Artikelen bij COM(2006)155 - Toestand van de landbouw in de EU - Verslag 2004

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2006)155 - Toestand van de landbouw in de EU - Verslag 2004.
document COM(2006)155 NLEN
datum 4 april 2006
Belangrijke juridische mededeling

|
52006DC0155

Verslag van de Commissie - De toestand van de landbouw in de Europese Unie - Verslag 2004 {SEC(2006) 423} /* COM/2006/0155 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 4.4.2006

COM(2006) 155 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

De toestand van de landbouw in de Europese Unie Verslag 2004 {SEC(2006) 423}

INLEIDING

1. Het verslag 2004 over de toestand van de landbouw in de Europese Unie is afgerond in september 2005 en wordt gepubliceerd als aanvulling op het algemeen verslag over de werkzaamheden van de Europese Unie. Begin 2005 is ook de afzonderlijke publicatie "Agriculture in the European Union – Statistical and economic information 2004" verschenen. De negen hoofdstukken van het landbouwverslag geven een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen op landbouwgebied in het jaar 2004.

1. Economische situatie en landbouwinkomens

2. De plantaardige productie ligt in 2004 hoger dan in het voorafgaande jaar. Wat de dierlijke productie betreft (vlees, melk en andere zuivelproducten) is, afhankelijk van de sector, evenveel of meer geproduceerd. Algemeen kan worden gesteld dat de landbouwers in de tien nieuwe lidstaten hun inkomen aanzienlijk zien toenemen dankzij de rechtstreekse GLB-betalingen. Het inkomen van boeren stijgt in sommige oude lidstaten en daalt in andere. De daling wordt vooral veroorzaakt door de gestegen prijzen voor brandstof, meststoffen en diervoeder. Over de hele Europese Unie bekeken neemt het landbouwinkomen met 3 % toe. Dat inkomen is als volgt verdeeld: 20 % van de landbouwbedrijven strijkt 70 % van het totale landbouwinkomen op, terwijl 90 % van het totale landbouwinkomen naar 50 % van de landbouwbedrijven vloeit.

3. De wereldeconomie groeit in 2004 naar schatting met 5 %. Dit groeiritme – het snelste sinds de jaren 70 – is terug te voeren op het bedrijfsvriendelijke macro-economische beleid, de historisch lage rentevoeten en de opvallend snelle groei van bepaalde opkomende economieën, zoals China. De olieprijzen stijgen in de loop van het jaar scherp, met een piek in oktober 2004 van USD 55 per vat. In de Europese Unie bedraagt de economische groei naar schatting 2,5 %. De euro bereikt in februari een topkoers ten opzichte van de dollar en klokt aan het eind van het jaar af op USD 1,36.

4. In de eerste negen maanden van 2004 blijft de totale waarde van de communautaire landbouwuitvoer stabiel ten opzichte van dezelfde periode in 2003. De totale waarde van de invoer stijgt in de eerste negen maanden met 4 % ten opzichte van dezelfde periode in 2003 (de EU blijft voor het tweede opeenvolgende jaar netto-invoerder van rundvlees). Het totale handelstekort voor landbouwproducten in de eerste negen maanden van het jaar stijgt ten opzichte van 2003 met één miljard tot 3 miljard euro. Het niveau van de interventievoorraden daalt voor vlees en zuivelproducten, maar zou voor granen gaan stijgen vanwege de uitzonderlijke oogst in 2004 en de lage prijzen op de internationale graanmarkt.

2. Beleidsontwikkeling en regelgevingsinitiatieven in 2003

2.1. De hervorming van het GLB

5. In juni 2003 wordt een overeenkomst bereikt over een pakket hervormingen van het GLB. Centraal in de hervorming staat de 'bedrijfstoeslagregeling', een regeling waarbij vanaf 2005 een van de productie losgekoppelde steunbetaling wordt toegekend die een groot aantal rechtstreekse betalingen die de boer vroeger kreeg, incorporeert en vervangt.

