Artikelen bij COM(2008)368 - Verslag over het mededingingsbeleid 2007

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2008)368 - Verslag over het mededingingsbeleid 2007.
document COM(2008)368 NLEN
datum 1 januari 1945
Belangrijke juridische mededeling

|
52008DC0368

Verslag van de Commissie - Verslag over het mededingingsbeleid 2007 {SEC(2008)2038} /* COM/2008/0368 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 16.6.2008

COM(2008) 368 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Verslag over het mededingingsbeleid 2007 {SEC(2008)2038}

1. Ook in 2007 bleef het mededingingsbeleid zorgen voor beter functionerende markten, in het belang van de Europese consument en het Europese bedrijfsleven . Onderdeel van dit beleid was het onderzoeken en bestraffen van concurrentieverstorend gedrag van marktdeelnemers en het aanpakken van concurrentieverstorende marktstructuren en regulering in belangrijke sectoren van de economie. Het mededingingsbeleid werd verder geïntegreerd in de algemene economische hervormingsagenda van de Commissie, de Lissabon-strategie.

2. Het eerste deel van dit verslag geeft een overzicht van de verdere uitbouw en toepassing van de instrumenten van het mededingingsbeleid (antitrust-, fusie- en staatssteunregels). In het tweede deel wordt besproken hoe deze en andere instrumenten in een aantal specifieke sectoren werden ingezet. Het derde deel geeft een overzicht van de samenwerking binnen het European Competition Network (ECN) en met nationale rechters . In deel vier komen internationale activiteiten aan de orde. Tot slot geeft het vijfde deel een korte beschrijving van de interinstitutionele samenwerking . Nadere informatie is te vinden in een uitgebreid werkdocument van de diensten van de Commissie en op de website van directoraat-generaal Concurrentie.

1. Instrumenten

1.1. Antitrustregels — De artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag

1.1.1. De regels en het beleid ontwikkelen

3. Kartels behoren tot de schadelijkste vorm van concurrentieverstorend gedrag. Om dit soort illegale activiteiten te bestraffen en te ontmoedigen zijn niet alleen sancties, maar ook prikkels nodig om karteldeelnemers het bestaan van kartels te laten melden. Het clementiebeleid van de Commissie biedt karteldeelnemers die prikkels om hun illegale activiteiten te melden. In december 2006 werd een herziene clementieregeling ingevoerd. Dit is de derde clementieregeling – na eerdere regelingen uit 1996 en 2002. Sinds de nieuwe regeling van kracht werd, ontving de Commissie 20 verzoeken om immuniteit en 11 verzoeken om vermindering van geldboetes (stand eind 2007).

4. Het Groenboek van de Commissie uit 2005 over schadevorderingen wegens schending van de EU-antitrustregels kreeg uitgesproken steun in een resolutie van het Europees Parlement, waarin de Commissie werd opgeroepen een witboek op te stellen met uitgewerkte voorstellen voor het waarborgen van de effectiviteit van schadevorderingen wegens schending van de antitrustregels. Bij het opstellen van het witboek voerde de Commissie breed overleg met vertegenwoordigers van nationale regeringen, nationale rechters, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, consumentenorganisaties, de juridische gemeenschap en vele andere betrokkenen.

1.1.2. De regels toepassen

5. De Commissie bleef topprioriteit geven aan het opsporen, onderzoeken en bestraffen van kartels en richtte zich daarbij met name op grote, hardcorekartels van vooral wereldwijde of Europese omvang. De Commissie gaf 8 eindbeschikkingen waarin zij aan 41 ondernemingen voor in totaal 3 334 miljoen euro aan boetes oplegde (tegen 7 eindbeschikkingen, 41 beboete ondernemingen en een totaalbedrag aan geldboeten van 1 846 miljoen euro in 2006). In de zaak- Liften en roltrappen legde de Commissie de hoogste boete ooit in een kartelzaak op (992 miljoen euro), en ook de hoogste boete per onderneming voor overtreding van de kartelregels (477 miljoen euro).

6. De Commissie heeft zelf een aantal kartels kunnen opsporen. Hoewel het clementiebeleid van de Commissie een effectief instrument is voor het opsporen van kartels, blijkt uit de recente zaken Liften en roltrappen , Kledingsluitingen , Professionele videobanden en Vlakglas dat de Commissie voor het opsporen van kartelgedrag niet alleen afhankelijk is van de informatie verschaft door clementieverzoekers. De Commissie blijft grote waarde hechten aan de onderzoeken ambtshalve, die kunnen worden ingesteld naar aanleiding van marktmonitoring, sectorale onderzoeken, klachten of via nationale mededingingsautoriteiten in het European Competition Network (ECN).

7. De Commissie bouwde voort op haar onderzoek in de financiële-dienstensector dat in 2005 was gestart, en gaf verbodsbeschikkingen op grond van artikel 81 van het EG-Verdrag in de zaken Groupement des Cartes Bancaires , Morgan Stanley/Visa en MasterCard. Al deze zaken hadden betrekking op betaalkaartsystemen (zie punt 2.2).

8. De Commissie bleef sancties opleggen wegens misbruik van machtsposities , met name in netwerkindustrieën die voor de Europese concurrentiepositie van vitaal belang zijn. Op 4 juli gaf de Commissie een beschikking tegen de gevestigde Spaanse telecomexploitant Telefónica wegens zeer ernstig misbruik van zijn dominante positie op de Spaanse breedbandmarkt. Zij legde een boete van 151 875 000 euro op. In deze zaak ging het om margin squeeze door Telefónica tussen de groothandelsprijzen die het concurrenten berekende, en de consumentenprijzen die het van 2001 tot 2006 aan zijn eigen klanten in rekening bracht.

9. Op 11 oktober gaf de Commissie een artikel 9-beschikking over langlopende gasleveringscontracten die in België waren afgesloten door Distrigas . Een aantal toezeggingen die Distrigas had gedaan om tegemoet te komen aan door de Commissie bij een artikel 82-onderzoek geuite bezwaren, werd met deze beschikking juridisch verbindend verklaard tot 2011. Deze toezeggingen moeten ervoor zorgen dat Distrigas geen buitensporig groot deel van zijn klanten voor meer dan één jaar vooruit aan zich bindt, terwijl Distrigas wel een zo ruim mogelijke flexibiliteit wordt geboden bij het beheer van zijn contractenportfolio.

1.2. Staatsmaatregelen

10. In juni sloot de Commissie een inbreukprocedure op grond van artikel 226 van het EG-Verdrag tegen de Tsjechische Republiek af; die had beperkingen opgelegd aan de bevoegdheden van de Tsjechische mededingingsautoriteit om de artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag toe te passen op concurrentieverstorend gedrag in de sector elektronische communicatie. Na een met redenen omkleed advies in maart werd de betwiste bepaling uit de Tsjechische mededingingswet geschrapt en kunnen de EU-mededingingsregels nu ten volle door de Tsjechische mededingingsautoriteit worden toegepast.

