Artikelen bij COM(2000)154 - Strategische doelstellingen 2000-2005 "De vorm van het nieuwe Europa"

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Inleiding

1. Bevordering van nieuwe vormen van Europees bestuur

2. Stabilisering van ons continent en een krachtiger stem van Europa in de wereld

3. Naar een nieuwe sociaal-economische agenda

4. Een betere levenskwaliteit voor iedereen

5. Conclusie

Inleiding

De snel veranderende en verdeelde wereld van vandaag heeft Europa nodig. De Europese Unie is er het beste bewijs van dat vrede, stabiliteit, vrijheid en welvaart kunnen worden gebracht aan een continent dat eens werd verscheurd door oorlogen. Ons Europese model toont de wereld dat een steeds hechter verbond tussen volkeren mogelijk is wanneer het is gegrondvest op gemeenschappelijke waarden en gemeenschappelijke doelstellingen.

Wij hebben integratie in Europa tot stand gebracht door via de verdragen unieke en geheel nieuwe structuren in te voeren die de conventionele internationale samenwerking te boven gaan. Wij hebben de interne markt in het leven geroepen en de euro ingevoerd, en onze regeringen sluiten zich aaneen rond een economisch beleid dat nu een periode van aanhoudende groei lijkt te beloven. Onze buren hebben de keus zich bij deze welvaart aan te sluiten en wij hebben een gouden kans hen daartoe in staat te stellen.

In de loop van het komende decennium zullen wij onze economische integratie voltooien en, wat nog belangrijker is, vorm geven aan een nieuw, politiek Europa. De komende vijf jaar zullen beslissend zijn.

Wij maken reeds voortgang met de politieke integratie door een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen en door een gemeenschappelijk buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid te ontwikkelen. Onze gemeenschappelijke belangen en doelstellingen worden het best gediend door een gemeenschappelijke aanpak en gemeenschappelijke middelen.

De politieke integratie zal een realiteit worden naarmate de politieke leiders en de burgers tot het besef komen dat hun gemeenschappelijke waarden van vrijheid, vrede en stabiliteit, democratie, mensenrechten, verdraagzaamheid, gelijkheid van mannen en vrouwen, solidariteit en non-discriminatie het best kunnen worden behartigd door gemeenschappelijke beleidsmaatregelen en gemeenschappelijke instellingen. De politieke integratie moet worden nagestreefd met volledige inachtneming van onze nationale en regionale identiteiten, culturen en tradities. Vandaar het belang van de lopende discussie betreffende een Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Enkel een Europa dat fundamentele waarden en politieke doelstellingen deelt, en dat deze op doelmatige wijze kan nastreven, zal in staat zijn de enorme uitdagingen van het nieuwe millennium het hoofd te bieden.

De uitdagingen zijn van velerlei aard. Wij zijn getuige van een fundamentele gedaanteverandering van de economie en de samenleving. De mondialisering doet de traditionele grenzen verdwijnen. De digitale revolutie verandert de wijze waarop wij communiceren en op elkaar inwerken grondig. Mondiale problemen vereisen in toenemende mate mondiale reacties.

Deze uitdagingen zijn te omvangrijk en te complex dan dat een land afzonderlijk deze zou kunnen aannemen. De behoefte aan een collectieve Europese aanpak is nooit groter geweest dan vandaag. De wereld ziet op naar Europa en verwacht een op principes gebaseerd leiderschap, en onze burgers verwachten van de Unie een doeltreffend Europees optreden. Een optreden dat wordt gestuurd door onze gemeenschappelijke Europese waarden en dat onze wezenlijke Europese identiteit versterkt.

Om echter doeltreffend te kunnen optreden en leiderschap te bieden moeten wij het tempo van de veranderingen in het systeem zelf van de Europese Unie handhaven. Zij zal verdere integratie nodig hebben, geschraagd door een systematisch beleid van hervorming, waardoor zowel onze economie als onze sociale stelsels worden veranderd. Alleen een grondig gemoderniseerd Europa zal voldoende krachtig en aanpasbaar zijn om de uitdagingen aan te gaan waarmee wij worden geconfronteerd.

Europa zal tevens sterke instellingen nodig hebben die gebaseerd zijn op nieuwe vormen van democratisch bestuur. Op het ogenblik is het vertrouwen van het publiek in onze nationale en Europese instellingen gering. De burgers voelen zich er niet mee verbonden en dringen aan op meer zeggenschap in de gang van zaken op Europees niveau.

Wij zijn voornemens met hun verlangens rekening te houden. De Commissie is reeds begonnen intern orde op zaken te stellen en dit proces zal onvermoeibaar worden voortgezet. Wij zijn vastbesloten de hervorming van de Commissie tot een succes te maken, en ook andere instellingen moeten dezelfde mate van doortastendheid tonen. Het vertrouwen in al onze instellingen tezamen wordt geschaad door de fouten in elk ervan, aangezien velen geen onderscheid maken tussen de instellingen.