6. Een tweede golf van hervormingen wordt in april 2004 goedgekeurd en heeft betrekking op de sectoren tabak, olijfolie, katoen en hop. De productiegebonden betalingen die de telers van deze gewassen tot dusverre ontvingen, zullen worden overgedragen naar de bedrijfstoeslagregeling die in juni 2003 in het GLB is ingevoerd. De betaling wordt verbonden aan de naleving van horizontale voorschriften, zoals de randvoorwaarden, de bepalingen over modulering en financiële discipline. De hervormingen zullen in 2006 in werking treden (2005 voor hop).

2.2. Kwaliteitsbeleid

7. Bij Verordening (EG) nr. 383/2004 maakt de Commissie haar beleid ter bescherming van de benamingen van landbouwproducten transparanter. De Commissie stelt bovendien een gids over de Gemeenschapsverordeningen ("Guide to Community Regulations") op met uitleg over de doelstelling, de werkingssfeer en de implicaties van de verordeningen over het kwaliteitsbeleid van de EU [Verordeningen (EEG) nr. 2081/92 en (EEG) nr. 2082/92]. In de loop van het jaar breidt de Commissie de lijst van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen met 49 uit: de lijst bevat momenteel 681 producten.

2.3. Biologische landbouw

8. In juni 2004 geeft de Commissie het startsein voor het Europees actieplan voor biologisch voedsel en biologische landbouw. In dat actieplan wordt de situatie van de biologische landbouw geïnventariseerd en wordt een algemeen kader voor het beleid in dat verband vastgesteld. Bovendien bevat het actieplan 21 acties, waaronder regelgevingsinitiatieven, die een beleidsmatig ondersteunde evenwichtige ontwikkeling van de sector mogelijk moeten maken. Het plan is het resultaat van openbaar overleg dat de afgelopen drie jaar heeft plaatsgevonden en waartoe lidstaten, communautaire instellingen, betrokkenen uit de sector en alle belangstellende partijen hebben bijgedragen.

2.4. Afzetbevorderingsacties

9. Net als de vorige jaren stimuleert de Commissie de verkoop van landbouwproducten binnen en buiten de Unie. In 2004 wordt een aantal nieuwe afzetbevorderingsprogramma's voor cofinanciering goedgekeurd. Dertien daarvan moeten de afzet in derde landen promoten (onder meer in Japan, Rusland, de VS, Canada en Brazilië); 46 ervan zijn gericht op afzetbevordering in de EU.

2.5 Vereenvoudiging van de landbouwwetgeving

10. De vereenvoudigingsdoelstelling boet in 2004 niet aan belang in. Enerzijds wil men de wetgeving zo duidelijk, transparant en toegankelijk mogelijk maken. Anderzijds wordt gestreefd naar minder administratieve rompslomp voor de landbouwers en de diverse nationale autoriteiten die belast zijn met de toepassing van het GLB in de lidstaten.

2. 6. Staatssteun

11. In oktober 2004 stelt de Commissie Verordening (EG) nr. 1860/2004 over de minimis -steun voor landbouwers en vissers vast. Krachtens die verordening hoeven de lidstaten nationale steun voor landbouwers en vissers niet meer bij de Commissie aan te melden, wanneer de steun niet meer bedraagt dan 3 000 euro per begunstigde. Dit initiatief komt ten goede aan boeren en vissers in ernstige financiële moeilijkheden.

12. In de loop van het jaar stelt de Commissie een aantal beschikkingen vast in verband met voordien toegekende staatssteun voor reclame en afzetbevordering voor landbouwproducten. Met betrekking tot de toekenning van staatssteun door de lidstaten ontvangt de Commissie 252 meldingen van ontwerp-steunmaatregelen in de landbouw en de agro-industrie. Tegen 212 van die maatregelen tekent zij geen bezwaar aan.

2. 7. Hulp aan de meest behoeftige personen

13. De Europese Unie zet haar programma voor de meest behoeftige personen voort en verdeelt landbouwproducten uit de interventievoorraden aan verenigingen uit de lidstaten die zich voor deze mensen inzetten. De waarde van de producten die in 2004 in dit kader worden uitgedeeld, bedraagt ongeveer 214 miljoen euro.