11. Op 31 mei werd de Commissie gemeld dat Enel en Acciona gezamenlijke zeggenschap over Endesa hadden verworven. Deze operatie werd op 5 juli door de Commissie goedgekeurd, zonder verdere voorwaarden. Toen Enel en Acciona echter goedkeuring voor deze verwerving aanvroegen bij de Spaanse toezichthouder voor de energiesector (CNE), verbond deze een aantal voorwaarden aan de operatie. Op 5 december gaf de Commissie een beschikking op grond van artikel 21 van de EG-concentratieverordening waarin werd verklaard dat het besluit van CNE, ook na gedeeltelijke aanpassing, strijdig was met genoemde bepaling.

1.3. Concentratiecontrole

1.3.1. De regels en het beleid ontwikkelen

12. Om meer houvast te bieden over bevoegdheidskwesties op het gebied van concentratiecontrole stelde de Commissie op 10 juli de geconsolideerde mededeling van de Commissie over bevoegdheidskwesties in het kader van de concentratieverordening vast. Deze mededeling vervangt vier eerdere mededelingen uit 1998 over bevoegdheidskwesties met betrekking tot de vorige concentratieverordening, Verordening (EEG) nr. 4064/89. Met deze nieuwe mededeling worden zo in één document alle bevoegdheidskwesties geregeld die relevant zijn voor het bepalen van de bevoegdheid van de Commissie op grond van de concentratieverordening (met uitzondering van de verwijzing van zaken).

13. Op 28 november nam de Commissie richtsnoeren aan voor het toetsen van niet-horizontale fusies aan de concentratieverordening. Niet-horizontale fusies zijn onder meer verticale fusies, zoals de overname van een leverancier door een afnemer (bijvoorbeeld een automobielproducent die een toeleverancier van versnellingsbakken overneemt), en fusies met een conglomeraatskarakter, waarbij het gaat om ondernemingen waarvan de activiteiten complementair of anderszins gerelateerd zijn (bijvoorbeeld een producent van scheerapparaten die een producent van scheerzeep overneemt). Deze richtsnoeren voor niet-horizontale fusies vormen een aanvulling op de bestaande richtsnoeren voor horizontale fusies, waarbij het gaat om ondernemingen die op dezelfde markt met elkaar concurreren.

14. Om haar beleid met betrekking tot corrigerende maatregelen bij concentratiecontrole te verduidelijken, startte de Commissie een openbare raadpleging over het ontwerp voor een herziene mededeling inzake corrigerende maatregelen. Corrigerende maatregelen zijn aanpassingen van concentratievoornemens die door de partijen worden voorgesteld om tegemoet te komen aan potentiële mededingingsbezwaren die de Commissie heeft vastgesteld. Met de herziene mededeling inzake corrigerende maatregelen wordt de huidige mededeling vervangen en geactualiseerd.

1.3.2. De regels toepassen

15. Het aantal concentraties dat bij de Commissie werd gemeld, was met 402 operaties nog nooit zo hoog . Het steeg met meer dan 12% ten opzichte van de 356 operaties die in 2006 werden gemeld. In het laatste kwartaal van het jaar daalde het aantal meldingen zowel ten opzichte van de vorige kwartalen als ten opzichte van het laatste kwartaal van 2006. In 2007 gaf de Commissie in totaal 396 eindbeschikkingen, waarbij in 368 gevallen in fase I groen licht werd gegeven, zonder verdere voorwaarden. Deze onvoorwaardelijke goedkeuring in fase I werd in 238 zaken (65%) via de vereenvoudigde procedure verleend. Nog eens 18 zaken werden in fase I onder voorwaarden goedgekeurd.

16. Tien beschikkingen werden gegeven na een diepgaand fase II-onderzoek. Vijf van deze zaken werden zonder voorwaarden goedgekeurd, terwijl in vier gevallen de goedkeuring onder voorwaarden werd verleend. Eén operatie (een horizontale fusie waarbij Aer Lingus zou worden overgenomen door Ryanair) werd verboden (zie punt 2.7).

1.4. Staatssteuntoezicht

1.4.1. De regels en het beleid ontwikkelen

17. De Commissie is blijven werken aan de uitvoering van het Actieplan Staatssteun , waarmee in 2005 een begin was gemaakt. Zij koos voor een nieuwe methode voor het vaststellen van referentie- en discontering spercentages die beter aansluit bij marktbeginselen, omdat rekening wordt gehouden met de specifieke situatie van de onderneming of het project.

18. De Commissie startte een raadpleging over een ontwerp voor een algemene groepsvrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun. Met deze ontwerp-verordening worden vijf bestaande groepsvrijstellingen (steun aan het MKB, steun voor onderzoek en ontwikkeling aan het MKB, steun voor werkgelegenheid en opleiding, en regionale steun) in één verordening samengebracht. Daarnaast zullen de bestaande groepsvrijstellingen worden uitgebreid tot bepaalde categorieën nieuwe steun. Naar verwachting zal deze nieuwe groepsvrijstellingsverordening in juni 2008 door de Commissie worden vastgesteld.

19. Op 13 juni besloot de Commissie om haar filmmededeling uit 2001 te verlengen tot uiterlijk 31 december 2009. In de filmmededeling zijn regels opgenomen voor staatssteun aan films en andere audiovisuele werken.

20. In 2007 startte de Commissie ook de procedure voor de herziening van haar mededeling over de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun in de vorm van garanties. De ontwerp-mededeling i) verduidelijkt onder welke voorwaarden bij garanties al dan niet sprake is van steun en ii) kwantificeert het relevante steunbedrag op basis van marktreferenties en risicoanalyses. Naar verwachting wordt de nieuwe mededeling eind mei 2008 door de Commissie vastgesteld.

1.4.2. De regels toepassen

21. Na het uitzonderlijk hoge aantal meldingen van staatssteun in 2006 (922) kwam het aantal nieuw bij de Commissie aangemelde zaken in 2007 uit op 777. Dit aantal is echter nog steeds aanzienlijk hoger dan in 2004 en 2005. Bovendien is de afname in overeenstemming met de toezegging van de Commissie om het door middel van groepsvrijstellingen eenvoudiger te maken steun te verlenen en om het beleid op de meest verstorende soorten steun te richten. In 2007 konden de lidstaten meer dan 1 100 maatregelen invoeren zonder voorafgaande kennisgeving aan de Commissie. Ter vergelijking: in 2006 waren dat er 410.

22. In 2007 gaf de Commissie 629 eindbeschikkingen of -besluiten over staatssteun. In veruit de meeste gevallen keurde de Commissie de maatregelen goed zonder een formeel onderzoek in te stellen, en concludeerde zij dat de desbetreffende steun verenigbaar was met de voorschriften voor staatssteun (87% van alle besluiten in 2007) of geen staatssteun was (5% van alle besluiten).

23. De Commissie publiceerde in 2007 twee edities van het Scorebord Staatssteun. Uit de najaarseditie 2007 blijkt dat de lidstaten in de afgelopen zes jaar dichter in de buurt zijn gekomen van de doelstelling van de Europese Raad om minder en beter gerichte staatssteun te verlenen. Met name hebben de EU-10-lidstaten hun staatssteun geleidelijk omgebogen naar doelstellingen van gemeenschappelijk belang, waaronder regionale ontwikkeling, O&O, MKB en milieubescherming.

24. In 2007 keurde de Commissie de regionale-steunkaarten van Bulgarije en Roemenië goed, en voorts ook die van België, Cyprus, Denemarken, Frankrijk, Italië, Nederland en Portugal. Daardoor zijn nu voor alle lidstaten de regionale-steunkaarten voor de periode 2007-2013 goedgekeurd. De Commissie keurde regionale steun goed voor een aantal grote investeringsprojecten .

