Artikelen bij COM(2007)121 - Functioneren van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen (EWRS) van het gemeenschappelijke netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in 2004 en 2005 (Beschikking 2000/57/EG)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52007DC0121

Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over het functioneren van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen (EWRS) van het communautaire netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in 2004 en 2005 (Beschikking 2000/57/EG) /* COM/2007/0121 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 20.3.2007

COM(2007) 121 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

over het functioneren van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen (EWRS) van het communautaire netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in 2004 en 2005 (Beschikking 2000/57/EG)

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

over het functioneren van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen (EWRS) van het communautaire netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in 2004 en 2005 (Beschikking 2000/57/EG) (Voor de EER relevante tekst)

1. INLEIDING 3

2. ACTIVITEITEN VAN HET EWRS 3

2.1. In 2004 gemelde gevallen 3

2.2. Genomen maatregelen en follow-up van de in 2004 gemelde gevallen 4

2.3. In 2005 gemelde gevallen 5

2.4. Genomen maatregelen en follow-up van de in 2005 gemelde gevallen 6

3. NIEUWE LIDSTATEN 7

4. VERBETERING VAN HET INFORMATICA-INSTRUMENT 7

5. SIMULATIEOEFENING 'COMMON GROUND' 8

6. HET EUROPEES CENTRUM VOOR ZIEKTEPREVENTIE EN -BESTRIJDING 9

7. CONCLUSIES 9

1. INLEIDING

Bij Beschikking 2119/98/EG is het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen (EWRS) opgericht als een functie van het communautaire netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten. Beschikking 2000/57/EG bepaalt dat het EWRS beperkt is tot de in bijlage I beschreven gevallen van communautair belang, en stelt de operationele procedures van het EWRS vast. Elke lidstaat wijst het formele contactpunt van de structuur en/of de autoriteiten voor het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen aan en stelt de Commissie en de andere lidstaten daarvan in kennis (artikel 9 van Beschikking 2119/98/EG). Na de kennisgeving ontvangen de contactpunten van de Commissie een login en een wachtwoord voor de toegang tot het systeem met een volledige machtiging voor het schrijven en lezen van berichten in het systeem.

Artikel 3, lid 1, van Beschikking 2000/57/EG bepaalt dat de bevoegde autoriteiten in de lidstaten uiterlijk op 31 maart van elk jaar een gedetailleerd verslag voorleggen over de in het kader van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen gemelde gevallen. Het bepaalt ook dat de Commissie op grond van deze verslagen in een jaarverslag het functioneren van het EWRS onderzoekt en zo nodig wijzigingen voorstelt (artikel 3, lid 2).

Dit verslag onderzoekt het functioneren van het EWRS in 2004 en 2005. Het trekt conclusies uit de door de lidstaten ingediende verslagen en de ervaringen met het gebruik van het EWRS in de vermelde periode.

2. ACTIVITEITEN VAN HET EWRS

3. In 2004 gemelde gevallen

In 2004 zijn in totaal 105 gevallen via het EWRS gemeld. Testberichten om het functioneren van het systeem te testen en dienstmededelingen zijn niet in de analyse opgenomen.

Bij de 105 berichten ging het om 30 informatieberichten, 32 berichten van activeringsniveau 1, 18 berichten van activeringsniveau 2 en 3 berichten van activeringsniveau 3. 22 berichten hadden betrekking op maatregelen om te reageren op specifieke situaties (voorgenomen maatregelen, genomen maatregelen en coördinatie van maatregelen). In de volgende landen zijn gevallen gemeld die het kennisgevingsmechanisme in werking hebben gesteld: 12 in Frankrijk, 11 in Vietnam, 7 in Nederland, 6 in China, 5 in Italië en Duitsland, 4 in het Verenigd Koninkrijk en Spanje, 3 in Oostenrijk, België en Egypte, 2 in Finland, Noorwegen, Thailand en de Verenigde Staten en 1 in Griekenland, Ierland, Litouwen, Zweden, Portugal, Polen, Letland, Hongarije, IJsland, Turkije, Brazilië, Marokko, Senegal, Saudi-Arabië, Japan, Israël, de Dominicaanse Republiek, Canada en Indonesië. Twee berichten hadden betrekking op gevallen die zich in meer dan één land in Azië hadden voorgedaan. Vier berichten behoorden tot de categorie 'niet in de lijst opgenomen', 3 tot de categorie 'niet van toepassing' en 2 tot de categorie 'onbekend'.