Maar wij willen het daar niet bij laten en een nieuwe synergie vinden tussen alle democratische lichamen van de Europese Unie in het kader van een meer algemene verbetering van het Europees bestuur. Wij willen een nieuw evenwicht tot stand brengen tussen het optreden van de Commissie, de andere instellingen, de lidstaten en de burgerlijke samenleving. Ons doel is Europa veel dichter bij de bevolking te brengen ten dienste waarvan het staat.

Het Europa dat wij wensen, het Europa dat werkelijk blijk kan geven van leiderschap op het wereldtoneel, zal een Europa zijn dat rekening houdt met de waarschuwingen van de mondialisering, niet in de laatste plaats van de zijde van degenen die zich ervan voelen uitgesloten. Wat wij bijgevolg beogen is een nieuw soort mondiaal bestuur om de mondiale economie en het mondiale milieu te beheren.

Het Europese integratiemodel, dat met succes functioneert op continentale schaal, is een rijke bron waaraan ideeën inzake mondiaal bestuur kunnen en moeten worden ontleend. Wij moeten dit stimuleren en tegelijkertijd rechtvaardige en duurzame strategieën op wereldniveau concipiëren, in samenwerking met onze partners, met name de ontwikkelingslanden.

De Commissie heeft hierbij een sleutelrol te spelen. Zij is het uitvoerend orgaan van Europa, zij neemt het initiatief voor ideeën en voorstellen en treedt op als hoedster van de verdragen. De Commissie is steeds de drijvende kracht geweest van de Europese integratie, en zal in de komende jaren krachtig leiderschap geven.

Om echter zeker te zijn van succes zal de Commissie in nauw partnerschap met de andere Europese Instellingen werken en op grond van een zorgvuldige arbeidsverdeling met de lidstaten.

Op het politieke front zal een van de allereerste prioriteiten van deze Commissie zijn het proces van uitbreiding te stimuleren teneinde ons continent te stabiliseren en vrede, democratie en respect voor de mensenrechten in geheel Europa te verzekeren. Bosnië en Kosovo, die zo dicht bij onze grenzen liggen, tonen aan hoe essentieel dit is. Wij streven ernaar deze stabiliteit te bereiken door niet alleen de Unie uit te breiden, maar ook een gecoördineerd buitenlands en veiligheidsbeleid op te bouwen en een coherent beleid van samenwerking met onze buurlanden te ontwikkelen. Dit kan slagen mits iedereen exact weet wie de leiding heeft. Een te groot aantal medespelers leidt onvermijdelijk tot mislukking. Om de Balkan te stabiliseren is politieke en administratieve autoriteit en verantwoordelijkheid over de gehele linie noodzakelijk, en de Europese Unie kan dit bieden.

Uitbreiding houdt in dat onze Europese instellingen en verdragen worden hervormd - een taak die de Intergouvernementele Conferentie dit jaar op zich zal nemen. De uitbreiding moet worden gezien als een factor voor diepere integratie en niet als een parallel proces dat ervan losstaat.

Zelfs binnen de Unie mogen wij de waarden van democratie en mensenrechten die wij buiten onze grenzen propageren niet noodzakelijk als vanzelfsprekend beschouwen. Zij zijn uitdrukkelijk vastgelegd in het Verdrag, en de middelen zijn aanwezig om ervoor te zorgen dat zij worden geëerbiedigd. Wij blijven vertrouwen op de matigende invloed die de Unie op haar samenstellende delen heeft en verbinden ons er met meer kracht toe onverdraagzaamheid, racisme en vreemdelingenhaat te bestrijden, maar sluiten zo nodig striktere verdragsbepalingen niet uit.

Op het economische en sociale front is onze prioriteit de werkloosheid aan te pakken. Dit betekent dat gebruik wordt gemaakt van de economische opleving om structurele hervormingen uit te voeren, nieuwe technologieën sneller te absorberen, het Europese onderzoek doeltreffender te maken, de werkomgeving te moderniseren, investeringen en moderne infrastructuren te stimuleren en een goed geschoolde en in digitale technieken bedreven beroepsbevolking te creëren wier ideeën de arbeidsmarkt sneller bereiken. Ons doel moet bestaan in groei op lange termijn en concurrentievermogen.

Tevens zullen wij streven naar verbetering en modernisering van ons sociale model - juist om het in stand te houden in een wereld waarin snelle en ongecontroleerde veranderingen de kloof tussen armen en rijken dreigen te verbreden. Wij zullen de sociale en burgerlijke dialoog verbeteren. Gezien de vergrijzende bevolking en een slinkend aantal arbeidskrachten zullen wij hervorming van de stelsels van sociale bescherming, gezondheidszorg en pensioenen van Europa aanmoedigen. Ons doel is een op solidariteit gebaseerde welvaartstaat tot stand te brengen die eerlijk en zorgzaam kan blijven en uitsluiting kan vermijden in een klimaat van grotere zorgvuldigheid ten aanzien van de collectieve uitgaven.

