Artikelen bij COM(2005)233 - Jaarverslag betreffende activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling van de EU in 2003 [SEC(2005) 725]

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52005DC0233

Verslag van de Commissie - Jaarverslag betreffende activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling van de Europese Unie in 2003 [SEC(2005) 725] /* COM/2005/0233 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 03.06.2005

COM(2005) 233 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Jaarverslag betreffende activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling van de Europese Unie in 2003 [SEC(2005) 725]

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Jaarverslag betreffende activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling van de Europese Unie in 2003 (Voor de EER relevante tekst)

1. INLEIDING

Het Europese onderzoeksbeleid is gericht op het realiseren van de Lissabon-doelstelling om de Europese Unie tot een concurrerende en dynamische kenniseconomie te maken, die in staat is tot duurzame economische groei. Daartoe heeft het drie gecorreleerde doelstellingen:

- Totstandbrengen van een Europese Onderzoeksruimte om het vrije verkeer van kennis en onderzoekers mogelijk te maken en fragmentering en duplicering van onderzoeksbeleidslijnen en –activiteiten in Europa te ondervangen.

- Optrekken van de niveaus van de onderzoeksinvesteringen in Europa tot 3% van het BBP van de Unie vóór 2010, waarvan twee derde uit particuliere investeringen moet komen.

- Ondersteunen en versterken van de onderzoeksexcellentie om de eerste twee doelstellingen te realiseren en door het versterken en aanvullen van de onderzoeksinspanningen van de nationale en particuliere sector.

Dit verslag behandelt ontwikkelingen en activiteiten gedurende de periode van januari 2003 tot maart 2004. Het is opgesteld ingevolge artikel 173 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en artikel 4 van het besluit betreffende het zesde kaderprogramma. Het gaat vergezeld van het bijgevoegde werkdocument van de Commissie waarin meer gedetailleerde rapportage en een bijlage met statistische data worden verschaft. Een toevoeging ten opzichte van vorige jaarverslagen is dat informatie is opgenomen over ontwikkelingen inzake activiteiten voor onderzoek en technologische ontwikkeling in de lidstaten van de Europese Unie.

2. COMMUNAUTAIRE ACTIVITEITEN VOOR ONDERZOEK EN TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELING

2.1. Uitvoering van het 6e kaderprogramma

In 2003 is een belangrijke stap gezet in de richting van de totstandbrenging van een Europese Onderzoeksruimte met het eerste volledige jaar van het 6e kaderprogramma. Het programma is een van de grootste internationale O&O-programma's in de wereld, met een budget van 17,5 miljard euro voor de periode 2002-06 (opgetrokken tot 19,2 miljard euro met de uitbreiding van de Unie). Het programma staat niet alleen open voor de lidstaten van de Europese Unie maar ook, via samenwerkingsovereenkomsten, voor deelnemers uit andere landen.

Vooruitgang met betrekking tot doelstellingen en prioriteiten

Het 6e kaderprogramma kreeg zeer veel respons. Gedurende 2003 werden meer dan 16 000 voorstellen ingediend waarbij bijna 160 000 deelnemers uit meer dan 50 landen betrokken waren. Zo'n 2600 van deze voorstellen (waarbij meer dan 27 000 deelnemers betrokken waren) werden in aanmerking genomen voor financiering.

Onder de rubriek Bundeling en integratie van het communautaire onderzoek werden meer dan 10 000 voorstellen ingediend waarvan er meer dan 1600 voor financiering werden geselecteerd (hierbij waren 24 000 deelnemers betrokken). De meeste hiervan (meer dan 1100 voor financiering geselecteerde voorstellen) viel onder de in het 6e kaderprogramma vastgestelde zeven thematische prioriteiten, en een belangrijk aantal viel onder de horizontale activiteiten waarbij KMO's betrokken zijn en onder de specifieke maatregelen ter ondersteuning van internationale samenwerking. Bovendien kenden de nieuwe activiteiten die in het 6e kaderprogramma werden ingevoerd inzake Wetenschappelijke beleidsondersteuning en NEST (Nieuwe en opkomende wetenschap en technologie) groot succes met 128 voor financiering geselecteerde voorstellen, waaronder 11 voorstellen die werden geselecteerd in het kader van een speciale uitnodiging tot het indienen van voorstellen naar aanleiding van de SARS-epidemie.