25. Kennisgevingen van steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie die op 1 januari nog in behandeling waren, werden, evenals alle nieuwe kennisgevingen die in het verslagjaar binnenkwamen, beoordeeld op basis van de nieuwe kaderregeling . De Commissie keurde 48 aangemelde regelingen voor O&O en/of innovatie goed. Daarnaast verleende zij haar goedkeuring aan 4 ad-hocsteunmaatregelen die beneden de drempel voor een nadere beoordeling op grond van hoofdstuk 7 van de kaderregeling bleven. De Commissie gaf 8 beschikkingen met een nadere beoordeling van grote steunbedragen aan projecten op grond van hoofdstuk 7. Zij stemde in met een aantal projecten die werden gefinancierd door het Franse agentschap voor industriële innovatie. De Commissie keurde 19 aangemelde regelingen goed op grond van de richtsnoeren voor risicokapitaal.

26. Hoewel opleidingssteun onder een groepsvrijstelling valt, moet de Commissie projecten onderzoeken wanneer daarmee meer dan 1 miljoen euro is gemoeid. In de zaak- GM Antwerpen achtte de Commissie een deel van de aangemelde staatssteun onverenigbaar omdat deze zou dienen voor de financiering van opleidingsactiviteiten die de begunstigde ook zonder steun zou hebben uitgevoerd. In de zaak- Fiat en de zaak- Club Med Guadeloupe achtte de Commissie de steun noodzakelijk en verenigbaar. In de zaak- DHL Leipzig/Halle stelde de Commissie een onderzoek in omdat zij betwijfelde of DHL de opleiding niet hoe dan ook aan zijn werknemers zou moeten aanbieden.

27. Op 10 oktober begon de Commissie een formeel onderzoek naar een fiscale stimuleringsmaatregel voor de verwerving door Spaanse ondernemingen van aanmerkelijke belangen in buitenlandse bedrijven . Door deze belastingmaatregel kunnen Spaanse bedrijven over een periode van 20 jaar de goodwill afschrijven die afkomstig is van de verwerving van aanmerkelijke belangen in buitenlandse ondernemingen, terwijl een dergelijke maatregel niet geldt voor de goodwill op binnenlandse verwervingen.

28. Reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden is alleen onder strikte voorwaarden toegestaan. In 2007 hanteerde de Commissie de gewijzigde regels van de richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun uit 2004.

29. In een aantal gevallen van reddingssteun benadrukte de Commissie nogmaals dat dergelijke steun slechts een tijdelijke maatregel is, die het mogelijk moet maken een herstructureringsplan uit te werken of de onderneming te liquideren. Daarom stelde de Commissie in een aantal zaken een formeel onderzoek in omdat de reddingssteun niet was terugbetaald binnen de voorgeschreven termijn van zes maanden en geen serieus herstructureringsplan was ingediend. De Commissie verleende haar goedkeuring aan een aantal gevallen van herstructureringssteun. In andere zaken achtte zij de steun onverenigbaar of stelde zij een formeel onderzoek in omdat zij twijfelde aan de verenigbaarheid van de steun.

30. De Commissie boekte aanzienlijke vooruitgang bij de effectievere en snellere uitvoering van terugvorderingsbeschikkingen . Het aantal terugvorderingsbeschikkingen dat op uitvoering wachtte, daalde van 60 (eind 2006) tot 47 (eind 2007). Alle 23 terugvorderingszaken werden afgesloten en in 2007 werden 9 nieuwe terugvorderingsbeschikkingen gegeven. Van de 8,9 miljard euro aan onrechtmatige en onverenigbare steun die moest worden teruggevorderd op grond van beschikkingen die sinds 2000 zijn gegeven, was zo'n 8,2 miljard euro (91,2% van het totaalbedrag) eind 2007 daadwerkelijk teruggevorderd. Daarnaast werd in het kader van deze terugvorderingen ook nog eens 2,4 miljard euro aan rente geïnd. De jurisprudentie en het beleid op dit gebied werden ook samengevat in een mededeling.

1.5. Rol van het mededingingsbeleid in het bredere beleidskader

31. Op 11 december herzag de Commissie de Lissabon-strategie en deed zij voorstellen met het oog op de volgende cyclus van drie jaar (2008-2010). Bij deze herziening werd voorgesteld om mededinging verder te integreren in het bredere kader van de Lissabon-strategie . Bijzondere nadruk wordt gelegd op de noodzaak van een versterking van de marktmonitoring in economische sectoren en een betere regulering, met name waar het gaat om cruciale diensten en netwerkindustrieën. Deze voorstellen sluiten aan bij de evaluatie van de interne markt die de Commissie in 2007 maakte. Het belang van hervormingen op mededingingsgebied blijkt ook uit het (zowel relatief als absoluut) grote aantal aanbevelingen dat ter goedkeuring door de Raad werd ingediend op grond van artikel 99 van het EG-Verdrag.

32. Zo wordt in de herziening bijvoorbeeld voorgesteld om het mededingingsbeleid te laten bijdragen aan de doelstellingen van de Lissabon-strategie in de sectoren gas, elektriciteit en financiële diensten, door een follow-up van de sectorale onderzoeken waartoe in 2005 een aanzet werd gegeven. Het mededingingsbeleid wordt ook beschouwd als een instrument dat een aanvulling kan zijn voor de inspanningen om interoperabiliteit en standaardisatie tijdig tot stand te brengen. De herziening noemt 'mededingingsregels' ook als voorbeeld van beleid waarmee de EU specifieke deskundigheid kan leveren die nuttig kan zijn voor haar belangrijkste partners. Dit houdt nauw verband met de noodzaak om op internationaal niveau eerlijke concurrentie en een gelijk speelveld te waarborgen.

2. Sectorale ontwikkelingen

2.1. Energie

33. In het eindverslag over het sectoraal onderzoek naar de Europese gas- en elektriciteitsmarkten dat op 10 januari werd aangenomen, werd geconcludeerd dat veel energiemarkten i) nog steeds te zeer geconcentreerd zijn en zich kenmerken door ii) een hoge mate van verticale integratie (met name door onvoldoende ontbundeling van netwerk- en leveringsactiviteiten), iii) een gebrek aan grensoverschrijdende integratie en mededinging, en iv) onvoldoende transparantie.

34. Naar aanleiding van deze bevindingen deed de Commissie op 19 september een voorstel voor een derde liberaliseringspakket voor de Europese elektriciteits- en gasmarkten. Met dit pakket wordt met name gestreefd naar: i) een daadwerkelijke splitsing van transportnetwerken; ii) versterking van de bevoegdheden en vergroting van de onafhankelijkheid van toezichthouders; iii) samenwerking tussen toezichthouders, en iv) samenwerking tussen exploitanten van transportsystemen.