Bij het aannemen van al deze uitdagingen moet de Unie inspelen op hetgeen de burgers bezighoudt. Afgezien van hun zorgen betreffende arbeidsplaatsen en de economie, verwacht men steeds meer van Europa dat het maatregelen neemt om hun milieu, hun veiligheid en de kwaliteit van hun bestaan te verbeteren. En men verlangt doeltreffende en aanspreekbare instellingen die hen betrekken bij de wijze waarop Europa wordt bestuurd en die rekening houden met hun rijke en verscheiden culturen en tradities.

De Commissie zal daarom in de komende vijf jaar vier strategische doelstellingen nastreven:

- Het bevorderen van nieuwe vormen van Europees bestuur. Dit houdt in dat de bevolking meer zeggingschap wordt gegeven ten aanzien van de manier waarop Europa wordt bestuurd; dat ervoor wordt gezorgd dat de instellingen doeltreffender en doorzichtiger functioneren, met name door de Commissie te hervormen en een voorbeeld te geven voor andere lichamen; dat de instellingen worden aangepast met het oog op de uitbreiding; dat er nieuwe vormen van partnerschap tot stand worden gebracht tussen de verschillende bestuursniveaus in Europa; en dat er voor een actieve en specifieke Europese bijdrage aan de ontwikkeling van mondiaal bestuur wordt gezorgd.

- Een stabiel Europa met een krachtiger stem in de wereld. Een van de hoogste prioriteiten zal zijn de uitbreiding tot een goed einde brengen en een werkelijk samenwerkingsbeleid met onze nieuwe buurlanden op te bouwen. Wij zullen tevens streven naar nauwere samenwerking tussen Europese instellingen en onder de lidstaten en trachten Europa in staat te stellen een leidende rol te spelen bij de opbouw van de nieuwe mondiale economie.

- Een nieuwe economische en sociale agenda. Dit betekent dat onze economie met het oog op het digitale tijdperk zodanig wordt gemoderniseerd dat werkgelegenheid en duurzame ontwikkeling worden bevorderd, en dat tegelijkertijd onze stelsels van sociale bescherming worden hervormd teneinde een billijke en zorgzame samenleving op te bouwen.

- Een beter levenskwaliteit. In dit verband moeten wij doeltreffende oplossingen aandragen voor de problemen die het dagelijks leven van onze burgers raken, met name milieu, voedselveiligheid, consumentenrechten, justitie en beveiliging tegen misdaad.

Dit zijn de uitdagingen die ons in de komende tien jaar te wachten staan. De wereld zal getuige zijn van de wijze waarop wij bewijzen tegen deze uitdagingen opgewassen te zijn. Laat ons deze tien jaar tot een decennium van succes maken - tot het decennium van Europa.

1. Bevordering van nieuwe vormen van Europees bestuur

Willen wij de complexe uitdagingen die in het verschiet liggen aannemen, dan zullen er nieuwe vormen van Europees bestuur nodig zijn. Dit is niet de uitsluitende verantwoordelijkheid van de instellingen van de Europese Unie.

Regeringen en parlementen, regionale en lokale autoriteiten maken integrerend deel uit van het Europees bestuur. Zij hebben allen een verantwoordelijkheid ten opzichte van het concipiëren, uitvoeren en introduceren van beleidsmaatregelen.

Het gemeenschappelijk landbouwbeleid bijvoorbeeld wordt grotendeels ten uitvoer gelegd door nationale organen; het structuur- en cohesiebeleid van de Unie wordt voorbereid en vastgesteld in partnerschap met de regio's; vele programma's worden uitgevoerd op landelijk of regionaal niveau. In feite is er nauwelijks een sector van sociale en economische activiteit te noemen die niet beïnvloed wordt door het beleid en de wetgeving van de Europese Unie en waar de autoriteiten in de lidstaten niet volledig zijn ingeschakeld in het Europees bestuur.

Toch ziet het publiek dit niet op deze wijze. De Europese burgers hebben niet het gevoel dat zij veel greep hebben op de structuren die hun leven beheersen. Weinigen maken onderscheid tussen de instellingen, en het merendeel meent dat het nationale beleid en het Europese beleid ver uiteen liggen, en alle contouren vervagen in het abstracte begrip 'Brussel'. Maar de werkelijkheid is dat wij allen 'Brussel' zijn.

De wisselwerking tussen het nationale bestuursniveau en de besluitvorming van de EU is de laatste jaren aanzienlijk uitgebreid. Macro-economische coördinatie, werkgelegenheidsrichtsnoeren en het proces van Cardiff inzake structuurhervormingen bevestigen dat er sprake is van een proces van Europees bestuur waarin de nationale beleidscoördinatie en het Gemeenschapsbeleid op de verschillende gebieden elkaar aanvullen en versterken.