Naar aanleiding van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen in het kader van de rubriek Structureren van de Europese onderzoeksruimte werden in 2003 bijna 6000 voorstellen ontvangen, de grote meerderheid betreffende de acties inzake Menselijk potentieel en mobiliteit. Zo'n 880 van deze voorstellen werden voor financiering geselecteerd, waarvan meer dan 700 voor Menselijk potentieel en mobiliteit, en de andere voor financieringsacties voor Onderzoek en innovatie, Onderzoeksinfrastructuren en Wetenschap en samenleving. Verder werd een Mobiliteitsportaal voor onderzoekers opgestart dat informatie verstrekt over werkgelegenheid en financieringskansen en praktische aspecten van een Europese onderzoeksloopbaan.

Onder de rubriek Versterking van de grondslagen van de Europese onderzoeksruimte werd een nieuwe activiteit ingevoerd in het 6e kaderprogramma, het ERANet-initiatief – om nationale en regionale onderzoeksprogramma's te netwerken en open te stellen. Het initiatief had een succesvolle start in 2003: naar aanleiding van de eerste uitnodiging werden 74 voorstellen ontvangen, waarvan er meer dan 30 voor financiering werden geselecteerd.

Betreffende de verspreiding van resultaten ondersteunden de acties voor onderzoek en innovatie in het 6e kaderprogramma, inclusief het Netwerk van relaiscentra voor innovatie, het gebruik van onderzoeksresultaten ten behoeve van innovatie terwijl de horizontale onderzoeksactiviteiten waarbij KMO's betrokken waren kleinere ondernemingen in staat stelden toegang te krijgen tot onderzoek dat aan hun behoeften voldoet. Voorts richtte de CORDIS-internetdienst zich op het verschaffen van open toegang tot informatie over Europese projecten alsmede verschillende diensten voor technologiemakelarij. Het gebruikmaken van onderzoeksresultaten door de beleidsmakers is een speciaal kenmerk van de regeling Wetenschappelijke beleidsondersteuning, en bredere publieke betrokkenheid bij onderzoek is een doel van de acties Wetenschap en samenleving. Op individueel projectniveau werden regels ingevoerd en rapportagemechanismen gedefinieerd om het gebruik en de verspreiding van resultaten te bevorderen.

De tijdens het jaar verrichte reeks evaluaties bevestigde dat communautaire onderzoeksactiviteiten zeer grote bijdragen hebben geleverd tot Europa's wetenschappelijke en technologische kennisbasis en tussen en onder Europese onderzoekers in de private en publieke sectoren uitgebreide netwerking en samenwerkingen hebben gecreëerd met belangrijke Europese toegevoegde waarde.

Financiële aspecten en instrumenten

De implementatie en budgettaire uitvoering van het programma bleven op schema, een belangrijke prestatie gezien de respons. Eind 2003 waren in totaal 489 contracten getekend, goed voor een financiële toewijzing van 1,64 miljard euro. De rest van het budget voor 2003 werd globaal toegewezen, en vervolgens tijdens 2004 aan individuele contracten toegewezen.

Een belangrijke nieuwigheid van het 6e kaderprogramma was de invoering van nieuwe instrumenten om een grotere kritische massa van middelen en partners, en grotere autonomie bij de projectuitvoering mogelijk te maken. Van de in 2003 ingediende voorstellen werden meer dan 400 grote projecten die gebruikmaken van deze instrumenten geselecteerd voor financiering. Eind 2003 waren meer dan 80 contracten voor Geïntegreerde projecten en 30 voor Topnetwerken ondertekend. Deze vertegenwoordigen respectievelijk 53 procent en 11 procent van de financiële toewijzing van de EG voor in 2003 ondertekende contracten. Eind 2003 startte een onafhankelijk panel onder leiding van professor Marimon een evaluatie van de effectiviteit van de instrumenten; het panel kwam met zijn rapport in juli 2004.

Tenslotte werd in 2003 overeengekomen - voor het eerst - gebruik te maken van artikel 169 van het Verdrag, dat toestaat dat de Gemeenschap deelneemt aan door de lidstaten gezamenlijk ondernomen onderzoek. Dit gebeurde via de oprichting van het Partnerschap voor klinische proeven tussen Europese en ontwikkelingslanden (EDCTP) met het doel klinische proeven mogelijk te maken voor geneesmiddelen en vaccins tegen hiv/aids, tuberculose en malaria.

2.2. Andere acties voor de totstandbrenging van een Europese Onderzoeksruimte.

Naast het kaderprogramma zette de Europese Unie een aantal andere belangrijke stappen in de richting van de totstandbrenging van een Europese Onderzoeksruimte.

- Betreffende de verbetering van het menselijk potentieel publiceerde de Commissie voorstellen voor het verbeteren van de onderzoeksloopbanen in Europa, inclusief de totstandbrenging van een Europees Handvest en een Europese Gedragscode.

