Artikelen bij COM(2001)619 - Structurele indicatoren - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2001)619 - Structurele indicatoren. |
---|---|
document | COM(2001)619 |
datum | 30 oktober 2001 |
|
52001DC0619
Mededeling van de Commissie - Structurele indicatoren /* COM/2001/0619 def. */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE - Structurele indicatoren
SAMENVATTING
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Structurele indicatoren
I. Achtergrond
1. Op de speciale Europese Raad van Lissabon van maart 2000 heeft de Unie zichzelf 'voor het komende decennium een nieuw strategisch doel gesteld: de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te worden die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang' (punt 5 van de conclusies van de Europese Raad). De Europese Raad van Lissabon erkende de behoefte aan regelmatige bespreking en evaluatie van de vorderingen in de richting van dit doel aan de hand van gezamenlijk overeengekomen structurele indicatoren. Daartoe verzocht hij (punt 36) 'de Commissie jaarlijks een samenvattend voortgangsverslag op te stellen op basis van overeen te komen structurele indicatoren met betrekking tot werkgelegenheid, innovatie, economische hervorming en sociale samenhang'.
2. Naar aanleiding van dit verzoek heeft de Commissie op 27 september 2000 een lijst van 35 structurele indicatoren opgesteld op basis waarvan een akkoord met de Raad werd bereikt. De structurele indicatoren werden gebruikt in het syntheseverslag van de Commissie voor Stockholm. De indicatoren bleken nuttig te zijn om de gebieden aan te wijzen waar meer beleidsactie nodig is en om de vorderingen naar de doelstellingen van Lissabon te meten.
3. De Europese Raad van Stockholm van maart 2001 besprak op basis van het syntheseverslag van de Commissie en de structurele indicatoren 'hoe het Europese model kan worden gemoderniseerd en hoe het in Lissabon bepaalde strategische doel van de Unie voor de volgende tien jaar... kan worden bereikt' (punt 2). Op basis van deze bespreking werden te Stockholm verschillende nieuwe prioriteiten voor de structurele indicatoren vastgesteld. De Europese Raad van Stockholm vroeg om verbetering van het toezicht op het optreden inzake sociale insluiting en verzocht tegen eind 2001 indicatoren vast te stellen over de bestrijding van de sociale uitsluiting. Hij verzocht ook de Raad en de Commissie indicatoren te ontwikkelen over de opvang van kinderen en de kwaliteit van het werk en tevens een einde te maken aan discriminerende loonverschillen tussen mannen en vrouwen.
4. De Europese Raad van Göteborg van juni 2001 ging akkoord 'met een strategie van duurzame ontwikkeling die een aanvulling vormt op de politieke inzet van de Unie voor economische en sociale vernieuwing, een derde dimensie - de milieudimensie - toevoegt aan de Lissabon-strategie' (punt 20). In de conclusies van Göteborg werd de klemtoon gelegd op vier belangrijke aspecten van duurzame ontwikkeling: bestrijding van klimaatverandering, streven naar duurzaam vervoer, bestrijding van gevaren voor de volksgezondheid en een meer verantwoord beheer van de natuurlijke hulpbronnen. Als gevolg van de integratie van de duurzame ontwikkeling in het Lissabon-proces werd overeengekomen dat de Commissie 'de uitvoering van de strategie voor duurzame ontwikkeling in haar jaarlijks samenvattend verslag zal beoordelen op basis van een aantal kernindicatoren waarover de Raad tijdig vóór de Europese Raad van voorjaar 2002 overeenstemming moet bereiken' (punt 25).
II. Lopende werkzaamheden
5. De werkzaamheden van de diensten van de Commissie met betrekking tot de structurele indicatoren werden sedert de Europese Raad van Stockholm op drie belangrijke punten gericht:
(i) verdere verbetering van de kwaliteit van de indicatoren in de voor het syntheseverslag 2001 gebruikte lijst;
(ii) precieze definities en gegevens voor de op te stellen indicatorenlijst; en
(iii) noodzakelijke wijzigingen in de indicatorenlijst, rekening houdend met de reeds gemaakte vorderingen en de door de Europese Raad van Stockholm en die van Göteborg aangegeven prioriteiten.