De belangrijkste uitdagingen van de nieuwe eeuw, zoals mondialisering, een vergrijzende bevolking, de Internet-revolutie, het scheppen van werkgelegenheid en maatregelen tegen sociale uitsluiting, vereisen alle een verdieping van dit proces. Om het Europese bestuur aan te kunnen hebben wij sterke instellingen nodig, evenals een collectieve visie en een drijvende kracht. Maar ook zijn er democratische controle en een volwaardige rol voor onze burgers nodig.

In haar advies aan de Intergouvernementele Conferentie heeft de Commissie duidelijk gemaakt dat de Unie behoefte heeft aan doelmatige en krachtige instellingen die in contact staan met onze burgers, met name met het oog op de uitbreiding. De uitgebreide Unie moet zowel ruimer als sterker zijn. De IGC zal blijk moeten geven van voldoende ambitie om te beantwoorden aan het verlangen naar vrede, stabiliteit en welvaart van ruim 500 miljoen Europeanen. Tevens moet elke aantasting van de verworvenheden van het verleden worden vermeden.

De Commissie moet de drijvende kracht blijven in dit proces, zowel op grond van haar visie als van haar optreden. De Commissie zal zich meer toeleggen op haar kernfuncties, namelijk beleidsconceptie, politiek initiatief, handhaving van het Gemeenschapsrecht, toezicht op de sociale en economische ontwikkelingen, stimulering, onderhandeling en waar nodig wetgevend optreden. Op het ogenblik wordt bijna de helft van de ambtenaren van de Commissie volledig in beslag genomen door uitvoerende werkzaamheden, toepassing van beleidsmaatregelen en het beheren en controleren van programma's en projecten.

Wij zullen onze prioriteiten duidelijk moeten vaststellen en deze in overeenstemming moeten brengen met de menselijke en financiële hulpbronnen die beschikbaar zullen worden gesteld. Wij moeten zo doelmatig mogelijk gebruik maken van deze hulpbronnen. Hieraan zal een nieuwe impuls worden gegeven door ons Witboek betreffende de hervorming. Het kan echter niet alleen aan de Commissie liggen of zij zich opnieuw kan toeleggen op de kernactiviteiten. Hiervoor is een even grote mate van inzet nodig van de Raad en het Parlement. Hetzelfde geldt voor de toepassing van het subsidiariteitsbeginsel.

De delegatie en decentralisatie van dagelijkse uitvoerende werkzaamheden is een centraal aspect van iedere nieuwe vorm van Europees bestuur. Voorts moeten wij in een uitgebreid Europa zowel de inhoud van ons beleid als de wijze van uitvoering ervan opnieuw overdenken.

Europees bestuur moet de Europese Unie de middelen verstrekken om in de wereld met één stem te spreken, ondanks onze institutionele regelingen en onze op drie pijlers berustende structuur. Wij hebben veel te bieden waar het gaat om ervaring op het gebied van integratie en ons unieke sociale model. Wij zijn een medespeler op het wereldtoneel en doen op het gebied van handel, hulp en financiën voor niemand onder. Toch is de Unie niet volwaardig vertegenwoordigd in internationale financiële instellingen en organen van de Verenigde Naties. Deze misstand dient te worden hersteld. Het veiligheids- en defensiebeleid van Europa dat in opkomst is is een bijkomende reden om binnen ons continent en daarbuiten een krachtige en coherente stem te laten horen.

Bovenal moeten onze burgers permanent worden betrokken bij het vormen en het uitvoeren van het beleid. De Commissie zal daarom gestand doen aan haar belofte van open bestuur en verantwoordingsplicht.

De burgerlijke samenleving speelt een essentiële rol in dit verband. De Commissie zal binnenkort een initiatief indienen betreffende de wijze waarop de stem van de burgerlijke samenleving in het proces van beleidsvorming en -uitvoering duidelijker hoorbaar kan worden gemaakt om voor een degelijke vertegenwoordiging van de sociale en economische diversiteit van Europa op het niveau van de Europese Unie te zorgen.

Als bijdrage aan het streven om nieuwe vormen van Europees bestuur in het leven te roepen is de Commissie voornemens een witboek te publiceren.

2. Stabilisering van ons continent en een krachtiger stem van Europa in de wereld

Europa wordt geconfronteerd met de drievoudige uitdaging van geopolitieke aardverschuivingen, het beheren van de mondialisering en de zwakte van het internationale systeem.

Europa is het kernpunt van geopolitieke veranderingen. Dit is een bron van hoop en vernieuwing, maar leidt tevens tot onzekerheid en instabiliteit.

Onze doelstellingen zijn het continent te stabiliseren en onze fundamentele waarden uit te dragen. Ons streven moet zijn onze stabiliteit en onze welvaart te exporteren.

