Artikelen bij COM(2007)754 - Tweede verslag over de toepassing van de tabaksproductenrichtlijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2007)754 - Tweede verslag over de toepassing van de tabaksproductenrichtlijn.
document COM(2007)754 NLEN
datum 27 november 2007
Belangrijke juridische mededeling

|
52007DC0754

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité - Tweede verslag over de toepassing van de tabaksproductenrichtlijn /* COM/2007/0754 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 27.11.2007

COM(2007) 754 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

Tweede verslag over de toepassing van de tabaksproductenrichtlijn

1. Inleiding 2

2. Definities (artikel 2) 2

3. Maximumgehalten aan teer, nicotine en koolmonoxide voor sigaretten (artikel 3) 2

4. Meetmethoden (artikel 4) en vermelding van de gehalten op de pakjes 2

4.1. Meting van de gehalten aan teer, nicotine en koolmonoxide 2

4.2. Laboratoria 2

4.3. GoToLab-netwerk 2

5. Etikettering (artikel 5) 2

5.1. Waarschuwende tekst 2

5.2. Gekleurde afbeeldingen 2

6. Ingrediënten (artikel 6) 2

6.1. Rapportering over ingrediënten van tabaksproducten 2

6.2. Administratieve overeenkomst met het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek 2

6.3. REACH-verordening 2

7. Productbenamingen (artikel 7) 2

8. Tabak voor oraal gebruik (artikel 8) 2

8.1. Wetenschappelijk advies 2

8.2. Toepassing van het verbod op tabak voor oraal gebruik 2

9. Aanpassingsmaatregelen (artikelen 9 en 10) 2

10. Gemeenschappelijke lijst van ingrediënten (artikel 12) 2

11. Invoer, verkoop en verbruik van tabaksproducten (artikel 13) 2

12. Nieuwe verschijnselen 2

12.1. Zelfgerolde sigaretten 2

12.2. Nieuwe tabaks- en nicotineproducten 2

12.2.1. Een nieuwe markt 2

12.2.2. Een uitdaging op het gebied van de regelgeving 2

13. Productaansprakelijkheid 2

1. INLEIDING

Op grond van artikel 11 van Richtlijn 2001/37/EG van 5 juni 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaksproducten ("de richtlijn") moet de Commissie regelmatig verslag doen aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité over de toepassing van de richtlijn. Het eerste verslag over de toepassing van de richtlijn is op 27 juli 2005 goedgekeurd.

In dit verslag wordt de toepassing van de richtlijn voor de tweede keer beoordeeld. Het verslag is grotendeels gebaseerd op het werk dat de lidstaten tijdens de laatste twee jaar in het bij artikel 10 van de richtlijn ingestelde regelgevingscomité tabaksproducten hebben geleverd en op de informatie die zij hebben verstrekt. In het verslag zijn standpunten van belanghebbenden op het gebied van de bestrijding van tabaksgebruik, van het Europees Parlement en van de lidstaten opgenomen. Er wordt ook in aangegeven welke aspecten van de richtlijn eventueel kunnen worden gewijzigd, zodat naar behoren met de lidstaten en het Europees Parlement kan worden overlegd alvorens de Commissie overweegt een formeel voorstel tot wijziging van de richtlijn in te dienen.

2. DEFINITIES (ARTIKEL 2)

De huidige definitie van ingrediënten in artikel 2, lid 5, omvat alle stoffen of bestanddelen die bij de productie of de bereiding van tabaksproducten worden gebruikt en nog in het eindproduct aanwezig zijn, al dan niet in gewijzigde vorm, met inbegrip van papier, filter, inkt en kleefstoffen. De eigenlijke tabaksbladeren en andere natuurlijke of niet-getransformeerde delen van de tabaksplant zijn daar niet onder begrepen.

Volgens de definitie van de WHO en volgens de wetgeving van een aantal landen buiten de EU (bijvoorbeeld Canada) behoort het eigenlijke tabaksblad tot de ingrediënten van tabaksproducten. De laatste jaren ontving de Commissie diverse vragen omtrent radioactieve en andere stoffen in tabaksproducten en de gevolgen daarvan voor de gezondheid – radon (Rn), polonium (Po-210), cadmium (Cd) enz. Deze vragen houden allemaal met tabaksbladeren verband. Dat heeft geleid tot discussie over de vraag of het tabaksblad en (natuurlijke en/of kunstmatige) bestanddelen daarvan in de definitie moeten worden begrepen en bijgevolg door de richtlijn moeten worden geregeld.

