Artikelen bij COM(2007)223 - Tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke programma voor grotere groei en werkgelegenheid en voor een sterker concurrentievermogen van de Europese bedrijven - Vorderingen in 2006 en verdere stappen naar een voorstel voor een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


1. Chronologisch overzicht 3

2. Vorderingen 4

2.1. Activiteiten van de Werkgroep gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB-werkgroep) 4

2.2. Vorderingen buiten de werkgroep - effectbeoordeling 5

3. Verdere stappen 6

4. Conclusies 8

BIJLAGEN 10

Bijlage 1

Enkele specifieke technische punten die in december 2006 door de CCCTB-werkgroep in uitgebreide samenstelling zijn besproken 10

Bijlage 2

Enkele gedetailleerde technische punten die in de CCCTB-werkgroep zijn besproken en nog verder door de Commissie worden bestudeerd 10

1. Chronologisch overzicht

Deze mededeling geeft een overzicht van de vorderingen die in het kader van het in 2004 vastgestelde voorlopige werkprogramma met betrekking tot de CCCTB tot dusver zijn geboekt. Zij is hoofdzakelijk gewijd aan de werkzaamheden van 2006, waarbij enkele van de meer in het oog springende kwesties voor het voetlicht worden gebracht en enkele cruciale strategische punten in verband met de CCCTB bondig worden besproken.

In de mededeling van 2006 werden de achtergrond en de doelstellingen van de CCCTB uiteengezet en werd aangekondigd dat er in 2007 een nieuw voortgangsverslag zou worden opgesteld. De doelstellingen zijn ongewijzigd, aangezien er zich nauwelijks doorslaggevende ontwikkelingen hebben voorgedaan met betrekking tot de opheffing van fiscale obstakels op de interne markt.

De Raad heeft de mededeling in juni 2006 besproken zonder evenwel conclusies te trekken. De Commissie heeft de Raad in december 2006 mondeling verder verslag uitgebracht over de gemaakte vorderingen. De CCCTB is een ambitieus project dat de lidstaten voor een aantal technische moeilijkheden stelt. Er moeten verdere inspanningen worden geleverd om tot een consensus te komen. Op enkele zeer specifieke gebieden is er enige vooruitgang geboekt, zoals de goedkeuring van een gedragscode inzake de documentatie van verrekenprijzen alsook van richtsnoeren op het gebied van voorafgaande prijsafspraken (APA's) in de EU; voorts heeft de Commissie in december 2006 drie mededelingen gepubliceerd over de behoefte aan sterkere coördinatie tussen de lidstaten met betrekking tot hun belastingstelsels en één mededeling over fiscale stimulansen ten behoeve van onderzoek en ontwikkeling. Ofschoon deze gerichte maatregelen tot op zekere hoogte enkele obstakels kunnen aanpakken, blijft de Commissie de mening toegedaan dat, wat de belasting van de winsten van ondernemingen op de interne markt betreft, algemeen de grootste voordelen kunnen worden behaald door een alomvattende benadering met de invoering van de CCCTB. Dit vereist evenwel een grondige voorbereiding.

De implementatie van de CCCTB kan een belangrijke bijdrage leveren aan het welslagen van de interne markt, aan grotere groei en werkgelegenheid, en aan een sterker concurrentievermogen van de Europese bedrijven op mondiaal niveau in overeenstemming met de hernieuwde Lissabon-strategie. Bovendien kan de EU zo een interessantere markt voor investeringen worden, wat de investeringen van binnen de EU en de directe buitenlandse investeringen zou moeten doen toenemen.

Deze mededeling strekt ertoe:

- de Raad, het Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het grote publiek te informeren over de gemaakte vorderingen,

- de plannen voor het vervolg van de werkzaamheden te schetsen, en

- enkele specifieke technische punten die bijzondere aandacht vereisen, en een aantal uiterst belangrijke kwesties die een meer strategische dimensie hebben, kort samen te vatten en voor het voetlicht te brengen.