- De lancering van een Europawijd debat over de toekomst van de Europese universiteiten. In januari 2003 werd een overlegdocument gepubliceerd en in april 2004 werd een grote conferentie gehouden in Luik, België.

- Om de internationale dimensie van de EOR te bevorderen, werden onderhandelingen voor bilaterale overeenkomsten inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking gevoerd met partners uit het Middellandse-Zeegebied, Zwitserland, Mexico, Brazilië, Chili, de VS, Rusland en Oekraïne.

- Er werd vooruitgang gemaakt inzake het Actieplan Wetenschap en samenleving, en er werden drie acties (Vrouwen en industrie, Vrouwen en uitbreiding, en Onderzoek en prognose) voltooid.

- Er werd aanzienlijke vooruitgang gemaakt bij het uitstippelen van een Europees ruimtevaartbeleid met de publicatie gedurende 2003 van een groenboek en vervolgens een witboek, en de ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en het Europees Ruimte-Agentschap.

- Het debat over ondersteuning van fundamenteel onderzoek in Europa en de oprichting van een Europese Onderzoeksraad werd op een politiek niveau getild met een Commissiemededeling in januari 2004.

- Er werd een eerste golf technologieplatforms opgericht om stakeholders bijeen te brengen en strategische onderzoeksagenda's op te stellen voor sleuteltechnologieën, inclusief op gebieden zoals waterstof, brandstofcellen en nano-elektronica.

- In maart 2003 werd een Europese strategie voor levenswetenschappen en biotechnologie in het leven geroepen.

- Er werd een driejarige voorbereidende actie voor Veiligheidsonderzoek opgestart om het terrein voor te bereiden voor een volledig programma vanaf 2007.

- De uitvoering van de pilotactie Kennisregio's om de totstandbrenging te stimuleren van regionale kenniseconomieën via onderzoek.

3. ONTWIKKELINGEN IN DE LIDSTATEN EN TOEPASSING VAN DE OPEN COÖRDINATIEMETHODE

2003 was eveneens een belangrijk jaar voor de implementatie van de open coördinatiemethode op het gebied van onderzoeksbeleid door de toepassing ervan op de doelstelling om de onderzoeksinvesteringen op te trekken tot 3% van het BBP in de Europese Unie. In april 2003 lanceerde de Commissie een actieplan waarin op Europees, nationaal en regionaal niveau te nemen maatregelen werden voorgesteld. Naar aanleiding hiervan werden, als een eerste cyclus in de toepassing van de open coördinatiemethode voor de 3%-doelstelling, groepen deskundigen uit de lidstaten opgericht op zes gebieden in het kader van het Comité voor wetenschappelijk en technisch onderzoek (CREST).

In overeenstemming met de 3%-doelstelling hebben bijna alle lidstaten nationale streefcijfers vastgesteld voor het vergroten van de O&O-investeringen. De jongste gegevens wijzen erop dat de meeste lidstaten sinds 2002 hun niveau van publieke financiering van O&O hebben verhoogd, hoewel substantiële verdere vooruitgang nodig is om de 1% van het BBP te halen. In termen van de publiekbeleidmix wordt ondersteuning van O&O-investeringen via fiscale maatregelen momenteel steeds belangrijker. De trends in de investeringen van de privé-sector in onderzoek zijn minder duidelijk, en de situatie varieert sterk per lidstaat. Niettemin is het duidelijk dat belangrijke vooruitgang nodig is indien het niveau 2% van het BBP moet bereiken.

4. VOORUITZICHT

DE IMPLEMENTATIE VAN HET ZESDE KADERPROGRAMMA LIGT OP SCHEMA. UIT DE AANHOUDENDE HOGE RE spons vanuit de onderzoekswereld blijkt de belangrijke rol ervan in de bevordering van de Europese onderzoeksinspanningen.

De werkprogramma's voor de specifieke programma's van het kaderprogramma zijn meermaals geactualiseerd. Eind 2004 was het werkprogramma voor het programma 'Integreren en versterken' (EG-Verdrag) in totaal 14 keer geactualiseerd, was het werkprogramma voor het programma 'Structureren' (EG-Verdrag) in totaal acht keer geactualiseerd en was het werkprogramma voor het 'nucleaire' programma (Euratom-Verdrag) in totaal twee keer geactualiseerd. Elke actualisering genereert de inhoud voor nieuwe uitnodigingen tot het indienen van voorstellen. In totaal waren eind 2004 120 uitnodigingen tot het indienen van voorstellen gepubliceerd.