Verdere maatregelen

De Commissie zal onderzoeken of het wenselijk is het tabaksblad en andere natuurlijke of niet-getransformeerde delen van de tabaksplant in de definitie van ingrediënten op te nemen. |

3. MAXIMUMGEHALTEN AAN TEER, NICOTINE EN KOOLMONOXIDE VOOR SIGARETTEN (ARTIKEL 3)

Artikel 3, lid 1, van de richtlijn stelt de maximumgehalten aan teer, nicotine en koolmonoxide (TNCO) vast voor in de EU in het vrije verkeer gebrachte sigaretten. Deze maximumgehalten worden tegenwoordig in alle 27 lidstaten toegepast.

Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van de richtlijn, gelden deze maximumgehalten uiterlijk op 1 januari 2007 eveneens voor sigaretten die in de Europese Unie worden geproduceerd en van daaruit worden geëxporteerd. Geen enkele lidstaat heeft de Commissie verzocht de overgangsperiode te verlengen, en de Commissie is niet van plan de richtlijn op dat punt te wijzigen.

4. MEETMETHODEN (ARTIKEL 4) EN VERMELDING VAN DE GEHALTEN OP DE PAKJES

Uit besprekingen van het eerste verslag over de toepassing van de tabaksproductenrichtlijn is gebleken dat de lidstaten graag meer duidelijkheid hadden over vragen zoals de interpretatie van de bij de richtlijn vastgestelde maximumgehalten voor TNCO-tests en over de erkenning van laboratoria om verdere samenwerking tussen laboratoria mogelijk te maken.

4.1. Meting van de gehalten aan teer, nicotine en koolmonoxide

Het bij de richtlijn ingestelde regelgevingscomité tabaksproducten heeft een werkgroep opgericht met deskundigen uit diverse lidstaten, het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie en de voorzitter van het Europees Netwerk van erkende laboratoria voor tabak en tabaksproducten (GoToLab - European Network of Government Laboratories for Tobacco and Tobacco Products). In de door het directoraat-generaal Gezondheid en consumentenbescherming van de Commissie (DG SANCO) gepubliceerde niet bindende praktische gids 'Cigarette yield measurement and some basic steps for laboratory approval', stelde de werkgroep voor de volgens ISO 8243 berekende maximumgehalten te beschouwen als maximumwaarden waar het betrouwbaarheidsinterval omheen kan schommelen.

In de richtlijn is in de mogelijkheid voorzien om de methoden via het regelgevingscomité tabaksproducten aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang aan te passen. In april 2007 heeft de Commissie het regelgevingscomité geraadpleegd over de voor- en nadelen van de verschillende bestaande regelingen (ISO, Massachusetts, Canadian intense, compenserende methode). Er werd geen definitieve conclusie getrokken, maar de lidstaten wensen overwegend de huidige ISO-regeling op verplichte basis te blijven toepassen tot duidelijk is bewezen dat er betere methoden bestaan om die te vervangen.

4.2. Laboratoria

Op basis van informatie en beste praktijken uit de lidstaten stelde de bovengenoemde werkgroep een aantal criteria voor test- en verificatielaboratoria voor. Deze zijn ook opgenomen in de praktische gids 'Cigarette yield measurement and some basic steps for laboratory approval'4.

4.3. GoToLab-netwerk

GoToLab is in januari 2002 opgericht als Europees Netwerk van erkende laboratoria voor tabak en tabaksproducten om de uitwisseling van ervaringen van deze laboratoria in de EU te bevorderen. In 2006 heeft de Commissie het regelgevend comité geraadpleegd over hoe dat comité en het GoToLab-netwerk beter aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Zowel de lidstaten als de vertegenwoordigers van het GoToLab-netwerk waren grote voorstanders van versterkte samenwerking.