35. Op het gebied van antitrustmaatregelen heeft de Commissie zich in nauwe samenwerking met nationale mededingingsautoriteiten in het bijzonder gericht op gevallen van marktafscherming en collusie (marktdeling) in de gas- en elektriciteitssectoren. Dit zijn de belangrijkste gebieden waarop de markt niet goed functioneert. Bij de marktafschermingszaken gaat het om praktijken in de gehele waardeketen, waaronder de afscherming van downstreammarkten door langlopende contracten met energieverbruikers, misbruikmakende praktijken om de toegang van concurrenten tot netwerken te belemmeren (bijvoorbeeld het 'oppotten' van netwerkcapaciteit en het niet uitvoeren van investeringen), afscherming van de detailhandelsmarkt voor elektriciteit door verhoging van de kosten van concurrenten via het balanceringssysteem, en afscherming van downstreammarkten door de zeggenschap over infrastructuur voor de invoer van gas en langlopende inkoopcontracten voor gas. Verder werd onder meer onderzoek gedaan naar vermeende prijsmanipulatie op elektriciteitsmarkten door onttrekking van opwekkingscapaciteit. In Italië, Spanje en Frankrijk vond de Commissie aanwijzingen dat gereguleerde elektriciteitstarieven zouden kunnen neerkomen op staatssteun aan grote en middelgrote stroomverbruikende ondernemingen.

2.2. Financiële diensten

36. Op 10 januari publiceerde de Europese Commissie het eindverslag van haar sectorale onderzoek naar de Europese markten voor retailbanking wat betreft betaalkaarten en (kaartloze) betaalsystemen, rekeningen-courant en dienstverlening op dat gebied. Geconstateerd werd dat markten langs nationale lijnen gecompartimenteerd blijven, waardoor de keuzevrijheid voor de consument wordt beperkt en de kosten van rekeningen-courant, leningen of betalingen hoger worden. Grote verschillen tussen lidstaten in prijzen, winstmarges en verkooppatronen en een grote mate van homogeniteit binnen lidstaten werden beschouwd als aanwijzingen voor nog steeds bestaande concurrentiebelemmeringen als gevolg van regulering of gedrag.

37. In de Europese betaalkaartenbranche gaat jaarlijks 1 350 miljard euro om, hetgeen banken naar schatting 25 miljard euro aan vergoedingen oplevert. De betaalkaartenbranche is bijzonder geconcentreerd, met hoge tarieven en winsten tot gevolg. De voorschriften voor netwerken (waaronder het Visa/MasterCard-duopolie en nationale kaartsystemen van de belangrijkste nationale banken) doen mededingingsbezwaren rijzen.

38. Op 3 oktober legde de Commissie Visa International en Visa Europe (Visa) een boete van 10,2 miljoen euro op omdat zij Morgan Stanley tussen maart 2000 en september 2006 als lid hadden geweigerd.

39. In een beschikking van 17 oktober concludeerde de Commissie dat de Groupement des Cartes Bancaires (CB) artikel 81 van het Verdrag had geschonden. De Commissie was van oordeel dat de CB prijsmaatregelen had genomen die in Frankrijk de uitgifte van kaarten tegen concurrerende tarieven door bepaalde aangesloten banken had belemmerd; daarmee had het de prijs van betaalkaarten kunstmatig hoog gehouden en dus de grote Franse banken bevoordeeld.

40. Op 19 december verbood de Commissie in een beschikking MasterCards zogenoemde interbancaire vergoedingen (MIF's) voor grensoverschrijdende kaartbetalingen met consumentencredit- en debetcards van MasterCard en Maestro tussen lidstaten van de Europese Economische Ruimte (intra-EER MIF's).

41. Op 25 september nam de Commissie het eindverslag over het sectorale onderzoek naar de zakelijke verzekeringen aan. Tegelijk werd een uitgebreid werkdocument van de diensten van de Commissie gepubliceerd waarin de volledige bevindingen waren opgenomen. Op het gebied van staatssteun gaf de Commissie op 18 juli groen licht in de twee resterende herkapitaliseringszaken in de sector van de Duitse Landesbanken (WestLB en Nord/LB) omdat zij van mening was dat deze voldeden aan het particuliere-investeerderscriterium . In de zomer begon de Amerikaanse hypotheekcrisis ernstige gevolgen te krijgen voor een aantal Europese banken, waardoor aanzienlijke overheidssteun nodig was om banken overeind te houden. De Commissie stelde een onderzoek in naar twee gevallen, waarbij de Duitse banken IKB en SachsenLB betrokken waren. De reddingssteun voor het Britse Northern Rock bleek volgens een besluit van 5 december verenigbaar met de regels voor staatssteun. Latere aanvullende steunmaatregelen voor Northern Rock worden nog onderzocht.

42. Op 9 oktober nam de Ecofin-Raad conclusies aan waarin werd voorgesteld om een reeks maatregelen te nemen ter verbetering van de regelingen voor financiële stabiliteit . Zo werd de Commissie en de lidstaten onder meer verzocht om samen duidelijker aan te geven wanneer een bankcrisis door de Commissie op grond van het Verdrag en de regels voor staatssteun als 'een ernstige verstoring van de economie' wordt beschouwd. Ook werd de Commissie verzocht een stroomlijning van de procedures te overwegen, met bijzondere aandacht voor de vraag hoe onderzoeken naar staatssteun in kritieke omstandigheden zo met spoed kunnen worden afgehandeld.

43. Met betrekking tot fiscale steun stelde de Commissie op 7 februari een formeel onderzoek in naar de zogenoemde Groepsrentebox die door de Nederlandse overheid was aangemeld. Op 21 maart stelde de Commissie ook een onderzoek in naar een vergelijkbare regeling die in Hongarije al van kracht was. Beide regelingen verlichten de belastingdruk op ondernemingen wat betreft het nettosaldo van rente die wordt ontvangen van, en betaald aan verbonden ondernemingen. Een aantal concentraties in de financiële-dienstensector werd door de Commissie onderzocht en toegestaan. In de ABN AMRO -zaken onderzocht de Commissie de voorgenomen overname van het Nederlandse ABN AMRO door een consortium dat bestond uit RBS, Fortis en Santander.

2.3. Elektronische communicatie

44. Mede dankzij het in 2002 ingevoerde reguleringskader worden de communicatiemarkten steeds concurrerender. Tegen deze achtergrond deed de Commissie in december de aanbeveling om het aantal markten dat voor ex-anteregulering in aanmerking komt, meer dan te halveren - van 18 tot 7. Ex-anteregulering zal nu waarschijnlijk op veel gebieden worden ingetrokken en een groter deel van de sector zal onder de EU-mededingingsregels gaan vallen.

45. In algemene zin zijn de markten voor mobiele telefonie op retailniveau daadwerkelijk concurrerend. Aanbevolen werd om tot ex-anteregulering over te gaan voor groothandelsmarkten voor het tot stand brengen van mobiele gesprekken en voor mobiele toegang en gespreksopbouw (op grond van de vorige aanbeveling betreffende relevante markten).

46. In de loop van het jaar beoordeelde de Commissie 170 kennisgevingen van nationale toezichthouders en verzond zij in 66 gevallen een brief met opmerkingen en in 49 gevallen een brief 'geen opmerkingen' in het kader van de raadplegingsprocedure van artikel 7 van de kaderrichtlijn. In 5 gevallen had de Commissie ernstige twijfel over de verenigbaarheid van de aangemelde maatregelen met de EU-wetgeving en startte zij de fase-II-onderzoeken van artikel 7, lid 4, van de kaderrichtlijn. In één geval gaf de Commissie een vetobeschikking.