2. 8. Ultraperifere gebieden

14. In oktober stelt de Commissie een voorstel voor een verordening van de Raad ter hervorming van de steunregelingen voor landbouw in de ultraperifere gebieden van de EU vast. Doel van de hervorming is het beheer van de regelingen te verbeteren. De hervorming moet vooral de filosofie die achter de wijze van steunverlening zit, veranderen door bijvoorbeeld de deelname aan de besluitvorming te stimuleren.

2. 9. Voorlichtingsacties op het gebied van het GLB

15. De Commissie zet haar inspanningen op het gebied van voorlichting aan landbouwers, andere partijen en het grote publiek voort. Met het oog daarop geeft zij toestemming voor de cofinanciering van 31 maatregelen (zoals studiebijeenkomsten, conferenties, publicaties en de productie van audiovisueel materiaal) die tot doel hebben de mensen te informeren over het GLB. De Commissie organiseert zelf onder meer persvoorlichtingssessies, hoorzittingen en conferenties. De Commissie is tevens aanwezig op vijf landbouwbeurzen in verschillende lidstaten.

2. 10. Informatie- en communicatietechnologie

16. In 2004 wordt geïnvesteerd om de informatiesystemen van DG AGRI op peil te houden en verder te ontwikkelen. Dit alles in het licht van de uitbreiding van de EU en de invoering van een boekhouding op transactiebasis.

2. 11. Raadgevende comités en betrekkingen met organisaties die belangengroepen vertegenwoordigen

17. In de circa 85 vergaderingen van raadgevende comités en werkgroepen die in 2004 plaatsvinden, worden de vertegenwoordigers van de talrijk opgekomen belangengroepen door de Commissie geraadpleegd en geïnformeerd. Het Europees Parlement houdt 15 voltallige zittingen. DG AGRI is daar telkens vertegenwoordigd wanneer onderwerpen over rurale aangelegenheden of landbouw aan de orde zijn. DG AGRI stelt antwoorden op 616 vragen van EP-leden op of draagt bij tot het opstellen ervan.

3. Landbouwmarkten

3.1. Plantaardige productie

18. De mondiale productie van granen stijgt in het verkoopseizoen 2003/2004 ten opzichte van het vorige jaar. In de EU, daarentegen, doet zich een scherpe daling voor. De mondiale graanvoorraden nemen eens te meer af, met een geraamde hoeveelheid van 260 miljoen ton in 2003/2004 ten opzichte van 320 miljoen ton in 2002/2003 en 380 miljoen ton in 2001/2002. Voor het eerst in jaren produceert de EU minder graan dan zij consumeert. Bijzonder uitgesproken is het tekort aan tarwe en maïs.

19. Oliehoudende zaden worden geteeld voor de productie van olie voor menselijke consumptie en van perskoek voor dierlijke consumptie. Hoewel de velden zich dankzij de uitstekende weersomstandigheden in 2004 kunnen herstellen van de in 2003 geleden schade, blijft de EU netto-invoerder van oliehoudende zaden.

20. De situatie op de mondiale suiker markt toont dat ook in 2003/2004 sprake is van een overschot en er dus meer wordt geproduceerd dan geconsumeerd. De Braziliaanse suikerboeren, veruit de grootste suikerproducenten ter wereld, halen weer een nieuwe recordproductie. In de EU zet de tendens tot inkrimping van het suikerareaal zich door, wat tot uiting komt in een communautaire productie in 2003/2004 die beduidend lager ligt dan het vorige jaar. De lagere productie betreft vooral de buiten het contingent vallende C-suiker, die zonder uitvoersubsidie naar derde landen moet worden uitgevoerd of naar het volgende verkoopseizoen moet worden overgedragen.

21. De Commissie stelt een hervorming van de suikerregeling voor en maakt in september 2003 een analyse van de drie mogelijke opties voor de toekomstige regeling bekend. In 2004 worden deze opties gedetailleerd besproken met de lidstaten en de voornaamste belanghebbende partijen. In juli 2004 maakt de Commissie een mededeling aan de Raad en het Europees Parlement bekend waarin zij haar voorstellen over de toekomst van de gemeenschappelijke marktordening voor suiker uit de doeken doet. Centraal in het voorstel staat een belangrijke daling van de suikerbietenprijs, die gedeeltelijk zal worden opgevangen met rechtstreekse betalingen.

