Artikelen bij COM(2007)308 - Verslag aan het Europees Parlement en de Raad: Evaluatie van het geïntegreerd beheer van kustgebieden (ICZM) in Europa

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52007DC0308

Mededeling van de Commissie - Verslag aan het Europees Parlement en de Raad: Evaluatie van het geïntegreerd beheer van kustgebieden (ICZM) in Europa /* COM/2007/0308 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 7.6.2007

COM(2007) 308 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Verslag aan het Europees Parlement en de Raad: Evaluatie van het geïntegreerd beheer van kustgebieden (ICZM) in Europa

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Verslag aan het Europees Parlement en de Raad: Evaluatie van het geïntegreerd beheer van kustgebieden (ICZM) in Europa

INLEIDING

In de aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2002 betreffende de uitvoering van geïntegreerd beheer van kustgebieden in Europa (ICZM-aanbeveling) werd de Commissie gevraagd de tenuitvoerlegging van de aanbeveling te evalueren en hierover verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad.

Deze mededeling vormt het verslag dat de Commissie heeft opgesteld naar aanleiding van de ICZM-aanbeveling. De voornaamste bronnen voor het verslag zijn

- een extern evaluatieverslag, waarin hoofdzakelijk de tenuitvoerlegging van de ICZM-aanbeveling door de kustlidstaten wordt beoordeeld;

- een verslag van het Europees Milieuagentschap met een geïntegreerde evaluatie van de kustgebieden in Europa vanuit ruimtelijk perspectief;

- een verslag van de werkgroep inzake indicatoren en gegevens, waarin het gebruik werd onderzocht van indicatoren in de nationale verslagen die zijn opgesteld naar aanleiding van de ICZM-aanbeveling.

In oktober 2005 heeft de Commissie haar thematische strategie inzake de bescherming en het behoud van het mariene milieu goedgekeurd, die een richtlijn mariene strategie omvat. Deze strategie, waarin een wetgevingskader wordt voorgesteld om te komen tot een goede ecologische toestand van het mariene milieu, versterkt de bestaande beleidsmaatregelen en wetgeving van de EU die van toepassing zijn op het terrestrische gedeelte van het kustgebied en steunt zo de tenuitvoerlegging van geïntegreerd beheer van kustgebieden.

De mariene strategie en het EU-beleid inzake het geïntegreerd beheer van kustgebieden in Europa moeten tevens worden gezien in het breder kader van het toekomstige maritieme beleid van de EU dat in juni 2006 werd gelanceerd met de goedkeuring van het groenboek van de Commissie: 'Naar een toekomstig maritiem beleid voor de Unie: Een Europese visie op de oceanen en zeeën'. Omdat de geografische draagwijdte van het maritiem beleid die in dit groenboek wordt voorgesteld de kustgebieden omvat, is er in het voorgestelde beleidskader een rol weggelegd voor het geïntegreerd beheer van kustgebieden. Omdat kustgebieden bovendien bijzonder kwetsbaar zijn voor mogelijke gevolgen van klimaatverandering, zijn het tweede Europese klimaatveranderingprogramma, met name het gedeelte over impact en aanpassing, en het voorgestelde groenboek betreffende de aanpassing aan de klimaatverandering, eveneens van vitaal belang voor de Europese kustgebieden.

Bij het uitstippelen van beleidsopties naar aanleiding van de evaluatie van de ICZM-aanbeveling zal rekening moeten worden gehouden met de interinstitutionele besprekingen die nu worden gevoerd over de voorgestelde richtlijn mariene strategie, de resultaten van de openbare raadpleging die werd gelanceerd met het groenboek inzake maritiem beleid en die in juni 2007 wordt afgesloten en het nieuwe beleid van de EU voor de aanpassing aan klimaatverandering. Gezien de overkoepelende rol van de ontwikkeling van een op duurzaamheid, zekerheid en concurrentiekracht gericht energiebeleid voor de Europese Unie zal ook daarmee rekening moeten worden gehouden.

