Artikelen bij SEC(2001)793 - Voorontwerp van gewijzigde en aanvullende begroting nr.4 bij de begroting 2001 Algemene staat van ontvangsten afdeling III - Commissie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52001SC0793

Voorontwerp van gewijzigde en aanvullende begroting nr.4 bij de begroting 2001 algemene staat van ontvangsten afdeling III - Commissie /* SEC/2001/0793 def. */


VOORONTWERP VAN GEWIJZIGDE EN AANVULLENDE BEGROTING NR.4 BIJ DE BEGROTING 2001 ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN AFDELING III - COMMISSIE


(door de Commissie ingediend)


Gelet op het bepaalde in

- artikel 78 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,

- artikel 272 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

- artikel 177 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

- artikel 15 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen , laatstelijk gewijzigd bij Verordening nr. 762/2001 van 9 april 2001 ,

PB L 356 van 31.12.1977, blz.1.

PB L 111 van 20.04.2001, blz.1.

legt de Commissie hierbij het ontwerp van gewijzigde en aanvullende begroting nr. 4 bij de begroting 2001 voor aan de begrotingsautoriteit om de in de toelichting vermelde redenen.


INHOUD

1. Toelichting

1.1. Ontvangsten

1.1.1. Herziening van de ramingen van de douanerechten en de BTW- en BNP-grondslagen

1.1.2. Correctie voor begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (1997-2000)

1.2. Uitgaven

1.2.1. Verhoging van de betalingskredieten van hoofdstuk B7-54 - Westelijke Balkan

1.2.2. Wijziging van een toelichting in hoofdstuk B7-70 - Democratie en mensenrechten

2. ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

3. Staat van de uitgaven

3.1. Afdeling III Commissie


Toelichting

Dit voorontwerp van gewijzigde en aanvullende begroting nr. 4 bij de begroting 2001 heeft betrekking op twee belangrijke elementen van de betalingskredieten : het saldo van het begrotingsjaar 2000 en de verhoging van de betalingskredieten voor de wederopbouw van de westelijke Balkan in 2001. Gelet op de dringende behoeften van de westelijke Balkan verzoekt de Commissie de begrotingsautoriteit deze GAB nog vóór de zomer goed te keuren, zodat de betalingen niet worden onderbroken.

Krachtens artikel 32 van het Financieel Reglement moet het saldo van 2000 in de begroting 2001 worden opgenomen. De rekeningen van het begrotingsjaar 2000 werden afgesloten met een overschot van 11 612,7 miljoen EUR, bedrag dat dus in de begroting 2001 wordt opgenomen. Bovendien bevat het deel ontvangsten van dit VOGAB een herziening van de ramingen van de douanerechten en de BTW- en BNP-grondslagen voor het begrotingsjaar 2001, alsook van de correctie voor begrotingsonevenwichtigheden ten voordele van het Verenigd Koninkrijk voor de jaren 1997, 1999 en 2000.

Wat de uitgavenzijde betreft, blijkt uit de bijstelling van de betalingsbehoeften op de vier begrotingsplaatsen voor de bijstand aan de westelijke Balkan dat nog 380 miljoen EUR nodig is als gevolg van de snelle tenuitvoerlegging van de bijstand en de vroegtijdige verschaffing van vastleggingskredieten in 2000, waartegenover tot dusver nog geen betalingskredieten stonden. Derhalve wordt in dit VOGAB voorgesteld de kredieten van hoofdstuk B7-54 te verhogen met 350 miljoen EUR, waarbij wordt verondersteld dat de resterende behoeften tijdens het jaar kunnen worden gedekt indien en wanneer op andere begrotingsplaatsen middelen beschikbaar komen. In dit VOGAB wordt ook voorgesteld sommige toelichtingen bij de begrotingsplaatsen ter bescherming van de mensenrechten te wijzigen om een continu administratief beheer van die begrotingsplaatsen mogelijk te maken.