2. VORDERINGEN

2.1. Activiteiten van de Werkgroep gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB-werkgroep)

De werkgroep is om de drie maanden blijven vergaderen. Naast de eerste vier subgroepen (activa en afschrijvingen; voorzieningen en reserves; belastbaar inkomen; internationale aspecten) zijn er twee nieuwe subgroepen opgericht, die zich respectievelijk bezighouden met de belasting van groepen en het toerekeningsmechanisme. De belangrijkste discussiepunten van de werkgroep (naast de verslagen van de subgroepen) zijn samengevat in een werkdocument dat op de vergadering van december 2006 is gepresenteerd.

De werkgroepvergadering van december 2006 vond ten dele plaats in uitgebreide samenstelling, dat wil zeggen met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de academische wereld, om de CCCTB te bespreken. Dit was een vervolg op een soortgelijke uitgebreide vergadering in 2005. In juni 2006 heeft een meer gespecialiseerde uitgebreide vergadering plaatsgevonden met deskundigen uit de financiële sector om de specifieke aspecten van deze sector te bespreken. Deze vergaderingen moeten ervoor te zorgen dat er een adequate raadpleging plaatsvindt en dat de deskundigen van de Commissie en de lidstaten kunnen profiteren van de gezamenlijke expertise van professionals uit het bedrijfsleven en deskundigen uit de academische wereld.

Zoals in de mededeling van 2006 werd uiteengezet, wordt in de subgroepen of de werkgroep niet naar een formeel akkoord gestreefd, maar bieden zij de mogelijkheid om een inventaris te maken van de kwesties waarover de standpunten redelijk gelijkluidend zijn alsook van de kwesties ten aanzien waarvan een knoop zal moeten worden doorgehakt wanneer de Commissie haar wetgevingsvoorstel afrondt. In verband met deze laatste kwesties kunnen aanvullende meningen van deskundigen van buiten de Commissie en de nationale overheidsdiensten bijzonder nuttig zijn.

Het werkdocument bevatte voortgangsverslagen over de werkzaamheden met betrekking tot het belastbaar inkomen, internationale aspecten, de personele werkingssfeer, financiële instellingen, consolidatie en het bestuurlijke kader. Van elk thema zijn enkele specifieke technische punten uitgekozen voor nadere studie. Sommige hiervan zijn in bijlage 1 samengevat. Alle verdere bijzonderheden zijn te raadplegen op de desbetreffende webpagina's.

Om de grondslag te consolideren, dient een toerekeningsmethode te worden overeengekomen. Dit punt is voor het eerst aan de orde gesteld op de vergadering van december 2006 en de besprekingen zijn pas onlangs van start gegaan. Er moet worden gegarandeerd dat het mechanisme tot billijke en evenwichtige resultaten leidt.

2.2. Vorderingen buiten de werkgroep - effectbeoordeling

Overeenkomstig het huidige beleid zal het wetgevingsvoorstel worden voorafgegaan door een effectbeoordeling, die is opgesteld met inachtneming van de fundamentele analytische stappen zoals vastgelegd in de richtsnoeren voor effectbeoordelingen. In deze effectbeoordeling zullen de obstakels op het gebied van de vennootschapsbelasting worden beschreven die de Europese bedrijven verhinderen alle investeringsmogelijkheden op de interne markt in het kader van hun EU-brede grensoverschrijdende activiteiten te benutten, evenals de mogelijkheden voor belastingontwijking en belastingfraude die bedrijven in het huidige stelsel hebben. Het verschil in nalevingskosten bij kleine en middelgrote ondernemingen en bij multinationale ondernemingen is een van de elementen die bij de beoordeling in aanmerking zullen worden genomen. Tevens zullen de bij de fiscale hervorming na te streven doelstellingen worden omschreven, gaande van de algemene doelstelling om de vennootschapsbelastingstelsels eenvoudiger en efficiënter te maken zodat de interne markt beter functioneert, tot specifieke en operationele doelstellingen, zoals het verlagen van de nalevingskosten en administratieve kosten van de vennootschapsbelasting, zowel voor ondernemingen als voor belastingdiensten, het stimuleren van de ontwikkeling van nieuwe grensoverschrijdende activiteiten met name door kleine en middelgrote ondernemingen, het bevorderen van de belastingneutraliteit tussen louter binnenlandse investeringen en EU-brede investeringen, en het minimaliseren van de verstoringen bij de toewijzing van investeringen en de toerekening aan belastinggrondslagen in een internationale context.

