Artikelen bij COM(2000)261 - Monitoring of Article 95 ECSC steel aid cases, thirteenth report, May 2000 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2000)261 - Monitoring of Article 95 ECSC steel aid cases, thirteenth report, May 2000. |
---|---|
document | COM(2000)261 |
datum | 3 mei 2000 |
Samenvatting
Overzicht
Irish Steel, Ierland
Siderurgia Nacional, Portugal
EKO Stahl GmbH, Duitsland
Voest Alpine Erzberg GmbH, Oostenrijk
Samenvatting
De Commissie publiceert haar Dertiende Toezichtverslag inzake gevallen van steunverlening aan de ijzer- en staalindustrie ex artikel 95 van het EGKS-Verdrag overeenkomstig haar beschikkingen van 4 april 1994 , 21 december 1994 en 29 november 1995 .
Beschikkingen nr. 94/257-261/EGKS (PB L 112 van 3.5.1994, blz. 52, 58, 64, 71, 77).
Beschikking nr. 94/1075/EGKS (PB L 386 van 31.12.1994, blz. 18).
Beschikking nr. 96/269/EGKS (PB L 94 van 16.4.1996, blz. 17).
Overeenkomstig voornoemde beschikkingen zal dit dertiende verslag over de volgende ondernemingen gaan: Irish Steel, Siderurgia Nacional, EKO-Stahl en Voest Alpine Erzberg. Aangezien al voldaan werd aan de meeste van de voorwaarden die de Commissie in haar beschikkingen had verbonden aan de goedkeuring van de steun, worden in dit verslag enkel die voorwaarden behandeld op de naleving waarvan de Commissie toezicht houdt.
1. Irish Steel, Ierland
Tot 31 december 1999 lagen de investeringen in Irish Ispat in de lijn van hetgeen gepland was.
Uit de verslaglegging blijkt dat de productie en afzet gedurende de eerste helft van het boekjaar 1999/2000 (juli 1999 - juni 2000) binnen de opgelegde maxima liggen.
2. Siderurgia Nacional, Portugal
Het toezicht is toegespitst op de follow-up van het plan voor de installatie van de elektrische vlamboogoven die volgens een aangepast plan in het derde kwartaal van 2001 in bedrijf moet worden genomen. De vereiste personeelsinkrimping bij SN Serviços is verder uitgesteld tot die datum. Om die reden is de Commissie voornemens het toezicht te verlengen tot 15 maart 2002.
3. Eko-Stahl, Duitsland
De enige voorwaarden op de naleving waarvan de Commissie nog toezicht houdt, is het respecteren van de beperking van de jaarcapaciteit (900 kt/jaar tot eind januari 2000 en 1,5 miljoen ton/jaar vanaf februari 2000) van de nieuwe warmwalserij en het feit dat de productie ervan uitsluitend wordt gebruikt voor verdere verwerking binnen de onderneming. De capaciteitsbeperking wordt gecontroleerd door een elektronisch apparaat, waarvan de goede werking door de Commissie in het oog wordt gehouden.
4. Voest Alpine Erzberg, Oostenrijk
In de verslagperiode was de prijs voor ijzererts in overeenstemming met de marktprijzen en lag hij hoger dan de prijs van ingevoerd ijzererts.
Krachtens de beschikking mocht in 1999 voor 57 miljoen ATS steun worden verleend. De onderneming vroeg 51 miljoen ATS steun en kreeg uiteindelijk 47,8 miljoen ATS uitgekeerd. De productie overschreed het in de beschikking vastgelegde plafond. De uitgekeerde steun lag echter 9,2 m miljoen ATS lager dan het steunbedrag dat de Commissie voor dat jaar had goedgekeurd.
5. Niet-afgehandelde kwesties bij ondernemingen die eerder onder toezicht stonden
ILP
De investeringen in 1999 hadden geen wijziging van de totale productiecapaciteit van de onderneming tot gevolg.
De arbitrage aangaande het meningsverschil tussen Riva en IRI over de prijs voor ILP is echter nog steeds niet afgerond.
ACERALIA
In 1999 vond geen wijziging plaats van de totale productiecapaciteit van de onderneming.