47. Met betrekking tot de toepassing van het EU-mededingingsrecht in de elektronische-communicatiesector was de belangrijkste beschikking van de Commissie in 2007 de reeds genoemde beschikking van 4 juli in de zaak- Telefónica (zie punt 1.1.2).

48. In verband met de herziening van het reguleringskader in 2007 deed de Commissie in november voorstellen voor een reguleringspakket (met twee richtlijnen, een verordening tot oprichting van een Europese Autoriteit voor de elektronische-communicatiemarkt (EECMA) en de aanbeveling inzake relevante markten). Met uitzondering van de nieuwe aanbeveling over relevante markten, die in december van kracht werd, zullen de wetgevingsdelen van het voorgestelde reguleringspakket pas van kracht worden nadat zij door de Raad en het Europees Parlement zijn aangenomen. Dit zal naar verwachting in 2010-2011 gebeuren.

49. Vanwege de blijvend hoge internationale roamingkosten deed de Commissie op grond van artikel 95 van het EG-Verdrag een voorstel voor een roaming-verordening, die op 30 juni van kracht werd en drie jaar lang zal blijven gelden. Deze verordening verplichtte mobiele operatoren om al hun klanten met ingang van 30 juli een Eurotarief aan te bieden, dat automatisch vanaf 30 september zou gelden, tenzij een klant aangaf dat niet te willen. Het Eurotarief voorziet in een maximum consumentenprijs voor inkomende of uitgaande gesprekken in het buitenland. De Commissie moet de Raad en het Europees Parlement in 2008 verslag uitbrengen over de werking van de verordening en met name over de vraag of deze moet worden verlengd en/of verruimd tot andere diensten, waaronder roaming voor SMS of dataverkeer.

50. De Commissie gaf een aantal beschikkingen over regelingen voor overheidsfinanciering van breedband in landelijke of afgelegen gebieden met geen of beperkte breedbanddekking. De Commissie stemde onder duidelijk omschreven voorwaarden ook in met overheidsmaatregelen ten gunste van geavanceerde breedbanddiensten in gebieden waar de gevestigde exploitanten basisbreedbanddiensten slechts gedeeltelijk aanbieden.

51. De Commissie deed vooronderzoek naar het 'Praag Draadloos'-project, het eerste gemeentelijke draadloze netwerk dat door de Commissie aan de regels voor staatssteun werd getoetst. Na aanpassingen aan het project concludeerde de Commissie dat geen sprake van staatssteun was.

52. Bij de concentratiecontrole hanteerde de Commissie een dynamische benadering van snel veranderende markten, zoals in de zaak- Syniverse-BSG , waarin de Commissie onderzoek deed naar de markt voor clearingdiensten voor GSM-roamingdata. Op grond van de kenmerken van de markt (waaronder de beschikbaarheid van de technologie waarover concurrenten moeten beschikken om de markt te kunnen betreden) die bij een diepgaand onderzoek aan het licht kwamen, gaf de Commissie zonder problemen haar toestemming, hoewel door de concentratie het aantal momenteel in Europa actieve marktpartijen afnam.

2.4. Informatietechnologie

53. De Commissie zette haar procedure tegen Microsoft voort, om ervoor te zorgen dat de beschikking uit 2004 zou worden nageleefd op het punt van de voorwaarden voor prijsstelling en licentiering voor de interoperabiliteitsinformatie wat betreft de eerste inbreuk wegens weigering om te leveren. Op grond van artikel 5 van de beschikking van 2004 moeten deze voorwaarden redelijk en niet-discriminerend zijn. In 2006 had de Commissie Microsoft al een onherroepelijke boete van 280,5 miljoen euro opgelegd wegens het niet-verstrekken van volledige en nauwkeurige interoperabiliteitsinformatie. Vervolgens zond de Commissie op 1 maart een mededeling van punten van bezwaar aan Microsoft, waarin zij aangaf dat zij voorlopig tot het oordeel was gekomen dat Microsoft niet had voldaan aan zijn verplichting om de volledige en nauwkeurige interoperabiliteitsinformatie op redelijke en niet-discriminerende voorwaarden beschikbaar te stellen.

54. Na het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 17 september waarin de feitelijke onderdelen van Microsofts verzoek tot nietigverklaring van de beschikking van 2004 werden afgewezen, kondigde Microsoft op 22 oktober een aanzienlijke verlaging van zijn licentietarieven aan. Ook kwam het met een nieuwe versie van de betrokken licentieovereenkomsten. Vanaf deze datum heeft de Commissie geen verdere bezwaren wat betreft de naleving door Microsoft van de beschikking van 2004.

55. Op 26 juli werd aan Intel een mededeling van punten van bezwaar gezonden, waarin werd aangegeven dat de Commissie voorlopig tot de conclusie was gekomen dat Intel zich aan drie vormen van onrechtmatige praktijken had schuldig gemaakt om zijn belangrijkste concurrent (AMD) van de markt voor x86 computerprocessoren (CPU) te weren.

56. De Commissie zond Rambus op 30 juli een mededeling van punten van bezwaar met haar voorlopige standpunt dat Rambus misbruik had gemaakt van een dominante marktpositie door onredelijke royalty’s te vragen voor het gebruik van bepaalde octrooien voor DRAM-chips (Dynamic Random Access Memory - DRAM). Vooralsnog is de Commissie van mening dat Rambus zich met een zogenoemde patent ambush schuldig heeft gemaakt aan bewust misleidende praktijken in het kader van het bepalen van standaarden.

57. Op 30 augustus startte de Commissie een procedure tegen Qualcomm Inc ., een Amerikaanse chipfabrikant en houder van intellectuele-eigendomsrechten met betrekking tot de CDMA- en WCDMA-normen voor mobiele telefonie. Volgens klachten zou Qualcomm zich schuldig maken aan oneerlijke, onredelijke en discriminerende licentieringspraktijken en daarmee mogelijk inbreuk maken op de EU-mededingingsregels (artikel 82 van het EG-Verdrag).

58. Op het gebied van staatssteun gaf de Commissie een eindbeschikking waarin zij het Franse belastingvoordeel voor het maken van videospelletjes goedkeurde. Deze maatregel was aangemeld op grond van artikel 87, lid 3, onder d), van het EG-Verdrag. Dankzij de maatregel kunnen producenten van videospelletjes die in Frankrijk belastingplichtig zijn, 20% van de in aanmerking komende kosten voor de productie van bepaalde videospelletjes aftrekken. Het is voor het eerst dat de culturele uitzondering van artikel 87, lid 3, onder d), wordt toegepast op videospelletjes.

2.5. Media

59. De Commissie bleef toezien op de overschakeling van analoge naar digitale uitzendingen . In juli zond zij een met redenen omkleed advies aan Italië naar aanleiding van een klacht van de Italiaanse consumentenorganisatie Altroconsumo. De Commissie is van mening dat de Italiaanse wetgeving strijdig is met het EU-reguleringskader voor elektronische communicatie.

60. Met betrekking tot staatssteun bleef de Commissie de benadering hanteren die zij ook volgde in eerdere beschikkingen over staatssteun bij de overschakeling naar digitale uitzendingen. De Commissie keurde drie steunregelingen goed (twee Italiaanse en een Spaanse) voor de aanschaf van digitale decoders met open API en voor het dekken van de kosten van de aanpassing van bestaande aardse analoge centrale antennes. De Commissie gaf twee negatieve beschikkingen voor subsidieregelingen, de eerste in Italië en de tweede in de Duitse deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen.

