Artikelen bij COM(2005)184 - Haags Programma: tien prioriteiten voor de komende vijf jaar het partnerschap voor Europese vernieuwing op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2005)184 - Haags Programma: tien prioriteiten voor de komende vijf jaar het partnerschap voor Europese vernieuwing op het gebied van ... |
---|---|
document | COM(2005)184 ![]() ![]() |
datum | 1 januari 1945 |
1. Inleiding 3
2. Het actieplan ter uitvoering van het Haags Programma: politieke prioriteiten vertalen en toezicht houden op de uitvoering 3
2.1. Het politieke mandaat van het Haags Programma 4
2.2. Het Haags Programma en de grondwet 5
2.3. Tien prioriteiten voor de komende vijf jaar: een partnerschap voor Europese vernieuwing 5
2.4. Uitvoering, evaluatie en flexibiliteit 12
3. Concrete maatregelen 13
BIJLAGE: HET HAAGS PROGRAMMA: TIEN PRIORITEITEN VOOR DE KOMENDE VIJF JAAR – LIJST VAN MAATREGELEN EN TIJDSCHEMA VOOR DE GOEDKEURING ERVAN
1. INLEIDING
De Europese Raad van 4-5 november 2004 heeft het Haags Programma goedgekeurd, een meerjarenprogramma ter versterking van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.
Het Haags Programma is de opvolger van het programma van Tampere , dat werd vastgesteld door de Europese Raad van 15-16 oktober 1999. Dat programma was het eerste meerjarenprogramma waarin prioriteiten voor de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht werden gesteld. De Commissie heeft de resultaten van de afgelopen vijf jaar geëvalueerd in haar mededeling van 2 juni 2004.
Met het Haags Programma wordt de ene cyclus afgesloten en begint een volgende. Het is dan ook geen verrassing dat dit tweede meerjarenprogramma voortbouwt op de positieve ervaringen van de afgelopen vijf jaar. De Europese Raad heeft de Commissie verzocht om voor de uitvoering van het Haags Programma bij de Raad een actieplan in te dienen waarin de doelen en prioriteiten van het programma worden vertaald in concrete maatregelen, met een tijdschema voor de goedkeuring en uitvoering van de maatregelen.
Dit actieplan bestaat dan ook uit twee delen. In het eerste deel (hoofdstuk 2) wordt een overzicht gegeven van de hoofdlijnen en van de belangrijkste aspecten van het programma. Daarnaast worden uit de hoofdlijnen van het programma tien specifieke prioriteiten gesteld die volgens de Commissie de komende vijf jaar centraal moeten staan. Het tweede deel (hoofdstuk 3) bestaat uit een bijlage waarin de concrete maatregelen en acties voor de komende vijf jaar worden opgesomd. Deze lijst is gebaseerd op de structuur van het Haags Programma .
Dit actieplan staat niet op zichzelf, maar moet worden gezien in samenhang met andere plannen en beleidsstukken met betrekking tot de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. De Commissie moet zorgen voor de algemene samenhang van het geheel. Onlangs heeft de Commissie een aantal documenten opgesteld, andere volgen binnenkort (zoals het EU-drugsactieplan op 14 februari 2005, op basis van de nieuwe Europese drugsstrategie 2005-2012; de mededeling over de vooruitzichten voor de ontwikkeling van wederzijdse erkenning van beslissingen in strafzaken en van wederzijds vertrouwen, en de mededeling 'Ontwikkeling van een strategisch concept inzake de bestrijding van georganiseerde criminaliteit').
In het Haags Programma wordt erop aangedrongen uiterlijk op 1 november 2006 een tussenbalans op te maken. Daarom zal de Commissie tijdig een verslag opstellen over de gemaakte vorderingen en eventuele aanpassingen van het programma voorstellen.
2. HET ACTIEPLAN TER UITVOERING VAN HET HAAGS PROGRAMMA: POLITIEKE PRIORITEITEN VERTALEN EN TOEZICHT HOUDEN OP DE UITVOERING
2.1. Het politieke mandaat van het Haags Programma
Het Haags Programma laat opnieuw zien dat de Europese Unie de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht zeer belangrijk vindt en als topprioriteit behandelt, niet alleen omdat de totstandbrenging van deze ruimte een van de basisdoelstellingen van de Unie is, maar vooral omdat dit van direct belang is voor de burgers.
Het programma schetst het kader en de belangrijkste doelstellingen voor de komende vijf jaar. Het probeert te beantwoorden aan de verwachtingen van onze burgers en behandelt alle aspecten van het beleid betreffende de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en omvat zowel algemene beleidslijnen (grondrechten, uitvoering en evaluatie) als specifieke beleidslijnen , zoals (1) versterking van vrijheid, (2) versterking van veiligheid, (3) versterking van recht en (4) externe betrekkingen. De Europese drugsstrategie 2005-2012, waarmee de Europese Raad in december 2004 heeft ingestemd, is een integrerend deel van het Haags Programma.
In het programma wordt de Commissie verzocht in samenwerking met de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger een strategie te ontwikkelen betreffende alle externe aspecten van het Uniebeleid inzake vrijheid, veiligheid en recht. Deze strategie moet een weerspiegeling zijn van de speciale betrekkingen die de Unie met derde landen en regio's onderhoudt en zich toespitsen op de specifieke behoeften aan JBZ-samenwerking daarmee. Als eerste stap zal de Commissie een mededeling indienen ter voorbereiding van de strategie die een aanvulling vormt op dit actieplan.
De Europese Raad heeft 'erop gewezen dat terdege rekening moet worden gehouden met de financiële gevolgen van de meerjarenagenda voor de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.' Uiteraard is het van wezenlijk belang dat er voldoende financiële middelen worden uitgetrokken om de beleidsdoelstellingen te kunnen verwezenlijken. De Commissie heeft op 6 april drie kaderprogramma's ingediend betreffende (1) solidariteit en beheer van de migratiestromen, (2) veiligheid en bescherming van de vrijheden en (3) grondrechten en justitie. Deze drie voorstellen sluiten volledig aan bij de strategische prioriteiten van het Haags Programma.
De evaluatie van het programma van Tampere die de Commissie op 2 juni 2004 heeft ingediend en de aanbeveling die het Europees Parlement op 14 oktober 2004 heeft aangenomen, zijn verwerkt in het Haags Programma, met name waar het gaat om de invoering van de procedure van artikel 251 van het EG-Verdrag (medebeslissingsprocedure) voor gebieden die onder Titel IV van het EG-Verdrag vallen. Dankzij de politieke prikkels van de Europese Raad kon de Raad op 22 december een besluit vaststellen waarbij wordt geregeld dat vanaf 1 januari 2005 over alle maatregelen in het kader van Titel IV, met uitzondering van legale migratie, via de medebeslissingsprocedure en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wordt beslist. Dat is het eerste resultaat van het Haags Programma. Niet alleen betekent de grotere rol van het Europees Parlement een verbetering van de democratische legitimiteit, maar ook zal het tempo van de werkzaamheden door de afschaffing van de unanimiteitsregel waarschijnlijk toenemen.
Het besluit van 22 december 2004 behelst echter geen aanpassing van de bevoegdheden van het Hof, zoals bepaald in artikel 67 van het EG-Verdrag. De Commissie blijft van mening dat het van wezenlijk belang is om op dit gebied, dat zo nauw aansluit bij de individuele rechten, de toegang tot het Hof van Justitie te verbeteren. Uitbreiding van de toegang tot het Hof van Justitie voor prejudiciële beslissingen moet dringend worden onderzocht, vooral omdat - zoals in de vierde alinea van artikel III-369 van de grondwet en ook in het Haags Programma is bepaald - dergelijke zaken snel moeten worden behandeld.
2.2. Het Haags Programma en de grondwet
Het Haags Programma weerspiegelt de ambities die zijn verwoord in de grondwet . Onder voorbehoud van de nationale ratificatieprocedures treedt de grondwet op 1 november 2006 in werking, waardoor de bestaande bepalingen over de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht aanzienlijk veranderen en het handvest van de grondrechten een onderdeel wordt van het grondwettelijk verdrag. De veranderingen die voortvloeien uit de grondwet, kunnen pas in praktijk worden gebracht nadat de ratificatie is afgerond. De Commissie verricht nu de nodige voorbereidende werkzaamheden , zodat de maatregelen onmiddellijk na de inwerkingtreding van de grondwet kunnen worden genomen.
2.3. Tien prioriteiten voor de komende vijf jaar: een partnerschap voor Europese vernieuwing
Bij het uitwerken van het actieplan ter uitvoering van het Haags Programma heeft de Commissie een lijst opgesteld met de maatregelen die volgens het Haags Programma moeten worden genomen. De ambitieuze doelstellingen van dat programma moeten worden verwezenlijkt door middel van een gezamenlijke inspanning van de Raad, het Europees Parlement en de Commissie, in het kader van een sterk en doeltreffend partnerschap.
De strategische doelstellingen die al door de Europese Raad in het Haags Programma zijn vastgesteld met het oog op de versterking van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, zijn in hoofdstuk 3 (bijlage) vertaald in concrete maatregelen, waarbij de structuur van het Haags Programma is aangehouden. Binnen deze strategische doelstellingen heeft de Commissie tien prioriteiten geformuleerd waarop de gezamenlijke inspanningen de komende vijf jaar volgens haar moeten worden gericht. Deze tien prioriteiten zijn alle even belangrijk en bestrijken het gehele gamma van Haagse doelstellingen. Op deze manier worden de krachten gebundeld en kunnen de doelstellingen van het programma worden verwezenlijkt. De Commissie vindt het ook van wezenlijk belang duidelijk te maken wat de meerwaarde is van Europese wetgevende en niet-wetgevende maatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, door het subsidiariteitsbeginsel onverkort toe te passen, gebruik te maken van de mechanismen voor betere wetgeving en voor de belangrijkste voorstellen een effectbeoordeling te verrichten.