AHV-Ensidesa Capital
De sociale steun die de onderneming in 1999 werd uitgekeerd, lag in de lijn van de goedgekeurde steun.
Acenor
De sociale steun die de onderneming in 1999 werd uitgekeerd, lag in de lijn van de goedgekeurde steun.
Freital
In 1999 is de overblijvende capaciteit niet toegenomen.
Overzicht
Siderurgia Nacional (SN), EKO Stahl, Irish Steel, Voest Alpine Erzberg (VAEG)
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Irish Steel, Ierland
I. Inleiding
De Commissie besloot op 7 februari 1996 (Beschikking nr. 96/315/EGKS van de Commissie) goedkeuring te verlenen voor steun ex artikel 95 van het EGKS-Verdrag in verband met de verkoop van Irish Steel Ltd (ISL) aan Ispat International voor een bedrag van ten hoogste 38,298 miljoen IEP, met verschillende doeleinden die gericht zijn op de herstructurering van Irish Steel (voor bijzonderheden, zie de vorige toezichtverslagen).
PB L 121 van 21.5.1996, blz. 6.
In de beschikking werden aan de goedkeuring van de steun verschillende voorwaarden verbonden (voor bijzonderheden, zie de vorige toezichtverslagen).
Op dit moment hoeft nog slechts toezicht te worden gehouden op de naleving van de productie- en verkoopbeperkingen tot 30 juni 2000 en op de bevriezing van de productiecapaciteit gedurende vijf jaar tot eind mei 2001.
Het negende toezichtverslag betreffende Irish Steel Ltd (thans: Irish Ispat Ltd) bestrijkt de periode tot 31 december 1999, op basis van de door de Ierse autoriteiten op 24 maart 2000 verstrekte inlichtingen overeenkomstig de beschikking van de Commissie.
II. Productie
De reële productie van eindproducten in de periode van begin juli 1999 tot eind december 1999 bedroeg 145 059 ton. Dit is lager dan het productiepeil in de overeenkomstige vorige periode. Teneinde de productiebeperking van 361 000 ton na te leven welke in de beschikking voor de periode juli 1999 - juni 2000 is opgelegd, mag de productie in de eerste helft van 2000 niet bedragen dan 216 000 ton bedragen. In de volgende tabel wordt deze situatie samengevat:
(x 1 000 ton)
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
De afmetingen van de geproduceerde balken behoren tot het normale gamma, dat in november 1995 aan de Commissie werd meegedeeld.
De totale productie van knuppels bedroeg in de periode juli-december 1999 163 675 ton. De productie van knuppels voor afzet buiten de onderneming bedroeg in de toezichtperiode 951 ton (in de beschikking van de Commissie is voor 1999/2000 een maximum van 90 000 ton vastgesteld).
III. Afzet
In de toezichtperiode werd in totaal 141 227 ton eindproducten verkocht, ten opzichte van een totale afzet in de overeenkomstige vorige periode van 154 101 ton.
De uitsplitsing van de afzet per markt in de periode juli-december 1999 toont aan dat ongeveer 92 % van de verkoop of 131 135 ton werd afgezet op Europese markten in de zin van de beschikking (d.w.z. de Gemeenschap, inclusief de Ierse binnenlandse markt, plus Zwitserland en Noorwegen). Voor de periode juli 1999 - juni 2000 werd in de beschikking van de Commissie voor de afzet op Europese markten een beperking tot 320 000 ton opgelegd.
De Ierse autoriteiten hebben ook prijsinformatie verstrekt. De Commissie heeft deze informatie onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat de prijzen binnen de normale marges vallen. [Te verifiëren door het DG Ondernemingen]
De ISL-productie voor afzet op de communautaire markten van de grootste (imperiale) U-, (metrische) HE- en IPE-balken beliep tijdens de tweede helft van 1999 14 732 ton. De totale productie voor verkoop van deze producten in de Europese Gemeenschap plus Zwitserland en Noorwegen bedroeg in de periode 1998-1999 34 996 ton en bleef daarmee iets onder het in de beschikking van de Commissie vastgestelde jaarplafond van 35 000 ton.