Een aantal alternatieve beleidsopties zal worden geïnventariseerd en de gevolgen ervan op economisch, milieu- en sociaal gebied zullen grondig worden geëvalueerd, niet alleen kwalitatief maar - indien mogelijk - ook kwantitatief. De alternatieven zullen ten minste een scenario met een ongewijzigde situatie, met een gemeenschappelijke grondslag zonder consolidatie en met een gemeenschappelijke geconsolideerde grondslag omvatten. De belangrijkste macro- en micro-economische gevolgen van deze alternatieven zullen worden beoordeeld, evenals de gevolgen voor de belastingopbrengsten. Er zal ook een beoordeling worden verricht van de verschillende realisatietrajecten van de CCCTB, op basis van een evaluatie van de belangrijkste componenten van de grondslag. Er zal op passende wijze rekening worden gehouden met het principe dat iedere stap op weg naar de CCCTB billijke gevolgen moet hebben voor de overheidsfinanciën van de lidstaten, met mogelijkerwijs een algemene verhoging van de inkomsten dankzij een sterker dynamisme van de EU-economie.

De werkzaamheden in dit verband zijn in 2006 van start gegaan en de definitieve effectbeoordeling zal worden gepubliceerd wanneer het voorstel wordt ingediend. De mate van detail van de kwantitatieve beoordeling zal tot op zekere hoogte afhangen van de hoeveelheid kwantitatieve data die bedrijven en nationale overheden tijdig willen en kunnen verstrekken.

3. Verdere stappen

De lopende werkzaamheden hebben betrekking op de belangrijkste structurele elementen van de belastinggrondslag, de consolidatie en het toerekeningsmechanisme. De volgende stap zou er dus in bestaan al deze verschillende aspecten samen te brengen om na te gaan hoe zij in elkaar kunnen worden gepast. Deze 'tweede ronde' moet ervoor zorgen dat de resultaten van de werkzaamheden een samenhangend geheel vormen en dat de ontwikkelde grondslag kan dienen als een werkbaar voorstel ("fit for purpose").

In de mededeling van 2006 werd er al op gewezen dat de vaststelling van één enkele grondslag onvermijdelijk betekent dat er verschillen zullen zijn tussen deze nieuwe grondslag en de afzonderlijke bestaande grondslagen. De lidstaten zullen moeten accepteren dat in de CCCTB niet alle elementen van hun respectieve bestaande belastinggrondslag kunnen worden overgenomen en dat in sommige gevallen specifieke punten anders zullen worden behandeld dan in hun bestaande grondslag.

Bij de gedetailleerde technische kwesties zal de Commissie in vele gevallen een duidelijke keuze moeten maken tussen één of meer specifieke mogelijkheden, hetgeen zij zal doen op basis van de lopende werkzaamheden in de werkgroep, intern onderzoek en de resultaten van de raadpleging van het bedrijfsleven en de academische wereld. Enkele gedetailleerde technische kwesties die in de werkgroep zijn besproken en nog verder door de Commissie worden bestudeerd, zijn in bijlage 2 opgenomen.

Er is ook nog een andere categorie waar de Commissie knopen zal moeten doorhakken, namelijk die waarbij het 'politieke' aspect bij de keuze voor een bepaalde benadering onmiskenbaar een grotere rol speelt. De Commissie zal zich hierbij in sterke mate laten leiden door het algemene economische beleid en het beste belang van de Europese Gemeenschap, met name rekening houdend met het programma voor grotere groei en werkgelegenheid en een sterker concurrentievermogen van de Europese bedrijven alsook met een stabiele ontwikkeling van de overheidsfinanciën. In de mededeling van 2006 beschreef de Commissie enkele van de te maken keuzes, waarna zij telkens een standpunt innam en haar conclusies ter zake toelichtte. Enkele van de belangrijkste besproken punten zijn dat:

- de gemeenschappelijke heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting gepaard moet gaan met consolidatie om de voordelen van dit proces ten volle te kunnen benutten,

- de CCCTB facultatief moet zijn (dat wil zeggen dat bedrijven de bestaande regels moeten kunnen blijven toepassen als een lidstaat besluit deze te handhaven naast de CCCTB, dan wel dat zij voor de CCCTB moeten kunnen kiezen, mits de staatssteunregels worden gerespecteerd).