Daartoe moeten wij onze uitbreidingsstrategie voortzetten, die een unieke gelegenheid vormt om onze ruimte van vrijheid, stabiliteit, welvaart en vrede uit te breiden. Wij vergroten niet alleen een handelsgebied maar tevens een regionale entiteit zonder weerga waarvan de volkeren dezelfde waarden aanhangen en dezelfde ambities koesteren. De Commissie verwacht dat de eerste nieuwe leden zullen toetreden vóór het einde van haar ambtstermijn. De kandidaten zullen echter op hun individuele verdiensten moeten worden beoordeeld, en alle beschikbare instrumenten zullen moeten worden ingeschakeld ter ondersteuning van hun inspanningen. Een dergelijke onderneming heeft onvermijdelijk ingrijpende consequenties voor onze instellingen en ons beleid.

Tevens moeten wij werkelijke strategische partnerschappen tot stand brengen met de landen die aan het uitgebreide Europa grenzen. Onze grenzen moeten niet tot een nieuwe breuklijn worden die stabiliteit en welvaart enerzijds scheidt van instabiliteit, conflicten en ontwikkelingsachterstanden anderzijds. Het proces van stabilisatie en associatie met de Balkan moet worden voortgezet teneinde de landen aldaar structureel dichter bij de Unie te brengen; de samenwerking met Rusland en Oekraïne moet worden opgevoerd ingevolge onze gemeenschappelijke strategie, en de betrekkingen met de landen van de Kaukasus moeten worden ontwikkeld; in het Middellandse-Zeegebied is het proces van Barcelona het dragende element van een alomvattende strategie, welke onder andere meer steun behelst voor het vredesproces in het Midden-Oosten en nauwere politieke betrekkingen met de Maghreb-landen. Op lange termijn dient het doel een partnerschap te zijn dat gebaseerd is op de rechtstaat en op duurzame ontwikkeling.

De mondialisering opent nieuwe perspectieven voor de handel, de investeringen en technologische ontwikkeling, maar zij heeft bepaalde negatieve bijwerkingen. De mondialisering blijkt meer uitsluiting op te leveren dan dat zij uitsluiting voorkomt, en heeft de ongelijkheden tussen landen en tussen bevolkingsgroepen en regio's in die landen vergroot. Bovendien kan de opkomst van mondiale economische subjecten met mondiale strategieën tot gevolg hebben dat democratische mechanismen in het gedrang komen en dat het op duurzame ontwikkeling gerichte beleid wordt bedreigd.

Europa's doel moet zijn de mondialisering verenigbaar te maken met het algemeen belang van de samenleving. De crisis van 1997 heeft duidelijk aangetoond dat dit proces niet op zijn beloop kan worden gelaten. We moeten zoveel mogelijk gebruik maken van de mogelijkheden ervan en de ongewenste nevenwerkingen zo klein mogelijk houden. De Unie kan een essentiële bijdrage leveren aan de hervorming van de internationale economische architectuur en de totstandbrenging van een mechanisme voor collectief bestuur.

De Unie moet trachten een grotere samenhang in het beheer van de wereldeconomie te bewerkstelligen en streven naar een geleidelijke integratie van de ontwikkelingslanden, naar duurzame ontwikkeling en naar het vaststellen van nieuwe 'grondregels', die van wezenlijk belang zijn willen de vruchten van de mondialisering eerlijk verdeeld worden en ten goede komen aan een zo groot mogelijk aantal mensen. Er dienen minimumniveau's te worden vastgesteld voor mededinging, sociale en milieunormen en investeringen.

De Unie bevestigt haar strategisch belang bij de voortzetting van de millenniumronde en, in het licht van de bijeenkomst van Seattle, bij de hervorming van de Wereldhandelsorganisatie.

Een doortastend optreden van de Unie is geboden gezien de zwakheid van het internationale systeem, het toenemende aantal conflicten, de toenemende armoede en het om zich heen grijpen van de georganiseerde misdaad.

Het moet ons doel zijn om ervoor te zorgen dat de Europese Unie op het wereldtoneel een politiek gewicht krijgt dat evenredig is aan haar economische macht, dat haar stem gewicht in de schaal legt en zij in internationale aangelegenheden invloed kan uitoefenen.

Wij moeten gebruikmaken van de nieuwe bepalingen van het Verdrag en een echt gemeenschappelijk buitenlands beleid ontwikkelen, in nauwe samenwerking met de Hoge Vertegenwoordiger. Wij moeten tevens onze civiele en militaire middelen ontwikkelen in het kader van een gemeenschappelijk defensie- en veiligheidsbeleid. De Commissie is voornemens hieraan een volwaardige politieke bijdrage te leveren en niet alleen maar technische steun te verlenen. Dit betekent met name dat in de communautaire instrumenten een systeem voor crisispreventie en -beheersing moet worden opgenomen en dat een fonds voor snelle reacties op niet-militaire crises moet worden opgericht.