Siderurgia Nacional, Portugal
I. Inleiding
Op 12 april 1994 hechtte de Commissie, op grond van artikel 95 van het EGKS-Verdrag, haar goedkeuring aan 60,12 miljard PTE steun ten behoeve van de Portugese openbare staalonderneming Siderurgia Nacional (voor bijzonderheden, zie de vorige toezichtverslagen):
PB L 112 van 3.5.1994, blz. 52.
1 miljoen PTE = 4,897 miljoen ecu (1.1.1999).
Deze steun werd uitbetaald in 1994 en 1995.
In september 1994 verleende de Commissie op grond van de Vijfde Staalsteuncode goedkeuring aan :
PB C 390 van 31.12.1994, blz. 18.
- 4,925 miljard PTE sociale steun, en
- 1 miljard PTE milieusteun.
Eind juni 1999 was voor 2 409 560 miljoen PTE sociale steun uitgekeerd. De resterende sociale steun en de milieusteun worden wellicht nog betaald.
Aan de goedkeuring van de steun waren verschillende voorwaarden verbonden. De Commissie houdt nog toezicht op de naleving van de onderstaande voorwaarden:
- vervanging van de hoogoven in Seixal door een elektrische vlamboogoven (in uitvoering);
- een personeelsinkrimping van 1 798 werknemers tegen eind 1996 (vertraagd).
Dit verslag heeft betrekking op de ontwikkelingen tot en met 31 december 1999 en is gebaseerd op de informatie die door de Portugese regering is verstrekt in haar twaalfde toezichtverslag, dat overeenkomstig het verzoek van de Commissie op 21 maart 2000 werd ingediend. Dit verslag is toegespitst op de naleving van de voorwaarden waarop de Commissie nog toezicht uitoefent.
II. Investeringen
SN Longos - Elektrische vlamboogoven
Volgens het oorspronkelijke herstructureringsplan (PERG) zou de hoogoven tegen begin 1996 door een elektrische vlamboogoven worden vervangen. Het besluit van de Portugese regering om de exploitatiemaatschappijen onmiddellijk te privatiseren - een maatregel die niet in het oorspronkelijke herstructureringsplan voorkwam - en de keuze van de autoriteiten om het definitieve investeringsbesluit aan de nieuwe particuliere aandeelhouders van SN Longos over te laten, hebben de installatie van de elektrische vlamboogoven met drie jaar vertraagd.
Nadat MEGASA de aandelen van het RIVA-concern had overgenomen, heeft het, als enige overblijvende investeerder, een plan voor de installatie van de oven ingediend dat werd besproken in het Twaalfde Toezichtverslag (blz. 8). SN Serviços en Portugal hebben de Commissie meegedeeld dat extra-vertraging werd opgelopen omdat de oven niet op de geplande locatie kon worden gebouwd wegens milieuredenen en omdat een eigendomskwestie niet tijdig kon worden beslecht. SN Serviços heeft daarom besloten de oven op een andere locatie te bouwen, daarbij gebruik makend van bestaande installaties; een en ander betekent ook dat er wel minder civiele techniek zal nodig zijn, maar dat de reeds ontvangen offertes moesten worden aangepast en er vertraging werd opgelopen.
Onderstaand plan geeft de nieuwe planning. Het tijdsschema uit het Twaalfde Toezichtverslag wordt tussen haakjes gegeven.
Projectdefinitie en ontwerp van de oven // (april 1999) voltooid
Analyse van de offertes en gunning // (september 1999) maart 2000
Engineeringbijzonderheden // (december 1999) maart 2000
Werkzaamheden civiele techniek // (juni 2000) 4e kwartaal 2000
Installatie apparatuur // (november 2000) 1ste kwartaal 2001
Opstarten // (januari 2001) 2e kwartaal 2001
Oven volledig bedrijfsklaar // (juli 2001) 3e kwartaal 2001
De Commissie volgt de tenuitvoerlegging van het plan op de voet. Benadrukt moet worden dat bij de toekenning van de afwijking ex artikel 95 van het EGKS-Verdrag de vervanging van de hoogoven door een elektrische vlamboogoven werd beschouwd als het sluitstuk van de noodzakelijke industriële herstructurering van Siderurgia Nacional.