Rekening houdend met de voorlopige ramingen van het saldo 2000 die reeds in de begroting 2001 zijn opgenomen ( 1 635,6 miljoen EUR, met inbegrip van GAB nrs. 1 en 2) en het voor de westelijke Balkan voorgestelde bedrag van 350 miljoen EUR, doet de opname van het saldo van 11 612,7 miljoen EUR de door de lidstaten af te dragen eigen middelen afnemen met 9 627,1 miljoen EUR. In de volgende tabel wordt de financiering door de lidstaten na deze GAB vergeleken met de begroting 2001.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

1.1 Ontvangsten

1.1.1. Herziening van de ramingen van de douanerechten en de BTW- en BNP-grondslagen

Sedert de goedkeuring van gewijzigde en aanvullende begroting nr. 1/98 heeft de Commissie voorgesteld de bijstelling van de berekeningen die gewoonlijk in een van de gewijzigde en aanvullende begrotingen van het jaar plaatsvindt, uit te breiden tot de herziene ramingen van de douanerechten en de BTW- en BNP-grondslagen.

De Commissie is van oordeel dat het besluit om in een gewijzigde en aanvullende begroting herziene ramingen van deze aggregaten te gebruiken, een logische uitbreiding is van de vroegere werkwijze. In de GAB waarbij de ontvangstenzijde van de begroting wordt herzien, worden de BTW- en BNP-bijdragen van de lidstaten normaal bijgesteld in verband met veranderingen van de uitgaven, het saldo van het vorige jaar en de herziene cijfers van de Britse correctie. Het gebruik van herziene ramingen van de eigen middelen verbetert de juistheid van de betalingen die de lidstaten tijdens het begrotingsjaar moeten doen en vermindert de negatieve effecten van de onvermijdelijke voorspellingsfouten die het jaar voordien werden begaan.

Toepassing van de wisselkoers van 29 december 2000 voor de omrekening in euro van de in nationale munteenheid uitgedrukte bedragen voorkomt scheeftrekkingen, want het is deze koers die wordt gebruikt bij de omrekening van de begrotingsramingen wanneer de bedragen worden afgeroepen (zoals voorgeschreven in Verordening nr.1150/2000).

De herziene ramingen van de douanerechten en de BTW- en BNP-grondslagen voor 2001 werden op 27 april 2001 goedgekeurd op de vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen.

Herziene ramingen van de douanerechten en de BTW- en BNP-grondslagen voor 2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

1.1.2 Correctie voor begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (1997-2000)

De correctie voor begrotingsonevenwichtigheden ten voordele van het Verenigd Koninkrijk die in deze GAB moet worden opgenomen, heeft betrekking op drie jaren : 1997, 1999 en 2000.

1.1.2.1 Berekening van de correctie

In het document betreffende de methode voor de berekening, financiering, betaling en opname in de begroting van de correctie voor begrotingsonevenwichtigheden (de «berekeningsmethode ») verklaart de Commissie dat zij zo spoedig mogelijk aanpassingen zal voorstellen indien de situatie aanzienlijk afwijkt van de voorspelde bedragen. In deze GAB wordt voorgesteld de correctie 2000, die voorheen in de begroting 2001 was opgenomen, en de correctie 1999, die in de begroting 2000 was opgenomen en sedertdien niet werd aangepast, bij te stellen. Ten slotte bevat deze GAB de definitieve berekening van de correctie 1997.

Raad van de Europese Unie, 5455/94 van 9 maart 1994.

Bijstelling van de correctie voor 2000

De huidige raming wijkt aanzienlijk af van de raming die in de begroting 2001 werd opgenomen. Daarom wordt een bijstelling van de correctie 2000 voorgesteld die in deze GAB wordt opgenomen.

In de volgende tabel worden de veranderingen ten opzichte van de in de begroting 2001 opgenomen raming samengevat.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Uit tabel 1 blijkt dat de bijgestelde Britse correctie als gevolg van deze veranderingen ongeveer 803,9 miljoen EUR kleiner is dan het voorheen in de begroting opgenomen bedrag.

Het verschil is het gevolg van vier factoren:

* de afname van het Britse aandeel in de ontvangsten van de Europese Unie, waardoor de correctie vermindert met 123,7 miljoen EUR ;

* de toename van het Britse aandeel in de uitgaven van de Europese Unie, waardoor de correctie afneemt met 436,2 miljoen EUR;

* de vermindering van de totale uitgaven die aan de lidstaten zijn toegerekend (wegens onderbesteding van de kredieten), waardoor de correctie 445,9 miljoen EUR kleiner wordt;

* de afname van het zogenaamde Britse voordeel, waardoor de correctie toeneemt met 202,0 miljoen EUR. Het «voordeel» betreft de baten die het VK bij het huidige stelsel van eigen middelen heeft in vergelijking met de vorige stelsels (wegens de invoering van de BNP-middelen en de aftopping van de BTW-grondslagen) .