22. De Europese Unie is met haar productie van ongeveer drievierde van het mondiale aanbod, de grootste producent van olijfolie ter wereld. De hervorming van de olijvensector maakt deel uit van de tweede golf van de GLB-hervorming, die in april 2004 is vastgesteld. Belangrijk in dit verband is met name dat ten minste 60 % van de gemiddelde productiegebonden betalingen die in de periode 2000–2002 zijn uitgekeerd, zullen worden omgezet in rechten in het kader van de bedrijfstoeslagregeling. Om de procedures voor de kleine boeren te vereenvoudigen en hun een stabiel inkomen te verzekeren, wordt aan olijventeeltbedrijven die kleiner zijn dan 0,3 ha het totale bedrag van de hun toekomende productiegebonden betalingen uitgekeerd.

23. In 2003 is de Commissie begonnen aan de vereenvoudiging van de regels over verse groenten en fruit . Dit werk is in 2004 voortgezet.

24. Slechts een klein deel van de bananen die in de EU worden geconsumeerd, wordt er ook geproduceerd. De rest wordt ingevoerd uit landen in Afrika, de Caraïben en de Stille Oceaan (de ACS-landen) en uit een groot aantal andere, hoofdzakelijk Centraal- en Zuid-Amerikaanse landen. In 2004 wordt met het oog op de toetreding van de tien nieuwe lidstaten een aanvullende hoeveelheid ter beschikking gesteld voor invoer in die landen van 1 mei tot en met 31 december 2004.

25. De EU is de grootste uitvoerder van wijn ter wereld. De belangrijkste afzetmarkten zijn de Verenigde Staten, Zwitserland, Canada en Japan. In 2004 bedraagt de waarde van de uitvoer circa 5 miljard euro. In de loop van dat jaar past de Commissie met betrekking tot de gemeenschappelijke marktordening voor wijn een aantal maatregelen aan om rekening te houden met de situatie in de tien nieuwe lidstaten. Bovendien stelt zij voor het wijnoogstjaar 2004/2005 een indicatieve financiële toewijzing vast voor de herstructurering en omschakeling van wijngaarden.

3.2. Dierlijke productie

26. De EU is 's werelds grootste producent van koe melk en wordt in de totale melkproductie alleen voorafgegaan door India, waar de meeste melk afkomstig is van buffels. De Verenigde Staten volgen op de derde plaats. In 2004 daalt het melkkoeienbestand met een half miljoen, tot circa 24 miljoen. Het gemiddelde aantal koeien per communautair bedrijf stijgt tot 37. Het Verenigd Koninkrijk voert qua bedrijfsomvang de lijst van de vijftien oude lidstaten aan (met een gemiddeld aantal koeien van 110); Oostenrijk is hekkensluiter met 10 koeien per bedrijf.

27. De EU is de op twee na grootste producent van rundvlees (na de Verenigde Staten en Brazilië). Sinds 2003 is de Unie netto-invoerder van rundvlees. De communautaire uitvoer gaat vooral richting Rusland, terwijl de invoer voornamelijk uit Zuid-Amerika komt. In de eerste negen maanden van 2004 wordt in totaal circa een half miljoen ton rundvlees in de EU ingevoerd, waarbij moet worden opgemerkt dat het niveau van de invoer tegen betaling van de volledige rechten toeneemt: een bewijs van de sterke concurrentiepositie van sommige rundvleesleveranciers.

28. De situatie op de markt voor schapen- en geitenvlees is bevredigend tot wanneer de aanwezigheid van bluetongue op de zuidelijke Iberische schiereiland wordt gemeld in oktober 2004 en de prijzen als gevolg daarvan dalen. In het varkensvlees segment produceert alleen China meer dan de EU. De prijzen voor de communautaire varkensboeren zijn in 2004 onstabiel en sluiten het jaar op een bijzonder laag niveau af. Niettemin wordt in 2004 een prijsstijging verwacht.