Wat de verdeling van de gemelde gevallen naar ziekte of syndroom betreft, hadden 21 betrekking op influenza, 8 op legionellose, 6 op vCJD en salmonellose, 5 op acute diarree, 4 op tuberculose en meningitis, 3 op cholera en hepatitis, 2 op miltvuur, encefalitis, malaria, rabiës, hemorragische koorts, denguekoorts, mazelen en koorts, en 1 op difterie, shigellose en bof. 24 berichten behoorden tot de categorie 'niet in de lijst opgenomen ziekten' en 2 tot de categorie 'niet van toepassing'. De verdeling van de berichten naar ziekteverwekker weerspiegelt de verdeling naar ziekte of syndroom. Naar aanleiding van de gemelde gevallen zijn in totaal 157 reacties verstuurd.

4. Genomen maatregelen en follow-up van de in 2004 gemelde gevallen

Slechts enkele in 2004 gemelde gevallen hebben aanleiding gegeven tot het nemen van maatregelen op communautair niveau. In de meeste gevallen kon worden volstaan met volksgezondheidsmaatregelen op nationaal niveau. In negen gevallen waren meer complexe maatregelen noodzakelijk, waaronder de coördinatie van maatregelen en contacten tussen de gezondheidsautoriteiten in de lidstaten. Bij deze gevallen vond een passende follow-up plaats en de grote meerderheid van de via het EWRS ontvangen reacties hadden daarop betrekking (126 van 157 reacties, oftewel 82,2%). De gemelde gevallen zijn zelden door een officieel bericht 'gesloten'.

In de volgende punten wordt een korte samenvatting van deze 9 gevallen gegeven.

5. Er zijn twee uitbraken van legionellose door Italië en Duitsland gemeld. Beide uitbraken deden zich voor op cruiseschepen en maakten urgente contacten tussen de gezondheidsautoriteiten nodig om alle personen op te sporen die aan de besmettingsbron waren blootgesteld en om de gezondheidsautoriteiten in de lidstaten te waarschuwen om tijdig maatregelen in de havens van bestemming te kunnen nemen.

6. Zes berichten en 55 reacties daarop (35% van het totale aantal reacties) werden verstuurd naar aanleiding van de melding van de eerste gevallen van het hoogpathogene aviaire-influenzavirus type A/H5N1 bij de mens in Vietnam. Dit geval kondigde de zich snel verspreidende epidemie van vogelgriep in Azië aan. De regelmatige verspreiding van berichten via het EWRS en de organisatie van frequente teleconferenties in nauwe samenwerking met de WHO hebben het mogelijk gemaakt dat de lidstaten en de Commissie regelmatig op de hoogte werden gebracht van de ontwikkeling van de situatie en de op nationaal niveau genomen maatregelen en hebben een gecoördineerde reactie op communautair niveau mogelijk gemaakt.

7. Er zijn door Ierland respectievelijk Frankrijk twee gevallen van besmetting met het West-Nijlvirus gemeld. Het eerste geval had betrekking op een Ierse burger die in de Algarve (Portugal) besmet was geraakt en het werd in coördinatie met de Commissie door Ierland en Portugal op de voet gevolgd. Bij het tweede geval was sprake van de melding van een aantal infecties met het West-Nijlvirus bij verklikkerdieren in Sainte-Marie-de-la-Mer (Zuid-Frankrijk). Beide gevallen zijn direct via het systeem gemeld en de betrokken lidstaten hebben maatregelen genomen om de surveillance te versterken en de rampenplannen op nationaal niveau in werking te stellen om het risico van besmetting met het West-Nijlvirus bij de mens tot een minimum te beperken, inclusief de overdracht daarvan door bloedtransfusies.

8. In augustus heeft Frankrijk een geval gemeld van een hondsdolle hond die illegaal in de EU was binnengebracht. De hond heeft op verschillende toeristische plaatsen in Frankrijk nauw contact gehad met verscheidene personen, onder wie kinderen, of heeft hen gebeten. Bij die gelegenheid was de door Frankrijk via het EWRS ontvangen informatie van cruciaal belang om de gezondheidsautoriteiten in de lidstaten gedetailleerde informatie te verstrekken met het oog op het nemen van alle nodige maatregelen om de personen die contact met de hond hadden gehad op te sporen en te vaccineren.