De herstructurering kan bijgevolg pas als voltooid worden beschouwd wanneer deze investering is uitgevoerd. Wijst momenteel niets erop dat de vertraging bijkomende steunverlening aan SN Serviços noodzakelijk maakt, toch dient de Commissie toezicht uit te oefenen op de voltooiing van de herstructurering ten behoeve waarvan steun is toegekend. Aangezien het toezicht thans slechts tot 15 september 2000 loopt, is de Commissie voornemens de toezichtperiode te verlengen tot 15 maart 2002, zodat deze de hele looptijd omvat van het plan voor de installatie van de elektrische vlamboogoven.
III. De evolutie van het personeelsbestand
De personeelsinkrimping loopt nog steeds achter op de aanvankelijke planning. Deze achterstand heeft alleen betrekking op SN Serviços en zal daarom geen invloed hebben op de levensvatbaarheid van de geprivatiseerde ondernemingen. De 447 werknemers die SN Serviços nog in dienst houdt, zijn nodig voor het in bedrijf houden van de hoogoven, die aanvankelijk eind 1996 buiten bedrijf zou worden gesteld, maar pas kan worden stilgelegd zodra de nieuwe elektrische vlamboogoven van SN Longos in Seixal in bedrijf wordt genomen.
De achterstand ten opzichte van het oorspronkelijke plan heeft eind 1998 betrekking op in totaal 359 werknemers. In de volgende tabellen worden de ontwikkeling van het personeelsbestand en de vooruitzichten gepresenteerd:
1997-1999 en vooruitzichten 2000-2001
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
* Verwachte personeelsinkrimpingen in 2000 en 2001
** Voor de ontmanteling van de installaties vereist aantal werknemers
SN Longos neemt waarschijnlijk meer mensen in dienst zodra de nieuwe elektrische vlamboogoven in bedrijf wordt genomen, zodat na de sluiting van de hoogoven het totale aantal arbeidskrachten van de geprivatiseerde ondernemingen enigszins zal stijgen. De initiële doelstelling uit het herstructureringsplan van 1 410 werknemers zal naar verwachting uiterlijk in 2001, ná de sluiting van de hoogoven, worden bereikt.
Financiering van de afvloeiingen
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
1 waarin de Staat overeenkomstig artikel 4, lid 1, van de Vijfde Staalsteuncode maximaal 50 % bijdraagt
2 in wederzijds overleg (via onderhandelingen geregelde ontslagen)
3 Deze cijfers komen niet overeen met de netto-personeelsinkrimping uit de voorgaande tabel, omdat de ondernemingen enkele nieuwe werknemers in dienst hebben genomen
In 1999 is 52,97 miljoen PTE sociale steun uitgekeerd, die was goedgekeurd op grond van artikel 4 van de Vijfde Staalsteuncode.
IV. Afzet
De plakken die SN Serviços op de Portugese markt afzet, gaan uitsluitend naar SN Longos. De prijzen voor deze producten worden volgens normale marktvoorwaarden vastgesteld voor een periode van drie maanden. De rest van de staalproductie wordt op de markt verkocht tegen marktprijzen (Metal Bulletin-locoprijzen). In het toezichtverslag werden de gemiddelde prijzen per productgroep vermeld. De Commissie heeft deze prijzen vergeleken met de gemiddelde marktprijzen en is van oordeel dat ze binnen de normale marges liggen. [Te verifiëren door het DG Ondernemingen]
V. Financiële resultaten
SN Serviços
De Portugese autoriteiten hebben volledige financiële gegevens en ratio's verstrekt, overeenkomstig de bijlage bij de beschikking van de Commissie. Zoals in het Twaalfde Toezichtverslag uiteengezet, had SN Serviços in de eerste helft van 1999 te lijden van de algemeen inzinking van de staalprijzen. De meeste verliezen werden in deze periode gemaakt. De staalprijzen zijn in de tweede helft van 1999 sterk verbeterd en SN Serviços kon in de tweede jaarhelft van 1999 al een positieve cashflow behalen. SN Serviços kon door haar prijsafspraken met SN Longos (prijs vastgelegd voor drie maanden; zie supra), waardoor de marktprijzen op een afstand worden gevolgd, niet onmiddellijk profiteren van de verbeteringen in de marktprijzen. De onderneming hoopt in 2000 opnieuw winstgevend te worden.