6. Verbetering van de kwaliteit van de indicatoren leidt tot meer deugdelijke gevolgtrekkingen uit de gegevens van het syntheseverslag. Eurostat heeft met de andere diensten van de Commissie en de bureaus voor de statistiek van de lidstaten samengewerkt om de kwaliteit van de indicatoren te verbeteren. Het heeft de kwaliteit van elke indicator beoordeeld op verschillende aspecten, zoals tijdigheid, relevantie, vergelijkbaarheid, landenbereik en lengte van de tijdreeksen. Sedert februari 2000 is al ongeveer tweederde van de structurele indicatoren verbeterd. Wat de verspreiding van de gegevens betreft heeft Eurostat een voor iedereen toegankelijke internetsite gecreëerd met alle beschikbare gegevens van de periode 1991-2000 over de in het syntheseverslag 2001 gebruikte structurele indicatoren.
7. Deze mededeling bevat de voornaamste uitkomsten van de werkzaamheden van de Commissie in het afgelopen jaar. In deel III worden de voornaamste principes voor de nieuwe indicatorenlijst uiteengezet. In deel IV wordt de nieuwe lijst van structurele indicatoren voorgesteld en verklaard waarom nieuwe indicatoren aan de lijst van vorig jaar zijn toegevoegd en andere zijn weggelaten. In deel V ten slotte worden de vorderingen beschreven die de diensten van de Commissie sedert vorig jaar bij de ontwikkeling van nieuwe indicatoren hebben gemaakt. Meer bijzonderheden en de nieuwe lijst van nog te ontwikkelen indicatoren worden gegeven in bijlage 3.
III. Principes voor de nieuwe lijst van indicatoren
8. Dit is het tweede jaar waarin de Commissie een aantal structurele indicatoren heeft uitgekozen. Er is een hoge mate van stabiliteit in de lijst om de vorderingen in de tijd te kunnen meten, zoals gevraagd door de Raad. Stabiliteit is ook wenselijk omdat de meeste structurele problemen gewoonlijk vrij lang aanhouden. Bovendien worden aldus de betrouwbaarheid en kwaliteit van de indicatoren voortdurend verbeterd. De indicatoren ieder jaar veranderen zou deze taak voor Eurostat en de bureaus voor de statistiek van de lidstaten veel moeilijker maken.
9. Er is ook een zekere flexibiliteit in de lijst, omdat nieuwe prioriteiten zijn vastgesteld en betere indicatoren ter beschikking gekomen. Dit wordt echter gecompenseerd door de behoefte aan een voldoende mate van stabiliteit om te zorgen voor een consistente en gegronde evaluatie van de vorderingen in de richting van de doelstellingen van Lissabon en Göteborg in het syntheseverslag van elk jaar.
10. De belangrijkste verandering in de lijst van dit jaar is de toevoeging van een vijfde terrein: milieu. De indicatoren hiervan hebben betrekking op de vier voornaamste aspecten van duurzame ontwikkeling (klimaatverandering, duurzaam vervoer, bedreigingen voor de volksgezondheid, beheer van de natuurlijke hulpbronnen) die door de Europese Raad van Göteborg werden beklemtoond.
11. De lijst moet kort worden gehouden om duidelijke, eenvoudige en gerichte beleidssignalen te kunnen geven, maar zij moet ook evenwichtig zijn en dus een weerspiegeling van het gelijke belang dat de Europese Raad van Lissabon en die van Göteborg hebben gehecht aan de terreinen werkgelegenheid, innovatie en onderzoek, economische hervorming, sociale samenhang en milieu. In deze mededeling worden daarom 36 indicatoren voorgesteld, vrijwel hetzelfde aantal als vorig jaar, hoewel een nieuw terrein (milieu) aan de lijst is toegevoegd. Voor elk terrein zijn er zes indicatoren, zodat elk beleidsterrein even grondig wordt geanalyseerd.
12. Nieuwe indicatoren moeten worden gekozen uit de reeks die de diensten van de Commissie sedert Stockholm hebben ontwikkeld. Bovendien moeten deze nieuwe indicatoren gebaseerd zijn op de verschillende sectorale indicator- en ijkingsprocessen. Tussen deze sectorale processen en de structurele indicatoren moet overeenstemming worden nagestreefd.
13. Nieuwe indicatoren moeten ook voldoen aan de criteria die aangelegd zijn bij de oorspronkelijke keuze van indicatoren. Zij moeten 1) gemakkelijk te lezen en te begrijpen zijn, 2) politiek relevant zijn, 3) met elkaar verenigbaar zijn, 4) op tijd beschikbaar zijn, 5) vergelijkbaar zijn tussen de lidstaten en zoveel mogelijk ook met andere landen, 6) uit betrouwbare bronnen geselecteerd zijn en 7) geen te grote last meebrengen voor de lidstaten en de respondenten.