Het voordeel volgens deze raming is in feite negatief en derhalve een «nadeel». Dit komt doordat de saldi van de voorafgaande jaren die in 2000 werden betaald volgens de huidige «berekeningsmethode» in aanmerking moeten worden genomen. Deze saldi zullen echter niet in aanmerking worden genomen bij de definitieve berekening van de correctie 2000, waarvan de uitkomst in 2004 in de begroting zal worden opgenomen.

De herziene raming van de Britse correctie voor 2000 beloopt derhalve 4 426 568 742 EUR of 803 894 705 EUR minder dan de raming die in de begroting 2001 is opgenomen.

Bijstelling van de correctie voor 1999

Ten tijde van de indiening van de GAB waarbij de financieringszijde van de begroting 2000 werd herzien (GAB nr. 1/2000) verklaarde de Commissie dat zij niet kon vaststellen of zich tussen de oorspronkelijke en de herziene raming aanzienlijke verschillen in de basisgegevens hadden voorgedaan die een bijstelling van de correctie 1999 zouden rechtvaardigen. Derhalve werd geen aanpassing voorgesteld.

Uit de thans beschikbare gegevens blijkt echter dat de huidige raming aanzienlijk afwijkt van de raming van de correctie 1999 die in de begroting 2000 werd opgenomen. Daarom wordt voorgesteld in deze GAB een bijgestelde correctie 1999 op te nemen.

In de volgende tabel worden de veranderingen ten opzichte van de in begroting 2000 opgenomen raming gegeven.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Uit tabel 2 blijkt dat de Britse correctie als gevolg van deze veranderingen ongeveer 1 299,5 miljoen EUR meer bedraagt dan het voorheen in de begroting opgenomen bedrag.

Het verschil is toe te schrijven aan vier factoren:

* de toename van het Britse aandeel in de ontvangsten van de Europese Unie, waardoor de correctie stijgt met 377,9 miljoen EUR;

* de daling van het Britse aandeel in de uitgaven van de Europese Unie, waardoor de correctie toeneemt met 595,3 miljoen EUR;

* de vermindering van de totale uitgaven die aan de lidstaten zijn toegerekend, waardoor de correctie afneemt met 61,1 miljoen EUR;

* de afname van het zogenaamde Britse voordeel, waardoor de correctie stijgt met 387,3 miljoen EUR. Het «voordeel» bestaat uit de baten die het VK heeft bij het huidige stelsel van eigen middelen in vergelijking met die van vroeger (als gevolg van de invoering van de BNP-middelen en de aftopping van de BTW-grondslagen) .

De oorzaak van het negatieve bedrag van het «voordeel» wordt verklaard in voetnoot 4, blz. 8.

De herziene raming van de Britse correctie voor 1999 beloopt derhalve 4 935 499 050 EUR, hetgeen 1 299 516 444 EUR meer is dan het voorlopige bedrag dat in de begroting 2000 was opgenomen.

Definitieve berekening van de correctie voor 1997

De uitkomst van de definitieve berekening van de correctie voor 1997 is 3 557 681 710 EUR of 1 580 132 996 EUR meer dan het voorheen in GAB nr. 1/98 opgenomen bedrag.

In de volgende tabel worden de veranderingen vergeleken met de in GAB nr. 1/98 opgenomen raming.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Het verschil is het gevolg van vier factoren:

* de stijging van het Britse aandeel in de ontvangsten van de Europese Unie, waardoor de correctie toeneemt met 1 503,8 miljoen EUR;

* de toename van het Britse aandeel in de uitgaven van de Europese Unie, waardoor de correctie afneemt met 11,7 miljoen EUR;

* de toename van de totale toegerekende uitgaven, waardoor de correctie stijgt met 9,7 miljoen EUR;

* de vermindering van het zogenaamde Britse voordeel, waardoor de correctie toeneemt met 78,3 miljoen EUR. Het «voordeel» bestaat uit de baten die het Verenigd Koninkrijk heeft bij het huidige stelsel van eigen middelen in vergelijking met de vroegere stelsels (als gevolg van de invoering van de BNP-middelen en de aftopping van de BTW-grondslagen).