29. Sinds 1998 is de wereldproductie van pluimveevlees zeer beduidend toegenomen, met ongeveer 20 % per jaar. Met een groeipercentage van circa 3 % blijft de productie in de EU ver achterop. In 2000 krijgt de communautaire productie te lijden van een uitbraak van aviaire influenza in Italië. In 2003 volgt een extra klap voor de productiesector als gevolg van uitbraken in België en Nederland. Verwacht wordt dat de productie in 2004 weer zou stijgen.

4. Agromonetaire regeling

30. De agromonetaire maatregelen die in 2004 worden vastgesteld, hebben uitsluitend betrekking op de vaststelling van de wisselkoersen voor rechtstreekse steun in de lidstaten die de euro nog niet hebben ingevoerd.

5. Plattelandsontwikkeling in 2004

31. De programmering van de plattelandsontwikkeling voor de periode 2000–2006 omvat: 68 door het EOGFL-Garantie medegefinancierde programma’s voor plattelandsontwikkeling (PPO’s), voorts door het EOGFL-Oriëntatie medegefinancierde maatregelen voor plattelandsontwikkeling in 69 programma’s voor doelstelling 1-regio’s en ten slotte door het EOGFL-Garantie medegefinancierde maatregelen voor plattelandsontwikkeling in 20 programma’s voor doelstelling 2-regio's.

32. In 2004 geeft de Gemeenschap 8 miljard euro uit voor plattelandsontwikkeling: vijf miljard daarvan wordt gefinancierd uit het EOGFL-Garantie (van oktober 2003 tot oktober 2004) en 3 miljard uit het EOGFL-Oriëntatie (kalenderjaar 2004). In 2004 zet de Commissie het licht op groen voor voorstellen tot wijziging van 52 plattelandsontwikkelingsprogramma's. Met betrekking tot de voordien goedgekeurde Leader+-programma's zijn eind december 2004 892 van de vooropgezette 938 plaatselijke groepen (PG's) geselecteerd.

6. Milieu en bossen

33. In 2004 komt de Commissie met voorstellen voor de invulling voor het IRENA-project en met een analytisch kader waarin onder meer een set van 35 agromilieu-indicatoren wordt voorgesteld. De Commissie zet tevens de tenuitvoerlegging van het 'Biodiversiteitsactieplan voor de landbouw' voort. In een verordening van de Raad van mei 2004 wordt een nieuw meerjarig communautair programma vastgesteld voor de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw. Een aantal lidstaten stelt de Commissie in kennis van door hen ingevoerde maatregelen over de coëxistentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele en biologische landbouw. De Commissie toetst deze meldingen aan de beginselen van haar aanbeveling uit 2003.

34. In het kader van de bescherming van de bossen tegen luchtverontreiniging en brand gaat de Commissie door met het beheer van de projecten en nationale programma’s uit 2000, 2001 en 2002. Voorts start zij een voorbereidende actie op in het kader van het European Forestry Information and Communication Platform. Doel van deze actie is de informatiebronnen en databestanden over bosbouw die in de EU beschikbaar zijn, toegankelijker te maken en het gebruik ervan te stimuleren. Tot slot wordt verder gewerkt aan de voorbereiding van een uitvoeringsverslag over de communautaire bosbouwstrategie.

7. Financiering van het GLB in 2004

35. De uitgaven voor het GLB worden gefinancierd binnen het kader van de financiële vooruitzichten die in 1999 op de top van Berlijn zijn bepaald en eind 2002 op de top van Kopenhagen zijn aangepast om rekening te houden met de financiële gevolgen van de uitbreiding.