De Commissie bevestigde ook dat zij niet van plan is de werkzaamheden met betrekking tot de heffingsgrondslag uit te breiden tot de belastingtarieven, en dit is nog altijd het geval. Verder was zij van mening dat de CCCTB uniform moest zijn en dat hij de vennootschapsbelastinggrondslag in het algemeen moest vereenvoudigen en verbreden. Uniformiteit en vereenvoudiging zijn derhalve de beginselen die de werkzaamheden tot dusver hebben geleid en de nieuwe grondslag moet veeleer 'breed' dan 'smal' zijn.

Door talrijke economen wordt algemeen erkend dat een brede belastinggrondslag met lage belastingtarieven uit economisch oogpunt het efficiëntst is, omdat potentieel verstorende effecten dan het minst optreden en ook het laagst zijn. Praktisch houdt deze benadering in dat er minder stimulansen en uitzonderingen zullen zijn, met name gelet op het feit dat de mogelijkheid van grensoverschrijdende consolidatie op zich zal leiden tot een lichte daling in de omvang van de belastbare grondslag, omdat verliezen consistenter en sneller dan nu zullen kunnen worden verrekend. Specifieke verminderingen en stimulansen zouden dus beperkt in aantal moeten blijven, doelgericht moeten zijn en degelijk gerechtvaardigd moeten worden en dit punt (bijvoorbeeld belastingstimulansen voor onderzoek en ontwikkeling) zal door de werkgroep worden besproken. Strafrechtelijke boeten zouden niet aftrekbaar zijn.

Twee belangrijke beleidskwesties die in 2006 onder de aandacht zijn gekomen, betreffen de financiële sector en het bestuurlijke kader van de CCCTB. Wat de financiële sector betreft, is op de uitgebreide bijeenkomst in juni 2006 die is bijgewoond door deskundigen uit de sector, bevestigd dat het opnemen van de financiële sector in de CCCTB op enige steun kan rekenen. Het alternatief van een aparte regeling, of een volledige uitsluiting, kan momenteel op weinig bijval rekenen. Er is evenwel minder eensgezindheid over het soort specifieke regels dat in de CCCTB moet worden opgenomen om rekening te houden met de bijzondere kenmerken van de sector. Verdere werkzaamheden zijn dus vereist. Het lijkt met name zeer waarschijnlijk dat, ongeacht welke algemene methode er voor het toerekeningsmechanisme ook wordt gebruikt, deze zal moeten worden aangepast om rekening te houden met de bijzondere kenmerken van de sector.

Wat het bestuurlijke kader betreft, bevinden de werkzaamheden zich nog in een relatief vroeg stadium. De werkgroep heeft enkele discussies over mogelijke benaderingen gevoerd en sommige kringen in het bedrijfsleven zijn sterk voorstander van een soort éénloketsysteem waarbij EU-ondernemingsgroepen zich rechtstreeks tot slechts één overheid kunnen wenden. In de aparte subgroepen is ook besproken welke overheid verantwoordelijk is voor welke nalevingsaspecten in verband met de belastingplicht en deze werkzaamheden zullen in 2007 worden voortgezet. Deze twee kwesties zullen de vormgeving van het voorstel sterk beïnvloeden en daarom zal de Commissie proberen tot een conclusie te komen met betrekking tot:

- de mate waarin en de wijze waarop de financiële sector van bij het prille begin in de CCCTB moet worden opgenomen,

- het bestuurlijke kader van de CCCTB, met name de wijze waarop de samenwerking en de wederzijdse bijstand kunnen worden verbeterd en nieuwe werkmethoden op communautair niveau kunnen worden ingevoerd.