14. In het syntheseverslag 2002 zullen geen structurele indicatoren worden gegeven voor de kandidaat-lidstaten. Eurostat werkt echter al met de bureaus voor de statistiek van die landen samen om de beschikbaarheid en kwaliteit van de structurele indicatoren voor hen te verbeteren. Met ingang van 2003 zullen dus ook voor de aspirant-lidstaten, zoals de Europese Raad van Göteborg heeft gevraagd, structurele indicatoren worden verstrekt.
IV. Nieuwe lijst van indicatoren
15. De nieuwe lijst is opgesteld overeenkomstig de principes die hierboven zijn uiteengezet. In totaal zijn negen indicatoren toegevoegd en acht geschrapt. Meestal hield dit verband met de toevoeging van het terrein 'milieu'. Aldus geeft de lijst de drie dimensies van duurzame ontwikkeling (sociaal, economisch, ecologisch) weer.
16. Aan de lijst zijn ook nieuwe indicatoren toegevoegd wanneer sprake was van voldoende vooruitgang bij de ontwikkeling van gegevens zoals 'marktstructuur in de netwerkindustrieën' en nieuwe beleidsprioriteiten zoals 'kwaliteit van het werk' en 'loonverschillen tussen mannen en vrouwen'. De indicatoren die aan de lijst zijn toegevoegd voldoen aan de kwaliteitscriteria die in deel III zijn beschreven.
17. Omdat nieuwe indicatoren zijn toegevoegd, moesten andere worden geschrapt. Dit was een moeilijke zaak, omdat de indicatoren van vorig jaar ook op basis van strikte kwaliteitscriteria waren uitgekozen. Geschrapt werd een indicator als hij voor het beleid minder relevant was geworden dan de nieuwe indicator die aan de lijst werd toegevoegd, wanneer hij tot op zekere hoogte een overlapping was met een andere of wanneer twijfel bestond over de kwaliteit van de gegevens.
Algemene economische achtergrond
18. De indicatoren van de algemene economische achtergrond illustreren de omstandigheden waarin de structurele hervormingen plaatsvinden. In de lijst is de indicator overheidsschuld geschrapt omdat hij tot op zekere hoogte samenvalt met de indicator 'begrotingssaldo', die eveneens een maatstaf van de budgettaire ontwikkelingen vormt. De indicator energie-intensiteit van de economie is overgebracht naar het nieuwe terrein 'milieu', hetgeen een meer geschikte plaats is voor deze indicator. De indicator werkloosheid is overgebracht van 'werkgelegenheid' naar 'algemene economische achtergrond' (zie punt 23).
Werkgelegenheid
19. De werkgelegenheidsindicatoren hebben betrekking op enkele van de voornaamste doelstellingen van de Europese Raad van Lissabon: uitbreiding van de werkgelegenheid in de Unie, gelijke kansen voor man en vrouw en een 'actief werkgelegenheidsbeleid', met de klemtoon op levenslang leren.
20. In de nieuwe lijst is de indicator loonverschillen tussen mannen en vrouwen toegevoegd naar aanleiding van het verzoek van de Europese Raad van Stockholm indicatoren te ontwikkelen 'om ervoor te zorgen dat er geen discriminerende loonverschillen zijn tussen mannen en vrouwen'. Om nadere informatie te verkrijgen voor de analyse van de loonverschillen tussen mannen en vrouwen, zullen de gegevens worden gecorrigeerd voor factoren als leeftijd, onderwijs/kwalificatieniveau, beroep, ervaring en sector.
21. In de nieuwe lijst is een indicator van de kwaliteit van het werk toegevoegd naar aanleiding van de klemtoon die de Europese Raad van Stockholm hierop heeft gelegd. De bijzondere indicator over de arbeidsongevallen is gekozen omdat gezondheid en veiligheid op het werk van fundamenteel belang zijn voor de kwaliteit van het werk, zoals werd opgemerkt in de mededeling van de Commissie 'Werkgelegenheid en sociaal beleid: een kader voor investeren in kwaliteit' . De lijst bevatte echter al andere indicatoren van de kwaliteit van het werk, zoals 'levenslang leren'.
COM(2001)313 def.