9. Een uitbraak van hepatitis A in een Egyptische vakantieplaats is in augustus door Duitsland gemeld. Er zijn bij de uitbraak 274 gevallen van besmetting bevestigd bij personen uit 7 lidstaten en Zwitserland Deze uitbraak heeft de aandacht gevestigd op de risico's die EU-burgers lopen bij reizen in het buitenland, met name in tropische en subtropische gebieden, en het gebruik van mogelijke informatie die via de reisbureaus in de EU zou kunnen worden verspreid.

10. In oktober 2004 zijn twee uit Thailand afkomstige en met het hoogpathogene aviaire-influenzavirus type A/H5N1 besmette roofvogels op de luchthaven van Zaventem in Brussel onderschept, verborgen in de handbagage van een passagier. Na bevestiging van de besmetting hebben de Belgische gezondheidsautoriteiten een alarmbericht via het EWRS rondgestuurd om de lidstaten in staat te stellen de nodige maatregelen te nemen om de passagiers op te sporen die op dezelfde vlucht zaten en die eventueel aan het virus konden zijn blootgesteld. Naar aanleiding van dit geval zijn 22 reacties van elf lidstaten ontvangen. Er zijn verscheidene passagiers opgespoord maar er konden geen gevallen van influenza A/H5N1 worden vastgesteld.

11. Op 5 juli 2003 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie meegedeeld dat de laatste menselijke keten van overdracht van SARS (Severe Acute Respiratory Syndrome) was doorbroken. Sinds juli 2003 zijn echter opnieuw vier gevallen van SARS geconstateerd. Drie voorvallen zijn toegeschreven aan de niet-naleving van de bioveiligheidsmaatregelen in laboratoria ((Singapore, Taipei en Beijing) en één voorval (Guangzhou, China) is in verband gebracht met de blootstelling aan dierlijke en milieubronnen. De diensten van de Commissie hebben de SARS-gerelateerde gevallen in 2004 via het EWRS gemeld en de maatregelen in verband met de voorbereiding en de reactie op een mogelijke terugkeer van SARS zijn op communautair niveau versterkt, ook wat de bioveiligheid in laboratoria betreft.

12. In 2005 gemelde gevallen

In 2005 zijn in totaal 103 gevallen via het EWRS gemeld. Bij de 103 berichten ging het om 36 informatieberichten, 49 berichten van activeringsniveau 1 en 7 berichten van activeringsniveau 2. In 2005 zijn geen berichten van activeringsniveau 3 verstuurd. Elf berichten hadden betrekking op maatregelen om te reageren op specifieke situaties (voorgenomen of genomen maatregelen en coördinatie van maatregelen). Er zijn gevallen gemeld in de volgende landen: 12 in Frankrijk, 5 in Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Zweden, 4 in Duitsland en Denemarken, 3 in Litouwen, Nederland en Portugal, 2 in Estland, Griekenland, Polen, Finland, Noorwegen, Turkije, Angola en de Russische Federatie, 1 in Ierland, Italië, Letland, Tsjechië, Roemenië, Kroatië, Nigeria, de Comoren, India, Botswana, Canada, de Democratische Republiek Congo, Vietnam, de Verenigde Staten, Oekraïne, Egypte en Cuba. Zes berichten hadden betrekking op meer dan één land in Europa (waaronder lidstaten) en 20 behoorden tot de categorie ' niet van toepassing'.

Wat de verdeling van de gemelde gevallen naar ziekte of syndroom betreft, hadden 15 betrekking op salmonellose, 13 op influenza, 10 op acute diarree, 5 op legionellose en mazelen, 4 op vCJD, 3 op cholera, meningitis en koorts, 2 op hemorragische koorts, hemolytisch uremisch syndroom, malaria, shigellose en rabiës en 1 op miltvuur, hepatitis, voedselvergiftiging, melioidosis, seksueel overdraagbare aandoening, rodehond, pest, encefalitis, difterie en botulisme. Zeventien berichten behoorden tot de categorie 'niet van toepassing' en 5 tot de categorie 'niet in de lijst opgenomen'. Net zoals in 2004 weerspiegelt de verdeling van de berichten naar ziekteverwekker de verdeling naar ziekte of syndroom. Naar aanleiding van de gemelde gevallen zijn in totaal 131 reacties verstuurd. Net zoals in 2004 zijn de gemelde gevallen zelden door een formeel bericht 'gesloten'.