Tegelijkertijd verbetert de Commissie momenteel de implementatie van het programma om tegemoet te komen aan bezorgdheid van de onderzoekswereld en de aanbevelingen van voortgangscontrole- en evaluatie-exercities, inclusief het rapport van het panel op hoog niveau betreffende de effectiviteit van de instrumenten van het zesde kaderprogramma. De Commissie heeft deze maatregelen opgenomen in haar antwoord op de aanbevelingen van het panel en heeft een actieplan vastgesteld om procedures te rationaliseren en versnellen.

De Commissie heeft prioriteit gegeven aan onderzoek in haar begrotings- en beleidsvoorstellen voor de periode 2007-13. In juni 2004 lanceerde de Commissie het debat over het voorbereiden van het zevende kaderprogramma, dat voorziet in ambitieuzer Europees beleid ter ondersteuning van onderzoek om vorderingen te maken in de richting van de Lissabon-doelstelling. Naar aanleiding van dat debat is de Commissie in april 2005 met haar voorstellen gekomen voor het zevende kaderprogramma.

Bronnen van nadere informatie

Meer details zijn opgenomen in het werkdocument van de Commissie dat dit verslag vergezelt. Voor nadere informatie zijn de volgende documenten publiek beschikbaar:

- Jaarlijkse voortgangsverslagen voor het kaderprogramma en de specifieke programma's, die een beknopt, onafhankelijk overzicht geven van de vooruitgang en de kwaliteit van de maatregelen die zijn genomen om de programma's uit te voeren.

- Vijfjarenbeoordelingsrapporten die de uitvoering en prestaties van communautaire onderzoeksactiviteiten gedurende de 5 voorafgaande jaren onderzoeken.

- Het Europees rapport over indicatoren voor wetenschap en technologie met beschrijvingen, statistieken en gedetailleerde analyses van Europese en nationale OTO-activiteiten in de mondiale context.

- Elk jaar gepubliceerde kerncijferrapporten, die een pakket van indicatoren verschaffen om de balans op te maken van Europa's positie in wetenschap, technologie en innovatie.

- Onderzoek en ontwikkeling: jaarstatistieken (Eurostat): vergelijkbare internationale statistieken over O&O-budgetten, -uitgaven, -personeel en -octrooien in de lidstaten, opgesplitst per regio.

- Statistieken over wetenschap en technologie in Europa, gepubliceerd als onderdeel van de collectie “Panorama van de Europese Unie” (DG Onderzoek/Eurostat).

- Studies en analyses die in verband met communautaire OTO-programma's worden gepubliceerd en betrekking hebben op kwesties die specifiek zijn voor de OTO-gebieden die zij bestrijken.

De meeste van deze documenten kunnen worden verkregen of besteld op de internetsites van de Commissie:

- De algemene EUROPA-site van de Commissie: http://europa.eu.int/

- De CORDIS-site met uitgebreide informatie over het OTO-kaderprogramma: http://www.cordis.lu

- De site van het directoraat-generaal Onderzoek van de Commissie: http://europa.eu.int/comm/research

- De site van het directoraat-generaal Informatiemaatschappij van de Commissie: http://europa.eu.int/information_society/index_en.htm

- De site van het directoraat-generaal Ondernemingen van de Commissie: http://europa.eu.int/comm/dgs/enterprise/

- De site van het directoraat-generaal Energie en vervoer van de Commissie http://europa.eu.int/comm/dgs/energy_transport/index.html

- De site van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO): http://www.jrc.cec.eu.int/

- De site van EUROSTAT: http://europa.eu.int/comm/eurostat


"Aan het begin van elk jaar legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor. Dit verslag heeft met name betrekking op de activiteiten inzake onderzoek en technologische ontwikkeling en verspreiding van de resultaten in het voorafgaande jaar alsmede op het werkprogramma van het lopende jaar.”

Besluit nr. 1513/2002/EG van 27 juni 2002. Artikel 4 “In het kader van het door de Commissie uit hoofde van artikel 173 van het Verdrag voor te leggen jaarlijkse verslag brengt de Commissie uitvoerig verslag uit over de vorderingen bij de uitvoering van het zesde kaderprogramma en met name de vorderingen met het bereiken van de doelstellingen en het nastreven van de prioriteiten…; ook wordt informatie over de financiële aspecten en het gebruik van de instrumenten verstrekt."

COM(2003) 436 van 18.07.2003.

COM(2004) 574; SEC(2004) 1057 van 27.8.2004.

COM(2004) 101 van 10.02.2004 COM(2004) 487 van 14.07.2004.

COM(2004) 353 van 16.06.2004.