Europa moet ook zijn rol van solidaire partner van de ontwikkelingslanden versterken en zich opnieuw richten op de bestrijding van de armoede. Om op mondiale schaal onze belangrijkste waarden en onze doelstelling van duurzame ontwikkeling uit te dragen is een sterke solidariteit nodig die wordt ondersteund door een handelsbeleid dat rekening houdt met de gezamenlijke belangen. Naast de ontwikkelingssamenwerking moet het ons doel zijn om deze landen in de wereldeconomie te integreren en een goed binnenlands beleid aan te moedigen. Dit doel moet worden bereikt door middel van een grotere samenhang van alle onderdelen van ons beleid die gevolgen hebben voor de ontwikkelingslanden. Deze grotere samenhang vergt tevens een betere coördinatie en complementariteit met de acties van de lidstaten.

In het kader van haar buitenlandse beleid legt de Gemeenschap vaak hulpprogramma's ten uitvoer. Voor de geloofwaardigheid van de Unie en de verwezenlijking van haar strategische doelstellingen is het noodzakelijk dat de doeltreffendheid en het effect van dergelijke maatregelen aanzienlijk worden verbeterd. De Commissie is vastbesloten dit probleem aan te pakken. Zij rekent erop dat de andere instellingen haar helpen een eenvoudiger en operationeler systeem in te voeren.

3. Naar een nieuwe sociaal-economische agenda

Europa wordt een economische eenheid. Als grootste handelsmacht en crediteur van de wereld speelt de Europese Unie een belangrijke rol in de wereldeconomie. De economische groei steekt op lange termijn gunstig af bij die van de Verenigde Staten. Gedurende de laatste jaren zijn de groei- en werkgelegenheidscijfers van de Verenigde Staten echter beter dan die van de Unie.

Europa moet een economie worden die op de wereldmarkt kan concurreren en die is gebaseerd op kennis en innovatie en op een beleid van duurzame economische ontwikkeling. Dank zij de interne markt en de eenheidsmunt beschikt Europa over de kritieke massa die nodig is om optimaal gebruik te maken van de wereldmarkt en de technologische revolutie. Europa heeft een sterke wetenschappelijke en technologische basis, maar het zwakste punt van Europa is dat de middelen niet ten volle worden benut. Wij moeten van onze mogelijkheden gebruikmaken.

Nergens is dit duidelijker dan op het gebied van werkgelegenheid. Meer dan 15 miljoen mensen zoeken momenteel werk. Werkloosheid is de belangrijkste oorzaak van armoede en sociale uitsluiting. Werkloosheid vormt een onaanvaardbare belasting voor onze sociale zekerheidsstelsels. In de toekomst zullen er minder actieven zijn wier bijdragen nodig zijn om de niet-actieve bevolking te ondersteunen.

Europa loopt achter op zijn voornaamste concurrenten, met name de Verenigde Staten, bij de invoering van de elektronische handel en nieuwe technologieën die inkomsten genereren, vooral informatietechnologie. Op andere gebieden, zoals mobiele communicatie, loopt Europa echter voorop.

Energie zal een essentiële factor zijn voor het concurrentievermogen en de economische ontwikkeling van Europa. De Commissie zal een discussie over energie op gang brengen, met name over de kwesties in verband met de voorzieningsbronnen die van strategisch belang blijven.

De Unie heeft behoefte aan een nieuwe sociaal-economische agenda om een concurrerende, op brede kennis gebaseerde economie op te bouwen die sterke en duurzame groei, volledige werkgelegenheid en sociale samenhang bevordert.

Het macro-economische klimaat hiervoor is gunstig, aangezien de Europese economie naar verwachting snel zal groeien in de komende jaren. De euro heeft ervoor gezorgd dat het belang van economische stabiliteit algemeen wordt erkend; er bestaat consensus over stabiele prijzen, gezonde overheidsfinanciën en loonmatiging. De volledige tenuitvoerlegging ervan betekent dat wij ons in het komende decennium in de richting begeven van een cultuur van dynamiek, stimulering van innovatie en duurzame ontwikkeling.

De prioriteiten voor een gecoördineerd optreden op het niveau van de Europese Unie en op nationaal niveau zijn de volgende:

- Streven naar volledige werkgelegenheid als onderdeel van het sociaal-economisch beleid en terugdringen van de werkloosheid tot de niveaus die reeds zijn bereikt door de landen die op dit gebied het best presteren.

- Een nieuwe economische dynamiek creëren door economische hervormingen op het gebied van de arbeids-, product- en kapitaalmarkten die zijn gericht op de bevordering van innovatie en ondernemerschap. Deze hervormingen zullen worden ondersteund door een strikte toepassing van de mededingingsregels en door verdere vooruitgang bij de coördinatie van het fiscale beleid. Aan de overgang naar de informatiemaatschappij moet de politiek evenveel energie en aandacht besteden als aan de totstandbrenging van de interne markt en de invoering van de euro. De komende buitengewone Europese Raad in Lissabon moet de aanzet geven tot de noodzakelijke hervormingen.