13. Genomen maatregelen en follow-up van de in 2005 gemelde gevallen

De door de lidstaten op nationaal niveau genomen maatregelen waren toereikend om de verspreiding van de grote meerderheid van de gemelde gevallen te bestrijden. Zes gevallen maakten echter gecoördineerde maatregelen met contacten tussen de gezondheidsautoriteiten in de lidstaten noodzakelijk. Vier daarvan hadden betrekking op de dreigende verspreiding van aviaire influenza naar Europa (Roemenië, Rusland, Oekraïne en Turkije).

14. Het hoogpathogene aviaire-influenzavirus type A/H5N1 werd in augustus 2005 in Rusland aangetroffen. De desbetreffende gevallen, alsook de drie bijkomende uitbraken van aviaire influenza in Roemenië, Turkije en Oekraïne, zijn door de Commissie direct aan de lidstaten gemeld. Door de uitwisseling van informatie via berichten en telefoonconferenties is op tastbare wijze bijgedragen aan de coördinatie en de uitvoering van maatregelen ter vergroting van de paraatheid om te reageren op de mogelijke uitbreiding van de pandemiealarmfasen. De lidstaten zijn via het EWRS regelmatig in kennis gesteld van de op nationaal niveau genomen maatregelen en op communautair niveau is voor een consistente reactie gezorgd (hoofdzakelijk monitoring van de situatie, actieve surveillance, advisering van EU-burgers die naar getroffen gebieden reisden of daaruit terugkwamen, versterking van de synergieën met de veterinaire diensten, afronding van pandemieplannen).

15. In maart 2005 vereiste een grote uitbraak van Marburgkoorts de technische bijstand van de medewerkers van een aantal Europese niet-gouvernementele organisaties in Angola. Als gevolg van de uitbraak is een EU-burger in Luanda overleden; andere medewerkers van ngo's die in contact waren gekomen met zieke of besmette patiënten zijn in quarantaine geplaatst of naar de respectieve landen van herkomst geëvacueerd (hoofdzakelijk Italië en Portugal). De via het EWRS verstrekte informatie maakte de coördinatie van een snelle reactie mogelijk om op nationaal niveau maatregelen te nemen om de speciale isolatie-eenheden in ziekenhuizen voor te bereiden (bioveiligheidsniveau 4), om de personen die in contact met de ziekte waren geweest in quarantaine te plaatsen en om de monsters voor laboratoriumdiagnose te verzenden of binnen de EU te vervoeren.

16. Op 13 april 2005 heeft de Commissie een EWRS-bericht verspreid over een geval van per vergissing gedistribueerde monsters van levend influenzavirus A/H2N2 voor de uitvoering van kwaliteitscontroletests (proficiency tests). Het desbetreffende A/H2N2-virus geleek op de A/H2N2-stam die werd aangetroffen bij de mens in 1957-58 aan het begin van de zogenaamde Aziatische-grieppandemie. Flesjes met het levende virus zijn van oktober 2004 tot begin april 2005 door het College of American Pathologists aan meer dan 3 700 laboratoria in 18 landen gestuurd. In de EU is de stam gedistribueerd aan België, Frankrijk, Duitsland, Italië en het Verenigd Koninkrijk. De EWRS-contactpunten in de betrokken lidstaten zijn door de Commissie geïnformeerd over het voorval en op nationaal niveau zijn snel operationele procedures voor de vernietiging van het virus vastgesteld. Alle ontvangen monsters zijn vernietigd en er zijn geen gevallen van griepachtig syndroom vastgesteld bij de personen die betrokken waren bij de hantering en de verwerking van de monsters.

