft voldaan door het betrokken bedrag in mindering te brengen op de te financieren uitgaven in de zuivelsector. Hierdoor zijn de totale uitgaven ten laste van dit begrotingsartikel lager uitgevallen.

Artikel 05 03 02: Rundvlees // Verschil: +221 miljoen euro (+2,8%)

// (uitgaven: 2 499 miljoen euro)

(indicator: 2 278 miljoen euro)

In verband met de droge zomer in sommige lidstaten heeft de Commissie die lidstaten bij Verordening (EG) nr. 1621/2003 van 16 september 2003, toestemming gegeven om het voorschot op de rundvleespremies voor 2003 te betalen in het EOGFL-dienstjaar 2003 in plaats van in het EOGFL-dienstjaar 2004. Uit de overbesteding in vergelijking met de indicator voor het genoemde artikel van de begroting 2004 blijkt dat de betrokken lidstaten die premies aan het begin van het nieuwe EOGFL-dienstjaar sneller zijn blijven betalen. Op dit moment wordt verwacht dat deze overbesteding van tijdelijke aard zal zijn.

Artikel 05 03 03:

Schapen- en geitenvlees // Verschil: +463 miljoen euro (+30,3%)

// (uitgaven: 1 159 miljoen euro)

(indicator: 696 miljoen euro)

In verband met de droge zomer in sommige lidstaten heeft de Commissie die lidstaten bij Verordening (EG) nr. 1621/2003 van 16 september 2003, toestemming gegeven om de schapen- en geitenpremies voor 2003 volledig of voor een deel in het EOGFL dienstjaar 2003 te betalen in plaats van in het EOGFL-dienstjaar 2004. Uit de overbesteding in vergelijking met de indicator voor het bovengenoemde artikel van de begroting 2004 blijkt dat de betrokken lidstaten die premies aan het begin van het nieuwe EOGFL-dienstjaar sneller zijn blijven betalen. Op dit moment wordt verwacht dat deze overbesteding van tijdelijke aard zal zijn.

4. CONCLUSIES

Besteding van de kredieten in de periode tot en met 29 februari 2004

Blijkens de in de periode tot en met februari 2004 te vergoeden uitgaven (uitgaven van de lidstaten van 16 oktober tot en met 31 december 2003) is voor subrubriek 1a sprake van een overbesteding. De oorzaak daarvan ligt bij bepaalde afzonderlijke begrotingsartikelen en op dit moment wordt verwacht dat deze overbesteding van tijdelijke aard zal zijn. De onderbesteding voor subrubriek 1b geeft op dit moment geen aanleiding tot opmerkingen.