36. Van de totale vastleggingskredieten ten bedrage van 111 300 miljoen euro die in de algemene begroting voor 2004 zijn opgenomen, wordt 46 781,4 miljoen (42 %) toegewezen aan het EOGFL-Garantie. In 2003 namen de vastleggingen voor EOGFL-Garantie 45 % van de in de algemene begroting opgenomen vastleggingskredieten voor hun rekening. De uitgaven uit het EOGFL-Garantie in 2003 kunnen als volgt worden uitgesplitst: uitvoerrestituties (3 730 miljoen euro); openbare en particuliere opslag (930 miljoen euro); rechtstreekse betalingen (29 690 miljoen euro); andere interventiemaatregelen in het kader van de gemeenschappelijke marktordeningen (5 410 miljoen euro); overige uitgaven, hoofdzakelijk voor plattelandsontwikkeling (4 710 miljoen euro). De rechtstreekse betalingen aan de boeren vormen met andere woorden de hoofdmoot van de steunmaatregelen.

37. De steun in het kader van het EOGFL-Oriëntatie, waarmee de plattelandsontwikkelingsprogramma's worden gefinancierd, neemt voor de periode 2000–2006 niet af. Ter informatie: maatregelen met betrekking tot landbouwstructuren en de diversificatie van plattelandsgebieden, die tot 1999 uit het EOGFL-Oriëntatie werden gefinancierd, vallen nu onder het EOGFL-Garantie.

38. Evaluatie: wat het marktbeleid betreft, wordt de evaluatie van de gemeenschappelijke marktordeningen voor tabak en olijfolie voltooid. Wat de wijnsector betreft, wordt een contract ondertekend en voor bananen wordt een aanbesteding gepubliceerd. Er wordt vooruitgang geboekt bij de voorbereidende werkzaamheden voor evaluaties met betrekking tot varkensvlees, eieren en slachtpluimvee en de milieueffecten van de gemeenschappelijke marktordeningen voor blijvende teelten. Tot slot: de studie over de grootschalige toepassing van de Leader-innovaties die in 2003 van start ging, wordt afgerond.

8. Uitbreiding

39. Het verdrag betreffende de toetreding van de tien nieuwe lidstaten treedt op 1 mei 2004 in werking. Een verordening tot aanpassing van de teksten van de GLB-hervorming aan de toetreding, en een besluit tot aanpassing van de Akte van toetreding aan de GLB-hervorming worden op 22 maart 2004 vastgesteld. De onderhandelingen met Bulgarije en Roemenië over alle hoofdstukken worden in december 2004 voltooid. De Commissie volgt op hoe de verbintenissen die deze landen tijdens de onderhandelingen zijn aangegaan, worden nagekomen. DG AGRI werkt nauw samen met DG ELARG aan de voorbereiding van de impactstudie van de Commissie over de toetreding van Turkije, en stelt het landbouwhoofdstuk op. Er worden belangrijke bijdragen geleverd tot het advies van de Commissie over de toetredingsaanvraag van Kroatië. Het advies wordt op 20 april 2004 vastgesteld.

40. Op 1 mei 2004 worden acht van de tien SAPARD-landen lid van de Europese Unie. De Commissie stelt bepalingen vast om de overgang van SAPARD naar de instrumenten in het kader van de plattelandsontwikkelingsprogramma's die toegankelijk zijn voor de nieuwe lidstaten, te vergemakkelijken. Eind december 2004 hebben de SAPARD-organen in totaal 2 215 miljoen euro (cumulatief bedrag van de EU-bijdrage) vastgelegd ten behoeve van de begunstigden.

9. Internationale betrekkingen

9.1. Internationale organisaties en overeenkomsten

41. De EU blijft deelnemen aan verschillende vergaderingen van internationale organisaties. Met betrekking tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) wordt het werk, na de onvruchtbare ministervergadering van Cancún in september 2003, in het voorjaar van 2004 voortgezet. Hiermee wordt de basis gelegd voor zeer geslaagde handelsbesprekingen in juli, die worden bekroond met het sluiten van het Overeengekomen Kader (Agreed Framework).

42. De EU neemt tevens deel aan de vergaderingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). In 2004 wordt dieper ingegaan op het thema handelsverstoring aan de hand van voortgezette studies over 'ontkoppeling' en het effect van risicogerelateerde steun op productiebeslissingen.