DE ACHTERGROND VOOR HET ICZM-BELEID IN EUROPA EN DE VERSLAGEN VAN DE LIDSTATEN OVER ICZM

De ICZM-aanbeveling

Kustgebieden zijn van strategisch belang voor de Europese Unie. Een aanzienlijk deel van de Europese burgers heeft ervoor gekozen zich hier te vestigen en deze gebieden vormen een belangrijke bron van voedsel en grondstoffen. Voorts vertegenwoordigen ze een vitale schakel voor vervoer en handel, de locatie voor een aantal van onze meest waardevolle habitats en een populaire recreatiebestemming. Als gevolg van hun aantrekkingskracht komen kustgebieden echter onder toenemende druk te staan: de natuurlijke hulpbronnen van kustgebieden worden meer geëxploiteerd dan de draagkracht van het milieu toelaat; schaarse ruimte leidt tot conflicten tussen gebruikers, er zijn grote seizoensgebonden schommelingen wat bevolking en werkgelegenheid betreft en de natuurlijke ecosystemen waarvan de kustgebieden afhankelijk zijn worden hoe langer hoe meer aangetast. Kustgebieden zijn bijzonder blootgesteld aan risico’s, die nog verergerd worden door de mogelijke gevolgen van klimaatverandering. Een mogelijke stijging van het zeepeil verhoogt de waarschijnlijkheid van stormvloeden, en het risico van kusterosie en overstromingen, leidt ertoe dat het zoute water verder landinwaars kan doordringen en brengt natuurlijke buffers zoals wetlands verder in gevaar. Belangrijke sectoren voor de kust zoals toerisme, visserij en landbouw worden gerekend tot de meest kwetsbare sectoren voor mogelijke klimaatveranderingen. Zowel natuurlijke als door de mens geschapen systemen aan de kust zijn kwetsbaarder geworden als gevolg van voortdurende ontwikkeling en bouwactiviteiten in de onmiddellijke buurt van de kustlijn, het gebrek aan ruimte om rekening te houden met de stijging van het zeepeil en een chronisch negatieve sedimentbalans.

Tegen deze achtergrond wordt in de ICZM-aanbeveling een oproep gedaan voor een strategische aanpak van planning en beheer in kustgebieden met het oog op duurzame ontwikkeling. Het beleid en de wetgeving inzake het beheer van kustgebieden en de uitvoeringsmechanismen worden over het algemeen gescheiden en op louter sectorale basis ontwikkeld. Dit kan leiden tot conflicten tussen prioriteiten, een gebrek aan duidelijkheid en een gefragmenteerde aanpak van de uitvoering van relevante beleidslijnen en wetgeving. Met een meer samenhangende en geïntegreerde aanpak van planning en beheer van kustgebieden zou het makkelijker worden synergieën te benutten, inconsistenties uit de weg te ruimen en uiteindelijk tot een betere en meer doelmatige duurzame ontwikkeling te komen. Dat is waar het bij geïntegreerd beheer van kustgebieden om gaat en dat is ook het doel van de ICZM-aanbeveling.

In de ICZM-aanbeveling wordt een overzicht gegeven van de acht basisbeginselen die worden gehanteerd bij een geïntegreerd beheer van kustgebieden. Integratie die alle sectoren en bestuurlijke niveaus omvat en een aanpak gebaseerd op participatie en kennis zijn de wezenlijke kenmerken van ICZM. Uitgaande van deze beginselen wordt de kustlidstaten in de ICZM-aanbeveling gevraagd nationale strategieën te ontwikkelen ter uitvoering van ICZM. Gezien de grensoverschrijdende aard van veel kustprocessen, is het tevens nodig coördinatie en samenwerking tot stand te brengen met buurlanden, met name in kwesties die betrekking hebben op regionale zeeën.

De verslagen van de lidstaten over de tenuitvoerlegging van de ICZM-aanbeveling

In de ICZM-aanbeveling van de EU wordt de kustlidstaten gevraagd verslag uit te brengen aan de Commissie over de vooruitgang die is geboekt bij de tenuitvoerlegging van de aanbeveling en met name met betrekking tot de ontwikkeling van een nationale strategie ter bevordering van ICZM. Deze verslagen moesten vóór eind februari 2006 worden ingediend. Van de 20 EU-lidstaten hebben 14 een officieel verslag ingediend bij de Commissie. Zij vertegenwoordigen 65% van de kustlidstaten van de EU en meer dan 70% van de Europese kustlijn.