- De pensioenen veiligstellen en betaalbaar houden via een combinatie van werkgelegenheid creërende hervormingen, vergroting van de inkomensbasis en herziening van de pensioenregelingen in het licht van de nieuwe demografische en gezondheidssituatie in Europa. De lidstaten moeten verantwoordelijk blijven voor het moderniseren van hun sociale zekerheidsstelsels, maar het resultaat van de hervorming is een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang. De Europese Unie moet de inspanningen van de lidstaten op het gebied van de modernisering ondersteunen.

- Een Europese strategie ontwikkelen voor het bestrijden van de sociale uitsluiting, het terugdringen van de armoede en het verkleinen van de verschillen tussen de Europese regio's en gebieden. Daartoe zal de Commissie haar plannen op het gebied van het sociaal beleid voor de komende jaren verder ontwikkelen. Zij zal trachten het communautaire beleid inzake werkgelegenheid, werkomgeving, sociale bescherming, sociale dialoog, gelijke kansen, bestrijding van discriminatie en bestrijding van de sociale uitsluiting te integreren. De Commissie zal de lidstaten aanmoedigen ambitieuze maar realistische doelstellingen na te streven.

- De kwaliteit van de overheidsuitgaven en de duurzaamheid op lange termijn van de overheidsfinanciën herzien. De kwaliteit en de samenstelling van de overheidsfinanciën zijn belangrijke elementen van de bijdrage van de overheidssector aan groei en werkgelegenheid. Wij moeten dan ook zorgen voor duurzame overheidsfinanciën op lange termijn. De Commissie is bereid om in het kader van het stabiliteits- en groeipact voorstellen in te dienen om het toezicht op dit gebied te intensiveren en uit te breiden.

- Het onderzoek in Europa stimuleren door de coherentie en de doeltreffendheid van het onderzoek op nationaal niveau te verbeteren. De Commissie zal de onlangs op gang gebrachte discussie over de totstandbrenging van een hoognodige Europese onderzoekruimte voortzetten.

- Het aanmoedigen van investeringen in menselijk kapitaal, in het voorbereiden van jongeren op een op kennis gebaseerde maatschappij en in de ontwikkeling van een audiovisuele en multimedia-inhoudindustrie.

- Het ontwikkelen en versterken van het Europese landbouwmodel om het concurrentievermogen in deze sector te vergroten, de duurzaamheid ervan veilig te stellen en te zorgen voor vitale plattelandsgebieden.

4. Een betere levenskwaliteit voor iedereen

Naast onze bezorgdheid over banen, de economische situatie en de behoefte aan een rechtvaardige maatschappij, verwachten wij van Europa steeds vaker dat het een effectieve bijdrage levert aan de verbetering van onze levenskwaliteit en aan de bevestiging van het Europees burgerschap door ons rijke en veelzijdige culturele, taalkundige en etnische erfgoed te erkennen.

De problemen in verband met criminaliteit en persoonlijke veiligheid houden niet meer op bij de staatsgrenzen. De Europese burgers verwachten dat hun rechten overal in de Unie worden beschermd en geëerbiedigd.

De Unie moet de totstandbrenging versnellen van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, waarin de burger zich beschermd voelt en zijn rechten naar behoren worden gewaarborgd. De Commissie zal haar werkzaamheden ter voorbereiding van een Europees handvest van fundamentele rechten voortzetten en voorstellen opstellen om het ambitieuze programma ten uitvoer te leggen dat in Tampere door de lidstaten is vastgesteld en dat van de Unie een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid moet maken. De Commissie wil met name voorstellen om een echt Europees asiel- en immigratiebeleid te ontwikkelen. Zij wil de rechtshulp en de justitiële samenwerking versterken en komen tot een doeltreffende bestrijding van alle vormen van criminaliteit.

De aantasting van het milieu geschiedt thans in een zorgwekkend tempo en de ontwikkeling kan niet op de huidige wijze voortgaan. Over dit proces bestaat echte bezorgdheid en verontwaardiging. Een collectieve en vastbesloten reactie is geboden.

De reactie van de Unie moet het volgende behelzen. In de eerste plaats is een strategie voor duurzame ontwikkeling nodig waarin rekening wordt gehouden met milieuontwikkeling, sociale vooruitgang en duurzame economische groei. De follow-up-bijeenkomst tien jaar na de topconferentie van Rio moet een nieuwe aanzet geven tot een mondiale strategie voor duurzame ontwikkeling. De belangrijkste doelstellingen zijn nieuwe vooruitgang te boeken bij het integreren van milieukwesties in andere beleidsmaatregelen en economische sectoren, op Europees en mondiaal niveau concrete resultaten te behalen inzake de in Kyoto gemaakte afspraken en nieuwe inspanningen te doen op het gebied van de bestrijding van de klimaatverandering. Voorts moeten wij onze milieuwetgeving verbeteren, aanvullen en volledig ten uitvoer leggen.