1.1.2.2. Opname in de begroting van de herziene ramingen voor 2000 en 1999 en het definitieve bedrag van de correctie 1997

In de begroting op te nemen bedrag (hoofdstuk 15)

Het totale bedrag van de Britse correcties dat in GAB nr. 4/2001 moet worden opgenomen is de som van:

* het bedrag van de herziene raming van de correctie 2000;

* het verschil tussen de herziene raming van de correctie 1999 en het voorheen in de begroting opgenomen bedrag (begroting 2000);

* het verschil tussen het definitieve bedrag van de correctie 1997 en het voorheen in de begroting opgenomen bedrag (GAB nr. 1/98).

In deze GAB moet derhalve het volgende bedrag worden opgenomen:

(4 426 568 742 + 1 229 516 444 + 1 580 132 996) EUR = 7 306 218 182 EUR.

Financiering van de in de begroting op te nemen correcties - hoofdstuk 15

Volgens de «berekeningsmethode» moet de correctie voor jaar n worden gefinancierd op basis van de BNP-sleutel van jaar n + 1.

Het totale bedrag van de herziene raming voor 2000 wordt derhalve in de begroting opgenomen en gefinancierd volgens de herziene BNP-sleutel van deze GAB; de begrotingsplaats is hoofdstuk 15.

De herziene raming voor 1999 moet echter worden gefinancierd volgens de BNP-sleutel van 2000. De eerste raming die in de begroting 2000 werd opgenomen werd opnieuw opgenomen in GAB nr. 1/2000 en gefinancierd volgens de herziene BNP-sleutel van die GAB. Het verschil tussen de nieuwe herziene raming en het voorheen in de begroting opgenomen bedrag wordt derhalve gefinancierd volgens de BNP-sleutel van GAB nr. 1/2000 ; de begrotingsplaats is hoofdstuk 15.

Wat de definitieve correctie voor 1997 betreft bepaalt de «berekeningsmethode» dat, naast de definitieve berekening van het bedrag van de Britse correctie, ook een definitieve berekening van de financiering moet worden gemaakt. De definitieve correctie voor 1997 wordt derhalve in twee stappen in de begroting opgenomen. Het verschil tussen het definitieve bedrag van de correctie 1997 en het voorheen in de begroting opgenomen bedrag (GAB nr. 1/98) wordt in hoofdstuk 15 opgenomen volgens de BNP-sleutel van deze GAB. De volledige financiering wordt dan opnieuw berekend volgens de definitieve BTW- en BNP-grondslagen van 1998 en vergeleken met de betalingen die reeds in de begroting zijn opgenomen. Het verschil per lidstaat wordt opgenomen in een hoofdstuk 35 (zie hierna «Definitieve berekening van de financiering van de correctie 1997»).

De opname in hoofdstuk 15 van de drie Britse correcties volgens de desbetreffende BNP-sleutels wordt hierna samengevat.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Definitieve berekening van de financiering van de correctie 1997 - hoofdstuk 35

De definitieve berekening van de financiering van de correctie 1997 is gebaseerd op het definitieve bedrag van de correctie en de werkelijke BNP- en BTW-grondslagen van jaar n + 1 (1998) als vastgesteld aan het einde van jaar n + 3 (2000).

De in hoofdstuk 35 opgenomen bedragen zijn correcties voor:

* de verschillen wat betreft het «directe effect», d.w.z. het verschil tussen het bedrag dat iedere lidstaat zou moeten betalen voor het definitieve bedrag van de correctie 1997 volgens de definitieve financieringssleutel 1998 en de bedragen die zijn opgenomen in GAB nr. 1/98 en hoofdstuk 15 van deze GAB, en

* de verschillen wat betreft het «indirecte effect», d.w.z. het verschil tussen het impliciete effect van het definitieve bedrag van de correctie 1997 op het uniforme BTW-percentage (en de overeenkomstige effecten op de BTW- en BNP-afdrachten van iedere lidstaat) en de impliciete effecten van de bedragen van de correctie 1997 die zijn opgenomen in GAB nr. 1/98 en hoofdstuk 15 van deze GAB.