Verdere maatregelen

Een behoorlijk werkend en van de nodige middelen voorzien laboratoriumnetwerk vormt de basis voor nauwere samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie op het gebied van ingrediënten en emissies van tabaksproducten. De Commissie zet zich er dan ook voor in de samenwerking tussen onafhankelijke laboratoria voor tabak en tabaksproducten in de EU te bevorderen om de operationele grondslagen te leggen voor een gezamenlijke analyse en beoordeling van ingrediënten en/of rookemissies van tabaksproducten. Om de werking van de richtlijn te verbeteren zou het ook nuttig zijn de regelgevingsbevoegdheid van de Commissie met het oog op de volgende wijziging van de richtlijn uit te breiden tot de opstelling van criteria voor de erkenning van laboratoria en de uitwerking van andere maatregelen ter verbetering van de samenwerking tussen en de wederzijdse erkenning van laboratoria. Hoewel er kritiek op de ISO-normen is, ontbreekt het nog aan internationale overeenstemming over alternatieven. De Commissie stelt momenteel dan ook niet voor de huidige normen te herzien. De Commissie volgt de wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen op dit gebied van dichtbij en zal op deze kwestie terugkomen zodra er meer internationale overeenstemming over de methoden bestaat. De Commissie acht het van belang dat de normen die in de EU worden toegepast conform zijn met de internationale ontwikkelingen. |

5. ETIKETTERING (ARTIKEL 5)

5.1. Waarschuwende tekst

De toepassing van waarschuwende teksten geeft over het algemeen reden tot tevredenheid, hoewel bepaalde lidstaten melding maakten van problemen met andere producten dan sigaretten (bv. shag en nieuwe tabaksproducten). De Commissie ontving ook een aantal klachten over de toepassing van artikel 5, lid 6, onder e), dat bepaalt dat de waarschuwingen moeten worden aangebracht in alle officiële talen van de lidstaat waar het product op de markt wordt gebracht. Er zij op gewezen dat dit in alle lidstaten met meer dan één officiële taal een formele vereiste is, en dat er geen afwijkingen of territoriale uitzonderingen (bv. voor luchthavens) zijn. Als hoedster van het Verdrag onderzoekt de Commissie momenteel deze aangelegenheden.

5.2. Gekleurde afbeeldingen

Bij artikel 5, lid 3, van de richtlijn wordt de Commissie gemachtigd om bijkomende waarschuwingen goed te keuren in de vorm of kleurenfoto's of andere illustraties (afbeeldingen). De beslissing om al dan niet van afbeeldingen gebruik te maken, wordt aan de lidstaten overgelaten.

De Commissie keurde een verzameling van 42 brondocumenten goed, alsook technische specificaties voor het drukken van de gecombineerde waarschuwingen op pakjes van diverse afmetingen. DG SANCO heeft de lidstaten ook laten weten dat naar zijn mening de plaats waar het product op de markt wordt gebracht (het land van bestemming) bepalend is voor de toepassing van de voorschriften inzake waarschuwende afbeeldingen, en niet de plaats van productie. Het DG moedigde de lidstaten er ook herhaaldelijk toe aan zo spoedig mogelijk voor alle tabaksproducten waarschuwende afbeeldingen in te voeren, en legde er de nadruk op dat de lidstaten de gecombineerde waarschuwingen reeds mogen aanvullen met rookstopnummers, internetadressen of andere visuele elementen die informatie verstrekken over hulp voor wie wil stoppen met roken. Dergelijke verwijzingen moeten worden aangebracht in het kadertje dat voor gecombineerde waarschuwingen is gereserveerd.

België baseerde zich op deze voorbereidende werkzaamheden en was de eerste lidstaat die in november 2006 gecombineerde waarschuwingen invoerde. Sinds 10 juni 2007 staan deze gecombineerde waarschuwingen op alle sigarettenpakjes die in België worden verkocht. De toepassing verliep tot nu toe vrij vlot. Het volgende land dat het voorbeeld zal volgen, is Roemenië: daar worden afbeeldingen in juli 2008 verplicht. In het VK moeten de waarschuwingen in het najaar van 2008 op sigarettenpakjes verschijnen, en het jaar daarop ook op andere tabaksproducten. Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, hebben Finland en Letland eveneens besloten waarschuwende afbeeldingen verplicht te maken, en overwegen ook andere lidstaten deze waarschuwingen in de nabije toekomst in te voeren. De Commissie heeft met Nieuw-Zeeland en Zwitserland auteursrechtovereenkomsten gesloten, zodat deze landen de verzameling van afbeeldingen van de EG mogen gebruiken.