De verslagen bestrijken vaak zeer uiteenlopende situaties: recent ontwikkelde nationale strategieën, een nieuwe fase in een nationaal proces voor de tenuitvoerlegging van ICZM dat reeds langer aan de gang is, resultaten van onderzoeken waarin de balans wordt opgemaakt en prille voorstellen voor een kuststrategie. Uit onderzoek blijkt dat het gebruik en de ontwikkeling van de kust in alle EU-kustlidstaten op de een of andere manier wordt gereguleerd. In de periode 2000-2005 werden stappen genomen met het oog op een meer geïntegreerde aanpak van beheer en planning, maar er is slechts zelden sprake van een weloverwogen en goed functionerende ICZM waarbij alle bestuursniveaus zijn betrokken. Dit beeld verandert nauwelijks wanneer rekening wordt gehouden met de 2 kustlidstaten die op 1 januari 2007 toetraden tot de EU.

RESULTATEN VAN DE EVALUATIE EN RICHTSNOEREN VOOR VERDERE BEVORDERING VAN ICZM IN EUROPA

Met het oog op de koersbepaling voor geïntegreerd beheer van kustgebieden heeft de Commissie de volgende conclusies getrokken uit de beschikbare verslagen.

Resultaten van de evaluatie van de ICZM-aanbeveling

De tenuitvoerlegging van geïntegreerd beheer van kustgebieden is een traag en langdurig proces. De meeste nationale strategieën die werden uitgestippeld naar aanleiding van de ICZM-aanbeveling werden in 2006 goedgekeurd maar met de tenuitvoerlegging ervan wordt nu pas begonnen. In de meeste lidstaten maakt de respons op de ICZM-aanbeveling deel uit van een slechts langzaam voortgaand proces gericht op een betere integratie van beheer en planning voor kustgebieden. De ICZM-aanbeveling steunt deze processen en heeft ontegenzeggelijk bijgedragen tot bewustmaking van de betrokkenen en een actievere opstelling met het oog op duurzame kustplanning en -beheer. Hoewel men nog steeds meer neigt naar een sectorale aanpak, zouden de nationale strategieën een meer strategisch en geïntegreerd kader moeten bieden. De ICZM-aanbeveling blijft een geldige basis om deze integratieprocessen verder te ondersteunen. Omdat het merendeel van de kustlidstaten naar aanleiding van de ICZM-aanbeveling actie heeft ondernomen maar de meeste nationale strategieën pas in 2006 werden gelanceerd en omdat verdere ontwikkelingen worden verwacht naar aanleiding van de richtlijn mariene strategie en het groenboek betreffende een maritiem beleid van de EU en de follow-up hiervan, acht de Commissie het voorbarig nu al met een nieuw specifiek juridisch instrument te komen ter bevordering van ICZM. Zij zal deze kwestie opnieuw bezien in het kader van de follow-up van het toekomstig maritiem beleid van de EU en na de afronding van de interinstitutionele besprekingen over de richtlijn mariene strategie, naar verwachting in 2008.

De Commissie merkt echter op dat in de nationale ICZM-verslagen slechts summier informatie wordt verschaft over de feitelijke uitvoeringsmechanismen. Om de strategieën te verwezenlijken en ICZM in Europa daadwerkelijk voort te stuwen zijn permanente, doelmatige uitvoeringsmechanismen nodig. Een deel van de uitdaging bestaat uit het vinden van voldoende financiële middelen ter ondersteuning van de strategieën. Een meer fundamenteel probleem blijft het bereiken van doelmatige ondersteuning op lange termijn en inzet voor integratie in een context van hoofdzakelijk sectoraal georganiseerde autoriteiten. Bij ICZM zijn bovendien over het algemeen meer milieugerichte instanties betrokken terwijl bij de strategieën ook rekening moet worden gehouden met duurzame economische ontwikkeling en sociale overwegingen.

Een van de belangrijkste verdiensten van de ICZM–aanbeveling was het codificeren van een reeks gemeenschappelijke beginselen die ten grondslag moeten liggen aan een degelijke planning en een goed beheer van kustgebieden. Hoewel in de evaluatie de relevantie bevestigd wordt van deze ICZM-beginselen, blijkt uit de tenuitvoerlegging van de ICZM-aanbeveling ook dat ICZM in Europa op uiteenlopende wijze wordt geïnterpreteerd en begrepen. Om een meer samenhangende en doelmatige tenuitvoerlegging van ICZM te bevorderen moeten de beginselen operationeler worden gemaakt en beter worden gecommuniceerd. De diversiteit van de kusten en bestuurlijke systemen die per lidstaat en soms zelfs binnen een lidstaat verschillen betekent echter dat er geen kant-en-klare, universele oplossing bestaat. Er is veeleer behoefte aan een meer systematische, vergelijkende analyse en een versterking van de uitwisseling van ervaringen in Europa.