Prijsontwikkeling in de lijn van de ontwikkelingen op de staalmarkt; zie de door de Commissie bekendgemaakte Programmavooruitzichten staal voor het jaar 2000 (PB C 27 van 29.1.2000, blz. 2).
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
VI. Steun
Zoals uiteengezet in het Vierde Toezichtverslag werd de op grond van artikel 95 van het EGKS-Verdrag goedgekeurde steun tussen maart 1994 en juni 1995 in zes tranches uitgekeerd. De milieusteun die werd goedgekeurd op grond van artikel 3 van de Vijfde Staalsteuncode, is tot dusver niet uitgekeerd. Het gebruik van de op grond van artikel 4, lid 1, van de Vijfde Staalsteuncode goedgekeurde sociale steun is hierboven onder II.3 uiteengezet (financiering van de afvloeiingen).
EKO Stahl GmbH, Duitsland
I. Inleiding
Op 21 december 1994 hechtte de Commissie op grond van artikel 95 van het EGKS-Verdrag haar goedkeuring aan 900,62 miljoen DEM steun ten behoeve van EKO Stahl GmbH (voor bijzonderheden, zie het vorige toezichtverslag).
PB L 386 van 31.12.1994, blz. 18.
1 miljoen DEM = 511 299,72 ecu (1.1.1999).
Voorts heeft de Commissie, op grond van artikel 5 van de Vijfde Staalsteuncode, op 21 december 1994 voor 385 miljoen DEM regionale investeringssteun goedgekeurd .
PB C 18 van 17.1.1997, blz. 7.
Aan de goedkeuring waren verschillende voorwaarden verbonden. De Commissie houdt nog toezicht op de naleving van de onderstaande voorwaarden:
- dat de nieuwe warmwalserij eind 1997 een capaciteit van 900 kt/j bereikt en dat dat capaciteitsniveau tot eind januari 2000 wordt gehandhaafd. Vanaf februari 2000 mocht de onderneming de capaciteit van deze walserij uitbreiden tot 1,5 miljoen ton/jaar tot eind januari 2005 (toezicht hierop, zie II);
- dat de productie van de nieuwe warmwalserij uitsluitend wordt gebruikt voor verdere verwerking in de eigen koudwalsinstallaties van de onderneming (tot dusver nageleefd).
Dit verslag heeft betrekking op de ontwikkelingen tot en met 29 februari 2000 en is gebaseerd op de informatie die door de Duitse regering is verstrekt in haar verslag, dat op 15 maart 2000 bij de Commissie werd ingediend. Dit verslag is toegespitst op de naleving van de twee voorwaarden waarop de Commissie nog toezicht uitoefent.
II. Capaciteitsbeperking
De beperking van de capaciteit van de nieuwe warmwalserij tot 900 kt/jaar tot eind januari 2000, en nadien tot 1,5 miljoen ton/jaar tot eind januari 2005 wordt gegarandeerd door een elektronisch apparaat dat het technisch onmogelijk maakt deze drempels te overschrijden. Deze technische oplossing werd begin 1996 in beginsel aanvaard door de Commissie. Voor meer bijzonderheden over die oplossing, zie het Vijfde Toezichtverslag. De werking van dit systeem is betrouwbaar gebleken en regelmatig werd bij de Commissie verslag uitgebracht over de geproduceerde hoeveelheden.
De vanaf februari 2000 toegestane capaciteitsverhoging leverde voor de onderneming technische problemen op omdat het elektronische apparaat was ingesteld voor een capaciteitsjaar dat loopt van juli tot juni.
Op 15 maart 1999 heeft de Commissie derhalve ingestemd met een voorstel van de Duitse autoriteiten dat voor de berekening van de productie in de periode juli 1999 - juli 2000 zal worden gebruik gemaakt van de gemiddelde productie in het kader van de productieplafonds, hetgeen een jaarcapaciteit van 1,15 miljoen ton oplevert voor het capaciteitsjaar juli 1999 - juni 2000 . Het apparaat is op 1 juli 1999 in die zin bijgesteld en zal per 1 juli 2000 worden ingesteld op 1,5 miljoen ton per jaar.
Als volgt berekend: (7/12 x 900 = 525) + (5/12 x 1,5 = 625) = 1,15.