De Nederlandse overheid heeft een studie laten uitvoeren naar gepubliceerd bewijsmateriaal uit Canada, Brazilië, Australië en Nieuw-Zeeland wat de doeltreffendheid van waarschuwende afbeeldingen betreft. In die studie wordt geconcludeerd dat waarschuwende afbeeldingen doeltreffender zijn dan alleen waarschuwende teksten wanneer het erop aankomt de kennis over de gevolgen van roken voor de gezondheid te verbeteren en de intentie om te stoppen met roken te versterken.

In de lidstaten en het Europees Parlement gaan stemmen op dat de etikettering van TNCO-gehalten misleidend is voor de consument en van de pakjes moet worden gehaald. Een aantal lidstaten pleitte er ook voor gecombineerde waarschuwingen voor alle tabaksverpakkingen verplicht te stellen, zodat deze gemakkelijker in alle EU-landen kunnen worden binnengebracht. In de lidstaten en het Europees Parlement zijn er ook voorstanders van een verplichte vermelding van informatie over stoppen met roken, grotere waarschuwende teksten en afbeeldingen op beide zijden van het pakje.

Verdere maatregelen

De Commissie acht al deze voorstellen veelbelovend en zal ze met het oog op toekomstige wijzigingen van de richtlijn nader onderzoeken. De richtsnoeren inzake verpakking en etikettering die binnenkort zullen worden goedgekeurd in de context van de kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik, zullen een bijkomende bron van informatie vormen. De Commissie onderzoekt momenteel de mogelijkheden van grotere waarschuwende teksten, verplichte waarschuwende afbeeldingen op beide zijden van het pakje en de vervanging van de maximale TNCO-gehalten door rookstopnummers en/of informatie over andere stoffen in tabaksproducten (bv. etikettering over het gebruik van ggo's). |

6. INGREDIËNTEN (ARTIKEL 6)

6.1. Rapportering over ingrediënten van tabaksproducten

Het regelgevingscomité heeft een door de Commissie voorgezeten werkgroep met diverse deskundigen uit de lidstaten opgericht om geharmoniseerde rapporteringsformaten voor ingrediënten van tabaksproducten op te stellen waardoor de informatie die de tabaksproducenten verstrekken beter kan worden geanalyseerd en vergeleken. Er werden twee formaten uitgewerkt: het ene betreft de informatie over de ingrediënten die de producenten ter beschikking moeten stellen van de nationale regelgevers, het andere betreft de informatie die aan het publiek moet worden verstrekt. Hoewel deze formaten in het huidige kader niet juridisch bindend zijn, worden de lidstaten, producenten en importeurs geacht ze te gebruiken. De indiening van gegevens via elektronische weg zou wenselijk zijn. Een groep lidstaten zet momenteel een elektronische gegevensbank van ingrediënten van tabaksproducten op. Dit project werd aanbevolen voor medefinanciering uit het communautaire programma 2007 op het gebied van de volksgezondheid.

6.2. Administratieve overeenkomst met het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek

Om de Commissie en de lidstaten te helpen met de werkzaamheden inzake ingrediënten van tabaksproducten, heeft DG SANCO in 2006 een administratieve overeenkomst ondertekend met het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO). Deze overeenkomst, waarmee een bedrag van 558 502 euro is gemoeid, loopt gedurende één jaar. Er is voorzien in een verlenging met vergelijkbare bedragen tot in totaal drie jaar.

Het GCO heeft een groep van deskundigen opgericht om vragen op te stellen die als leidraad moeten dienen voor de gegevensanalyse van ingrediënten van tabaksproducten, en om, rekening houdend met de internationale ontwikkelingen op dit gebied, een eerste prioriteitenlijst van ingrediënten voor grondiger analyse op te stellen. De groep zal ook aspecten als verslavende werking en aantrekkelijkheid bespreken.

6.3. REACH-verordening

De werkzaamheden met betrekking tot ingrediënten in het kader van de tabaksproductenrichtlijn houden nauw verband met de ontwikkelingen krachtens de REACH-verordening, die evenzeer betrekking heeft op de chemische ingrediënten van tabaksproducten als op alle andere chemische stoffen. Om overlappingen met de lopende werkzaamheden in de context van de richtlijn te voorkomen, moet een samenvatting worden gemaakt van en rekening worden gehouden met de informatie over tabaksingrediënten die krachtens de REACH-verordening beschikbaar wordt gesteld.