Hoewel vooruitgang is geboekt in de richting van een gemeenschappelijk evaluatiekader voor ICZM, zijn slechts een paar landen en regio’s begonnen met het bijeenbrengen en analyseren van specifieke indicatoren van het kustgebied. Een methode om de inspanningen op het gebied van ICZM te koppelen aan ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid ontbreekt nog. Hoewel vooruitgang is geboekt bij de methoden om de gevolgen te meten van het EU-beleid op de ruimtelijke ordening, verhinderen ontbrekende gegevens en ontoereikende systemen voor de uitwisseling van informatie dat op grote schaal en proactief gebruik kan worden gemaakt van deze gegevens in besluitvormingsprocessen.

Ter ondersteuning van de uitvoering van ICZM zijn meer investeringen nodig voor capaciteitsopbouw op het gebied van het bijeenbrengen en analyseren van informatie en om de betrokken besluitvormers en het publiek op de hoogte te brengen van de resultaten. De recent goedgekeurde INSPIRE-richtlijn biedt het juridisch kader voor een meer doelmatige infrastructuur voor het gebruik en de verspreiding van ruimtelijke informatie. Het gemeenschappelijk milieu-informatiesysteem dat momenteel door de Commissie, het Europees Milieuagentschap en de lidstaten wordt opgezet in de context van INSPIRE zou ertoe moeten bijdragen dat informatie over kustgebieden makkelijker beschikbaar wordt.

Prioritaire thema's voor de verdere bevordering van ICZM: aanpassing aan de klimaatverandering en risico's en beheer van het grensvlak tussen land en zee en van de mariene zones

Hoewel we als gevolg van de diversiteit van kustgebieden in Europa met uiteenlopende uitdagingen te maken hebben, worden alle kustgebieden in Europa geconfronteerd met een gemeenschappelijk probleem, namelijk dat van de toenemende blootstelling aan de risico's en mogelijke gevolgen van klimaatverandering. Tegelijkertijd kunnen kustgebieden een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van bepaalde vormen van hernieuwbare energie en zo bijdragen aan een op duurzaamheid, zekerheid en concurrerentiekracht gericht energiebeleid voor de Europese Unie. Dit houdt echter ook in dat weer extra ruimte in beslag zal worden genomen, hetgeen weer kan leiden tot conflicten tussen gebruiksmogelijkheden en waarden in kustgebieden en offshore-zones. Verwacht wordt dat klimaatveranderingen op allerlei manieren van invloed zullen zijn op de mogelijkheden en risico's voor belangrijke economische activiteiten in het kustgebied.

Om deze en andere uitdagingen naar behoren aan te pakken en zich beter voor te bereiden en te reageren op mogelijke rampen is een sectoroverschrijdende, territoriale aanpak nodig. Omdat de huidige plannen en programma's het kader vormen voor de komende jaren, moet bij de huidige planning- en investeringsbesluiten dringend rekening worden gehouden met de risico's van mogelijke gevolgen van klimaatverandering. ICZM draagt bij tot de totstandkoming van een passend kader ter bevordering van algemene risicoverlagings- en aanpassingsstrategieën in kustgebieden, voortbouwend op bestaande instrumenten en de resultaten van EU-onderzoek. Het Groenboek van de Commissie inzake de aanpassing aan klimaatverandering dat gepland is voor 2007 en de geïntegreerde rampenpreventiestrategie die aangekondigd is voor 2008 zullen bijdragen aan de verdere bevordering van de aanpassing aan mogelijke risico's die onder meer zijn verbonden aan klimaatverandering in de kustgebieden van Europa.