61. Hoewel de Commissie, in overeenstemming met het Protocol van Amsterdam over het publieke-omroepbestel, erkent dat het het voorrecht van de lidstaten is om de publieke omroep te organiseren en te financieren, is zij van mening dat de financiering van publieke omroepen door bijdragen uit de begroting of omroepbijdragen neerkomt op staatssteun. Staatssteun aan publieke omroepen kan echter verenigbaar worden verklaard wanneer wordt voldaan aan de eisen van artikel 86, lid 2 (nader uitgewerkt in de omroepmededeling).

62. De Commissie keurde twee besluiten goed over de financiering van publieke omroepen overeenkomstig artikel 86, lid 2, van het EG-Verdrag, in samenhang met de omroepmededeling. De eerste betrof de goedkeuring van de financiering door de Spaanse regering van een afvloeiingsregeling van de Spaanse publieke omroep RTVE. Met de tweede sloot de Commissie haar onderzoek af naar het algemene financieringsstelsel van publieke omroepen in Duitsland (ARD en ZDF).

63. In april zond de Commissie een mededeling van punten van bezwaar aan een aantal grote platenmaatschappijen en Apple in verband met overeenkomsten tussen de afzonderlijke platenmaatschappijen en Apple, die waren bedoeld om de onlineverkoop van muziek in strijd met artikel 81 te beperken. Tijdens de procedure maakte Apple bekend dat het zijn tarieven voor het downloaden van muzieknummers van zijn onlinewinkel iTunes in heel Europa vóór medio 2008 gelijk zou maken; daarmee komt een eind aan de ongelijke behandeling van consumenten in het Verenigd Koninkrijk. Op grond hiervan, en naar aanleiding van verdere toelichtingen, sloot de Commissie de zaak.

64. Een van de topprioriteiten van de Commissie was nog steeds er op toe te zien dat premium content op open en transparante voorwaarden beschikbaar komt, zodat een maximaal aantal operatoren op de rechten kan bieden. In 2007 sloot de Commissie haar artikel 81-onderzoek naar de gezamenlijke verwerving van televisierechten voor sportevenementen door de European Broadcasting Union (EBU) en haar leden af.

65. Met betrekking tot de concentratiecontrole in de mediasector verdient de operatie- SFR/Tele2 nadere aandacht. Deze concentratie werd goedgekeurd onder voorwaarden die daadwerkelijke concurrentie op de Franse markt voor betaaltelevisie moeten waarborgen. In de muzieksector verleende de Europese Commissie in de zaak- Sony/BMG-II goedkeuring voor een joint venture van de muziektak van Sony en Bertelsmann nadat het Gerecht van eerste aanleg de vorige beschikking van de Commissie uit 2004 had vernietigd. Onder de voorwaarde dat corrigerende maatregelen zou worden genomen, gaf de Commissie ook haar goedkeuring aan de concentratie van Universal en BMG op de markt voor het uitgeven van muziek.

2.6. Auto mobielindustrie

66. De Commissie bleef de ontwikkelingen in deze sector nauwlettend volgen, onder meer door middel van haar verslagen over autoprijzen. De groepsvrijstelling voor motorvoertuigen voorziet in een specifieke regeling voor de automobielsector, gericht op versterking van de intrabrand-concurrentie.

67. Om de concurrentie in de aftersalesmarkt te versterken, gaf de Commissie op 13 september vier beschikkingen waarbij toezeggingen op grond van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) Nr. 1/2003 verbindend werden verklaard; daardoor zijn vier automobielproducenten (DaimlerChrysler, Toyota, General Motors en Fiat) verplicht om tot mei 2010 technische informatie over autoreparaties te verstrekken aan alle onafhankelijke garages in de EU. Daarna worden automobielproducenten op grond van de verordening inzake de uitstoot door voertuigen verplicht om onafhankelijke reparateurs gestandaardiseerde toegang te bieden tot alle technische informatie voor reparaties.

68. Na 2005 en 2006 vonden in de automobielindustrie ook in 2007 de meeste concentraties plaats in het segment van de toeleveranciers. Een van de grotere concentraties was die tussen twee Duitse ondernemingen, Continental AG en Siemens VDO Automotive AG. Hiervoor gaf de Commissie op 29 november toestemming.

69. In 2007 werd een aantal gevallen van staatssteun getoetst aan een aantal algemene steunkaders, waaronder die voor regionale steun en herstructureringssteun. Ook onderzocht de Commissie de voorwaarden waaronder staatsautomobielproducenten werden geprivatiseerd. In het geval van Automobile Craiova, een Roemeense autofabriek (voorheen Daewoo Craiova), leidde de Commissie de formele procedure van artikel 88, lid 2, in omdat de aan de privatisering verbonden voorwaarden de te privatiseren onderneming mogelijk voordelen zouden bieden.

2.7. Vervoer

70. Met het mededingingsbeleid wordt in de vervoerssector gestreefd naar een doelmatige werking van markten die onlangs zijn geliberaliseerd of dat momenteel worden.

71. Op het gebied van het wegtransport zijn de internationale markten voor zowel reizigers- als vrachtvervoer grotendeels geliberaliseerd. Ook het binnenlandse goederenvervoer over de weg is geliberaliseerd, door middel van een verordening van de Raad over het cabotagevervoer, terwijl de markten voor binnenlands reizigersvervoer nog grotendeels beschermd zijn. Bij de toepassing van de staatssteunregels in dit segment handhaafde de Commissie haar beleid om goedkeuring te geven aan steun voor de invoering van schonere technologie, met name op oudere voertuigen. Met betrekking tot de toepassing van de regels voor overheidsopdrachten en de staatssteunregels op overheidsopdrachten en concessies voor openbare diensten werd een herziene verordening aangenomen voor openbare diensten op het gebied van vervoer over het land. Deze wordt in december 2009 van kracht.

72. De openstelling van de markt voor goederenvervoer per spoor werd voltooid. Een van de resterende structurele problemen houdt echter verband met de ontbundeling/onafhankelijkheid van essentiële functies voor een niet-discriminerende toegang tot het netwerk en een gebrek aan bestuurlijke capaciteit en onafhankelijkheid van toezichthouders voor spoorwegen.

73. Ten aanzien van het reizigersvervoer per spoor namen de Raad en het Parlement op 23 oktober uiteindelijk het derde spoorwegpakket aan, waarmee een langdurig wetgevingsproces werd afgerond. Het derde wetgevingspakket voor de spoorwegen zal het internationale reizigersvervoer inclusief het cabotagevervoer openstellen.

Verder stelde de Commissie ontwerp-richtsnoeren op voor staatssteun aan spoorwegondernemingen , om de rechtszekerheid en de transparantie met betrekking tot de lopende marktopenstelling te vergroten.

74. Het zeevervoer is, in gewicht uitgedrukt, goed voor circa 50% van de buitenlandse handel in goederen en voor ongeveer 20% van de handel tussen lidstaten. In 2007 bevorderde de Commissie een verregaande convergentie van steunregelingen voor het zeevervoer om binnen Europa zoveel mogelijk een gelijk speelveld tot stand te brengen, ook voor sleep- en baggeractiviteiten. Op 13 september 2007 stelde de Commissie ontwerp-richtsnoeren over de toepassing van artikel 81 van het EG-Verdrag op zeevervoerdiensten vast, met het oog op een openbare raadpleging.