In de strategische doelstellingen 2005-2009 wordt expliciet gesproken over de ontwikkeling van een partnerschap ter versterking van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Binnen de doelstellingen (a) versterking van vrijheid, (b) versterking van veiligheid, en (c) versterking van recht, heeft de Commissie de volgende tien prioriteiten gesteld:
Grondrechten en burgerschap: volwaardig beleid ontwikkelen Volwaardig beleid uitstippelen ter controle en bevordering van de eerbiediging van de grondrechten ten aanzien van iedereen en ter versterking van het burgerschap. Terrorismebestrijding: werken aan een mondiale reactie Werken aan verschillende aspecten van preventie, paraatheid en reactie om de mogelijkheden van de lidstaten om terrorisme te bestrijden uit te breiden en zo nodig aan te vullen, vooral op het gebied van rekrutering, financiering, risicoanalyse, bescherming van kritieke infrastructuur en gevolgbeheersing. Een gemeenschappelijke asielruimte: een doeltreffende geharmoniseerde procedure ontwikkelen op basis van de waarden en de humanitaire traditie van de Unie Werken aan de totstandbrenging van een gemeenschappelijke asielruimte, waarbij de humanitaire traditie en de internationale verplichtingen van de Unie worden geëerbiedigd en een doeltreffende geharmoniseerde procedure wordt ontwikkeld. Migratiebeleid: een evenwichtige aanpak ontwikkelen Een evenwichtige aanpak van de migratieproblematiek ontwikkelen door middel van een gemeenschappelijk immigratiebeleid waarmee legale migratie op het niveau van de Unie wordt geregeld en tegelijkertijd illegale migratie, mensensmokkel en mensenhandel, waarvan voornamelijk vrouwen en kinderen het slachtoffer worden, strenger worden bestreden. Integratie: het positieve effect van migratie op onze samenleving en onze economie maximaliseren Ondersteunende maatregelen uitwerken om de lidstaten te helpen een beter immigratiebeleid te voeren zodat het positieve effect van migratie op onze samenleving en onze economie wordt gemaximaliseerd en isolatie en sociale uitsluiting van immigrantengemeenschappen worden voorkomen. Dit zal leiden tot meer begrip en dialoog tussen religies en culturen, op basis van de fundamentele waarden van de Unie. Binnengrenzen, buitengrenzen en visa: een geïntegreerd beheer van de buitengrenzen ontwikkelen om de Unie veiliger te maken Verder werken aan de ontwikkeling van een geïntegreerd beheer van de buitengrenzen en een gemeenschappelijk visumbeleid, zonder beperking van het vrije verkeer van personen (contacten tussen personen) Privacy en veiligheid bij informatie-uitwisseling: zoeken naar een evenwicht Zoeken naar het juiste evenwicht tussen privacy en veiligheid bij de uitwisseling van informatie tussen rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten, door een constructieve dialoog tussen alle betrokken partijen aan te moedigen, zodat evenwichtige oplossingen kunnen worden gevonden waarbij de grondrechten inzake privacy en gegevensbescherming en het in het Haags Programma neergelegde beginsel van de beschikbaarheid van informatie worden nageleefd. Georganiseerde criminaliteit: een strategisch concept ontwikkelen Een strategisch concept voor het bestrijden van georganiseerde criminaliteit op EU niveau ontwikkelen en toepassen. Europol en Eurojust ten volle benutten en verder ontwikkelen. Civiel recht en strafrecht: een Europese rechtsruimte voor iedereen waarborgen Een Europese rechtsruimte waarborgen door te zorgen dat iedereen toegang heeft tot de rechter en dat beslissingen ten uitvoer worden gelegd. Er wordt verder gewerkt aan harmonisatie, met name door middel van regels die een hoog niveau van bescherming van personen waarborgen, zodat wederzijds vertrouwen wordt gekweekt en wederzijdse erkenning, de hoeksteen van justitiële samenwerking, kan worden uitgebreid. Het materiële EU-contractenrecht verbeteren. Vrijheid, veiligheid en recht: gedeelde verantwoordelijkheid en solidariteit Praktische invulling geven aan de begrippen gedeelde verantwoordelijkheid en solidariteit tussen de lidstaten, door voldoende financiële middelen te verschaffen om de doelstellingen vrijheid, veiligheid en recht zo doeltreffend mogelijk te verwezenlijken. |
10. (1) Grondrechten en burgerschap: volwaardig beleid ontwikkelen
De grondrechten vormen de kern van de waarden van de Unie. Er moet volwaardig beleid worden uitgestippeld ter controle en bevordering van de eerbiediging van de grondrechten ten aanzien van iedereen en ter versterking van het burgerschap.
De grondwet stelt de burger centraal in het Europese project. Het handvest van de grondrechten wordt immers opgenomen in het grondwettelijk verdrag, dat tevens voorziet in toetreding tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
Daarnaast is het van belang beleidsmakers nauwkeurige en betrouwbare gegevens te verstrekken over de eerbiediging van de grondrechten in de Unie. Een andere belangrijke factor bij de bevordering en de bescherming van de grondrechten is het omzetten van het Europees waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat in een volwaardig bureau voor de grondrechten .
De Commissie zal zich speciaal richten op de bescherming van de rechten van het kind, omdat kinderen een van de meest kwetsbare groepen in de samenleving vormen. In de grondwet wordt de bevordering van 'de bescherming van de rechten van het kind' expliciet genoemd als doelstelling van de Unie.
De Commissie zal ook samen met de lidstaten het geweld tegen vrouwen blijven bestrijden en hulp blijven verlenen aan slachtoffers.
De Commissie blijft zich inzetten voor de bestrijding van alle vormen van discriminatie. Dit houdt ook in dat zij toeziet op een doeltreffende toepassing en handhaving van de anti-discriminatiewetgeving van de EU.
Er moet in het bijzonder aandacht worden besteed aan de bescherming van persoonsgegevens; in het handvest van de grondrechten en in de grondwet wordt dit als afzonderlijk grondrecht beschouwd, los van het recht op eerbiediging van het privé-leven.
Aan het burgerschap van de Unie zijn belangrijke rechten gekoppeld, zoals het vrije verkeer binnen de EU, diplomatieke en consulaire bescherming en stemrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement en de gemeenteraadsverkiezingen. Op al deze gebieden zullen maatregelen worden genomen om de uitoefening van de rechten die gekoppeld zijn aan het EU-burgerschap te vergemakkelijken.
(2) Terrorismebestrijding: werken aan een mondiale reactie
Terrorisme vraagt om een mondiale reactie . De verwachtingen die de burgers van de Unie hebben, moeten serieus worden genomen en de Unie moet ook aan deze verwachtingen beantwoorden.
Er moet worden gewerkt aan verschillende aspecten van preventie, paraatheid en reactie om de mogelijkheden van de lidstaten om terrorisme te bestrijden uit te breiden en zo nodig aan te vullen, vooral op het gebied van rekrutering, financiering, risicoanalyse, bescherming van kritieke infrastructuur en gevolgbeheersing.
Voor de bestrijding van terrorisme is een geïntegreerde en coherente aanpak nodig, die een groot aantal onderwerpen bestrijkt die in het Haags Programma worden genoemd. Een van de wezenlijke punten waar de Unie zich op moet richten, is de samenwerking tussen de verschillende bevoegde autoriteiten van de lidstaten, met name bij de uitwisseling van informatie voor het onderzoeken van terroristische activiteiten.
Wat ook van het grootste belang is, is dat inzicht wordt verkregen in zo'n complex verschijnsel als terrorisme in Europa: hoe werken indoctrinatie en rekrutering , in welk soort omgeving kunnen terroristische ideeën en bewegingen wortel schieten? De inspanningen op het gebied van de bestrijding van terrorismefinanciering moeten worden voortgezet.
De inspanningen van de lidstaten en de EU moeten worden aangevuld met externe samenwerking : samenwerking met derde landen om terrorisme te bestrijden, waarbij deze landen worden geholpen anti-terrorismemaatregelen en capaciteitsuitbreidingsprojecten te financieren en de oorzaken van terrorisme weg te nemen.
(3) Een gemeenschappelijke asielruimte: een doeltreffende geharmoniseerde procedure ontwikkelen op basis van de waarden en de humanitaire traditie van de Unie
Ook de totstandbrenging van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel is een prioriteit. De komende jaren zal vooral worden gewerkt aan de voltooiing van de evaluatie van de instrumenten van de eerste fase (vóór 2007) en aan de instrumenten en maatregelen voor de tweede fase van het gemeenschappelijk asielbeleid, waarin uiterlijk eind 2010 een gemeenschappelijke procedure en een uniforme status moeten zijn ingevoerd voor personen aan wie asiel of subsidiaire bescherming wordt verleend.
De administratieve samenwerking tussen de nationale diensten van de lidstaten moet worden verbeterd en er moet geld worden uitgetrokken om de lidstaten te helpen bij het behandelen van asielverzoeken en het opvangen van onderdanen van derde landen. In het Haags Programma wordt er ook op aangedrongen te onderzoeken of een gezamenlijke behandeling van asielaanvragen mogelijk is.