Verdere maatregelen

De Commissie heeft toegezegd om alle activiteiten die in de verklaring van de Commissie over REACH zijn opgenomen, in de praktijk te brengen. Zowel een aantal lidstaten als de bedrijfstak wensen de rapporteringsformaten voor tabaksingrediënten verplicht te stellen. In dat verband moet worden overwogen de regelgevingsbevoegdheid van de Commissie uit te breiden door artikel 9 van de richtlijn te wijzigen. De invoering van boetes van de lidstaten voor niet-indiening van informatie door de bedrijfstak en een mogelijke uitbreiding van de rapporteringsvoorschriften, zoals de opname van de analytenlijst van Hoffmann, kunnen worden overwogen. In zijn op 24 oktober aangenomen resolutie over het groenboek 'Op weg naar een rookvrij Europa: beleidsopties op EU-niveau' verzoekt het Europees Parlement de Commissie een voorstel tot wijziging van de richtlijn in te dienen, met name wat de samenstelling van een compendium van tabaksadditieven en stoffen in tabaksrook en de openbaarmaking van alle bestaande toxicologische gegevens over additieven en stoffen in tabaksrook betreft. Deze voorstellen zullen welwillend en grondig worden onderzocht. Een nog strengere aanpak zou erin bestaan geen additieven in tabaksproducten toe te laten tenzij de producenten hebben bewezen dat deze veilig zijn. |

7. PRODUCTBENAMINGEN (ARTIKEL 7)

De Commissie heeft tot nu toe geen formele klachten over de toepassing van dit artikel ontvangen. Zij zal de ontwikkelingen in het kader van deze bepaling blijven volgen en indien nodig passende voorstellen doen.

8. TABAK VOOR ORAAL GEBRUIK (ARTIKEL 8)

Artikel 8 van de richtlijn verbiedt het in de handel brengen van tabak voor oraal gebruik, onverminderd artikel 151 van de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden.

8.1. Wetenschappelijk advies

Met het oog op een beter begrip van de gevolgen voor de gezondheid van diverse niet voor roken bestemde tabaksproducten en hun rol in het stoppen en beginnen met roken, heeft DG SANCO het Wetenschappelijk Comité voor nieuwe gezondheidsrisico’s (WCNG) om advies verzocht.

Op 21 juni 2007 keurde het WCNG een voorlopig verslag voor openbare raadpleging goed over de gevolgen voor de gezondheid van niet voor roken bestemde tabaksproducten. Belanghebbenden werd verzocht via de onlineraadpleging opmerkingen te maken. Begin 2008 wordt het eindverslag verwacht.

8.2. Toepassing van het verbod op tabak voor oraal gebruik

Het in artikel 8 vastgestelde verbod op tabak voor oraal gebruik is over het algemeen in de lidstaten omgezet. Het is evenwel moeilijk om smokkel en illegale verkoop, in het bijzonder via internet, tegen te gaan.

Verdere maatregelen

Het definitieve wetenschappelijke advies over de gevolgen voor de gezondheid van niet voor roken bestemde tabaksproducten zal de wetenschappelijke basis vormen voor toekomstige risicomanagementbeslissingen van de Commissie op dit gebied. |

9. AANPASSINGSMAATREGELEN (ARTIKELEN 9 EN 10)

Bij de richtlijn worden de Commissie regelgevingsbevoegdheden verleend om de meetmethoden voor TNCO-gehalten en de waarschuwingen betreffende de gezondheid aan te passen en met het oog op de identificatie en traceerbaarheid van tabaksproducten merking in te voeren. Bij de richtlijn wordt de Commissie evenwel niet gemachtigd om rapporteringsformaten verplicht te maken, een lijst vast te stellen van criteria voor de erkenning van laboratoria, maatregelen goed te keuren om de samenwerking tussen laboratoria te versterken of de gemeenschappelijke lijst van ingrediënten waarin artikel 12 van de richtlijn voorziet te wijzigen nadat die is vastgesteld. De richtlijn zou doeltreffender kunnen worden toegepast indien de Commissie dergelijke maatregelen kon nemen.