17. NIEUWE LIDSTATEN

Sinds de toetreding in mei 2004 hebben de tien nieuwe lidstaten volledige toegang tot het EWRS en zij hebben het systeem actief gebruikt voor de melding van nieuwe gevallen en de toezending van reacties op de gevallen die door andere lidstaten of door de Commissie waren gemeld. Zes nieuwe lidstaten in 2004 (Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen en Slovenië) en zes in 2005 (Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Polen en Slovenië) hebben in 2004 en 2005 in totaal 7 respectievelijk 10 berichten verstuurd. Bij de zeven in 2004 verstuurde berichten ging het om drie berichten van activeringsniveau 1 en twee van activeringsniveau 2 en twee berichten hadden betrekking op maatregelen om te reageren op specifieke epidemiologische situaties (voorgenomen maatregelen). Wat de aard van de in 2004 gemelde gevallen betreft, hadden drie gevallen betrekking op uitbraken van acute diarree en er is telkens één bericht verstuurd voor de melding van een geval van denguevirus, legionellose, shigellose en West-Nijlvirus. Bij de tien in 2005 verstuurde berichten ging het om acht berichten van activeringsniveau 1 en twee berichten hadden betrekking op maatregelen om te reageren op specifieke gevallen. Er zijn tweemaal gevallen gemeld in verband met uitbraken van vogelgriep, acute diarree en salmonellose en eenmaal is melding gemaakt van gevallen van teken-encefalitis, malaria, voedselvergiftiging en cholera.

Uit een recente analyse van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) voor de periode van juni tot en met december 2005 blijkt dat het aantal via het EWRS gemelde bedreigingen voor de gezondheid in de nieuwe en de oude lidstaten vergelijkbaar groot is (rekening houdend met de bevolkingscijfers), wat wijst op een goede integratie van de nieuwe lidstaten in het EU-waarschuwingssysteem voor overdraagbare ziekten.

18. VERBETERING VAN HET INFORMATICA-INSTRUMENT

De oudere, in 1991 ontwikkelde HSSCD-toepassing voldeed niet langer aan de vereisten, wat zowel de behoeften van de gebruikers als de veiligheid betreft Zoals ook door de lidstaten is opgemerkt, creëerde het zeer sterk belasten van het systeem met berichten over bijzonder belangrijke gevallen, zoals SARS, moeilijkheden en obstakels voor het gebruik daarvan. Daarom werd besloten om de toepassing uit technologisch en ergonomisch oogpunt volledig te herzien om aan de behoeften van de gebruikers te voldoen. De nieuwe toepassing is op 17 mei 2004 gelanceerd en de lidstaten hebben bij verscheidene gelegenheden hun voldoening hierover uitgesproken. Uit de lessen die uit de recente 'Common Ground'-oefening zijn getrokken, is echter ook gebleken dat enkele verbeteringen nodig zijn, zoals een functie voor het tijdig en doeltreffend extraheren van gegevens, en er wordt nu hard aan deze verbeteringen gewerkt.

In de huidige toepassing is de mogelijkheid om de omvang van de bijlagen ("attachments") bij de berichten uit te breiden verbeterd, alsook de mogelijkheid om alle reacties direct onder de tekst van het bericht te schrijven en te lezen. Enkele 'eenvoudig zoeken'-elementen zijn ook aan de pagina met de lijst van de gezondheidsbedreigingen toegevoegd met het oog op de selectie van belangrijke 'vlaggen' (inhoud van het bericht, syndroom/ziekte, ziekteverwekker, reden van de rapportering en land waarin het geval zich heeft voorgedaan). Na de aanpassing van het kerngedeelte van de toepassing is een kalenderfunctie toegevoegd om een vergaderagenda te creëren en om de uitwisseling van werkdocumenten onder de gebruikers te vergemakkelijken zonder de kernberichten te overladen. Om dit risico te voorkomen, vooral bij de melding van belangrijke gevallen, is een 'follow-up'-sectie toegevoegd die de actoren in staat stelt extra informatie over een geval toe te voegen zonder dat daarbij e-mails naar de gebruikers worden gestuurd. In mei 2005 is ook een nieuw selectief berichtensysteem ("selective messaging") ingevoerd, dat de actoren in staat stelt een bericht naar geselecteerde ontvangers te sturen. Van deze selectieve berichten wordt de Europese Commissie altijd in kennis gesteld.