III. De productie van de nieuwe warmwalserij
Warmband dat in de nieuwe warmwalserij is vervaardigd, wordt uitsluitend in de koudwalserij gebruikt.
De productie van warmband bedroeg in de periode 1 juli 1999 - 29 februari 2000 775 026 ton. Voor de periode 1 maart - 1 juli 2000 bedroeg de toegestane resterende productie 374 974 ton.
Voest Alpine Erzberg GmbH, Oostenrijk
I. Inleiding
Op 29 november 1995 heeft de Commissie goedkeuring verleend aan overheidssteun ten behoeve van Voest Alpine Erzberg GmbH (VAEG) om de onderneming in staat te stellen haar mijnactiviteiten tegen het jaar 2002 geleidelijk af te bouwen. De goedgekeurde steun omvat 272 miljoen ATS ter dekking van de exploitatieverliezen uit de periode 1995-2002 en 136 miljoen ATS voor de betaling van de kosten van een veilige en milieuvriendelijke afbouw van de ijzerertswinning.
PB L 94 van 16.4.1996, blz. 17.
1 miljoen ATS = 72 672 ecu (1.1.1999).
De onderstaande jaarlijkse plafonds werden goedgekeurd voor de verschillende soorten steun zoals aangegeven in de tabel van punt 4.
Aan de goedkeuring van de steun waren onder meer de volgende voorwaarden verbonden:
- het jaarlijkse steun- en productieplafond uit de bovenstaande tabel mochten niet worden overschreden (productieplafond overschreden, zie II.2.a) ;
- de exploitatiesteun mocht niet meer bedragen dan het verschil tussen de productiekosten en de inkomsten (tot dusver nageleefd), en
- de prijs die voor het ijzererts werd aangerekend, moest in de lijn liggen van de marktprijs en mocht niet lager zijn dan de prijs voor geïmporteerd ijzererts (tot dusver nageleefd).
Dit verslag heeft betrekking op de ontwikkelingen tot 31 december 1999 en is gebaseerd op de informatie die Oostenrijk heeft verstrekt in zijn achtste toezichtverslag, dat overeenkomstig het verzoek van de Commissie op 15 maart 2000 werd ingediend.
II. Nieuw toezichtverslag
1. De onderneming
Voest Alpine Erzberg Gesellschaft mbH (VAEG) is in handen van ÖIA Bergbauholding Aktiengesellschaft, die op haar beurt een onderdeel is van Österreichische lndustrieholding Aktiengesellschaft, een industriële holding die volledig in handen is van de Oostenrijkse Staat. VAEG wint erts met een laag ijzergehalte (ca. 32 % Fe). De onderneming heeft slechts één afnemer, Voest Alpine Stahl AG (VASA), die in het najaar van 1995 werd geprivatiseerd.
2. Exploitatiesteun
(a) Productie en afzet
In 1999 heeft VAEG 1,149 miljoen ton ijzererts geproduceerd met een gemiddeld ijzergehalte van 33,6 % Fe en 589 662 ton laagwaardige producten, die door VASA als last (Möllerzusatzmaterial) kunnen worden gebruikt. Deze volumes werden verkocht en geleverd aan VASA.
De productie daalde van 1,3 miljoen ton/jaar in 1998 tot 1,149 miljoen ton/jaar in 1999, maar overschreed het plafond van 1 miljoen ton/jaar dat in artikel 1 van de beschikking was vastgesteld. Volgens de Oostenrijkse autoriteiten resulteerde een en ander in een beter exploitatieresultaat en was er minder steun nodig dan was toegestaan.
De Commissie onderzoekt deze situatie in het licht van de beschikking en heeft de Oostenrijkse autoriteiten om nadere inlichtingen verzocht. De laatsten deelden de Commissie op 18 april 2000 mee dat deze situatie door onvoorziene omstandigheden is veroorzaakt. Eind 1999 was VAEG wegens instortingsrisico gedwongen om een gedeelte van de mijn vervroegd tot ontploffing te brengen. Het aldus vrijgekomen ijzererts was bedoeld om pas in 2000 gewonnen en geleverd te worden. VAEG besloot om het reeds in 1999 te leveren als vooruitgeschoven levering onder het contract voor 2000. De Oostenrijkse autoriteiten hebben de Commissie verzekerd dat de consquentie hiervan is dat de vooruitgeschoven levering zal worden afgetrokken van de toegestane produktie in 2000 en dat de produktieplafonds gerespecteerd zullen worden.