De Commissie is begonnen met de ontwikkeling van regionale beschermingsprogramma's en hervestigingsregelingen .
(4) Migratiebeleid: een evenwichtige aanpak ontwikkelen
Er moet een nieuwe evenwichtige aanpak van het migratiebeleid worden uitgewerkt, die zowel legale als illegale migratie omvat, en er moet een gemeenschappelijk immigratiebeleid worden ontwikkeld om de situatie van legale migranten op Unie-niveau te regelen en tegelijkertijd strenger op te treden tegen illegale migratie, migrantensmokkel en mensenhandel, waarvan voornamelijk vrouwen en kinderen het slachtoffer worden.
De beslissing over hoeveel migranten uit derde landen in een lidstaat kunnen worden toegelaten om er als werknemer of zelfstandige te werken, blijft een nationale bevoegdheid, maar in een ruimte van vrij verkeer is een gemeenschappelijk immigratiebeleid nodig, met toelatingsprocedures en –criteria en een zekere wettelijke status waar een aantal vaste rechten aan zijn gekoppeld, om de integratie van degenen die zijn toegelaten, te bevorderen. Ook het feit dat immigratie zowel in de lidstaten als in de landen van herkomst en doorreis een belangrijke factor is in de economie en de samenleving, pleit voor een gemeenschappelijke aanpak die uitgaat van een rationeel gebruik van geïmmigreerde arbeidskrachten.
De menselijke, sociale en economische kosten van illegale immigratie zijn bijzonder hoog, niet alleen in de gastlanden maar ook in de landen van herkomst en doorreis, en maken het noodzakelijk regels op te stellen voor terugkeerprocedures, vaart te maken met het sluiten van overname-overeenkomsten en de bestrijding van mensensmokkel en -handel beter te coördineren. De eerbiediging van de rechten en de waardigheid van onderdanen van derde landen, ook als zij illegaal in de Unie verblijven, moet echter altijd centraal blijven staan in het EU-beleid. Met name in de omgang met mensen die via mensensmokkel naar de EU zijn komen of binnen de EU zijn verplaatst, moet rekening worden gehouden met hun specifieke situatie en moeten de mensenrechten worden geëerbiedigd.
Een gemeenschappelijk immigratiebeleid kan niet beperkt blijven tot een toelatings- en terugkeerbeleid. Voor een succesvol beheer van de migratiestromen moet in het wederzijds belang van de Unie en van derde landen zwaar worden geïnvesteerd in de betrekkingen met derde landen van herkomst en doorreis, met name in de vorm van bijstand en samenwerking.
(5) Integratie: het positieve effect van migratie op onze samenleving en onze economie maximaliseren
Om het positieve effect van immigratie op onze samenleving en onze economie te maximaliseren en, wat uiterst belangrijk is, isolatie en sociale uitsluiting van immigrantengemeenschappen te voorkomen, moeten lidstaten worden geholpen en aangemoedigd tot een beter immigratiebeleid te komen. Een succesvol integratiebeleid moet leiden tot begrip en dialoog tussen religies en culturen .
De integratie van onderdanen van derde landen moet ook onderdeel zijn van andere belangrijke beleidsterreinen, zoals werkgelegenheid en onderwijs.
Nationale autoriteiten moeten meer contact met elkaar onderhouden, zodat zij ervaringen en informatie op het gebied van integratie kunnen uitwisselen .
Daarom moet er een Europees kader voor integratie komen, dat is gebaseerd op de gemeenschappelijke basisbeginselen die door de Europese Raad zijn goedgekeurd en die ervoor zorgen dat de EU-waarden en het non-discriminatiebeginsel worden geëerbiedigd.
(6) Binnengrenzen, buitengrenzen en visa: een geïntegreerd beheer van de buitengrenzen ontwikkelen om de Unie veiliger te maken
In een ruimte met volledig vrij verkeer van personen, zoals de Unie, moet worden gewerkt aan een geïntegreerde controle van de toegang tot het grondgebied , op basis van een geïntegreerd beheer van de buitengrenzen en een gemeenschappelijk visumbeleid en met behulp van nieuwe technologie zoals biometrische identificatiemiddelen.
Na de laatste uitbreiding ligt de prioriteit bij vrij verkeer binnen de Unie en het afschaffen van de personencontroles aan de binnengrenzen . Invoering van SIS II en een vlot verloop van de evaluaties, zoals bedoeld in de toetredingsakte, zijn van wezenlijk belang om het pad te effenen voor de nieuwe lidstaten.
Een belangrijke stap in het beheer van de buitengrenzen is de oprichting van het bureau voor het beheer van de buitengrenzen, dat de bewaking en de controle van de buitengrenzen door de lidstaten moet coördineren en bijstand op dit gebied moet verlenen.
Met de beschikbaarheid van het visuminformatiesysteem wordt het gemakkelijker een doeltreffend visumbeleid te ontwikkelen. De lidstaten zullen meer moeten samenwerken om gemeenschappelijke visumaanvraagcentra op te zetten, wellicht als eerste stap naar een toekomstige gemeenschappelijke Europese consulaire dienst .
Een ander belangrijk aspect is de opname van biometrische identificatiemiddelen in reis- en identificatiedocumenten, waardoor documenten beter beveiligd worden, terwijl de grondrechten volledig worden geëerbiedigd. Daarnaast moet mogelijke synergie tussen nationale en EU-informatiesystemen op basis van interoperabiliteit ten volle worden benut.
(7) Privacy en veiligheid bij informatie-uitwisseling: zoeken naar een evenwicht
In een ruimte van vrij verkeer mogen het handhaven van de openbare orde en het onderzoeken van grensoverschrijdende criminaliteit niet worden belemmerd door omslachtige informatie-uitwisselingsprocedures.
De Unie dient een constructieve dialoog tussen alle betrokken partijen te ondersteunen en te stimuleren, zodat evenwichtige oplossingen kunnen worden gevonden waarbij de grondrechten inzake privacy en gegevensbescherming en het beginsel van de beschikbaarheid van informatie worden nageleefd.
Het beschikbaarheidsbeginsel is neergelegd in het Haags Programma en houdt in dat onder bepaalde voorwaarden informatie die de autoriteiten van een lidstaat nodig hebben in verband met de rechtshandhaving, door een andere lidstaat beschikbaar wordt gesteld. De Commissie zal hierover voorstellen indienen, die onder andere betrekking hebben op de mogelijkheid om databases van de lidstaten wederzijds toegankelijk te maken.
Er moet een evenwicht tussen privacy en veiligheid worden gevonden bij de uitwisseling van informatie tussen rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten.
Dit evenwicht tussen privacy en veiligheid moet ook zorgvuldig in het oog worden gehouden bij de uitwisseling van passagiersgegevens ten behoeve van de luchtvaartbeveiliging en terrorismebestrijding.
(8) Georganiseerde criminaliteit: een strategisch concept ontwikkelen
Er zal op EU-niveau een strategisch concept voor de bestrijding van georganiseerde criminaliteit worden ontwikkeld en toegepast. Daartoe zal de Commissie binnenkort de mededeling 'Ontwikkeling van een strategisch concept inzake de bestrijding van georganiseerde criminaliteit' indienen. Daarin worden maatregelen voorgesteld om meer inzicht te verkrijgen in georganiseerde criminaliteit en om preventie, onderzoek en samenwerking op dit gebied binnen de EU te verbeteren. Intensievere samenwerking met derde landen en internationale organisaties zou ook een van de prioriteiten van de strategie moeten zijn.
Om de georganiseerde criminaliteit te kunnen bestrijden, moet de samenwerking tussen rechtshandhavingsdiensten (politie, justitie, douane) worden verbeterd en moeten Europol en Eurojust volledig worden ingezet en verder worden ontwikkeld. Het werken aan een Europees model voor criminele inlichtingen is een van de belangrijkste taken voor de toekomst, waarvoor de lidstaten en de EU-instellingen en organen zich gezamenlijk zullen moeten inzetten.
(9) Civiel recht en strafrecht: een Europese rechtsruimte voor iedereen waarborgen
Een Europese rechtsruimte is meer dan een ruimte waarin beslissingen van de rechter uit de ene lidstaat in de andere lidstaten worden erkend en ten uitvoer gelegd; het is eerder een ruimte waarin de toegang tot de rechter is gewaarborgd zodat rechterlijke beslissingen kunnen worden verkregen en ten uitvoer gelegd . Daarom moet de Unie niet alleen jurisdictie-, erkennings- en collisieregels opstellen, maar ook het wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten opbouwen door procedurele minimumnormen vast te stellen en hoge kwaliteitseisen te stellen aan de rechtsstelsels, met name ten aanzien van de billijkheid en het eerbiedigen van de rechten van de verdediging. Wederzijds vertrouwen kan ook worden gekweekt door op basis van opleiding en netwerken geleidelijk een 'Europese justitiële cultuur' te ontwikkelen, zoals in het Haags Programma wordt bepleit. Ook voor de betrekkingen van de EU met derde landen en internationale organisaties is een samenhangende strategie nodig.