De zoekfunctie is verbeterd en heeft dezelfde lay-out gekregen als de pagina met de lijst van de voornaamste bedreigingen voor de gezondheid. Er zijn enkele ergonomische en praktische wijzigingen aangebracht om de lidstaten in staat te stellen een gedeelte van hun eigen gegevens te editen. Er is een printervriendelijke gedetailleerde lijst van gebruikers toegevoegd om het administratief onderhoud te vergemakkelijken. Er is een speciale sectie voor referentiedocumenten (wetsteksten, technische handleidingen, operationele procedures) gecreëerd.

Er is een sms-berichtenfunctie geactiveerd voor de toezending aan de Europese Commissie van de real time-melding per sms door de gebruikers dat een urgent bericht (niveau 2 en 3) in het systeem is ingevoerd.

De gebruikersniveaus zijn uitgebreid om toegang te geven tot zowel het ECDC als de WHO, waarbij aan de laatste, met toestemming van de lidstaten, een read-only-toegang tot geselecteerde bedreigingsberichten is gegeven. Ten slotte zijn nog enkele andere verbeteringen in verband met de veiligheid van het systeem toegevoegd.

19. SIMULATIEOEFENING 'COMMON GROUND'

De oefening 'Common Ground' werd op 23 en 24 november 2005 door het Britse Health Protection Agency (HPA) uitgevoerd als tweedaagse commandopostoefening. Deze oefening was de tweede van de twee oefeningen die in opdracht van de Europese Commissie in de gehele EU zijn uitgevoerd met het oog op de evaluatie van de bekwaamheid en de capaciteiten van de lidstaten om op een gezondheidsgerelateerde crisis te reageren, in dit geval een grieppandemie. Het EWRS stond voor de oefening ter beschikking van alle 25 lidstaten plus Noorwegen, IJsland en Zwitserland.

Het EWRS werd tijdens de oefening intensief gebruikt (437 berichten en 3 672 reacties) als communicatiemiddel tussen alle actoren. Er zijn geen storingen bij het gebruik van het systeem geconstateerd. Gezien de aard van de simulatie was het systeem echter door de intense uitwisseling van berichten zeer sterk belast. In het begin functioneerde het EWRS goed; naarmate de oefening vorderde, werden de gebruikers echter snel overstelpt met een groot aantal berichten. De lidstaten hebben erop gewezen dat het opzoeken van relevante informatie enorm veel tijd en de inzet van enorme middelen vergde en voor sommige werd dit zelfs onmogelijk gezien de beperkte middelen waarover zij beschikten. De deelnemers hebben opmerkingen gemaakt over de moeilijkheden die zij hebben ondervonden bij het tijdig en effectief extraheren van informatie. Aangezien het EWRS het enige beschikbare systeem voor simultane Europese communicatie was, gebruikten de actoren het systeem voor de uitwisseling van allerlei informatie, hoewel het slechts ontwikkeld is voor de officiële melding van maatregelen en de coördinatie daarvan, zoals vastgesteld in de communautaire wetgeving.

20. HET EUROPEES CENTRUM VOOR ZIEKTEPREVENTIE EN -BESTRIJDING

Het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) is officieel opgericht in mei 2005 maar is reeds in maart 2005 met zijn werkzaamheden begonnen. Aangezien de overdracht van het beheer van het EWRS naar het ECDC is opgenomen in de verordening tot oprichting van het ECDC, is het ECDC snel geïntegreerd in alle activiteiten met betrekking tot het EWRS.

Het ECDC is sinds april 2005 op het EWRS aangesloten. Het ECDC heeft deelgenomen aan de EWRS-vergadering die na de oprichting daarvan is gehouden en heeft in nauwe samenwerking met de Commissie aan de discussies bijgedragen.

Het ECDC heeft zijn mandaat in verband met de monitoring van gezondheidsbedreigingen uitgevoerd onder gebruikmaking van de EWRS-berichten als informatiebron over gezondheidsbedreigingen in Europa, maar het heeft daarbij ook actief heeft gezocht naar aanvullende formele en informele bronnen. De informatie over gezondheidsbedreigingen wordt gebundeld in een wekelijks verslag, dat aan de Commissie en de lidstaten wordt toegestuurd.