75. Op het gebied van het luchtvervoer nodigde de Commissie op 19 oktober belanghebbende partijen uit tot het indienen van opmerkingen over de toezeggingen die waren voorgesteld door acht leden van de SkyTeam-alliantie van luchtvaartmaatschappijen (namelijk Aeromexico, Alitalia, CSA Czech Airlines, Delta Air Lines, KLM, Korean Air, Northwest Airlines en Air France). Deze toezeggingen zijn bedoeld om tegemoet te komen aan de bezwaren die op grond van artikel 81 van het EG-Verdrag door de Commissie waren geuit in haar mededeling van punten van bezwaar van 15 juni 2006.

76. Op 27 juni verbood de Commissie bij beschikking de voorgenomen overname van Aer Lingus door Ryanair . Deze overname zou een krachtenbundeling betekenen van de twee belangrijkste luchtvaartmaatschappijen die vanuit Ierland opereren en elkaar fel beconcurreren. Zowel Ryanair als Aer Lingus waren veruit de grootste maatschappijen die vluchten over korte afstanden naar en vanuit Ierland aanboden. Zij hadden een bijzonder sterke positie op de routes naar en van Dublin, waar de fusieonderneming circa 80% van het Europese verkeer voor haar rekening zou nemen.

77. In 2007 voltooide de Commissie haar onderzoek naar overheidssteun aan een luchtvaartmaatschappij in moeilijkheden ( Cyprus Airways ) en concludeerde zij dat het door de Cypriotische overheid ingediende herstructureringsplan verenigbaar was met de gemeenschappelijke markt. Ten aanzien van de al lang lopende zaak van Olympic Airways/Airlines stelde de Commissie een nader onderzoek in naar staatssteun die sinds 2005 aan deze onderneming zou zijn verleend.

78. Op 30 april ondertekenden de Europese Unie en de Verenigde Staten een overeenkomst tot instelling van een open luchtvaartruimte tussen de EU en de VS . Deze overeenkomst, die op 30 maart 2008 van kracht wordt, maakt een consolidering van de EU-luchtvaartsector mogelijk, doordat alle Europese luchtvaartmaatschappijen als 'communautaire luchtvaartmaatschappij' worden erkend, en staat al deze communautaire maatschappijen toe om vluchten uit te voeren tussen elke plaats in de EU en elke plaats in de VS, zonder beperkingen ten aanzien van tarieven of capaciteit. Tevens zijn in de overeenkomst bepalingen opgenomen om op mededingingsgebied de samenwerking tussen de Commissie en het Amerikaanse ministerie van Verkeer (Department of Transportation - DoT) te verbeteren.

2.8. Postdiensten

79. De Commissie voerde actieve onderhandelingen tijdens de behandeling van haar voorstel volgens de medebeslissingsprocedure (artikel 251 van het EG-Verdrag). Na eerste lezing in het Parlement bereikte de Raad op 1 oktober politieke overeenstemming tijdens de Telecommunicatie- en energieraad in Luxemburg. Op basis van deze overeenstemming werd het gemeenschappelijk standpunt op 8 november formeel door de Raad aangenomen. In het gemeenschappelijk standpunt wordt echter 2011 en voor een aantal lidstaten 2013 als begindatum voor de openstelling aangehouden.

80. Met betrekking tot staatssteun deed de Commissie met name onderzoek naar compensaties voor openbare-dienstverplichtingen die aan postbedrijven werden toegekend, om te waarborgen dat deze compensaties niet hoger zijn dan de werkelijke kosten van het vervullen van de openbare-dienstverplichtingen en dat geen kruissubsidiëring van commerciële activiteiten plaatsvindt.

81. Wanneer compensatie voor een dienst van algemeen economisch belang niet voldoet aan de voorwaarden uit het Altmark-arrest en daarom als staatssteun moet worden aangemerkt, kan deze op grond van artikel 86, lid 2, toch met het Verdrag verenigbaar worden verklaard. De voorwaarden waarop compensatie voor een dienst van algemeen economisch belang verenigbaar kan worden verklaard, werden verduidelijkt in de communautaire kaderregeling van 2005. De kaderregeling vereist met name dat de compensatie niet hoger is dan de kosten die worden gemaakt voor het vervullen van de openbare-dienstverplichtingen.

82. Op het gebied van staatssteunbesluiten zijn twee besluiten ten gunste van het UK Post Office (van 7 maart en 29 november) vermeldenswaard. Ook besloot de Commissie een formeel onderzoek naar Duitsland in te stellen, om na te gaan of sprake was van overcompensatie aan Deutsche Post AG voor het vervullen van zijn universele-dienstverplichtingen.

83. De Commissie besteedde bijzondere aandacht aan staatssteun in de vorm van onbeperkte garanties . Op 25 april nam de Commissie formeel kennis van de instemming van Polen met de beëindiging van de onbeperkte overheidsgarantie die de Poolse posterijen genoten. Op 29 november besloot de Commissie een diepgaand onderzoek in te stellen om na te gaan of het Franse La Poste als openbare instantie een onbeperkte overheidsgarantie geniet. In een andere zaak over La Poste verleende de Commissie onder voorwaarden toestemming voor steun ter financiering van pensioenen.

3. Samenwerking binnen het European Competition Network (ECN) en met nationale rechters - Een overzicht

84. 2007 was het derde volledige jaar waarin het bij Verordening (EG) nr. 1/2003 ingestelde handhavingssysteem functioneerde. De samenwerking tussen de leden van het European Competition Network (ECN) (de nationale mededingingsautoriteiten van de EU-lidstaten en de Commissie) werd verder verdiept. De feitelijke intensiteit, omvang en mogelijkheden van de samenwerking binnen het ECN gaan verder dan de wettelijke verplichtingen van Verordening (EG) nr. 1/2003.

85. De belangrijkste beleidsterreinen waarop het ECN zich richtte, waren onder meer de mogelijkheden waarover nationale mededingingsautoriteiten bij de toepassing van de artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag beschikken om concurrentieverstorende overheidsmaatregelen ongedaan te maken (naar aanleiding van het CIF -arrest van het Europees Hof van Justitie).

86. In 2007 werd het convergentieproces in het kader van Verordening (EG) nr. 1/2003 voortgezet. Naast de wettelijke verplichtingen die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de verordening, is er een trend naar meer onderlinge afstemming van nationaal procesrecht en beleid.

87. Een uitstekend voorbeeld van deze trend naar meer onderlinge afstemming is de model-clementieregeling van het ECN . De regeling werd in 2006 ontwikkeld in de clementiewerkgroep van het ECN en heeft in het eerste jaar na zijn vaststelling al tot zeer bemoedigende resultaten geleid.

88. Een ander voorbeeld is het feit dat veel nationale mededingingsautoriteiten nu overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 bevoegd zijn om beschikkingen te geven waarbij toezeggingen verbindend worden verklaard . Dat zorgde in 2007 voor een toename van het aandeel van dit soort beschikkingen in de besluiten die de Commissie op grond van artikel 11, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003 werden meegedeeld (van 7 in 2006 naar 29 in 2007).