De uitkomsten worden gegeven in tabel 5.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De directe en indirecte effecten van het definitieve bedrag van de correctie 1997 als gefinancierd volgens de financieringssleutel van jaar n + 1 en de directe en indirecte effecten van de met betrekking tot de Britse correctie 1997 in GAB nr. 1/98 en hoofdstuk 15 van deze GAB opgenomen bedragen worden vergeleken in tabel 6.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

1.2. Uitgaven

1.2.1. Verhoging van de betalingskredieten van hoofdstuk B7-54 - Westelijke Balkan

Hoofdstuk B7-54 dient voor de financiering van de steun voor de wederopbouw van de westelijke Balkan. Deze financiële bijstand van de Gemeenschap (buiten de macro-economische bijstand van artikel B7-548) wordt verleend uit vier begrotingsplaatsen:

* artikel B7-541 financiert de economische hulpprogramma's voor Bosnië, Kroatië Albanië en de VJRM;

* artikel B7-542, een nieuw artikel, financiert de acties ten behoeve van Servië en Montenegro;

* artikel B7-546 financiert de wederopbouw in Kosovo;

* artikel B7-547 financiert de bijdrage van de Europese Unie voor de OHR en de MINUK.

Wat de betalingskredieten van dit hoofdstuk, met name van artikel B7-546, betreft is de situatie reeds bijzonder kritiek. De oorspronkelijke begrotingstoewijzing, met inbegrip van de van het voorafgaande begrotingsjaar overgedragen kredieten, bedraagt 515,5 miljoen EUR, maar nu valt al een tekort van 381,7 miljoen EUR te verwachten.

Deze situatie is toe te schrijven aan de omstandigheden waarin de begroting 2001 werd vastgesteld: zij werd door de begrotingsautoriteit goedgekeurd op basis van de uitvoering aan het einde van 2000 van de vooruitlopende operatie op een deel van de voor 2001 in Kosovo geplande acties. Als gevolg van deze operatie werden de vastleggingskredieten van artikel B7-546 met 174 miljoen EUR verhoogd, maar de betalingskredieten bleven dezelfde. Derhalve heeft de begrotingsautoriteit logischerwijze de aanvankelijk voor 2001 voorgestelde vastleggingskredieten verminderd en ook de betalingskredieten. Daardoor had artikel B7-546 de nodige vastleggingskredieten, maar onvoldoende betalingskredieten.

Overigens wordt de wederopbouw van de regio tegen een vast tempo voortgezet en hebben de programma's de kruissnelheid bereikt. De decentralisatie van het beheer van de steunverlening aan de Federale Republiek Joegoslavië (via het Europees Bureau voor wederopbouw) en Bosnië (via de delegatie te Sarajevo) heeft geleid tot een aanzienlijke verkorting van de termijnen van het sluiten van contracten en het betalen van de eerste voorschotten. Daardoor is de gemiddelde duur van de in deze regio gefinancierde projecten veel korter dan die van de andere externe hulpprogramma's en moeten de betalingskredieten worden aangepast om dit uitvoeringsprofiel in stand te houden.

De betalingskredieten van artikel B7-546 waren al uitgeput aan het einde van het eerste kwartaal van dit jaar. Met het oog op de behoeften van het Bureau in het tweede kwartaal werken zij met 110 miljoen EUR verhoogd door overschrijving uit andere begrotingsplaatsen van het hoofdstuk.

Om in de nodige betalingskredieten voor de acties te voorzien en de uitvoeringsmogelijkheden van de Commissie en het Bureau voor Wederopbouw niet te beperken, is het noodzakelijk de kredieten van dit hoofdstuk aanzienlijk te verhogen. Anders is een vroegtijdige onderbreking van de betalingen onvermijdelijk, hetgeen uiterst schadelijk zou zijn voor het imago van de Europese Unie in een regio die een van haar beleidsprioriteiten is.

Hierna wordt de situatie van de behoeften aan betalingskredieten gegeven op basis van de financieringsschema's van de lopende contracten en de te verwachten betalingen voor de nieuwe acties van 2001.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

* met inbegrip van de van het voorafgaande begrotingsjaar overgedragen kredieten.