22. De participatiegraad van vrouwen is samengevoegd met de werkgelegenheidsgraad, omdat voor het syntheseverslag werd besloten alle werkgelegenheids- en werkloosheidspercentages te geven per geslacht. Dit voorkomt overlapping van de twee indicatoren. Verdeling naar geslacht kan ook voor andere structurele indicatoren worden overwogen, zoals die van de sociale samenhang, mits deugdelijke gegevens beschikbaar zijn. Dit punt moet nader worden onderzocht.
23. Het werkloosheidspercentage is overgebracht naar 'algemene economische achtergrond', omdat het een algemeen gebruikte indicator van het economisch klimaat is. Het werd daarom raadzamer geacht de werkloosheid bij de andere indicatoren van de algemene economische achtergrond te voegen, zoals de groei van het BBP en de inflatie, teneinde de algemene economische omstandigheden te illustreren waarin de structurele hervormingen plaatsvinden.
24. De definitie van belasting op lage lonen is veranderd naar het gezinstype 'alleenstaande die 67% van het gemiddelde loon van de productiearbeider verdient' . Dit gezinstype is geschikter voor het beoordelen van de positieve of negatieve prikkels die door het belastingstelsel aan de werkgevers worden gegeven om arbeidskrachten aan te werven, omdat zij aanwerven zonder te letten op de samenstelling van het gezin en er niet veel verschil in belastingen en sociale bijdragen is naar gezinstype. Bovendien geeft de drempelwaarde '67% van het loon van de gemiddelde productiearbeider' beter de nadruk weer die de indicator legt op personen met een laag loon dan 'gehuwd paar waarvan één echtgenoot werkt en 100% van het loon van de gemiddelde productiearbeider verdient'.
De vroegere definitie was gebaseerd op een gehuwd paar (waarvan slechts één echtgenoot werkt en 100% van het loon van de gemiddelde productiearbeider verdient) met twee kinderen (van vijf tot twaalf jaar).
Innovatie en onderzoek
25. De indicatoren van innovatie en onderzoek meten de nadruk van Lissabon op de overgang naar een kenniseconomie door een beter beleid op het gebied van O&O, onderwijs en de informatiemaatschappij.
26. In de nieuwe lijst is een indicator toegevoegd van het aantal doctoraten in wetenschappen en technologie. In een kenniseconomie zijn menselijke middelen van hoge kwaliteit van essentieel belang voor de verwerving en verspreiding van kennis. Het aantal nieuwe doctoren in wetenschappen en technologie meet de toekomstige capaciteit van de menselijke middelen om nieuwe kennis te ontwikkelen, te verspreiden, te begrijpen en te gebruiken.
27. De indicator van de ICT-uitgaven is geschrapt, omdat sedert de laatste mededeling twijfel is ontstaan omtrent de kwaliteit van de gegevens en de resultaten van de indicator. Zo is de indicator te ruim gedefinieerd om een goede maatstaf te zijn van de ICT-investeringen, want de uitgaven voor investeringen en voor consumentenproducten zijn erin vermengd. Dit kan de vergelijking tussen de landen misleidend maken, aangezien investeringen in ICT meer invloed hebben op de toekomstige ontwikkeling van de kenniseconomie. Sommige lidstaten met relatief hoge consumptie-uitgaven schijnen echter gunstiger resultaten te hebben dan lidstaten waar de uitgaven even groot zijn maar meer investeringsgericht. Daar de ICT-investeringen belangrijk zijn als indicator, zijn zij echter opgenomen in de nieuwe lijst van te ontwikkelen indicatoren (zie bijlage 3).
28. De indicator van de uitvoer van hoogtechnologische producten is eveneens geschrapt. Deze indicator is een nuttige maatstaf van het comparatieve voordeel dat een bepaald land in innoverende industrieën heeft, maar kan worden bekritiseerd omdat de keuze van de producten die als hoogtechnologisch worden beschouwd enigszins arbitrair is en theoretisch gezien niet alle landen zich in hoogtechnologische uitvoer willen specialiseren als hun comparatieve voordelen elders liggen.
29. Op het gebied van innovatie en onderzoek is al voortgang gemaakt met de ontwikkeling van samengestelde indicatoren om de overgang van de Europese Unie naar een kenniseconomie te meten. Zo wordt de ontwikkeling afgerond van twee samengestelde indicatoren: 'investeringen in de kenniseconomie' en 'resultaten van de overgang naar de kenniseconomie'.