Bij de lancering van haar strategie voor de tenuitvoerlegging van de ICZM-aanbeveling verklaarde de Commissie dat met name voor kustgebieden een geïntegreerde territoriale aanpak nodig is maar dat deugdelijke territoriale governance in feite ook relevant is voor andere gebieden die geconfronteerd worden met verschillende problemen en tegenstrijdige belangen. Dit geldt in toenemende mate voor de zeeën en oceanen. Hoewel er behoefte blijft aan ICZM aan land, zal ook meer nadruk moeten worden gelegd op de tenuitvoerlegging van ICZM op het grensvlak van land en zee en in de context van regionale zeeën. De funderingen voor betere samenwerking in de context van regionale zeeën werden bijvoorbeeld gelegd in de vorm van de maritieme, grensoverschrijdende en transnationale samenwerkingsruimten die deel uitmaken van de samenwerkingsdoelstelling in het kader van het cohesiebeleid. Nog belangrijker is dat met de voorgestelde richtlijn mariene strategie planning- en beheerseenheden voor de zee worden gedefinieerd, de zogenaamde zeeregio's en -subregio's Tot slot wordt gewerkt aan een ICZM-rechtskader voor de Middellandse Zee in de vorm van een protocol bij het Verdrag van Barcelona, waarbij de EU (verdrags)partij is.

In de voorgestelde richtlijn mariene strategie zullen de milieunormen worden bepaald die nodig zijn om het mariene milieu en de natuurlijke hulpbronnen van de zee in stand te houden. Voorts worden systemen voor de ruimtelijke en temporele reguleringsmechanismen aangegeven in het kader van een reeks maatregelen om de algemene doelstelling van een goede milieutoestand te verwezenlijken. Met andere woorden, maatregelen voor de planning van de maritieme ruimte maken deel uit van de beleidsmix die nodig is om de voorgestelde richtlijn naar behoren te kunnen uitvoeren. Met dit aspect is reeds rekening gehouden in bepaalde verdragen voor regionale zeeën die een belangrijke rol hebben te spelen bij de coördinatie van de tenuitvoerlegging van de richtlijn op het niveau van regionale zeeën. De Commissie van Helsinki voor de bescherming van de Oostzee, de verdragen van Oslo en Parijs inzake de bescherming van het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan en het verdrag van Barcelona inzake de bescherming van de Middellandse Zee hebben onlangs belangrijke vooruitgang geboekt bij de integratie van maritieme ruimtelijke ordening in hun bestaande of geplande activiteiten. Dit vormt een belangrijke hoeksteen voor verdere werkzaamheden op het gebied van maritieme ruimtelijke ordening in de context van de voorgestelde richtlijn mariene strategie.

Voortbouwend op bovenvermelde maatregelen en andere bestaande initiatieven op het niveau van de Gemeenschap, de regionale zeeën en op nationaal niveau zal bij het toekomstige maritieme beleid van de EU zoals aangegeven in het in juni 2006 goedgekeurde groenboek de invoering worden overwogen van een systeem voor maritieme ruimtelijke ordening. Voor een duurzame ontwikkeling van de zeeën en oceanen van de Europese Unie is wellicht een bredere aanpak nodig op het gebied van planning en beheer om een oplossing te vinden voor het probleem van tegenstrijdige en met elkaar wedijverende gebruiksmogelijkheden van mariene hulpbronnen en ruimte. De voornaamste aspecten zijn het vinden van optimale locaties voor economische activiteiten zonder dat conflicten ontstaan tussen de verschillende gebruiksmogelijkheden, het meest doeltreffende gebruik van de ruimte en een doelmatig beheer van mariene ontwikkeling en de hiermee verbonden ontwikkeling aan land.

Om dit te bereiken biedt een breed geöriënteerd, doelgericht en probleemgestuurd ICZM in de context van een uitgebreid maritiem beleid voor de Europese Unie een duidelijke meerwaarde vergeleken met meer traditionele, rigide systemen voor planning en beheer. Voorts zou ICZM ook kunnen bijdragen tot meer samenhang tussen beleid, plannen en programma's en de doelmatige inbedding en uitvoering van plannen en programma's op verschillende interventieniveaus. Werken op verschillende niveaus, waarbij administratieve en sectorale grenzen worden doorkruist, blijft een enorme uitdaging maar is een essentiële voorwaarde voor integratie. Gestreefd wordt naar meer duidelijkheid, zekerheid en een meer voorspelbare beleids- en besluitvorming. Dit zal de duurzame ontwikkeling van maritieme economieën vergemakkelijken en het inkomen van de kustbevolking op een hoger peil brengen.