In het voorstel dat in 2008 zal worden gepresenteerd, zullen de conclusies worden meegenomen die de Commissie in verband met deze kwesties bereikt rekening houdende met de lopende werkzaamheden.

4. Conclusies

De CCCTB-werkgroep die is opgericht, biedt de nodige structuren om het debat te voeren met deskundigen van de nationale overheden, het bedrijfsleven en de academische wereld. Om de werkzaamheden vooruit te helpen, zal de Commissie op ad-hocbasis ook externe deskundigen blijven raadplegen. In 2006 werd al opgemerkt dat de werkzaamheden zowel van de Europese Commissie als van de lidstaten aanzienlijke personele middelen vereisen. Desondanks wil de Commissie ook in de toekomst bij de technische werkzaamheden zoveel mogelijk een beroep blijven doen op deskundigen van de lidstaten.

Ter conclusie:

- De behoefte aan de CCCTB blijft bestaan, zowel bij kleine en middelgrote ondernemingen, waarvoor de nalevingskosten een bijzonder aandachtspunt zijn, als bij grote multinationale ondernemingen. De Commissie heeft het vaste voornemen om vaart te maken met de opheffing van fiscale obstakels op het gebied van de vennootschapsbelasting op de interne markt zonder daarbij de zorgen van de lidstaten over dit proces uit het oog te verliezen, en zij is nog steeds van plan om in 2008 een wetgevingsvoorstel voor te leggen.

- De Commissie zal samen met de werkgroep en externe deskundigen de technische werkzaamheden voortzetten om deze specifieke vraagstukken op te lossen en tot een evenwichtig voorstel te komen. Verschillende specifieke punten worden hierboven nader behandeld evenals in het werkdocument Progress to date and future plans for the CCCTB (CCCTB/WP/046 van 20 november 2006) .

- De Commissie wil de Raad, het Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité attenderen op de belangrijkere algemene aspecten van de CCCTB, en met name de volgende aspecten die in deze mededeling zijn beschreven:

- het onderdeel consolidatie van de CCCTB en het vereiste mechanisme voor een billijke en evenwichtige toerekening alsook de gevolgen daarvan voor de inkomsten van de lidstaten,

- het facultatieve karakter van de CCCTB,

- de behandeling van de financiële sector,

- het bestuurlijke en juridische kader van de CCCTB.

De Commissie hoopt ook op verdere input van de lidstaten in verband met de wijze waarop het realisatieproces van de CCCTB het beste aan hun zorgen tegemoet kan komen.

Aangezien in het definitieve voorstel rekening zal worden gehouden met verschillende beslissingen in verband met de algemene aanpak inzake de CCCTB, is input in dit stadium belangrijk. De Commissie bevestigt evenwel dat zij niet voornemens is de belastingtarieven in de werkzaamheden te betrekken.

BIJLAGEN

BIJLAGE 1

Enkele specifieke technische punten die in december 2006 door de CCCTB-werkgroep in uitgebreide samenstelling zijn besproken

Aftrekbaarheid van elementen die verband houden met specifieke binnenlandse situaties, zoals socialezekerheidsbijdragen en andere belastingen dan vennootschapsbelastingen. Aangezien de grondslag geconsolideerd en aan de verschillende lidstaten toegerekend zal worden, rijst de vraag of deze specifieke elementen aftrekbaar moeten zijn van de geconsolideerde grondslag, en dus toegerekend moeten worden, of alleen aftrekbaar moeten zijn van het respectieve deel van de desbetreffende lidstaten.

Hoofdbeginsel voor de belastingheffing van ingezeten ondernemingen (wereldinkomen of territorialiteit) en wijze waarop dubbele belasting moet worden tenietgedaan (verrekenings- of vrijstellingsmethode). Momenteel hebben de lidstaten geen gemeenschappelijke aanpak en er moet een methode worden ontwikkeld die voldoende gemeenschappelijk is om geen afbreuk te doen aan de gemeenschappelijke heffingsgrondslag, terwijl ook rekening wordt gehouden met het bestaande netwerk van bilaterale verdragen die de lidstaten met derde landen hebben gesloten.