Op het gebied van het civiel recht is de voltooiing van het programma voor wederzijdse erkenning van beslissingen in burgerlijke en handelszaken van het allergrootste belang. Dit houdt in dat voorstellen die door de Commissie zijn of binnenkort zullen worden ingediend, moeten worden goedgekeurd en dat voor wetgeving over zaken waarop de wederzijdse erkenning nog niet van toepassing is, raadplegingsrondes moeten worden gehouden (zoals huwelijksvermogensstelsels, erfopvolging en wilsbeschikkingen). Een ander belangrijk aspect waaraan moet worden gewerkt is de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen en de wederzijdse erkenning van openbare en particuliere documenten. Op het gebied van het materiële EU-contractenrecht zal uiterlijk in 2009 een gemeenschappelijk referentiekader worden vastgesteld, dat moet worden gebruikt als 'gereedschapskist' voor de verbetering van de samenhang en de kwaliteit van de EU-wetgeving.
Op het gebied van het strafrecht kan door middel van harmonisatie en minimumnormen voor verschillende aspecten van het procesrecht (zoals het ne bis in idem -beginsel, het omgaan met bewijs of verstekvonnissen) wederzijds vertrouwen worden opgebouwd en naar wederzijdse erkenning worden gestreefd. Wat dat laatste betreft, moet aan verschillende maatregelen worden gewerkt om doeltreffend en tijdig optreden van rechtshandhavingsinstanties te bevorderen (zoals wederzijdse erkenning van niet tot vrijheidsbeneming strekkende controlemaatregelen in afwachting van het proces of de erkenning en tenuitvoerlegging van gevangenisstraffen) en meer in het algemeen om de traditionele wederzijdse bijstand te vervangen door nieuwe instrumenten op basis van wederzijdse erkenning. Bij de ontwikkeling van de Europese justitiële samenwerking in strafzaken moet Eurojust als hoofdrolspeler worden beschouwd. De betrokkenheid van Eurojust moet worden gestimuleerd en de mogelijkheden van Eurojust moeten op basis van de ervaringen ten volle worden benut bij toekomstige ontwikkelingen. De Commissie zal ook zorgen voor een follow-up van haar eerdere werkzaamheden op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Unie en nagaan welke mogelijkheden de grondwet in dit verband biedt.
(10) Gedeelde verantwoordelijkheid en solidariteit
Geen van de beleidsdoelstellingen kan worden verwezenlijkt zonder voldoende financiële middelen en het Haags Programma heeft deze twee aspecten duidelijk aan elkaar gekoppeld. Daarom heeft de Commissie in april 2005 drie kaderprogramma's ingediend, waarin praktische invulling wordt gegeven aan de begrippen gedeelde verantwoordelijkheid en solidariteit tussen de lidstaten. In deze programma's worden beleidsinstrumenten en financiële instrumenten aangereikt waarmee de doelstellingen van vrijheid, veiligheid en recht zo doelmatig mogelijk kunnen worden verwezenlijkt.
2.4. Uitvoering, evaluatie en flexibiliteit
De Commissie kan zich volledig vinden in het belang dat in het Haags Programma wordt gehecht aan de uitvoering en aan het ontwikkelen van mechanismen waarmee de uitvoering door de lidstaten van maatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht kan worden geëvalueerd.
Artikel III-260 van de grondwet bepaalt dat de Commissie en de lidstaten in staat kunnen worden gesteld onpartijdig en objectief de uitvoering van het beleid van de Unie op dit gebied te evalueren . De Commissie zal begin 2006 een mededeling indienen waarin de belangrijkste doelstellingen van het toekomstige mechanisme worden geschetst, en zij is voornemens na de inwerkingtreding van de grondwet met voorstellen te komen.
Ondertussen heeft de Europese Raad de Commissie echter verzocht jaarlijks verslag over de uitvoering van EU-maatregelen uit te brengen (scorebord) en het Europese Parlement en de nationale parlementen op de hoogte te houden.
Daardoor zal een vollediger beeld ontstaan van de stand van zaken van het beleid met betrekking tot de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en van de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de maatregelen door de lidstaten. Het eerste scorebord zal in december 2005 worden ingediend. De lidstaten zullen hieraan actief moeten bijdragen door de Commissie regelmatig op de hoogte te houden van hun vorderingen bij de uitvoering van de goedgekeurde maatregelen.
De Europese Raad heeft er bij de Raad ook op aangedrongen praktische methoden te ontwikkelen ter bevordering van een tijdige uitvoering op alle beleidsterreinen: deugdelijke uitvoeringsplannen op nationaal niveau verplicht stellen, een passende uitvoeringstermijn vaststellen en regelmatige voortgangsverslagen van de Commissie bestuderen.
Gezien het algemene politieke klimaat in de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, kunnen zich nieuwe politieke prioriteiten aandienen als gevolg van onverwachte gebeurtenissen, met vaak een internationale dimensie. Het actieplan moet flexibel en gemakkelijk aan te passen zijn, met name op lange termijn, zodat er ruimte is voor eventuele nieuwe prioriteiten in de komende jaren. Met de grondwet kan het juridische en institutionele kader aanzienlijk worden gerationaliseerd. Ook in dit opzicht vond de Europese Raad het belangrijk ruimte te laten voor enige flexibiliteit en heeft hij bepaald dat er een tussenbalans van het Haags Programma moet worden opgemaakt.
3. Concrete maatregelen
Het Haags Programma verlangt van de Commissie dat zij de Haagse doelstellingen in concrete maatregelen vertaalt. Daarom bevat de bijlage bij deze mededeling een actieplan met de belangrijkste acties en maatregelen die de komende vijf jaar moeten worden uitgewerkt en de termijnen waarbinnen zij aan de Raad en het Europees Parlement moeten worden voorgelegd.
Na de goedkeuring van de conclusies van Tampere in 1999 en het Haags Programma in 2004 moet de Europese Raad ook in de toekomst een leidende rol blijven spelen bij de ontwikkeling van strategische richtsnoeren en de planning van toekomstige maatregelen in een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. De Commissie verzoekt de Raad deze mededeling en het bijbehorende actieplan te bespreken, zodat de Europese Raad van juni 2005 er zijn goedkeuring aan kan hechten.
BIJLAGE HET HAAGS PROGRAMMA: TIEN PRIORITEITEN VOOR DE KOMENDE VIJF JAAR LIJST VAN MAATREGELEN EN TIJDSCHEMA VOOR DE GOEDKEURING ERVAN
1. ALGEMENE BELEIDSLIJNEN
- Ontwikkeling van een systeem voor objectieve en onpartijdige evaluatie van de uitvoering van EU-maatregelen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht
- Mededeling over en Voorstel voor de instelling van een evaluatiemechanisme, zoals bedoeld in artikel III-260 van het grondwettelijk verdrag (2006)
1.1. Eerbiediging en actieve bevordering van de grondrechten
- Kaderprogramma 'Grondrechten en justitie' in het kader van de nieuwe financiële vooruitzichten (2005)
- Specifiek programma 'Grondrechten en burgerschap' (2007)
- Specifiek programma 'Geweldbestrijding (Daphne) en drugspreventie en -voorlichting' (2007)
- Toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag voor de bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ( informele besprekingen beginnen in 2005)
- Voorstel voor de verruiming van het mandaat van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat tot een bureau voor de mensenrechten (voorstel in 2005).