Uit deze tijdschema's en ramingen blijkt dat een tekort van 382 miljoen EUR te verwachten valt. De Commissie is van oordeel dat 350 miljoen EUR extra aan betalingskredieten nodig is om haar verbintenissen te kunnen nakomen. De rest van het tekort kan in de loop van het jaar worden gefinancierd door overschrijvingen van overschotten op andere begrotingsplaatsen.

De bijzonderheden van het tekort worden hierna gegeven per begrotingsplaats.

Artikel B7-541

De behoefte aan 328 miljoen EUR aan betalingskredieten is gebaseerd op de tijdschema's van de betalingen volgens de lopende contracten en de te verwachten betalingen voor de nieuwe acties van het jaar. Ter herinnering: het gaat hier om de samensmelting van de artikelen B7-541 en B7-542 van de begroting 2000. Het resultaat van het uitvoering van de begroting 2000 was in totaal 326 miljoen EUR aan betalingskredieten (exclusief de actie voor Servië).

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Artikel B7-542

Deze begrotingsplaats werd in de begroting 2001 gecreëerd voor de financiering van de acties in de Federale Republiek Joegoslavië (exclusief Kosovo). Verwacht wordt dat de nog betaalbaar te stellen bedragen (RAL) volledig zullen worden weggewerkt. Het Bureau schat de absorptiecapaciteit van de nieuwe acties van 2001 op 60% van de beschikbare vastleggingskredieten.

Artikel B7-546

De behoeften van deze begrotingsplaats zijn veel groter dan de beschikbare betalingskredieten: deze zijn nauwelijks voldoende om de activiteiten van het Bureau in het eerste kwartaal van het jaar te dekken. Dankzij een overschrijving binnen het hoofdstuk zullen de activiteiten van het Bureau in het tweede kwartaal kunnen worden gefinancierd.

De betalingsramingen zijn opgesteld aan de hand van de financieringsschema's die door het Bureau van Pristina zijn verstrekt, en daarbij is rekening gehouden met de absorptiecapaciteit van de wederopbouwprogramma's die ter plaatse worden beheerd.

De gemiddelde levensduur van een project is drie jaar. In het eerste jaar wordt ongeveer 65% van het vastgelegde bedrag betaald, in het tweede 30% en in het derde 5%.

Artikel B7-547

Deze begrotingsplaats zorgt voor de financiering van de jaarlijkse bijdrage van de Europese Unie in de begroting van de OHR en de MINUK. De kredieten stemmen overeen met de financiële verbintenissen van de Commissie voor het jaar 2001.

1.2.2.Wijziging van een toelichting in hoofdstuk B7-70 - Democratie en mensenrechten

Om het aantal begrotingsplaatsen voor externe acties te beperken, werden de begrotingsplaatsen B7-704 'steun voor de activiteiten van de internationale straftribunalen en voor de oprichting van een permanent internationaal straftribunaal' en B7-709 'steun aan de democratische overgang en steun aan en toezicht op verkiezingsprocessen', die in 2000 samen met BA-begrotingsplaatsen bestonden (met een andere nomenclatuur), in het VOB 2001 niet voorgesteld. De begrotingsautoriteit heeft deze begrotingsplaatsen echter opnieuw in de begroting opgenomen maar zonder de desbetreffende BA-begrotingsplaatsen. Om een continu administratief beheer mogelijk te maken, wordt voorgesteld in de toelichting van artikel B7-702A een standaardopmerking op te nemen: 'dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor technisch en administratief beheer onder de artikelen B7-704 en B7-709'. Deze wijziging brengt geen extra uitgaven mee.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL 1 - --EIGEN MIDDELEN (OVERZICHTSTABEL)


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL 1 - -- EIGEN MIDDELEN ( DETAILS )


HOOFDSTUK 1 2 - DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 94/728/EG, EURATOM

Artikel 1 - 2 0 - Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 94/728/EG, Euratom

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 1, onder b).

De aanwending van de douanerechten als eigen middelen voor de financiering van de gemeenschappelijke uitgaven vloeit logischerwijs voort uit het feit dat er binnen de Gemeenschap vrij verkeer van goederen bestaat.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

HOOFDSTUK 1 3 - EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 94/728/EG, EURATOM

Artikel 1 - 3 0 - Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 94/728/EG, Euratom

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994, betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen

(PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 1, onder c.