43. Na de afsluiting van de onderhandelingen van 2004 zal de Internationale Overeenkomst voor olijfolie en tafelolijven worden vervangen door een nieuwe overeenkomst. Met betrekking tot de ontwikkelingslanden stelt de Raad in april 2004 een communautair actieplan vast dat deze landen moet helpen een bovenmatige afhankelijkheid van de uitvoer van landbouwgrondstoffen tegen te gaan.

9.2. Handelsbetrekkingen op bilaterale en regionale basis

44. Met betrekking tot de economische partnerschapsovereenkomsten gedurende het jaar 2004, draagt de Commissie bij tot het opstellen van stappenplannen voor de zes betrokken regio's van ontwikkelingslanden. Er wordt verder gesproken over de nog hangende punten in het kader van de overeenkomst tussen de EU en Zuid-Afrika over wijn en gedistilleerde dranken.

45. De Overeenkomst over de Europese Economische Ruimte wordt, na de ratificatie ervan in alle EER-landen, inclusief de lidstaten van de EU, gewijzigd in verband met de uitbreiding van de EU. In oktober geeft de Raad de Commissie een mandaat om verder op bilaterale basis met IJsland te onderhandelen over landbouw. Met Noorwegen wordt afgesproken de bilaterale onderhandelingen over de handel in landbouwproducten in 2005 te hervatten. Er worden intensieve besprekingen gevoerd met Zwitserland en het bilaterale pakket II wordt voltooid.

46. De Commissie voert met een aantal Aziatische landen besprekingen over markttoegang. De EU stuurt een inspectieteam naar India voor een evaluatie van de gegevens die zij heeft ontvangen in het kader van een verzoek tot goedkeuring van een aantal organisaties voor de accreditatie van de uitvoer van biologische levensmiddelen. In het kader van het Barcelona-proces zijn inmiddels met alle mediterrane landen associatieovereenkomsten gesloten. De onderhandelingen die met Samenwerkingsraad van de Golfstaten worden gevoerd over het landbouwonderdeel van de toekomstige vrijhandelsovereenkomst, worden tijdelijk opgeschort.

47. De onderhandelingen die met Roemenië en Bulgarije in het kader van de respectieve Europa-overeenkomsten waren opgestart om rekening te houden met de uitbreiding en aanvullende concessies op landbouwgebied vast te stellen, worden afgerond. De nieuwe regelingen zullen naar verwachting begin 2005 ten uitvoer worden gelegd. Met het oog op de sluiting van een associatieovereenkomst tegen oktober 2004, wordt intensief onderhandeld met Mercosur. De termijn verstrijkt desondanks: de onderhandelingen zullen in 2005 worden voortgezet. De betrekkingen met de Russische Federatie verlopen vlot: in april wordt een akkoord bereikt over het Russische voorstel over markttoegang in het kader van de toetreding van het land tot de WTO.

48. Met de Verenigde Staten wordt druk onderhandeld over een omvattende wijnovereenkomst EU/VS. Deze onderhandelingen worden in 2005 voortgezet.

IRENA is het acroniem van 'Indicators Report on the integration of Environmental concerns into Agriculture policy' (rapportage aan de hand van indicatoren over de integratie van milieuaspecten in het gemeenschappelijk landbouwbeleid).

COM(2001) 162 def., deel III.

Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad.

Aanbeveling 2003/189/EG van de Commissie (PB L 189 van 29.7.2003, blz. 36).

Verordening (EEG) nr. 3528/86 van de Raad (PB L 326 van 21.11.1986, blz. 2-4; bijzondere uitgaven in het Fins en in het Zweeds Hoofdstuk 3, Deel 22, blz. 59).

Verordening (EEG) nr. 2158/92 van de Raad (PB L 217 van 31.7.1992, blz. 3; bijzondere uitgaven in het Fins en in het Zweeds Hoofdstuk 3, Deel 44, blz. 3).

Rechtstreekse betalingen zoals gedefinieerd in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1259/1999 van 17 mei 1999 (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 113).

Verordening (EG) nr. 583/2004 van de Raad (PB L 91 van 30.3.2004, blz. 1).

Besluit 2004/281/EG van de Raad (PB L 93 van 30.3.2004, blz. 1).