Economische hervorming
30. De indicatoren van economische hervorming worden berekend in verband met de nadruk die de Europese Raad van Lissabon heeft gelegd op de hervorming van de product- en de kapitaalmarkt. Zij hebben betrekking op marktintegratie, liberalisatie van de netwerkindustrieën en mogelijke verstoringen in de werking van de productmarkten als gevolg van overheidsinterventie.
31. Aan de nieuwe lijst is een indicator toegevoegd van de marktstructuur in de netwerkindustrieën om te meten in hoever liberalisatie tot toename van de concurrentie heeft geleid. De indicator meet de mate waarin het marktaandeel van de gevestigde bedrijven (monopolisten van vóór de liberalisatie) is verminderd als gevolg van de komst van nieuwe concurrenten. Hij vult de indicator van de prijzen in de netwerkindustrieën aan door een verklaring te geven van het prijsverloop. De kwaliteit van deze indicator moet nog worden verbeterd, hetgeen nauwe samenwerking vergt met Eurostat en de nationale bureaus voor de statistiek, om het bereik en de vergelijkbaarheid van de gegevens te vergroten .
Voorwaarde voor de opname van deze indicator is dat de lidstaten gegevens verstrekken.
32. De indicator van de handelsintegratie is geschrapt, omdat hij, hoewel hij een zeer nuttige maatstaf van de marktintegratie is, tot op zekere hoogte de informatie overlapt die vervat is in de indicator 'relatief prijspeil'. De indicator bedrijfsinvesteringen is uit de lijst weggelaten, omdat hij geen rechtstreekse maatstaf van de vooruitgang van de economische hervorming is en dus voor het beleid minder relevant is.
Sociale cohesie
33. De indicatoren van sociale cohesie meten de graad en persistentie van de armoede en de inkomensspreiding, en het daarmee verbonden risico van sociale uitsluiting, overeenkomstig de hoge prioriteit die de Europese Raad van Lissabon aan sociale cohesie heeft gehecht. De Europese Raad van Stockholm heeft opgeroepen tot verbetering van het toezicht op maatregelen inzake sociale insluiting.
34. De indicator werkloze gezinnen is geschrapt, omdat hij, hoewel hij de mate meet waarin gezinnen voor het risico van armoede en sociale uitsluiting wegens gebrek aan werkgelegenheid staan, enigszins samenvalt met de informatie die wordt gegeven door de indicatoren 'armoedegraad' en 'armoedepersistentie'.
Milieu
35. In de nieuwe lijst is een reeks van zes nieuwe indicatoren van milieubescherming opgenomen naar aanleiding van de conclusies van de Europese Raad van Göteborg. Twee indicatoren hebben betrekking op de bestrijding van klimaatverandering. Emissies van broeikasgassen zijn als indicator uitgekozen, omdat wetenschappelijk bewezen is dat een toename van de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer (vooral als gevolg van menselijke activiteiten) tot klimaatverandering leidt. Verwarming, diensten, industrie en vervoer - met de eisen die ze stellen aan elektriciteitsproductie en olieraffinage - verbruiken het grootste deel van de fossiele brandstoffen en veroorzaken emissies van broeikassen. De energie-intensiteit van de economie is als indicator opgenomen, omdat een hogere energie-efficiëntie van essentieel belang is voor het beleid inzake klimaatverandering.
36. In de lijst zijn twee indicatoren van duurzaam vervoer opgenomen. De verhouding tussen vervoer en BBP meet de ontkoppeling tussen toename van het vervoer en reële groei van het BBP, hetgeen een doelstelling van een duurzame ontwikkelingsstrategie is. Tijdreeksen worden voorgesteld voor vrachtvervoer en personenvervoer. Gewerkt wordt aan de verbetering van deze indicatoren om een juister beeld te krijgen van het verkeer en dus een betere maatstaf van het effect op de duurzame ontwikkeling. De modale verdeling van het vervoer meet de verschuiving van weg- en luchtvervoer naar spoor-, waterwegen- en openbaar vervoer, een van de doelstellingen uit de conclusies van de Europese Raad van Göteborg over een duurzame ontwikkelingsstrategie.
37. De kwaliteit van de lucht in de steden is als indicator van milieubedreiging voor de volksgezondheid gekozen. Schone lucht in de steden, waar bijna 80% van de Europese bevolking leeft, is van groot belang voor de volksgezondheid. De indicator is gebaseerd op het gemiddelde aantal dagen waarin een aantal luchtvervuilende stoffen een bepaald peil overschrijdt.