- Daphne II-programma: werkprogramma 2006 ( 2005)
- Studie naar preventieve maatregelen ter voorkoming van geweld tegen vrouwen (2006)
- Mededeling over de bescherming van de rechten van het kind (2005)
1.2. Europese drugsstrategie
- EU-drugsactieplan 2005-2006 (2005) en 2009-2012 (2009)
- Voortdurende evaluatie van het EU-drugsactieplan 2005-2008 (jaarlijks)
- Groenboek over de rol van het maatschappelijk middenveld bij het uitwerken van drugsbeleid (2006)
- Verslag over de tenuitvoerlegging en de werking van het kaderbesluit over illegale drugshandel (2007)
- Voortgangsverslag over en effectbeoordeling van het EU-drugsactieplan 2005-2008 (2008)
- Mededeling over een EU-drugsactieplan 2009-2012 (2009)
2. VERSTERKING VAN VRIJHEID
2.1. Het burgerschap van de Unie
- Verslag over de toepassing van de richtlijnen 90/364, 90/365 en 93/96 over het verblijfsrecht van gepensioneerden, studenten en niet-actieven, en
- Verslag over Richtlijn 93/109/EG over het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het EP, ook in de nieuwe lidstaten, met eventuele voorstellen tot wijziging van deze richtlijn (2005-2006)
- Voorstel voor het vergemakkelijken van diplomatieke en consulaire bescherming (2006)
- Voorstel over bepalingen en voorwaarden voor een Europees burgerinitiatief (2007)
- Onderzoek naar mogelijke maatregelen om de rechten die zijn vastgelegd in de verdragsbepalingen betreffende het burgerschap, aan te vullen (artikel 22 EG-Verdrag) (2008)
- EU-burgers en hun gezinsleden het recht geven zich binnen de Europese Unie te verplaatsen volgens dezelfde voorwaarden als nationale onderdanen die zich in hun eigen land verplaatsen of daar verhuizen
- Controle van de omzetting, naleving en correcte toepassing van Richtlijn 2004/38/EG betreffende vrij verkeer en verblijf (2006)
- Verslag over de toepassing van Richtlijnen 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EG betreffende vrij verkeer en verblijf (2006)
- Verslag over de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG betreffende vrij verkeer en verblijf en indien nodig voorstellen voor wijziging van de richtlijn (2008)
2.2. Asiel-, migratie- en grenzenbeleid
- Kaderprogramma 'Solidariteit en beheer van de migratiestromen' in het kader van de nieuwe financiële vooruitzichten (2005)
- Instelling van een Buitengrenzenfonds (2007)
- Instelling van een Integratiefonds (2007)
- Instelling van een Terugkeerfonds (2007)
- Aanpassing van het Europees Vluchtelingenfonds (2007)
- Gemeenschappelijke analyse van alle aspecten van migratieverschijnselen (het verzamelen, verstrekken, uitwisselen en gebruiken van actuele informatie en gegevens verbeteren)
- Jaarlijkse verslagen over statistieken op het gebied van migratie en asiel (gaande)
- Goedkeuring van een kaderverordening over het verzamelen van statistieken op het gebied van migratie en asiel (2005)
- Groenboek over de toekomst van het Europees Migratienetwerk (2005)
- Voorstel voor de oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor migratie (2006)
2.3. Gemeenschappelijk Europees asielstelsel
- Goedkeuring van de richtlijn asielprocedures (2005)
- Evaluatie van de rechtsinstrumenten van de eerste fase
- Toezien op de omzetting en toepassing van de instrumenten van de eerste fase (2005-2007)
- Tweede fase van de ontwikkeling van een gemeenschappelijk asielbeleid, invoering van een gemeenschappelijke asielprocedure en een uniforme status voor degenen aan wie asiel of subsidiaire bescherming wordt verleend
- Voorstel over de status van langdurig ingezetene voor vluchtelingen (2005)
- Instrumenten en maatregelen van de tweede fase aan de Raad en het Europees Parlement voorleggen (goedkeuring voor eind 2010)
- Oprichting van structuren waarbij de nationale asieldiensten van de lidstaten zijn betrokken, ter verbetering van de samenwerking (mededeling – 2005)
- Studies naar de gevolgen van de gezamenlijke behandeling van asielverzoeken
- Studie naar de gezamenlijke behandeling van asielverzoeken binnen de Unie (2006)
- Studie, die in nauw overleg met het UNHCR moet worden uitgevoerd, naar de gezamenlijke behandeling van asielverzoeken buiten het grondgebied van de Europese Unie (2006)
- Oprichting van een Europees bureau voor ondersteuning bij alle vormen van samenwerking tussen de lidstaten betreffende het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (na de vaststelling van een gemeenschappelijke asielprocedure en op basis van een evaluatie)
- Instelling van het Europees Vluchtelingenfonds (EVF) 2005-2013 om de lidstaten bij te staan bij de behandeling van asielaanvragen en de opvang van bepaalde categorieën onderdanen van derde landen
- Eindverslag over het Europees Vluchtelingenfonds (2005)
- Voorstel tot wijziging van de beschikking betreffende het Europees Vluchtelingenfonds om de lidstaten bij te staan bij de opvang van bepaalde categorieën onderdanen van derde landen (2005)
- Goedkeuring van de nationale meerjarenprogramma's in het kader van het Europees Vluchtelingenfonds (2005, 2008 en 2011)
- Aanpassing van het Europees Vluchtelingenfonds (2007)
2.3.1. Legale migratie, inclusief toelatingsprocedures
- Ontwikkeling van beleid op het gebied van legale migratie
- Evaluatie van en toezicht op de omzetting en toepassing van de richtlijnen over legale migratie van de eerste fase (2005-2011)
- Debat over het groenboek over economische migratie (2005)
- Indiening van een beleidsplan over legale migratie, met toelatingsprocedures, op basis van de resultaten van de openbare raadpleging in het kader van het groenboek over economische migratie (2005)
2.3.2. Integratie van onderdanen van derde landen
- Vaststelling van een coherent Europees integratiekader
- Mededeling over een Europees integratiekader (2005)
- Bevordering van structurele uitwisseling van ervaringen en informatie op het gebied van integratie
- Beheer van de voorbereidende acties in het kader van INTI (2005-2006)
- Jaarlijkse verslagen over migratie en integratie (2005 gaande)
- Handboek Integratie (tweede editie 2006, gaande)
- Ontwikkeling van een website (2006)
- Instelling van een Integratiefonds (2007)
2.3.3. Bestrijding van illegale immigratie
- Bijdrage aan beheer van netwerken van immigratieverbindingsambtenaren in derde landen (2005 gaande)
- Jaarlijks verslag over het gemeenschappelijk beleid op het gebied van illegale migratie (2005 gaande)
- Goedkeuring van een beschikking van de Commissie betreffende de totstandbrenging van een beveiligd, op internet gebaseerd informatie- en coördinatienetwerk voor de migratiebeheersdiensten van de lidstaten (ICONET) (2005)
- Voorstel voor de sluiting en ondertekening van het verdrag ter bestrijding van mensensmokkel van de Raad van Europa (CAHTEH) (2005)
- Ontwikkeling van een doeltreffend verwijderings- en terugkeerbeleid op basis van gemeenschappelijke normen, nauwere samenwerking en wederzijdse technische bijstand
- Voorstel over terugkeerprocedures (2005)
- Begin van voorbereidende acties voor financiële bijstand voor terugkeerbeleid (2005)
- Benoeming van een speciale Commissie-vertegenwoordiger voor een gemeenschappelijk overnamebeleid (2005)
- Sluiting van communautaire overname-overeenkomsten en beheer van bestaande overeenkomsten (tijdig)
- Instelling van een Terugkeerfonds (2007)
2.3.4. Externe dimensie van asiel en migratie
- Samenwerking met derde landen bij het migratie- en asielbeleid
- Mededeling over migratie en ontwikkeling (2005)
- Herziene versie voor 2006 van het referentiedocument van het AENEAS-programma 2004-2006 (2005)
- Voltooiing van de opname van migratie in de landenstrategiedocumenten en de regionale strategiedocumenten voor alle relevante derde landen (2005) .
- Ontwikkeling van regionale beschermingsprogramma's van de EU
- Actieplan voor regionale beschermingsprogramma's van de EU met hervestigingsregeling (2005)
- Begin proefbeschermingsprogramma's (2005)
- Intensievere samenwerking met derde landen van doorreis om deze landen in staat te stellen de migratieproblematiek beter te beheren en vluchtelingen afdoende te beschermen
- Verslag over de vorderingen en de resultaten op het gebied van asiel en migratie, in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid (2005)
2.3.5. Grensbeheer, biometrische identificatiemiddelen, informatiesystemen en visumbeleid
- Afschaffing van personencontroles aan de binnengrenzen
- Voorstel rechtsinstrumenten SIS II (2005)
- Begin evaluatie van de toepassing van het niet met SIS II verband houdende acquis in de nieuwe lidstaten (2006)
- Evaluatie van het met SIS II verband houdende acquis in de nieuwe lidstaten (na de invoering van SIS II – 2007)
- Besluit van de Raad tot afschaffing van de controles aan de grenzen met en tussen de nieuwe lidstaten (2007)
- Voorstel ter aanvulling van het bestaande Schengenevaluatiemechanisme met een toezichtmechanisme (zodra de afschaffing van de personencontroles aan de binnengrenzen voltooid is) (2007-2008)
- Totstandbrenging van een geïntegreerd beheersysteem voor de buitengrenzen
- Voorstel over de oprichting van teams van nationale deskundigen die de lidstaten bijstaan bij de controle en bewaking van de buitengrenzen, in het kader van het agentschap voor het beheer van de buitengrenzen (2005)
- 'Handboek voor grenswachters' (na vaststelling van de communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen)
- Voorstel over de uitvoerende bevoegdheden van ambtenaren van de lidstaten die optreden aan de buitengrenzen van een andere lidstaat (2006)
- Evaluatieverslag over het agentschap voor het beheer van de buitengrenzen, met een overzicht van de taken van het agentschap en een standpunt over de vraag of het agentschap zich met andere aspecten van het grensbeheer bezig moet houden (inclusief beoordeling van het functioneren van de teams van nationale deskundigen en de haalbaarheid van een Europees systeem van grenswachten) (2007)