Rekening houdend met de aftopping van de BTW-grondslagen en de compensatie aan het Verenigd Koninkrijk, bedragen de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde tegen het uniforme percentage 0,74842:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

HOOFDSTUK 1 4 - EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL PRODUCT OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER D), EN ARTIKEL 6, EERSTE ALINEA, VAN BESLUIT 94/728/EG, EURATOM

Artikel 1 - 4 0 - Eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6, eerste alinea, van Besluit 94/728/EG, Euratom

Post 1 4 0 0 - Eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), van Besluit 94/728/EG, Euratom, met uitzondering van de middelen die overeenkomen met de financiering van de monetaire reserve van het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, de reserve voor de garantie van verstrekte leningen en de reserve voor noodhulp

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 1, onder d).

Het op het bruto nationaal product van iedere lidstaat toe te passen percentage voor het lopende begrotingsjaar, de monetaire reserve van het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, de reserve voor de garantie van verstrekte leningen en de reserve voor noodhulp niet inbegrepen, bedraagt 0,4056 %.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

--Post 1 4 0 1 - Eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6, eerste alinea, van Besluit 94/728/EG, Euratom, die overeenkomen met de financiering van de monetaire reserve van het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6, eerste alinea.

Het voorlopige bedrag komt overeen met een percentage van 0,0058 %, toe te passen op het bruto nationaal product van iedere lidstaat.

De verdeling van de overmakingen is als volgt:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Het werkelijk over te maken bedrag wordt echter beperkt tot dat van de overschrijving uit hoofdstuk B1-6 0 van de staat van uitgaven van afdeling III «Commissie» uit hoofde van de monetaire reserve.

Post 1 4 0 2 - Eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), van Besluit 94/728/EG, Euratom, die overeenkomen met de reserve voor verstrekte leningen en de garantie voor verstrekte leningen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 1, onder d).

Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1).

Verordening (EG, Euratom) nr. 2729/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 houdende toepassing van Besluit 88/376/EEG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 5).

Verordening (EGKS, EG, Euratom) nr. 2730/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot wijziging van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad van 26 september 2000 betreffende de begrotingsdiscipline (PB L 244 van 29.09.2000, blz. 27).

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Post 1 4 0 3 - Eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), van Besluit 94/728/EG, Euratom, die overeenkomen met de reserve voor noodhulp

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Conclusies van de Europese Raad van Edinburgh van 11 en 12 december 1992 betreffende de instelling van een reserve voor spoedhulp.

Verordening (EG, Euratom) nr. 2729/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 houdende toepassing van Besluit 88/376/EEG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 5).

Verordening (EGKS, EG, Euratom) nr. 2730/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot wijziging van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad van 26 september 2000 betreffende de begrotingsdiscipline (PB L 244 van 29.09.2000, blz. 27).

Wanneer de Commissie van oordeel is dat een beroep op deze reserve dient te worden gedaan, roept zij ten spoedigste een tripartiete vergadering bijeen teneinde de instemming van de twee takken van de begrotingsautoriteit te verkrijgen betreffende de noodzaak van het beroep op de reserve en het vereiste bedrag. De reserve wordt beschikbaar gesteld door middel van overschrijvingen naar de betrokken begrotingsonderdelen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

HOOFDSTUK 1 - 5 - CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

Artikel 1 - 5 0 - Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 4 en 5 van Besluit 94/728/EG, Euratom

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994, betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name de artikelen 4 en 5.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

HOOFDSTUK 1 - 9 - KOSTEN VOOR DE LIDSTATEN IN VERBAND MET DE INNING VAN DE EIGEN MIDDELEN

Artikel 1 - 9 0 - Kosten voor de lidstaten in verband met de inning van de eigen middelen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994, betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 3.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL 3 - -- OVERSCHOTTEN (OVERZICHTSTABEL)


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL 3 - -- OVERSCHOTTEN (DETAILS)

HOOFDSTUK 3 - 0 - OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

Artikel 3 - 0 0 - Overschot van het vorige begrotingsjaar

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2673/1999 (PB L 326 van 18.12.1999, blz. 1).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 32 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar als overschot of als tekort bij de ontvangsten of bij de uitgaven opgenomen in de begroting van het volgende begrotingsjaar.