De burgers dringen terecht aan op strengere normen inzake voedselveiligheid. Zij zijn bezorgd over de gevolgen van nieuwe technologieën en nieuwe manieren om zaken te doen in een Europa waarvan de binnengrenzen vervagen. Zij verwachten dat in de interne markt hun rechten worden versterkt.

De Commissie is voornemens de voorstellen van haar Witboek over voedselveiligheid en inzake de oprichting van een Europese voedselautoriteit ten uitvoer te leggen. De Commissie wil ervoor zorgen dat het vertrouwen van de burgers en consumenten toeneemt, met name op het gebied van de elektronische handel.

De burgers verwachten tevens dat Europa voor de problemen op het gebied van vervoer, veiligheid en vertragingen in het luchtverkeer en het dichtslibben van de steden oplossingen vindt waarbij zowel rekening wordt gehouden met de behoefte aan veilig vervoer en grotere mobiliteit als met de milieuaspecten.

De Commissie is voornemens om de totstandbrenging van een echte geïntegreerde Europese vervoersruimte voor te stellen, met name via de totstandbrenging van één luchtruim en de ontwikkeling van Trans-Europese netwerken. Daarbij zal zij gebruikmaken van nieuwe technologieën om de ontwikkeling van een intelligent multimodaal vervoersysteem te bevorderen. Zij zal tevens voorstellen een Europees bureau voor de luchtverkeersveiligheid op te richten. Daarnaast wil zij de normen inzake veiligheid en opleiding in de zeevaartsector verbeteren.

5. Conclusie

Tijdens de vijf jaar van de Commissie-Prodi zullen zich grote veranderingen voordoen. Europa zal verder integreren en tegelijkertijd zal de Unie beginnen met een uitbreidingsproces dat uiteindelijk zal leiden tot de eenwording van Europa.

De bakens zijn reeds uitgezet. De intergouvernementele conferentie zal eind dit jaar worden afgerond. In januari 2002 zullen de eurobiljetten en -munten in omloop worden gebracht, en aan het einde van dat jaar zal de Unie bereid zijn om nieuwe leden op te nemen. In juni 2004 worden verkiezingen voor het Europees Parlement gehouden. Tijdens de voorbereidingen op de uitbreiding en de gevolgen daarvan zal tevens de grondslag worden gelegd voor een herziening van de financiële vooruitzichten van de Europese Unie uiterlijk in 2006.

De Commissie is klaar om in actie te komen, en zij is bereid op haar prestaties in de komende vijf jaar te worden beoordeeld, met name op het welslagen van de verwezenlijking van de in dit programma beschreven prioriteiten.

- Wij zullen onze interne hervormingen met succes doorvoeren, waarbij meer het accent wordt gelegd op de kerntaken.

- Wij zullen krachtdadig over de uitbreiding onderhandelen en meewerken aan de totstandkoming van doeltreffende samenwerking met onze buurlanden.

- Wij zullen er door het op gang brengen van een alomvattende millenniumronde voor zorgen dat de krachten van de globalisering worden aangewend om te voorzien in de behoeften van de wereld en dat duurzame ontwikkeling wordt gewaarborgd.

- Wij zullen aandringen op een nieuwe sociaal-economische agenda die is gericht op het vergroten van het concurrentievermogen en het scheppen van banen.

- Wij zullen ertoe bijdragen dat het aangenamer en veiliger wordt om in Europa te wonen door maatregelen op milieugebied te treffen en door de maatregelen uit te voeren waartoe in Tampere is besloten, alsmede die welke in het witboek over voedselveiligheid worden beschreven.

- Wij zullen het voortouw nemen in de discussie over de vraag hoe een uitgebreide Unie zodanig kan worden bestuurd dat een evenwicht wordt gevonden tussen diversiteit en decentralisatie enerzijds en de behoefte aan sterke instellingen en een gecoördineerd optreden anderzijds.

Echt succes is alleen maar mogelijk wanneer alle instellingen harmonieus samenwerken en het grote publiek vertrouwen heeft in Europa. De lage opkomst bij de laatste verkiezingen voor het Europees Parlement toont aan dat het noodzakelijk is de steun van de burgers voor het hele integratieproces te herwinnen.

De uitdagingen die voor ons liggen, zijn zwaar. Maar als wij samenwerken als Europeanen, verenigd door onze nauwe banden en ons sterke identiteitsbesef, kunnen wij deze uitdagingen aan. Wij kunnen de nieuwe eeuw met optimisme en vertrouwen tegemoet zien.

Laten wij samenwerken om het nieuwe Europa gestalte en kracht te geven.