Verdere maatregelen

Om de werking van de richtlijn te verbeteren, zou het nuttig zijn de regelgevingsbevoegdheden van de Commissie uit te breiden tot de opstelling van criteria voor de erkenning van laboratoria, wederzijdse erkenning en maatregelen ter bevordering van de samenwerking tussen test- en verificatielaboratoria voor tabaksproducten, de invoering en wijziging van rapporteringsformaten voor ingrediënten en, in de toekomst, de opstelling en wijziging van een gemeenschappelijke lijst van ingrediënten. |

10. GEMEENSCHAPPELIJKE LIJST VAN INGREDIËNTEN (ARTIKEL 12)

Aangezien er ten aanzien van artikel 6 nog maar weinig vooruitgang is geboekt, bevond de Commissie zich niet in een positie om een voorstel over een gemeenschappelijke lijst van ingrediënten op te stellen. Zinvol werk inzake specifieke ingrediënten vereist personele en financiële middelen die momenteel nog niet beschikbaar zijn.

Verdere maatregelen

Ontwikkelingen op dit gebied hangen af van de vooruitgang die wordt geboekt met de in artikel 6 beschreven werkzaamheden. In zijn bovengenoemde resolutie verzoekt het Europees Parlement de Commissie om verdere wijzigingen van de richtlijn wat ingrediënten betreft, zoals een verbod op alle additieven waarvoor de producenten en importeurs geen volledige gegevens overleggen, een onmiddellijk verbod op alle verslavingsversterkende additieven en van alle additieven waarvan op grond van reeds beschikbare toxicologische gegevens bekend is dat zij als zodanig of bij pyrolyse kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn. De Commissie zal deze voorstellen onderzoeken. Zij zal ook overwegen onderzoek naar de giftigheid en in het bijzonder de verslavende werking van tabaksingrediënten en/of rookemissies in de context van het kaderprogramma voor onderzoek mede te financieren. Andere stappen kunnen volgen. |

11. INVOER, VERKOOP EN VERBRUIK VAN TABAKSPRODUCTEN (ARTIKEL 13)

Diverse lidstaten hebben de Commissie erop gewezen dat steeds meer sigaretten met snoepsmaak op de markt worden gebracht. Zoete sigaretten vallen vooral bij jongeren in de smaak en kunnen hen er dus extra toe aanzetten om te beginnen roken. In hun mooie, moderne verpakking en met hun trendy merknaam ogen deze producten aantrekkelijk voor jongeren.

Krachtens artikel 13 van de richtlijn mogen de lidstaten met het oog op de bescherming van de volksgezondheid strengere voorschriften omtrent de productie, de invoer, de verkoop en het verbruik van tabaksproducten handhaven of vaststellen. Deze voorschriften moeten evenwel het EG-Verdrag in acht nemen.

Verdere maatregelen

De Commissie zal de lidstaten ertoe aanmoedigen elke ontwikkeling van de invoer, de verkoop en het verbruik van tabaksproducten te volgen en passende maatregelen te nemen om hun burgers overeenkomstig artikel 13 te beschermen. De Commissie zal de maatregelen na kennisgeving door de lidstaten overeenkomstig Richtlijn 98/34 beoordelen. De invoering van generische (zwart-wit) gestandaardiseerde pakjes voor alle tabaksproducten kan worden onderzocht als mogelijkheid om tabaksproducten minder aantrekkelijk te maken, zodat minder mensen beginnen te roken en de consumenten in alle EU-lidstaten in dezelfde mate worden beschermd. De Commissie zal rekening houden met mogelijke wijzigingen ingevolge de onderhandelingen over de 'Verordening van het Europese Parlement en de Raad tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het in de handel brengen van producten '. |

12. NIEUWE VERSCHIJNSELEN

12.1. Zelfgerolde sigaretten

Diverse lidstaten hebben erop gewezen dat vooral bij jongeren de verkoop, en bijgevolg ook het verbruik, van zelfgerolde sigaretten sterk stijgt. De belangrijkste reden daarvoor is dat voor zelfgerolde sigaretten een lagere belasting geldt dan voor gewone sigaretten, met lagere prijzen in de detailhandel tot gevolg.