De evoluerende context van EU-beleid en wetgeving die van invloed zijn op kustgebieden

In de 'Mededeling van de Commissie inzake geïntegreerd beheer van kustgebieden: een strategie voor Europa' gaat men ervan uit dat de meeste, zo niet alle EU-beleidslijnen en –instrumenten een bepaalde impact hebben op kustgebieden. De Commissie zal zich blijven inzetten om deze beleidslijnen en instrumenten op samenhangende wijze vorm te geven ter vergemakkelijking van de tenuitvoerlegging op lager bestuursniveaus. De Commissie heeft sedert 2001 en de lancering van het Witboek Europese governance een reeks structurele maatregelen uitgevoerd om de openheid, participatie, verantwoording, doelmatigheid en samenhang bij de beleidsvorming en de uitvoering van het EU-beleid te verbeteren (bijv. publicatie van werkprogramma's, effectbeoordeling, meer systematisch overleg met de belanghebbenden). Het toekomstig maritiem beleid van de EU -waarvan de richtlijn mariene strategie de milieupijler vormt- biedt een platform voor verdere versterking van de samenhang en synergieën tussen de vele EU-beleidslijnen en -instrumenten die gevolgen hebben voor kustgebieden.

Naast de hierboven genoemde initiatieven die van strategisch belang zijn voor het mariene milieu, wordt sedert 2000 ook verder gewerkt aan andere specifieke instrumenten om belangrijke kustproblemen aan te pakken. Gezien de aanhoudende trends van slinkende natuurlijke hulpbronnen en verlies van natuur in de kustgebieden, zijn dergelijke instrumenten wezenlijke onderdelen van een holistische aanpak om de Europese kustgebieden op duurzame wijze te ontwikkelen. De belangrijkste instrumenten zijn onder meer de kaderrichtlijn water, die in 2000 werd goedgekeurd, de habitatrichtlijn en de vogelrichtlijn, het actieplan biodiversiteit ("Het biodiversiteitsverlies tegen 2010 - en daarna - tot staan brengen - De ecosysteemdiensten in stand houden in het belang van de mens ") en de richtlijn strategische milieubeoordeling van 2001, die van toepassing is op plannen en programma's. Wat specifieke gevaren voor kustgebieden betreft, worden overstromingen bestreken door de voorgestelde richtlijn betreffende de beoordeling en het beheer van overstromingen; aardverschuivingen en afdichting van de bodem, bijvoorbeeld als gevolg van urbanisering, worden bestreken door de voorgestelde richtlijn tot vaststelling van een kader voor de bescherming van de bodem. Waterschaarste en droogte kwamen reeds aan de orde in de Raad en zullen worden behandeld in een mededeling van de Commissie in 2007. Gezien het belang van het toerisme in kustgebieden zijn de initiatieven van de Commissie om de duurzaamheid van het Europees toerisme te verbeteren eveneens vermeldenswaard.

Richtsnoeren om ICZM verder te bevorderen in Europa

Uitgaande van de hierboven beschreven conclusies is de Commissie van oordeel dat voortgezette inspanningen ter ondersteuning van ICZM nodig zijn op EU-niveau en wel als volgt:

- kustlidstaten moeten worden aangemoedigd hun nationale ICZM-strategieën uit te voeren of, wanneer de ICZM-aanbeveling nog niet is uitgevoerd, strategieën uit te stippelen, waarbij wordt gestreefd naar een evenwichtige ontwikkeling van het milieu, de sociale, economische en culturele aspecten en zulks in samenwerking met de relevante belanghebbenden;

- met het oog op een coherente interpretatie en uitvoering van ICZM in alle lidstaten zijn richtsnoeren nodig om de beginselen van een gedegen planning en beheer van kustgebieden en de middelen om deze in de praktijk te brengen te verduidelijken;

- omdat de voorgestelde richtlijn mariene strategie en de hiermee verband houdende werkzaamheden in het kader van de verdragen ter bescherming van regionale zeeën van vitaal belang zijn voor de ontwikkeling van een holistische aanpak van duurzame ontwikkeling van de zeeën en oceanen die de EU omspoelen, is het van fundamenteel belang dat de ICZM-strategieën in nauwe samenwerking en coördinatie met deze instrumenten worden uitgestippeld. Op deze wijze zal het ICZM een belangrijk onderdeel worden van het toekomstig maritiem beleid van de Europese Unie;