21. CONCLUSIES

Uit de analyse van de EWRS-activiteiten blijkt dat het systeem steeds vaker door de lidstaten wordt gebruikt en dat het thans wordt beschouwd als een passend instrument voor de snelle verspreiding van informatie met het oog op de coördinatie van de maatregelen en het risicobeheer op communautair niveau. Het totale aantal via het EWRS verstuurde berichten is in vergelijking met het vorige verslag in 2004 en 2005 verdubbeld. De nieuwe lidstaten hebben het EWRS efficiënt gebruikt en hun activiteiten kunnen met die van de oude lidstaten worden vergeleken.

Alle gevallen die een meer complexe reactie en de coördinatie van maatregelen noodzakelijk maakten, als gedetailleerd beschreven in punt 2.2 voor 2004 (twee gevallen van legionellose op cruiseschepen; A/H5N1 in Vietnam; twee gevallen van West-Nijlvirus; voorval met de illegaal in Frankrijk binnengebrachte hondsdolle hond; uitbraak van hepatitis A in een Egyptische vakantieplaats; A/H5N1-voorval bij roofvogels; en de vier SARS-gerelateerde gevallen) en in punt 2.4 voor 2005 (A/H5N1-gevallen in Europa; uitbraak van Marburgkoorts in Angola; en het A/H2N2-voorval), zijn onverwijld gemeld, wat erop wijst dat na 2003 een duidelijke verbetering heeft plaatsgevonden. Deze relevante gevallen (net zoals SARS in 2003) vormden een belangrijke test voor het nut van het EWRS. Het systeem heeft zijn institutionele rol vervuld door het tijdig versturen van berichten naar de EWRS-contactpunten in de lidstaten, door het verspreiden van gedeelde standpunten onder de nationale volksgezondheidsautoriteiten en door het vergemakkelijken van de uitwisseling van informatie en wetenschappelijk advies over specifieke kwesties.

Uit de analyse van de 'informatie'- en de 'niveau 1'-berichten is echter gebleken dat een aantal daarvan op risicobeoordelingskwesties was gericht en dat het bij een groot gedeelte daarvan in feite ging om vragen of in andere lidstaten soortgelijke gevallen waren geconstateerd. Wat dit punt betreft, zal de toekomstige betrokkenheid van het ECDC bij het verlenen van assistentie aan de Commissie bij de exploitatie van het EWRS (artikel 8 van Verordening 851/2004) bijdragen tot een verbetering van de situatie, waarbij het EWRS zal worden gebruikt overeenkomstig het bepaalde in de Beschikkingen 2119/98/EG en 2000/57/EG.

De toepassing van de nieuwe functies op de pagina met de lijst van de bedreigingen voor de gezondheid heeft een betere specificatie mogelijk gemaakt van de door de lidstaten bij de rapportering als relevant beschouwde criteria, alsook een betere definitie van de syndromen en de ziekten, de ziekteverwekkers en plaats waar de gevallen zich hebben voorgedaan. Het nog steeds grote aantal berichten in de categorieën 'niet van toepassing', 'onbekend' en 'niet in de lijst opgenomen' wijst echter op de noodzaak van een bijwerking en een betere omschrijving van deze lijsten.

De voor het EWRS ontwikkelde nieuwe toepassing is door de lidstaten met tevredenheid ontvangen en heeft geleid tot een echte verbetering van de prestaties bij het gebruik van het systeem. Bovendien is ook de tijdige melding van de relevante gevallen in vergelijking met het vorige verslag verbeterd.

Een aantal lidstaten heeft de jaarverslagen over het functioneren van het EWRS niet verstrekt (artikel 3 van Beschikking 2000/57/EG). De lidstaten stellen voor om het jaarverslag over het functioneren van het EWRS te richten op de gevallen (zoals die welke in de punten 2.2 en 2.4 voor 2004 en 2005 staan vermeld) die aanleiding hebben gegeven tot een significante reactie in termen van genomen of geplande volksgezondheidsmaatregelen en die een coördinatie van de maatregelen op EU-niveau noodzakelijk hebben gemaakt.

PB L 268 van 3.10.1998, blz. 1.

PB L 21 van 26.1.2000, blz. 32

Bulgarije en Roemenië en de landen van de Europese Economische Ruimte (IJsland, Liechtenstein en Noorwegen) maken deel uit van het EWRS-netwerk.

De activeringsniveaus worden omschreven in bijlage II bij Beschikking 2000/57/EG.

PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1.

PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1.