De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

Na de sluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar wordt het verschil ten opzichte van de ramingen in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen door middel van een gewijzigde en/of aanvullende begroting.

Een tekort wordt in hoofdstuk B0-3 0 van de staat van uitgaven van afdeling III «Commissie» opgenomen.

HOOFDSTUK 3 - 5 - OVERSCHOT AAN EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL PRODUCT BETREFFENDE DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK


Artikel 3 5 9 - Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk uit hoofde van de begrotingsjaren vanaf 1991

Post 3 5 9 7 - Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk uit hoofde van het begrotingsjaar 1997

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk uit hoofde van het begrotingsjaar 1997.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TABEL 2


Vaststelling van de te storten eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en van de door de andere lidstaten te financieren bedragen voor de financiering van de correctie voor het Verenigd Koninkrijk welke worden toegevoegd aan de aanvullende middelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, lid 2, van Besluit 94/728/EG, Euratom

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TABEL 3

Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), van Besluit 94/728/EG, Euratom

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TABEL 4

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Opm.: De berekeningen werden uitgevoerd tot 15 decimalen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Note : De berekeningen werden uitgevoerd tot 15 decimalen.


TABEL 6


TABEL 6 Berekening van het bruto bedrag van de correctie voor het Verenigd Koninkrijk

(volgens artikel 2, lid 4, van het besluit betreffende het stelsel van de eigen middelen)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Berekening van het aandeel van elke lidstaat, bepaling van het bevroren BTW-percentage en berekening van het brutobedrag van de Britse correctie

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TABEL 7

Overzicht van de financiering van de uitgaven

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. Staat van de uitgaven

3.1. Afdeling III Commissie

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

ONDERAFDELING - B7 - EXTERNE MAATREGELEN

TITEL - B7-5 - SAMENWERKING MET DE PARTNERLANDEN VAN DE MIDDEN- EN OOST-EUROPA EN CENTRAAL-AZIË EN DE LANDEN VAN DE WESTELIJKE BALKAN

HOOFDSTUK - B7-5 4 - SAMENWERKING MET DE LANDEN VAN DE WESTELIJKE BALKAN


Artikel B7-541A ---- Bijstand voor de landen van de westelijke Balkan - Uitgaven voor administratief beheer

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Oude artikelen B7-5 4 1 A en B7-5 4 2 A

Toelichting ongewijzigd

Artikel B7-541 --Bijstand voor de landen van de westelijke Balkan

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Oude artikelen B7-5 4 1 (ten dele) en B7-5 4 2

Toelichting ongewijzigd

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

i Na aftrek van 46.900.000 EUR aan overgedragen betalingskredieten. ii Waarvan 106 044 000 EUR aan beleidskredieten en 2 379 600 EUR aan huishoudelijke kredieten zijn opgenomen in hoofdstuk B0-4 0 iii Waarvan 2.379.600 EUR aan huishoudelijke kredieten is opgenomen in hoofdstuk B0-40.


Artikel B7-542 - Steun voor de wederopbouw en de democratie in de Republiek Servië

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Oud artikel B7-5 4 1 (ten dele)

Toelichting ongewijzigd

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

ARTIKEL B7-546 - Steun voor de wederopbouw van Kosovo

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Toelichting ongewijzigd

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

i Na aftrek van 20 000 000 EUR aan overgedragen betalingskredieten

Artikel B7-5 4 7 - Tijdelijk burgerlijk bestuur

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Toelichting ongewijzigd

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

i Waarvan 1 000 000 EUR in hoofdstuk B0-4 0 ii Waarvan 1 000 000 EUR in hoofdstuk B0-4 0

ARTIKEL - B7 548 Macro-economische bijstand ten gunste van de landen van de westelijke Balkan

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Oud artikel B7-5 3 2

Toelichting ongewijzigd

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

i Overgedragen betalingskredieten

TITEL - B7-7 - EUROPEES INITIATIEF VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN

HOOFDSTUK - B7-70 EUROPEES INITIATIEF VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN


Artikel B7-702A - Steun aan democratiseringsprocessen en versterking van de rechtsstaat - Uitgaven voor administratief beheer

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Volgende toelichting toevoegen:

Dit krediet dient tevens ter dekking van de administratieve uitgaven van de artikelen B7-7 0 4 en B7-7 0 9.