38. In de lijst is een indicator opgenomen van een efficiënter beheer van de natuurlijke hulpbronnen. De indicator van verzameld, gestort en verbrand stedelijk afval weerspiegelt de productie- en consumptiepatronen van een samenleving. Het streven naar een meer verantwoord beheer van de natuurlijke hulpbronnen zou tot uiting moeten komen in een vermindering van de hoeveelheid afval en een maximale recuperatie en hergebruik. Momenteel zijn de beschikbare gegevens over recuperatie en hergebruik zeer gering, maar hier zal verbetering in komen.
V. Nog te ontwikkelen indicatoren
39. In de mededeling van de Commissie van vorig jaar werden 13 indicatoren genoemd die nog moesten worden ontwikkeld. Sedert de publicatie van de mededeling in september 2000 en vooral sedert de Europese Raad van Stockholm van maart 2001 hebben de diensten van de Commissie belangrijke vorderingen gemaakt bij de ontwikkeling van indicatoren.
40. Om te zorgen dat de middelen van de Commissie niet teveel worden versnipperd, werd besloten de aandacht vooral te richten op indicatoren op de volgende gebieden: potentiële productie, kwaliteit van het werk, marginaal (en gemiddeld) effectief belastingtarief, bedrijfsdemografie, kenniseconomie, e-samenleving (met name e-bestuur), bedrijfsregistratie, marktstructuur in de netwerkindustrieën, sociale cohesie en milieubescherming. Deze gebieden werden gekozen op basis van de prioriteiten uit de mededeling van de Commissie van vorig jaar en die welke door de Raad van ministers werden aangegeven. Indicatoren worden met name ontwikkeld overeenkomstig de prioriteiten van de Europese Raad van Stockholm en die van Göteborg, op terreinen zoals kwaliteit van het werk, kinderopvang, discriminerende loonverschillen tussen mannen en vrouwen en vooral duurzame ontwikkeling. Een samenvatting van de vorderingen op elk van deze terreinen wordt gegeven in bijlage 3.
41. De Commissie overweegt ook een aanpak op basis van samengestelde indicatoren. Dergelijke indicatoren worden al gebruikt bij sommige van de meer specifieke sectorale processen, zoals het innovatiescorebord. Samengestelde indicatoren worden berekend door weging van een reeks goed gekozen onderindicatoren, om een samenvatting van de vorderingen van elke lidstaat op een bepaald beleidsterrein te geven. Dergelijke indicatoren hebben het voordeel dat zij een ruimere gamma van informatie bevatten dan in de huidige lijst van structurele indicatoren kan worden opgenomen en dat zij dus een vermindering van het aantal indicatoren mogelijk maken. Omdat samengestelde indicatoren krachtige beleidssignalen geven, moeten zij echter robuust zijn en op een deugdelijke methode berusten. Er moet dus nog veel worden gedaan om dergelijke indicatoren te ontwikkelen, te onderzoeken hoe zij in de lijst van structurele indicatoren kunnen worden geïntegreerd en de samenhang van de beleidssignalen die zij geven te beoordelen.
BIJLAGE 1 - INDICATOREN VOOR HET SYNTHESEVERSLAG 2002
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Nieuwe indicatoren zijn vet gedrukt
BIJLAGE 2 - VERANDERINGEN IN DE LIJST VAN STRUCTURELE INDICATOREN
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Opmerking: 'Werkloosheid' is van werkgelegenheid verplaatst naar algemene economische achtergrond. 'Energie-intensiteit van de economie' is van algemene economische achtergrond verplaatst naar milieu.
BIJLAGE 3 - NOG TE ONTWIKKELEN INDICATOREN
1. Sedert de publicatie van de mededeling over de structurele indicatoren in september 2000 en vooral sinds de Europese Raad van Stockholm van maart 2001 hebben de diensten van de Commissie belangrijke vorderingen gemaakt bij de ontwikkeling van indicatoren.
2. In deze bijlage worden de vorderingen beschreven die gemaakt zijn op gebieden die de aandacht van de diensten van de Commissie wegdroegen: potentiële productie, kwaliteit van het werk, marginaal effectief belastingtarief, bedrijfsdemografie, e-samenleving, bedrijfsregistratie, marktstructuur in de netwerkindustrieën, sociale cohesie en duurzame ontwikkeling. Voorts wordt de nieuwe lijst van de te ontwikkelen indicatoren gegeven.