- hoewel verdere steun voor de tenuitvoerlegging van ICZM aan land nodig is, moet meer nadruk worden gelegd op de samenwerking op het niveau van regionale zeeën. Dit houdt onder meer in dat plannen, programma's en beheersmaatregelen die betrekking hebben op de zee- en landzones van kustgebieden op elkaar moeten worden afgestemd. De voorgestelde richtlijn mariene strategie en de hieraan verbonden werkzaamheden in het kader van verdragen ter bescherming van regionale zeeën zullen belangrijke instrumenten zijn om op dit gebied vooruitgang te boeken;

- omdat kustgebieden bijzonder gevoelig zijn voor risico’s en mogelijke effecten van klimaatverandering, moeten op deze risico's afgestemde strategieën worden ontwikkeld en vervolgens uitgevoerd in samenhang met ICZM-strategieën en instrumenten die zijn bedoeld voor specifieke natuurlijke of technologische gevaren;

- er moet meer worden gedaan op het gebied van vergelijkende analyses en de communicatie en bevordering van goede praktijken ten aanzien van ICZM, ook tussen kustgebieden onderling. Het bijeenbrengen van relevante gegevens en het doelmatig delen en gebruiken van informatie in beleids- en besluitvorming moeten eveneens worden bevorderd. Ook zal verder moeten worden gewerkt aan gemeenschappelijke indicatoren en een kader voor de beoordeling van de doelmatigheid en efficiëntie van ICZM.

De geïntegreerde aanpak bij de formulering van het toekomstige maritieme beleid van de EU en zijn milieupijler, de mariene strategie van de EU, biedt de mogelijkheid belangrijke stappen te zetten op weg naar de verwezenlijking van de hierboven uiteengezette agenda.

Wat de rechtstreekse steun betreft voor de verdere tenuitvoerlegging van ICZM zal het Europees cohesiebeleid met ingang van 2007 een belangrijke bijdrage leveren, hoofdzakelijk door middel van de samenwerkingsdoelstelling en het 'Regions for Economic Change'-initiatief, dat ook kustbeheer omvat. Het Europees Visserijfonds verleent bovendien prioriteit aan de geïntegreerde en duurzame ontwikkeling van gebieden die afhankelijk zijn van de visserij. De door de EU gesteunde coördinatieactie ENCORA, die in 2006 van start ging, beoogt de gefragmenteerde aanpak van onderzoek en onderwijs op het gebied van kustgebieden in Europa meer structuur te geven.

CONCLUSIES

Uit de evaluatie van de ICZM-aanbeveling blijkt dat deze aanbeveling een positieve rol heeft gespeeld bij het bevorderen van vooruitgang op weg naar meer geïntegreerde planning en beheersmaatregelen voor kustgebieden in Europa. Het toekomstig maritiem beleid van de EU en zijn milieupijler, de maritieme strategie van de EU, zullen een nieuwe impuls geven aan ons ICZM-beleid en de tenuitvoerlegging daarvan de komende jaren verder verbeteren.

Om een oplossing te vinden voor de voortdurende problemen van milieuaantasting in kustgebieden, zijn sedert de publicatie van de ICZM-aanbeveling een aantal specifieke instrumenten voorgesteld of reeds goedgekeurd. De Commissie zal zich blijven inzetten voor samenhang en synergieën tussen de vele EU-beleidslijnen en instrumenten die van invloed zijn op kustgebieden.

Mogelijkheden ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van ICZM worden met name geboden via het cohesiebeleid en het Europees Visserijfonds en als onderdeel van het Kaderprogramma voor onderzoek.

In deze context blijft de huidige ICZM-aanbeveling als instrument voor de tenuitvoerlegging van de nationale strategieën en ter bevordering van ICZM langs de Europese kusten van toepassing.

2002/413/EG, PB L 148 van 6.6.2002, blz. 24.

Idem voetnoot 1, hoofdstuk VI.3.

An evaluation of integrated coastal zone management (ICZM) in Europe, 1.12.2006, http://ec.europa.eu/environment/iczm/home.htm.

The changing faces of Europe's coastal areas, EEA-verslag nr. 6/2006, ISSN 1725-9177, http://reports.eea.europa.eu/eea_report_2006_6/en/.