(b) Productiekosten
In 1999 bedroegen de productiekosten voor gewoon ijzererts in totaal 169,915 miljoen ATS, of 147,22 ATS/ton. De productiekosten voor de laagwaardige producten bedroegen 33,581 miljoen ATS, of 56,95 ATS/ton. Deze bedragen omvatten de in 1999 uitgevoerde sluitings- en saneringsactiviteiten. In de bijlage wordt een gedetailleerd overzicht van de productiekosten gepresenteerd.
(c) Prijsstelling
Het gewone ijzererts werd verkocht tegen 139,50 ATS per ton. In december 1998 werd deze standaardprijs vastgesteld voor het volledige jaar 1999.
Het laagwaardige materiaal (Möllerzusatzmaterial) werd verkocht voor 76 ATS/ton, een prijs die was vastgesteld op grond van de marktprijs voor kalkgrind (Kalkschotter).
De gemiddelde prijs voor ijzererts en laagwaardig materiaal (Möllerzusatzmaterial) bedraagt 99,60 ATS per ton. De aangerekende prijs bedroeg, met inbegrip van de kosten voor het transport tot VASA/Linz, 667,50 ATS/ton Fe.
De door Oostenrijk in zijn negende verslag verstrekte informatie bevestigt de informatie die Voest Alpine Rohstoffbeschaffungs GmbH (een dochteronderneming van Voest-Alpine Stahl AG die verantwoordelijk is voor de inkoop van grondstoffen) meedeelde, namelijk dat bovengenoemde prijs per ton Fe voor ijzererts hoger ligt dan de vergelijkbare prijs die voor ingevoerd ijzererts wordt betaald. [Te verifiëren door het DG Ondernemingen]
Derhalve kan worden geconcludeerd dat de in 1998 aangerekende prijzen niet lager waren dan hetgeen op grond van artikel 2 van de beschikking van de Commissie van 29 november 1995 vereist was.
(d) Exploitatiesteun
In de eerste helft van 1999 bedroegen de verliezen van VAEG in totaal 52,158 miljoen ATS.
Van het totale verlies voor deze periode had 23,233 miljoen ATS betrekking op sluitingsactiviteiten. (Voor nadere informatie over de verliezen, zie de bijlage.)
De onderneming heeft voor 1999 om 51 miljoen ATS exploitatie- en sluitingssteun gevraagd. Daarvan hoefde slechts 47,8 miljoen ATS te worden uitgekeerd. Dit bedrag ligt 9,2 miljoen ATS lager dan het maximumbedrag van 57 miljoen ATS dat de Commissie voor het jaar 1999 had goedgekeurd (34 miljoen ATS exploitatiesteun en 23 miljoen ATS sluitingssteun). Er was minder steun nodig omdat VAEG hogere kostenbesparingen kon verwezenlijken dan in het oorspronkelijke plan was voorzien, en een beter exploitatieresultaat behaalde dankzij een productie die hoger lag dan gepland was en in de beschikking was toegestaan.
3. Sluitingssteun
Voor 1999 was maximaal 23 miljoen ATS sluitingssteun toegestaan. In 1999 werd 17,8 miljoen ATS betaald, terwijl de sluitingskosten 23,233 miljoen ATS bedroegen.
4. Steunuitkeringen in vergelijking met goedgekeurde steun
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
5. Ontwikkeling van het personeelsbestand
Het plan inzake personeelsinkrimping ziet er als volgt uit:
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Uitgaande van het bovenstaande plan werd het personeelsbestand in de productie in 1998 ingekrompen tot 230, zoals uiteengezet in het Elfde Toezichtverslag. In 1998 werd het personeelsbestand ingekrompen tot 219. De personeelsinkrimping loopt daardoor vooruit op het plan.
Bijlage Vergelijking productiekosten en inkomsten voor 1999
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
* Het saldo van 6.900 ton werd uit voorraad verkocht.