Definitie van de te consolideren groep en mechanisme voor de consolidatie van de groepsondernemingen. Welke verbonden ondernemingen moeten de mogelijkheid en/of de verplichting krijgen om hun winsten en verliezen te consolideren? Hoe moeten transacties binnen een groep worden geëlimineerd om de complexe problematiek met betrekking tot de vaststelling van zakelijke verrekenprijzen te vermijden?

BIJLAGE 2

Enkele gedetailleerde technische punten die in de CCCTB-werkgroep zijn besproken en nog verder door de Commissie worden bestudeerd

Besproken in 2005:

Vaste activa en afschrijvingen. In aanmerking komende activa kunnen worden afgeschreven op individuele basis, waarbij de nuttige levensduur van ieder activum bij de aanschaf moet worden geraamd (volgens gemeenschappelijke regels die voor de gehele EU gelden) en ieder activum afzonderlijk volgens die levensduur moet worden afgeschreven, of zij kunnen worden afgeschreven in een of meer 'pools' waarvoor een gemeenschappelijke levensduur is vastgesteld. Volgens de Commissie biedt de ontwikkeling van de poolingmethode voor de CCCTB aanzienlijke voordelen.

Aftrek voor voorzieningen. Er kan worden bepaald dat voorzieningen in de regel fiscaal niet-aftrekbaar zijn, met een bijbehorende lijst van fiscaal aftrekbare uitzonderingen, dan wel dat voorzieningen in de regel fiscaal aftrekbaar zijn, met een bijbehorende lijst van fiscaal niet-aftrekbare uitzonderingen. Volgens de Commissie moeten de fiscaal aftrekbare voorzieningen worden gedefinieerd, aangevuld met een lijst van niet-aftrekbare uitzonderingen.

Algemene werkwijze. Voor de berekening van de belastinggrondslag van een vennootschap kan het verschil tussen de begin- en eindbalans of de winst-en-verliesrekening als aangrijpingspunt worden genomen. In het eerste geval moet een 'fiscale balans' worden opgesteld volgens gemeenschappelijk gedefinieerde regels, inclusief de winst-en-verliesrekening. In het tweede geval moet alleen een gemeenschappelijke definitie van de winst-en-verliesrekening in de CCCTB-wetgeving worden opgenomen; balansgegevens kunnen worden gecontroleerd aan de hand van de financiële rekeningen. Volgens de Commissie is een fiscale balans niet noodzakelijk en zou deze een extra administratieve last vormen.

Besproken in 2006:

Lokale belastingen. In sommige lidstaten worden relatief hoge lokale belastingen geheven. Deze kunnen ofwel aftrekbaar zijn van de geconsolideerde grondslag en dus in het toerekeningsmechanisme worden opgenomen, ofwel tot het nationale niveau worden beperkt en alleen worden afgetrokken van het aandeel van de betrokken lidstaat in de geconsolideerde grondslag. De Commissie is van mening dat het in het algemeen de voorkeur verdient een zo breed mogelijke reeks voorschriften vast te stellen om nationale 'derogaties' of extra belastingen zoveel mogelijk te vermijden. De volledige implicaties hiervan moeten evenwel nog verder worden bestudeerd, omdat er inconsistenties kunnen ontstaan wanneer de aftrek in verband met lokale belastingen in de gehele EU wel wordt toegerekend maar de nationale belastingen die volgens de grondslag worden geheven, niet worden toegerekend.

Buitenlandse inkomsten. Buitenlandse inkomsten kunnen ofwel volledig van de CCCTB worden uitgesloten, ofwel in de CCCTB worden opgenomen, in welk geval er een methode moet worden ontwikkeld om deze inkomsten in het consolidatie- en toerekeningsmechanisme op te nemen. Deze vraag doet zich voor omdat rekening moet worden gehouden met de verschillende methoden die de lidstaten volgens hun huidige wetgeving en bilaterale verdragen met derde landen toepassen om dubbele belasting te voorkomen. De Commissie is van mening dat het de voorkeur verdient een methode te ontwikkelen waarbij buitenlandse inkomsten in de CCCTB worden opgenomen, in voorkomend geval aangevuld met een of andere vorm van tegemoetkoming om dubbele belasting te voorkomen. De Commissie beraadt zich nog over de precieze regeling voor de tegemoetkoming.