- Instelling van een Buitengrenzenfonds (2007)
- Gedeeltelijke toepassing van het Schengenacquis
- Besluit van de Raad betreffende de gedeeltelijke toepassing van het Schengenacquis door Ierland (2005)
- Besluit van de Raad betreffende de gedeeltelijke toepassing van het Schengenacquis (SIS) door het Verenigd Koninkrijk (2005)
- Coherente aanpak en geharmoniseerde oplossingen op EU-niveau met betrekking tot biometrische identificatiemiddelen en biometrische gegevens
- Voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke visuminstructies voor wat betreft normen en procedures voor het opnemen van biometrische gegevens, waarbij de verplichting om dergelijke gegevens te verstrekken wordt ingevoerd en de uitzonderingen op deze verplichting worden vermeld (2005)
- Voorbereidingen voor de ontwikkeling van minimumnormen voor nationale identiteitskaarten (vanaf 2005)
- Voorbereidingen voor de ontwikkeling van minimumnormen voor sectorspecifieke identiteitskaarten, indien nodig (vanaf 2005)
- Opname van biometrische identificatiemiddelen in reisdocumenten, visa, verblijfsvergunningen, paspoorten van EU-burgers en informatiesystemen (2006)
- Mededeling over extra synergie tussen SIS II, VIS en Eurodac (2006)
- Visumbeleid, inclusief de ontwikkeling van het visuminformatiesysteem (VIS)
- Ontmoetingen met de derde landen waarvan de onderdanen geen visum nodig hebben voor de EU, om ervoor te zorgen dat de onderdanen van de lidstaten ook zonder visum naar deze landen kunnen reizen (gaande, moet worden gecombineerd met herziening van de visumlijst)
- Voorstellen voor de nodige wijzigingen om het visumbeleid te verbeteren en de totstandkoming van gemeenschappelijke visumaanvraagcentra te bevorderen (2005)
- Regelmatige herziening van de visumlijst (Verordening 539/2001) (regelmatig)
- Voorstel voor versoepeling van de visumprocedures voor deelnemers aan de Olympische Spelen van Turijn in 2006 (2005)
- Verslag over de toepassing van Verordening 295/2003 inzake maatregelen ter versoepeling van de visumprocedures voor deelnemers aan de Olympische Spelen van Athene in 2004 (2005)
- Voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke visuminstructies inzake visumvergoedingen (2005)
- ARGO-werkprogramma (2005 en 2006)
- Voorstellen op het gebied van doorreis: eenzijdige erkenning van Schengendocumenten door de nieuwe lidstaten / erkenning van Zwitserse verblijfsvergunningen door de lidstaten (2005)
- Aanbeveling voor onderhandelingsrichtsnoeren voor overeenkomsten tot afschaffing van de visumplicht tussen de EG en derde landen, waarin de voorwaarden voor vrij verkeer in de EU gedurende een periode van tussen de drie en zes maanden worden vastgesteld (2005)
- Goedkeuring van een voorstel tot vaststelling van een regeling voor klein grensverkeer (2005)
- Verslag over de werking van de doorreisregeling voor Kaliningrad (2005)
- Kaliningradfaciliteit (2005-2006)
- Schengenfaciliteit voor zeven lidstaten (2005 en 2006)
- Specifieke aanbevelingen voor onderhandelingsrichtsnoeren over de versoepeling, indien mogelijk, en op basis van wederkerigheid, van visumvoorschriften in het kader van het EG-overnamebeleid met het oog op de ontwikkeling van een partnerschap voor migratiebeheer (2005-2009)
- Voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke visuminstructies inzake plaatselijke consulaire samenwerking (2006)
- Voorstel tot herziening van de gemeenschappelijke visuminstructies (2006)
- Technische invoering van het VIS, te beginnen met de functies voor de verwerking van alfanumerieke gegevens en foto's (2006) en vervolgens die voor biometrische gegevens (2006)
- Voorstel tot oprichting van gemeenschappelijke consulaire posten (2007)
3. VERSTERKING VAN VEILIGHEID
- Kaderprogramma betreffende “Veiligheid en bescherming van de vrijheden” in het kader van de nieuwe financiële vooruitzichten (2005)
- Specifiek programma “Preventie en bestrijding van criminaliteit” (2007)
- Specifiek programma “Terrorisme: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen” (2007)
3.1. Uitwisseling van informatie tussen wetshandhavingsautoriteiten en rechterlijke instanties, waarbij een goed evenwicht moet worden gevonden tussen privacy en veiligheid
- Voorstel over de bewaring van gegevens die zijn verwerkt in verband met het aanbieden van openbare elektronische communicatiediensten met het oog op het opsporen, onderzoeken en vervolgen van strafbare feiten (2005)
- Inventarisatie van passende waarborgen en doeltreffende rechtsmiddelen voor de overdracht van persoonsgegevens in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken
- Toepassing van het beginsel van beschikbaarheid voor de uitwisseling van wetshandhavingsgegevens
- Voorstel betreffende de invoering van een beginsel van beschikbaarheid van voor de wetshandhaving relevante gegevens(2005)
- Voorstel betreffende passende waarborgen voor de overdracht van persoonsgegevens ten behoeve van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (2005)
- Voorstel betreffende een gemeenschappelijke EU-aanpak van het gebruik van passagiersgegevens ten behoeve van grensbeveiliging en luchtvaartbeveiliging, alsmede voor andere wetshandhavingsdoeleinden (2005)
- Voorstel betreffende de toegang van de wetshandhaving tot het VIS (2005)
- Totstandbrenging van koppelingen tussen het SIS II en het Europol-informatiesysteem (2007)
- Gezamenlijke evaluatie van de overeenkomst met de VSA betreffende de gegevens van vliegtuigpassagiers (PNR) (2005)
- Afronding van de onderhandelingen over PNR-overeenkomsten met Canada en Australië (2005) en, zo nodig, met andere landen
- Vaststelling van internationale richtsnoeren die een hoog niveau van bescherming van de privacy waarborgen voor de toegang tot PNR-gegevens in het kader van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO).
- Voorstel betreffende de wederzijdse raadpleging van DNA-databanken (2005)
- Voorstel betreffende de wederzijdse raadpleging van databanken voor vingerafdrukken (2007)
- Voorstel voor een algemene communautaire structuur voor forensische databanken/politiedatabanken (2008)
3.2. Terrorisme
- Invoering van een samenhangende algemene aanpak van terrorisme
- follow-up van het proefproject ten behoeve van slachtoffers van terrorisme (2006)
- Versterking van de samenwerking tussen wetshandhavingsinstanties bij de bestrijding van terrorisme door de aanwijzing van gespecialiseerde contactpunten in elke lidstaat die toegang zullen hebben tot alle relevante gegevens en inlichtingen betreffende terroristische daden waarbij in de bijlage bij Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB vermelde personen, groepen of entiteiten betrokken zijn (2005)
- Oprichting van een Europees rechtshandhavingsnetwerk (LEN) voor de bestrijding van terrorisme (2005)
- Mededeling betreffende een verbetering van de veiligheid van explosieven, benodigdheden om bommen te maken (2005)
- Tweede verslag over terrorisme (2005)
- Mededeling over gewelddadige radicalisering (2005) en, zo nodig, follow-up van acties (2007)
- Voorstel ter voorkoming van misbruik van liefdadigheidsorganisaties voor de financiering van terrorisme (2006)
- Mededeling over de resultaten van het “peer evaluation”-mechanisme betreffende terrorisme in de 25 lidstaten (2006/2007)
- Bepaling in hoeverre rechtsinstrumenten nodig zijn en welk het toepassingsgebied ervan moet zijn om te waarborgen dat alle lidstaten vermogensbestanddelen van aangewezen personen preventief kunnen bevriezen overeenkomstig de speciale aanbevelingen van de Financial Action Task Force (“financiële actiegroep”) (2007)
- Bijdrage aan de lopende werkzaamheden ter voorkoming van de productie en proliferatie van chemische, nucleaire en biologische wapens (2007)
- Vaststelling van een specifiek programma “Terrorisme: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen” (2007)
- Evaluatie en aanpassing van communautaire wetgeving parallel met vast te stellen maatregelen ter bestrijding van terrorisme
- Tweede verslag op grond van artikel 11 van het Kaderbesluit van 13.6.2002 van de Raad inzake terrorismebestrijding (2005)
3.3. Preventie en bestrijding van georganiseerde criminaliteit
- Mededeling over de ontwikkeling van een strategisch concept inzake de bestrijding van georganiseerde criminaliteit (2005)
- Vaststelling van een specifiek programma betreffende “Preventie en bestrijding van criminaliteit” (2007)
- Verbetering van de kennis over de georganiseerde criminaliteit en intensivering van de verzameling en analyse van informatie
- Mededeling over een actieplan – EU-misdaadstatistieken (2005)
- Werkdocument van de diensten van de Commissie over wetshandhaving op basis van inlichtingen over criminaliteit (2005)
- Aanbevelingen voor een standaardmethode voor crime proofing (toetsing van de criminaliteitsbestendigheid) (2007)
- Indiening van een verslag over de criminaliteit in Europa (2007)
- Verbetering van de preventie van georganiseerde criminaliteit
- Toetsing van de criminaliteitsbestendigheid en vaststelling van maatregelen ter voorkoming van criminaliteit met betrekking tot producten en diensten (2005)
- Verslag over de resultaten van een studie op grond van de resolutie van de Raad van 2001 betreffende de bijdrage van het maatschappelijk middenveld bij het opsporen van verdwenen of seksueel uitgebuite kinderen (2005)
- Actieplan over de samenwerking tussen de openbare en de particuliere sector om overheidsinstanties en particuliere bedrijven te beschermen tegen georganiseerde criminaliteit ( (2006)
- Verbetering van de Europese coördinatie en samenwerking tussen hightech eenheden die in de lidstaten tot taak hebben de criminaliteit te bestrijden en verbetering van de coördinatie en samenwerking met de particuliere sector (inlichtingennetwerk op het gebied van computercriminaliteit), inclusief het opstellen van een Europees handboek inzake computercriminaliteit (2006)