Een aantal lidstaten past de maximumgehalten aan TNCO voor sigaretten (10:1:10) ook op zelfgerolde sigaretten toe; in andere lidstaten geldt deze regel niet, aangezien er tot nu toe geen internationaal erkende meetmethode bestaat.

Onlangs is een ISO-methode 15592 deel 3 gevalideerd voor zelfgerolde sigaretten.

Verdere maatregelen

Via de comitéprocedure zouden gevalideerde en internationaal erkende meetmethoden voor zelfgedraaide sigaretten kunnen worden goedgekeurd. De Commissie wil de belasting op zelfgerolde sigaretten bij de volgende herziening van het wettelijk kader voor de belasting op tabaksproducten opnieuw bekijken. |

12.2. Nieuwe tabaks- en nicotineproducten

12.2.1. Een nieuwe markt

De richtlijn dateert van 2001 en betreft de tabaksproducten die toen op de markt waren. Sindsdien is de markt voor tabaksproducten steeds meer gediversifieerd. Er werden niet alleen nieuwe soorten tabaks- en nicotineproducten ontwikkeld, maar bepaalde traditionele tabaksproducten en gebruikspatronen worden geliefder.

12.2.2. Een uitdaging op het gebied van de regelgeving

Nu nieuwe soorten tabaks- en nicotinegerelateerde producten op de markt komen, rijst de vraag of al deze soorten producten met het huidige regelgevingskader voor tabaksproducten en de bestaande wetgeving inzake geneesmiddelen en algemene levensmiddelenwetgeving doeltreffend kunnen worden aangepakt.

Verdere maatregelen

De Commissie zal de hierboven beschreven uitdagingen op het gebied van de regelgeving onderzoeken om er minstens voor te zorgen dat nieuwe tabaks- en/of nicotineproducten die op de markt worden gebracht op EG-niveau naar behoren zijn gereglementeerd met het oog op de doelstellingen inzake volksgezondheid en interne markt. De Commissie zal ook onderzoeken hoe het regelgevingskader voor tabaksproducten zich verhoudt tot de wetgeving inzake geneesmiddelen en nieuwe voedingsmiddelen. |

13. PRODUCTAANSPRAKELIJKHEID

Het Europees Parlement verzocht de Commissie productaansprakelijkheid toe te passen op de fabrikanten en de verantwoordelijkheid van de fabrikant in te voeren voor de financiering van alle gezondheidskosten die als gevolg van tabaksgebruik ontstaan. In artikel 19 (betreffende productaansprakelijkheid) van de kaderovereenkomst voor de bestrijding van tabaksgebruik, waarbij de Gemeenschap partij is, wordt alle partijen verzocht wetgevingsmaatregelen of de verdere uitwerking van hun bestaande wetgeving te overwegen om de strafrechtelijke en burgerlijke aansprakelijkheid, met inbegrip van eventuele compensatie, te regelen.

Verdere maatregelen

De Commissie zal opdracht geven voor een studie over de beste middelen om de productaansprakelijkheid van tabaksproducenten en -importeurs in de EU en hun verantwoordelijkheid voor de financiering van de gezondheidskosten die als gevolg van tabaksgebruik ontstaan, te versterken. Deze studie zal de grondslag vormen voor verdere maatregelen. |

PB L 194 van 18.7.2001, blz. 26.

De maximumgehalten voor TNCO zijn sinds 1 januari 2004 van toepassing in 14 lidstaten (de EU15, met uitzondering van Griekenland). Zij zijn van toepassing in de 10 nieuwe lidstaten sinds hun toetreding op 1 mei 2004 en in Roemenië en Bulgarije sinds hun toetreding op 1 januari 2007. Voor Griekenland gelden de maximumgehalten sinds de tijdelijke uitzonderingsregeling op 1 januari 2007 afliep.

De lijst van erkende laboratoria vindt u op:http://ec.europa.eu/health/ph_determinants/life_style/Tobacco/label_labo_en.htm

Het document (in het Engels) vindt u op:http://ec.europa.eu/health/ph_determinants/life_style/Tobacco/Documents/best_practices_en.pdf

Alle meetmethoden die momenteel worden gebruikt, zijn gebaseerd op tests door machines en zijn dus niet geschikt om de blootstelling van mensen aan rook te evalueren. Een mogelijkheid om de blootstelling van mensen te evalueren zou het gebruik van biomarkers zijn, maar op dat gebied moet eerst nog meer onderzoek worden gedaan.