Definitie van een groep. Er zal precies moeten worden omschreven wat onder een groep van ondernemingen wordt verstaan met het oog op consolidatie. Het is niet alleen moeilijk om een gemeenschappelijk aanvaardbaar eigendomsniveau te definiëren, ook de brede waaier aan mogelijke eigendomsstructuren compliceert de zaken. Wanneer bijvoorbeeld een buitenlandse vennootschap een aantal EU-bedrijven bezit maar zelf ook in handen is van een EU-bedrijf, lijkt het te verkiezen dat alle EU-bedrijven in de groep geconsolideerd worden. Sommige deskundigen geven er evenwel de voorkeur aan EU-bedrijven apart te houden wanneer de eigendomsketen wordt doorbroken door een buitenlandse entiteit en er moet een oplossing voor dit probleem worden gevonden.

Transacties binnen een groep. Een groot voordeel van consolidatie is dat problemen met verrekenprijzen worden vermeden. Wanneer de grondslag wordt geconsolideerd, kunnen transacties binnen een groep evenwel op verschillende manieren worden geëlimineerd. Zij kunnen buiten beschouwing worden gelaten, tegen kostprijs worden opgevoerd of tegen de geldende zakelijke prijs worden opgevoerd. Elk van deze methoden heeft zijn voor- en nadelen en de Commissie moet een voorkeur vaststellen dan wel nagaan of het mogelijk is aan iedere groep zelf de keuze te laten.

Toerekeningsmechanisme. Naast de fundamentele vraag of er moet worden gekozen voor een benadering op macro-economische grondslag, op basis van de toegevoegde waarde, op basis van een formule dan wel een combinatie daarvan, zijn er nog verschillende specifieke definitievraagstukken. Bij een formulebenadering moeten bijvoorbeeld het gewicht van alle mogelijke factoren en de precieze elementen die in iedere factor moeten worden opgenomen, nader worden onderzocht voordat een beslissing kan worden genomen. Zelfs de ogenschijnlijk 'eenvoudige' factor arbeid doet vragen rijzen over bijvoorbeeld de behandeling van 'uitbestede' arbeid of de toerekening van arbeidskosten in verband met werknemers die in meer dan een lidstaat werken.

Uitvoering van het Lissabon-programma van de Gemeenschap: Naar een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB): balans en vooruitblik [COM(2006) 157].

Gedragscode inzake verrekenprijsdocumentatie voor gelieerde ondernemingen in de EU (EU-TPD), gepubliceerd bij de mededeling van de Commissie over de werkzaamheden van het Gezamenlijk EU-forum over verrekenprijzen met betrekking tot verrekenprijsdocumentatie voor gelieerde ondernemingen in de EU [COM(2005) 543 van 7.11.2005, goedgekeurd door de Raad op 27 juni 2006].

Mededeling over de werkzaamheden van het Gezamenlijk EU-forum over verrekenprijzen op het gebied van procedures om geschillen te voorkomen en te beslechten en op het gebied van voorafgaande afspraken over prijzen (advance pricing agreements of APA's) binnen de EU [COM(2007) 71].

COM(2006) 823, COM(2006) 824 en COM(2006) 825 van 19.12.2006.

COM(2006) 728 van 22.11.2006.

Tenuitvoerlegging van het Lissabon-programma van de Gemeenschap - Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Bijdrage van het belasting- en douanebeleid tot de Lissabon-strategie [COM(2005) 532 van 25.11.2005].

CCCTB/WP/046 20 November 2006 Progress to date and future plans for the CCCTB; Dit document kan worden geraadpleegd op:

http://ec.europa.eu/taxation_customs/taxation/company_tax/common_tax_base/article_3147_en.htm.

SEC(2005) 791 van 15.6.2005, bijgewerkt in maart 2006.