- Mededeling over computercriminaliteit en het beleid inzake computerbeveiliging (2006)
- Maatregelen ter bestrijding van corruptie:
- Opstellen van gedragscodes inzake ethiek en integriteit voor overheidsambtenaren (2007)
- Voorstel betreffende de invoering van bepaalde verplichtingen voor ambtenaren in verband met de melding van omkoping, alsmede betreffende de openbaarmaking van activa en zakelijke belangen (2008)
- Verbetering van instrumenten om de financiële aspecten van georganiseerde criminaliteit aan te pakken
- Initiatieven ter bevordering van financieel onderzoek als wetshandhavingstechniek en tot vaststelling van gemeenschappelijke minimumnormen voor opleiding ( 2005-2007)
- Gemeenschappelijke reeks opleidingsnormen in verband met vaardigheden op het gebied van financieel onderzoek (2005)
- Aanbeveling voor een memorandum van overeenstemming betreffende feedback van financiële inlichtingeneenheden aan rapporterende instanties over meldingen van verdachte transacties (2006)
- Aanbeveling en/of voorstel ter verbetering van de transparantie van juridische entiteiten teneinde de kwetsbaarheid voor penetratie door de georganiseerde criminaliteit te doen afnemen (2006)
- Bevordering van het opzetten van inlichtingeneenheden inzake criminele vermogensbestanddelen in de lidstaten van de EU (continu)
- Onderzoek van normen voor de teruggave van geconfisqueerde of verbeurd verklaarde vermogensbestanddelen als vergoeding voor of schadeloosstelling van liefdadigheidsorganisaties of slachtoffers van criminaliteit wier identiteit kan worden vastgesteld (2008)
- Verbetering van wetgeving en evaluatie van bestaande rechtsinstrumenten (waar nodig)
- Pakket wetgevingsmaatregelen betreffende de bestrijding van vervalsingen (2005)
- Mededeling betreffende mensenhandel (2005)
- Evaluatie en, waar nodig, verdere ontwikkeling van de huidige wetgeving betreffende mensenhandel, bijvoorbeeld teneinde de samenwerking tussen de openbare en de particuliere sector, de coördinatie op het niveau van de EU en de participatie van Europol te vergemakkelijken (2006)
- Evaluatie en, waar nodig, verdere ontwikkeling van het juridische kader voor het voorkomen en bestrijden van de handel in menselijke organen, weefsels en cellen (2006)
- Evaluatie en, waar nodig, verbetering van de huidige wetgeving inzake de confiscatie van vermogensbestanddelen, ongeacht of daarvoor al dan niet een strafrechtelijke veroordeling nodig is (2007)
- Vegelijkende studie ter beoordeling van het feit of er behoefte is aan instrumenten ter bestrijding van de activiteiten van de georganiseerde criminaliteit op het gebied van belastingfraude binnen de lidstaten van de EU, toetredende landen en kandidaat-lidstaten (2005)
- Voorstel inzake de harmonisatie van de wetgeving in strafzaken, in het bijzonder met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van belastingfraude of betreffende normen en beproefde methoden ter verbetering van de justitiële samenwerking op het gebied van de bestrijding van georganiseerde belastingfraude (2007)
- Voorstel betreffende maatregelen in verband met diefstal van identiteit en identiteitsbeheer, inclusief een database inzake identificatiedocumenten (2007)
- Studie en onderzoek naar de verdere harmonisering van wetgeving, bijv. op het gebied van de illegale wapenhandel, racketeering en afpersing (2008)
- Verbetering van toezicht en evaluatie
- Tweede verslag op grond van artikel 6 van het Kaderbesluit van de Raad van 26 juni 2001 inzake het witwassen van geld, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en van opbrengsten van misdrijven (2005)
- Tweede verslag op grond van artikel 14 van het Kaderbesluit van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de bestrijding van fraude en vervalsing in verband met andere betaalmiddelen dan contanten (2005)
- Verslag over de uitvoering van het Kaderbesluit “Corruptie in de privé-sector” (2005)
- Verslag over de uitvoering van het Kaderbesluit van 27 januari 2003 inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht (2005)
- Verslag over de uitvoering van het kaderbesluit inzake de confiscatie van opbrengsten, hulpmiddelen en voorwerpen van misdrijven (2007)
- Evaluatie van tenuitvoerlegging van de douanesamenwerking door de lidstaten (Overeenkomst “Napels II”) (2005)
- Evaluatie van het beleid van de lidstaten inzake corruptiebestrijding (2009)
- Evaluatie van maatregelen ter bestrijding van financiële criminaliteit (2010)
3.4. Politie- en douanesamenwerking
- Uitvoering van het werkprogramma betreffende douanesamenwerking, dat op 30 maart 2004 door de Raad JBZ werd goedgekeurd naar aanleiding van de Resolutie van de Raad van 2 oktober 2003 inzake een strategie voor douanesamenwerking (2004-2006)
- Mededeling betreffende de bestrijding van de illegale grensoverschrijdende handel in goederen waarop verboden of beperkingen van toepassing zijn (2007)
- Voorstel betreffende Europol, alsmede betreffende de rol van het Europees Parlement en van de nationale parlementen bij het onderzoek van de activiteiten van Europol (uiterlijk 1 januari 2008)
- Uitstippeling van een beleid inzake de betrekkingen tussen Europol en Eurojust (uiterlijk 2008 )
- Omschrijving van de rol van het veiligheidscomité (COSI) (uiterlijk 1 januari 2008)
- Verbetering van de justitiële samenwerking en
- ontwikkeling van het Schengenacquis met betrekking tot grensoverschrijdende operationele politiesamenwerking
- Voorstel betreffende de verbetering van de justitiële samenwerking, met name aan de binnengrenzen tussen de lidstaten (2005)
- Mededeling en voorstel voor een richtlijn inzake de verbetering van de veiligheid van het vervoer en een toegenomen beveiliging door de totstandbrenging van een ruimte van politiële en justitiële samenwerking met betrekking tot de Trans-Europese vervoersnetwerken (2005)
- Bijwerking van het SIRENE-handboek (2005)
- Voorstel betreffende de toegang van de wetshandhaving tot het VIS (2005)
- Totstandbrenging van koppelingen tussen het SIS II en het Europol-informatiesysteem (2007)
- Voorschriften inzake gemeenschappelijke kwaliteitsnormen (politie-ethiek, controleprogramma’s) in verband met politiediensten (2008)
- Harmonisatie van de kwaliteitsnormen van forensische laboratoria (2008)
- Programma’s voor systematische uitwisseling van wetshandhavingsfunctionarissen
- Goedkeuring van het voorstel tot oprichting van de EPA (Europese Politieacademie) als een orgaan van de Unie (2005)
- Verbetering van de operationele samenwerking tussen wetshandhavingsinstanties van een lidstaat met die van de andere lidstaten
- Opzetten van kortdurende politieoperaties en/of multidisciplinaire gemeenschappelijke teams (continu)
- Vaststelling van minimumnormen voor het gebruik van onderzoekstechnieken over de grenzen van de verschillende rechtsgebieden heen (2006)
- Handleiding inzake beproefde methoden voor de bevordering en uitbreiding van het gebruik van bijzondere vormen van samenwerking tussen douaneadministraties zoals bedoeld in de Overeenkomst “Napels II” ( 2007)
- Verbetering van de Europese samenwerking tussen corruptiebestrijdingsinstanties door het opzetten van een netwerk tussen corruptiebestrijdingsautoriteiten (waaronder politie, justitiële autoriteiten, vervolgings- en douaneautoriteiten) op EU- en transnationaal niveau ( 2008)
3.5. Beheersing van crises binnen de Europese Unie
- Besluit van de Commissie betreffende de ontwikkeling van een beveiligd algemeen systeem voor snelle waarschuwing (ARGUS) en een crisiscentrum bij de Commissie voor de coördinatie van bestaande waarschuwingssystemen (2005)
- Voorstel betreffende het opzetten van een waarschuwings- en informatienetwerk op het gebied van kritieke infrastructuur (CIWIN) (2005)
- Plan betreffende de bescherming van kritieke infrastructuur (2005)
- Geïntegreerd mechanisme voor de beheersing van crises binnen de EU (in te voeren vóór 1 juli 2006)
3.6. Preventie van algemene criminaliteit
- Opzetten van het Europees netwerk inzake criminaliteitspreventie (2005)
4. VERSTERKING VAN HET RECHT
- Zie ook Kaderprogramma “Grondrechten en justitie” in het kader van de nieuwe financiële vooruitzichten (2005)
- Specifiek programma over justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken (2007)
- Specifiek programma over justitiële samenwerking in strafzaken (2007)
4.1. Het opbouwen van wederzijds vertrouwen
- Versterking van de samenwerking
- Steun van de Unie aan netwerken van justitiële organisaties en instellingen ( continu)
- Verdere ontwikkeling van de website van het Europees Justitieel Netwerk en van de databanken over de rechtspraak inzake Europese instrumenten (continu)
- Voortdurende bijwerking en verbetering van de Europese Justitiële Atlas ( continu)
- Jaarlijkse viering van de Europese dag van het civiel recht ( continu )
- Ontwikkeling van een “Europese justitiële cultuur”
- Beoordeling van de kwaliteit van de rechtsbedeling ( mededeling - 2006 )
- Mededeling van de Commissie over justitiële opleiding in de EU ( 2005 ), voortzetting van het proefproject voor uitwisseling van magistraten ( 2005 ) en voorbereidende actie ( 2006 )
- Oprichting, op basis van de bestaande structuren, van een effectief Europees opleidingsnetwerk voor justitiële autoriteiten op zowel civielrechtelijk als strafrechtelijk gebied (2007)
- Ontwikkeling van netwerken van justitiële organisaties en instellingen
- Verslag over de werking van het Europees Justitieel Netwerk in burgerlijke en handelszaken ( 2005 ), indien nodig met voorstellen voor wijziging ( 2006 )
- EU workshops om de samenwerking tussen de juridische beroepsbeoefenaren te bevorderen, met het doel beproefde methoden vast te stellen ( 2006 )
- Samenhang en betere kwaliteit van de EU-wetgeving