3. De diensten van de Commissie overwegen ook samengestelde indicatoren te ontwikkelen. Gewerkt wordt reeds aan twee samengestelde indicatoren van innovatie en onderzoek: 'investeringen in de kenniseconomie' en 'resultaten van de overgang naar de kenniseconomie', werk dat vóór het syntheseverslag 2003 voltooid zal zijn. Er moet nog veel worden gedaan om te beoordelen of de samengestelde indicatoren robuust zijn, hoe zij in de lijst kunnen worden geïntegreerd en of de beleidssignalen die zij geven consistent zijn.
Algemene economische achtergrond
4. Voor de berekening van een indicator van de potentiële productie geven de diensten van de Commissie de voorkeur aan een productiefunctie boven een statistische aanpak. Stilaan ontstaat consensus over de juiste methode, maar voor het syntheseverslag 2002 zal nog geen indicator beschikbaar zijn.
Werkgelegenheid
5. Voor de Europese Raad van Laken is een uitgebreide lijst van indicatoren van de kwaliteit van het werk ontwikkeld als onderdeel van een parallel proces. Een van deze indicatoren, 'levenslang leren', kwam reeds voor in de lijst van vorig jaar. Dit jaar worden vier andere indicatoren voorgesteld en zijn de indicatoren 'ongevallen op het werk - fatale en ernstige' en 'loonverschillen tussen mannen en vrouwen' in de lijst opgenomen. Om nadere informatie te verkrijgen voor het analyseren van de loonverschillen tussen mannen en vrouwen, zal verder worden gewerkt aan loongegevens gecorrigeerd voor factoren als leeftijd, onderwijs/kwalificatieniveau, beroep, ervaring en sector.
6. Indicatoren van 'marginaal effectief belastingtarief' en 'gemiddeld effectief belastingtarief' worden thans ontwikkeld met technische ondersteuning van de OESO. Deze indicatoren hebben vooral tot doel armoede- en werkloosheidsvallen vast te stellen. De gegevens over 1999 zullen echter waarschijnlijk niet op tijd beschikbaar zijn voor het syntheseverslag 2002.
Innovatie en onderzoek
7. Van de e-samenleving zijn drie indicatoren ontwikkeld. Om de bestaande indicator van de toegang tot internet aan te vullen, werd in juni 2001 een eerste reeks gegevens over 'aantal leerlingen met toegang tot on-linecomputers' bekendgemaakt. Nu ruim 90% van de scholen in de EU op internet zijn aangesloten, zal deze nieuwe indicator de werkelijke toegang van de leerlingen tot internet nauwkeuriger meten. De tweede indicator, 'e-bestuur', wordt gedefinieerd als het gemiddelde procentuele gebruik van 20 basisdiensten van de overheid die on line beschikbaar zijn. Daar de definitieve onderzoekresultaten voor deze indicator niet vóór november 2001 beschikbaar zullen komen, was het niet mogelijk de kwaliteit van de gegevens te beoordelen of ze in het syntheseverslag van dit jaar op te nemen. E-bestuur is daarom als een nog te ontwikkelen indicator in de lijst opgenomen. De eerste gegevens voor de indicator 'omzetaandeel van de e-handel' (zowel B2B als B2C) zullen beschikbaar komen in oktober 2001, en de volledige gegevens over 2001 in september 2002. Deze indicator kon dus evenmin in het syntheseverslag worden opgenomen, maar hij is wel vermeld als nog te ontwikkelen indicator.
Economische hervorming
8. De gegevens over de marktstructuur in de netwerkindustrieën zijn verkregen van de diensten van de Commissie en via Eurostat van de nationale bureaus voor de statistiek. De kwaliteit van de gegevens varieert van bedrijfstak tot bedrijfstak en volgens de definitie van de gekozen indicator. Er moeten echter voldoende gegevens van hoge kwaliteit beschikbaar zijn om 'marktaandeel van de gevestigde bedrijven' als indicator in de lijst op te nemen. De kwaliteit van de indicatoren op dit gebied moet dus nog worden verbeterd in nauwe samenwerking met Eurostat en de nationale bureaus voor de statistiek.
9. Wat de bedrijfsdemografie betreft zullen geharmoniseerde gegevens over 'nieuwe bedrijven' en 'overlevingspercentage van nieuwe bedrijven' eind 2002 beschikbaar zijn voor de meeste lidstaten en eind 2003 voor alle lidstaten. Wegens technische moeilijkheden zullen de gegevens over de 'gestrande bedrijven' niet beschikbaar komen voor het syntheseverslag 2004.