Report on the use of the ICZM indicators from the WG-ID, september 2006, http://ec.europa.eu/environment/iczm/pdf/report_wgid.pdf.

COM(2005) 504 en 505 van 14.10.2005.

COM(2006) 275 def. van 7.6.2006.

COM(2005) 35 van 9.2.2005; http://ec.europa.eu/environment/climat/eccp_impacts.htm.

2006/ENV/012, Wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2006, COM(2005) 531 def. van 25.10.2005.

COM(2000) 547 def. van 27.9.2000.

COM(2005) 35 van 9.2.2005.

Idem voetnoot 4.

Op 31.12.2006 had de Commissie verslagen ontvangen van België, Cyprus, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Letland, Litouwen, Malta, Nederland, Portugal, Spanje en het VK. Ontwerpmateriaal en andere bijdragen waren ontvangen van Polen, Slovenië en Zweden. Estland, Ierland en Italië hadden geen bijdragen ingediend.

De lengte van de kustlijn volgens de definitie van het EUrosion-project (2004).

Idem voetnoot 4.

Hoewel Roemenië en Bulgarije in de ICZM-aanbeveling van de EU niet werd gevraagd verslagen, ontwerpmateriaal en bijdragen in te dienen, had Roemenië op 31.12.2006 ontwerpmateriaal en andere bijdragen ingediend. (Bulgarije heeft geen formele bijdrage ingediend.)

Werkgroep inzake indicatoren en gegevens WG-ID http://ec.europa.eu/environment/iczm/home.htm#zone6, DEDUCE project (Interreg) http://www.gencat.net/mediamb/sosten/deduce/deduce.htm.

The changing faces of Europe's coastal areas, EEA-verslag nr. 6/2006, ISSN 1725-9177; European Spatial Planning Observatory Network http://www.espon.eu/.

Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 108 van 25.4.2007.

Bijvoorbeeld het voorstel voor een richtlijn over overstromingsbeoordeling en –beheer, COM(2006) 15 van 18.1.2006; voorgestelde kaderrichtlijn voor de bescherming van de bodem, COM(2006) 232 van 22.9.2006; Beschikking van de Raad tot instelling van een financieringsinstrument voor civiele bescherming, 2007/162/EC, Euratom, van 5.3.2007; de maritieme veiligheidspakketten: http://ec.europa.eu/transport/maritime/safety/index_en.htm; EUrosion-studie: www.eurosion.org; ARMONIA (toegepaste multi-risicokartering voor effectbeoordeling): www.armoniaproject.net.

Idem voetnoot 9.

Jaarlijkse beleidsstrategie 2008, COM(2007) 65 def. van 21.2.2007.

COM(2000) 547 def. van 27.09.2000.

Groenboek 'Naar een toekomstig maritiem beleid voor de Unie', COM(2006) 275 def. van 7.6.2006.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25.

Idem voetnoot 6, artikel 3.

Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu en de kustgebieden van de Middellandse Zee, Barcelona, 1976, gewijzigd in 1995: http://www.pap-thecoastcentre.org/.

Idem voetnoot 6, bijlage V.

Idem voetnoot 10.

COM(2001) 428 def. van 25.7.2001; http://ec.europa.eu/governance/governance/index_en.htm.

Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 327 van 22.12.2000.

Richtlijn 92/43/EEG van de Raad, PB L 206 van 22.7.1992 en Richtlijn 79/409/EEG van Raad, PB L 103 van 25.4.1979.

COM(2006) 216 def. van 22.5.2006.

Richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 197 van 21.7.2001.

COM(2006) 15 def. van 18.1.2006.

COM(2006) 232 def. van 22.9.2006.

Wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2007, COM(2006) 629 def. van 24.10.2006.

http://ec.europa.eu/enterprise/services/tourism/tourism_sustainability_group.htm.

Regio’s voor economische verandering, COM(2006) 675 en SEC(2006) 1432 van 8.11.2006.

Europees Visserijfonds, Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad, PB L 223 van 15.8.2006, blz.1.

http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/structural_measures/arrangements_2007_2013_en.htm.

ENCORA http://www.encora.eu/.

De goedkeuring van het financieringsinstrument voor het milieu "LIFE+" is nog in behandeling (voorstel van de Commissie COM(2004) 621 van 29.9.2004).