- Voorstel voor wijziging van Verordening nr. 1348/2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (2005)
- Verslag over de werking van Verordening nr. 1206/2001 op het gebied van bewijsverkrijging, indien nodig met voorstellen voor wijziging ( 2007 )
- Verslag over de werking van de “Brussel I”-verordening ( 2007 ), indien nodig met voorstellen voor wijziging ( 2009 )
- Finaal onderzoeksverslag inclusief een ontwerp-Gemeenschappelijk Referentiekader (2007)
- Vaststelling van het Gemeenschappelijk Referentiekader (GRK) voor het EU-contractenrecht ( uiterlijk in 2009 )
4.2. Justitiële samenwerking in strafzaken
- Vaststelling van een specifiek programma over justitiële samenwerking in strafzaken (2007)
- Streven naar de tenuitvoerlegging van het beginsel van wederzijdse erkenning:
- Mededeling over de wederzijdse erkenning van beslissingen in strafzaken en de versterking van het wederzijdse vertrouwen tussen de lidstaten ( 2005 )
- Witboek over de uitwisseling van informatie over veroordelingen en de gevolgen ervan in de EU ( 2005)
- Voorstel betreffende de wijze waarop bij een nieuwe strafrechtelijke procedure rekening wordt gehouden met veroordelingen in andere lidstaten van de Europese Unie (2005)
- Voorstel betreffende het doorgeven van informatie over strafrechtelijke veroordelingen aan de lidstaat waarvan de betrokkene de nationaliteit bezit en het bewaren van deze informatie door deze lidstaat (2005)
- Mededeling over het opstellen van een lijst van in een EU-lidstaat veroordeelde onderdanen van derde landen (2005)
- Initiatief inzake de Europese executoriale titel en de overbrenging van gevonniste personen tussen lidstaten van de EU (2005)
- Voorstel over de wederzijdse erkenning van niet tot vrijheidsbeneming strekkende controlemaatregelen in afwachting van het proces (2005)
- Mededeling over ontzetting ( 2005 )
- Verslag over de implementatie van het Kaderbesluit betreffende het Europees arrestatiebevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten ( 2005 )
- Initiatief betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging in de Europese Unie van verboden die het gevolg zijn van seksuele misdrijven tegen kinderen (2005)
- Voorstel betreffende ontzegging van rijbevoegdheid (herschrijven van de Overeenkomst van 1998) (2006)
- Verslag over de implementatie van het Kaderbesluit van 22 juli 2003 betreffende tenuitvoerlegging in de Europese Unie van beslissingen tot bevriezing van voorwerpen of bewijsstukken ( 2006 )
- Verslag over de implementatie van het Kaderbesluit inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties (2006)
- Voorstel inzake erkenning en tenuitvoerlegging van alternatieve sancties en voorwaardelijke straffen (2007)
- Voorstel tot vervollediging van het Europees bewijsverkrijgingsbevel (2008)
- Harmonisatie
- Groenboek over jurisdictiegeschillen en dubbele bestraffing ( ne bis in idem ) ( 2005 )
- Groenboek over het vermoeden van onschuld ( 2005 )
- Tweede verslag over de implementatie van het Kaderbesluit van 15 maart 2001 inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure ( 2005 )
- Derde verslag over het Kaderbesluit van 15 maart 2001 inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure ( 2006 )
- Voorstel betreffende jurisdictiegeschillen en het ne-bis-in-idem-beginsel (2006)
- Groenboek over het omgaan met bewijs ( 2006 )
- Groenboek over verstekvonnissen ( in absentia ) ( 2006 )
- Voorstel over minimumnormen betreffende bewijsverkrijging (2007)
- Voorstel over verstekvonnissen (in absentia) (2007)
- Voorstel over de harmonisatie van sectorspecifieke straffen (uiterlijk in 2007)
- Andere instrumenten op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken:
- Aanbeveling over minimumnormen voor het verzamelen en uitwisselen van elektronische gegevens ( 2006 )
- Voorstel over het opzettelijk vernietigen van bewijsstukken (2007)
- Voorstel over de bescherming van getuigen en medewerkers van het gerecht (2007)
- Studie over het grensoverschrijdende gebruik van informatie als bewijsmateriaal ( 2008 )
- Evaluatie van de efficiëntie van gespecialiseerde justitiële organen in het onderzoek van zaken die met de georganiseerde criminaliteit verband houden (2009)
- Eurojust
- Tweede verslag over de juridische omzetting van het Besluit van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust ( 2005 )
- Voorstel over Eurojust (uiterlijk op 1 januari 2008)
- Witboek over het versterken van de bescherming van de financiële belangen van de Unie (uiterlijk in 2009)
4.3. Versterken van de doeltreffendheid van de rechtsbedeling en bevorderen van de wederzijdse erkenning en daadwerkelijke toegang tot de rechter in burgerlijke zaken
- Groenboek over erfopvolging ( 2005 )
- Groenboek over het conflictenrecht en jurisdictiegeschillen inzake scheiding (Rome III) ( 2005)
- Voorstel over het conflictenrecht inzake contractuele verbintenissen (Rome I) ( 2005 )
- Voorstel over kleine vorderingen (2005)
- Voorstel over onderhoudsverplichtingen (2005)
- Goedkeuring van het “Rome II”-voorstel over conflictenrecht inzake niet-contractuele verbintenissen ( 2006 )
- Vaststelling van de verordening betreffende het betalingsbevel ( 2006 )
- Vaststelling van een richtlijn betreffende alternatieve geschillenbeslechting (AGB) – bemiddeling ( 2006 )
- Groenboek over de vermogensrechtelijke gevolgen van huwelijksrelaties en partnerschappen ( 2006 )
- Groenboek(en) over de doeltreffende handhaving van rechterlijke beslissingen ( 2006-2007 )
- Groenboek over de afschaffing/vermindering van wetgeving en administratieve maatregelen voor het vrije verkeer van documenten ( 2007 )
- Groenboek over wederzijdse erkenning in aangelegenheden betreffende de burgerlijke stand ( 2008 )
- Groenboek over minimumnormen voor bepaalde aspecten van het procesrecht ( 2008 )
- Evaluatie van de mogelijkheid om het exequatur af te schaffen en, indien nodig, wetgevingsvoorstellen (2008-2010)
- Vaststelling van een specifiek programma over justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken (2007)
4.4. Internationale rechtsorde
- Afronden van onderhandelingen over het verdrag inzake forumkeuze ( 2005 )
- Voorstel voor het sluiten van de zogenaamde “parallelle overeenkomsten” met Denemarken over “Brussel I” en over de betekening en de kennisgeving van stukken (2005)
- Onderhandelen van het Terrorismeverdrag in de Raad van Europa ( 2005 )
- Actief betrekken van de activiteiten van de Raad van Europa en andere internationale organisaties en fora (G8, VN, OESO, OVSE, FATF) in strafzaken ( 2005-2009 )
- Onderzoek naar de wenselijkheid van bilaterale overeenkomsten tussen de EU en derde landen over uitlevering ( 2005-2009 )
- Onderzoek naar de wenselijkheid van bilaterale overeenkomsten tussen de EU en derde landen over wederzijdse rechtshulp in strafzaken ( 2005-2009 )
- Voorstel over het namens de EG sluiten en ondertekenen van het Verdrag van de Raad van Europa over het witwassen van geld en terrorismefinanciering (2005/2006)
- Toetreding van de Gemeenschap tot de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht ( 2006 )
- Voorstel voor het sluiten van een nieuw Verdrag van Lugano (2006)
- Invoeging van bepalingen inzake assistentie bij terrorismebestrijding bij de geplande herziening van de bestaande instrumenten die de externe hulp regelen ( 2006 )
- Voorstel voor het namens de EG sluiten van het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van corruptie (2006)
- Afronden van onderhandelingen over het verdrag inzake onderhoudsverplichtingen ( 2007 )
- Voorstel voor het namens de EG sluiten van het Protocol van de Verenigde Naties tot bestrijding van de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, met inbegrip van delen en onderdelen, en munitie (2007)
5. EXTERNE BETREKKINGEN
- Strategie betreffende alle externe aspecten van het Uniebeleid inzake vrijheid, veiligheid en recht, die is gebaseerd op de in het Haags Programma beschreven maatregelen ( 2005 )
Mededeling betreffende alle externe aspecten van het Uniebeleid inzake vrijheid, veiligheid en recht (midden 2005 – bijdrage aan de strategie).
'Een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid: balans van het programma van Tampere en richtsnoeren voor de toekomst' - COM(2004) 401 van 2.6.2004.
COM(2005) 45 van 14.2.2005.
Het begrip 'vrijheid' bestrijkt alle delen van dit actieplan. In dit document heeft de term 'vrijheid' echter de specifieke betekenis van het Haags Programma.
COM(2005) 122, 123 en 124 van 6.4.2005.
'Een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid: balans van het programma van Tampere en richtsnoeren voor de toekomst' - COM(2004) 401 van 2.6.2004.
P6_TA(2004)0022, 14 oktober 2004: Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad en de Europese Raad betreffende de toekomst van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, en de wijze om de legitimiteit en doeltreffendheid ervan te versterken.
Besluit 2000/927/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende de toepassing van de procedure zoals vastgelegd in artikel 251 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op sommige gebieden die onder titel IV van het derde deel van dat Verdrag vallen (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 45).
“Strategische doelstellingen 2005-2009, Europa 2010: een partnerschap voor Europese vernieuwing” - COM(2005) 12 van 26.1.2005.
Dit fonds dient als aanvulling op het Europees Sociaal Fonds.
Daarnaast worden activiteiten ondernomen in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie en het sociale-integratieproces.
De Kaliningradfaciliteit wordt vervangen door specifieke bepalingen in het voorgestelde Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013, dat deel uitmaakt van het kaderprogramma 'Solidariteit en beheer van de migratiestromen'.