De eerste vergadering werd bijgewoond door vertegenwoordigers van laboratoria uit 5 lidstaten: Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Zweden. Het reglement van orde en de ledenlijst van GoToLab vindt u op de GoToLab-website: http://www.jrc.ec.europa.eu/project/gotolab/index.html.

Voor de onafhankelijkheidscriteria, zie de praktische gids 'Cigarette yield measurement and some basic steps for laboratory approval', blz.5:http://ec.europa.eu/health/ph_determinants/life_style/Tobacco/Documents/best_practices_en.pdf.

Beschikking 2003/641/EG van de Commissie van 5 september 2003 betreffende het gebruik van kleurenfoto's of andere illustraties als gezondheidswaarschuwingen op verpakkingseenheden van tabaksproducten. PB L 226 van 10.9.2003, blz. 24.

Deze bijkomende specificaties zijn vastgesteld in bijlage III bij Beschikking C(2006) 1502 definitief van de Commissie van 12 april 2006 tot wijziging van de beschikking van de Commissie van mei 2005. De nieuwe regels zijn geïllustreerd in een informele leidraad met demonstratieve aanpassingen van de verpakkingen voor landen met één of met drie officiële talen.

Artikel 4, lid 5, van Beschikking 2003/641/EG.

Research voor Beleid. Kleurenfoto's op tabaksverpakkingen - Ervaringen in andere landen. Een onderzoek in opdracht van het ministerie van VWS, Leiden, 22 januari 2007.http://www.research.nl/index.cfm/28,4072,c,html/VGP-2745670B.pdf.

De praktische gids 'Reporting on tobacco ingredients' vindt u op:http://ec.europa.eu/health/ph_determinants/life_style/Tobacco/Documents/practical_guidance_en.pdf

DG JRC zal hoofdzakelijk de gegevensreeksen inzake tabaksingrediënten analyseren, het werk van het GoToLab-netwerk coördineren, wetenschappelijke bijstand voor het regelgevingsproces verlenen, DG SANCO bijstaan bij zijn werk als belangrijke bemiddelaar in de FCTC-werkgroep inzake de tabaksproductenregelgeving, informatie over onder REACH vallende ingrediënten van tabaksproducten verifiëren en samenvatten, en de wetenschappelijke gegevens inzake de verslavende werking bestuderen.

Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie. PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.

Over de informatie die moet worden ingediend, zie met name de artikelen 10 tot en met 13 van de REACH-verordening.

Zie de verklaring van de Commissie over tabaksadditieven op de website van de Raad: http://register.consilium.europa.eu/pdf/nl/06/st16/st16908-ad01.nl06.pdf (punt 30 op blz. 14 betreft REACH, de verklaring over tabaksadditieven begint op blz. 16). Deze verklaring is samen met de andere verklaringen over de REACH-verordening opgenomen in de notulen van de zitting van de Raad Milieu van 18 december 2006, waarop de REACH-verordening werd vastgesteld (referentie 16908/06 Add 1).

Het mandaat (in het Engels) is te vinden op:http://ec.europa.eu/health/ph_risk/committees/04_scenihr/docs/scenihr_q_004.pdf

Het voorlopige advies (in het Engels) vindt u op:http://ec.europa.eu/health/ph_risk/committees/04_scenihr/scenihr_cons_06_en.htm

In zijn arrest van 18 mei 2006 in zaak C-343/05 (Commissie van de Europese Gemeenschappen/Republiek Finland) concludeerde het Hof van Justitie dat Finland, wat de Ålandeilanden betreft, het verbod op het in handel brengen van tabaksproducten voor oraal gebruik niet heeft omgezet en niet heeft gezorgd voor de inachtneming van dat verbod op in Finland geregistreerde schepen. In oktober 2007 besloot de Commissie Finland wegens niet-naleving van het bovengenoemde arrest voor het Hof van Justitie te dagen.

Bij de herziening van de richtlijn moet rekening worden gehouden met mogelijke wijzigingen ingevolge de onderhandelingen over de 'Verordening van het Europese Parlement en de Raad tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het in de handel brengen van producten '.

Richtlijn 2001/83/EG, PB L 311 van 28.11.2001; Verordening (EG) nr. 178/2002, PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1-24.