10. Indicatoren over bedrijfsregistratie worden ontwikkeld als onderdeel van de Best-procedure in het kader van het meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap. In maart 2002 zullen gegevens van deze oefening beschikbaar komen over 'tijd nodig voor de registratie van een naamloze vennootschap', 'kosten van registratie van een naamloze vennootschap', 'aantal procedures voor de registratie van een naamloze vennootschap' en 'minimumkapitaalvereisten voor de registratie van een naamloze vennootschap'.
Sociale cohesie
11. Het comité Sociale Bescherming heeft gewezen op het multidimensionale karakter van sociale uitsluiting. Gewerkt wordt aan indicatoren van, bijvoorbeeld, gezondheid en sociaal-economische status, huisvesting en levensomstandigheden. Vorderingen zijn gemaakt bij het verzamelen van meer recente gegevens van het European Community Household Panel (ECHP). De gegevens van 1998 zijn de laatste die beschikbaar zijn voor het syntheseverslag 2002, hetgeen betekent dat het tijdsverschil één jaar korter is geworden dan vorig jaar. In de toekomst zullen dergelijke indicatoren gebaseerd zijn op de nieuwe 'statistieken van inkomen en levensomstandigheden' (EU-SILC), die naar verwachting gegevens van slechts twee jaar oud zullen verschaffen. Voorts worden indicatoren van de kinderopvang ontwikkeld, bijvoorbeeld door herziening van de vragenlijst voor de arbeidskrachtenenquête van de EU, maar de gegevens zullen niet beschikbaar zijn voor het syntheseverslag 2002.
Nieuwe lijst van nog te ontwikkelen indicatoren
12. In het vorige deel werden de terreinen beschreven waar het laatste jaar veel vooruitgang is geboekt. In dit deel wordt de nieuwe lijst van nog te ontwikkelen indicatoren voorgesteld. De nieuwe lijst bevat indicatoren uit de lijst van vorig jaar die niet op tijd klaar waren om ze op te nemen in de lijst van dit jaar, hoewel aanzienlijke vooruitgang is geboekt bij de ontwikkeling ervan. Dit was het geval voor de potentiële productie, het marginale effectieve belastingtarief, de bedrijfsdemografie, de e-handel en de bedrijfsregistratie. Sommige van de andere indicatoren zijn overgenomen uit de lijst van vorig jaar, omdat weinig vooruitgang is gemaakt doordat de diensten van de Commissie hun aandacht moesten beperken tot een hanteerbaar aantal indicatoren.
13. Op verzoek van de Europese Raad van Stockholm zal een nieuwe indicator worden ontwikkeld over de kinderopvangvoorzieningen. Een indicator van e-bestuur is toegevoegd wegens de beleidsprioriteit die de Raad Interne markt hieraan geeft, en de werkzaamheden zijn reeds ver gevorderd. De indicator ICT-investeringen is aan de lijst van te ontwikkelen indicatoren toegevoegd, omdat de indicator van de ICT-uitgaven wegens technische problemen niet in de lijst kon worden opgenomen. Financiële integratie is in de lijst opgenomen in verband met de behoefte aan een betere indicator van de integratie van de financiële markten dan 'kapitaalverschaffing door de beurzen', die sterk door de conjunctuur wordt beïnvloed. Voor het nieuwe terrein milieu worden zes indicatoren voorgesteld. Dit houdt verband met de recente toevoeging van dit terrein aan de structurele indicatoren en het feit dat de milieu-indicatoren in vergelijking met de andere terreinen nog onderontwikkeld zijn. Op dit terrein weerspiegelt de indicator handicapsvrije levensverwachting het feit dat een goede gezondheid van vitaal belang is voor een productief, bevredigend en zelfstandig leven.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Vooruitgang is geboekt met de cursief gedrukte indicatoren.
BIJLAGE 4 - Definitie, bron, beschikbaarheid en beleidsdoelstelling van de geselecteerde indicatoren
Indicatoren van de algemene economische achtergrond
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
* 'Tijdreeks': de jaren waarover in de meeste lidstaten gegevens beschikbaar zijn.
(I) Werkgelegenheid
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
(II) Innovatie en onderzoek
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
(III) Economische hervorming
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
(IV) Sociale cohesie
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
(V) Milieu
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>