89. Op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1/2003 werd de Commissie geïnformeerd over circa 140 nieuwe onderzoeken van nationale mededingingsautoriteiten. Clusters van zaken waren onder meer te vinden in de sectoren energie, voedsel en media. De diensten van de Commissie vervulden een beoordelende of adviserende rol in een zeer groot aantal van nationale mededingingsautoriteiten afkomstige zaken, naar aanleiding van informatie die was verstrekt op grond van artikel 11, lid 4, of van informele verzoeken . Tot op heden heeft de Commissie nog geen gebruikgemaakt van de mogelijkheid om een nationale mededingingsautoriteit van haar bevoegdheden in een bepaalde zaak te ontheffen door een procedure op grond van artikel 11, lid 6, in te leiden.

90. Op grond van artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003, dat nationale rechters de mogelijkheid biedt om bij de Commissie informatie op te vragen waarover deze beschikt, of om advies te vragen over de toepassing van de communautaire mededingingsregels, gaf de Commissie in drie zaken adviezen aan nationale rechters : in twee gevallen naar aanleiding van een verzoek van een Zweedse rechtbank en in één geval op verzoek van een Spaanse rechtbank.

91. Artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 vereist dat de lidstaten de Commissie een afschrift bezorgen van schriftelijke besluiten van nationale rechters met betrekking tot de toepassing van de artikelen 81 of 82 van het EG-Verdrag. De Commissie ontving afschriften van circa 50 besluiten die in 2007 waren genomen; deze zijn nu op de website van DG Concurrentie te vinden.

92. Volgens artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1/2003 kan de Commissie, wanneer dat voor de coherente toepassing van de artikelen 81 of 82 van het EG-Verdrag nodig is, uit eigen beweging schriftelijke opmerkingen bij nationale rechters indienen en kan zij, met toestemming van de betrokken rechter, ook mondeling opmerkingen maken. De Commissie besloot op grond van artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1/2003 als amicus curiae op te treden in een Nederlandse zaak over de fiscale aftrekbaarheid van door de Commissie in mededingingszaken opgelegde geldboeten.

93. Voortdurende opleiding en bijscholing van nationale rechters in het EU-mededingingsrecht is van groot belang om een daadwerkelijke en coherente toepassing van de regels te garanderen. Sinds 2002 heeft de Commissie 35 opleidingsprojecten medegefinancierd. Deze hadden per eind 2007 voorzien in de opleiding van naar schatting 3 500 rechters. Op 25 september werd een nieuwe rechtsgrondslag vastgesteld. Op grond van het bijbehorende Werkprogramma 2007 werd eind 2007 een oproep tot het indienen van voorstellen voor het opleiden van nationale rechters op het gebied van het EU-mededingingsrecht gedaan.

4. Internationale activiteiten

94. In het kader van de uitbreiding moeten kandidaat-landen voldoen aan een aantal eisen op het gebied van mededinging. Dit is een voorwaarde voor toetreding tot de Europese Unie. Ook moet nationale wetgeving worden aangenomen die verenigbaar is met het communautair acquis. Daarnaast moeten zij voorzien in de nodige administratieve capaciteit en aantonen dat handhaving op geloofwaardige wijze plaatsvindt. DG Concurrentie verleent kandidaat-landen technische bijstand en ondersteuning om aan deze eisen te voldoen en toetst permanent in hoeverre kandidaat-landen klaar zijn voor toetreding.

95. In 2007 werd met name intensief samengewerkt met Kroatië en Turkije. Deze twee kandidaat-landen moeten aan 'openingsbenchmarks' voldoen voordat de toetredingsonderhandelingen over het mededingingshoofdstuk van start kunnen gaan. DG Concurrentie ondersteunde de westelijke Balkanlanden bij de verdere aanpassing van hun mededingingsregels aan de EU-wetgeving.

96. De Commissie werkt op bilaterale basis samen met diverse mededingingsautoriteiten , met name de mededingingsautoriteiten van de belangrijkste EU-handelspartners. De Europese Unie heeft op mededingingsgebied een speciale samenwerkingsovereenkomst gesloten met de Verenigde Staten, Canada en Japan.

97. In de loop van het jaar vonden er bij diverse gelegenheden ontmoetingen plaats tussen DG Concurrentie en de Korean Fair Trade Commission (KFTC), met het oog op de totstandkoming van een bilaterale samenwerkingsovereenkomst op mededingingsgebied.

98. Daarnaast vervulde DG Concurrentie een actieve rol bij de lopende onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten met India en Zuid-Korea en over het handelsdeel van de associatieovereenkomsten met de Andesgemeenschap, om ervoor te zorgen dat concurrentieverstorende praktijken (waaronder staatssteun) de handel en andere economische voordelen die met deze overeenkomsten worden beoogd, niet ondermijnen.

99. DG Concurrentie bleef een leidende rol vervullen binnen het International Competition Network (ICN).

5. Interinstitutionele samenwerking

100. De Commissie zette haar samenwerking met de andere instellingen van de Gemeenschap voort in overeenstemming met de respectieve overeenkomsten of protocollen met de desbetreffende instellingen.

101. Net als in andere jaren bracht het Europees Parlement op eigen initiatief een verslag uit over het jaarlijkse verslag van de Commissie over het mededingingsbeleid in het voorgaande jaar, nadat van gedachten was gewisseld over de in het verslag behandelde zaken.

102. De Commissie was ook betrokken bij discussies in het Europees Parlement over beleidsinitiatieven van de Commissie over onder meer de hervorming van het staatssteunbeleid (met name over de richtsnoeren milieusteun en het voorstel voor een algemene groepsvrijstellingsverordening) en het sectorale onderzoek naar de financiële-dienstensector. Het voor het mededingingsbeleid bevoegde lid van de Commissie en/of de daarvoor bevoegde directeur-generaal wisselt geregeld van gedachten met de bevoegde parlementaire commissies om aspecten van het mededingingsbeleid te bespreken.

103. De Commissie werkt ook nauw samen met de Raad en informeert deze over belangrijke beleidsinitiatieven op mededingingsgebied, waaronder de hervorming van het staatssteunbeleid en de sectorale onderzoeken in de sectoren energie en financiële diensten. Zij neemt ook deel aan werkgroepen van de Raad over onderdelen van het mededingingsbeleid, en onderhoudt nauwe contacten met het respectieve Voorzitterschap.

104. Voorts informeert de Commissie het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over belangrijke beleidsinitiatieven en neemt zij deel aan debatten die door deze Comités worden georganiseerd, zoals bijvoorbeeld het debat naar aanleiding van de goedkeuring van het jaarlijkse rapport van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Verslag van de Commissie over het mededingingsbeleid.


http://ec.europa.eu/comm/competition/index_nl.html

Mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken (PB C 298 van 8.12.2006, blz. 17).

Wanneer meerdere immuniteitsverzoeken worden ingediend voor dezelfde vermeende overtreding, wordt het eerste verzoek beschouwd als een immuniteitsverzoek en de volgende verzoeken als verzoeken om boetevermindering, tenzij het eerste verzoek wordt afgewezen.

Resolutie van het Europees Parlement van 25 april 2007 over het Groenboek inzake schadevorderingen wegens schending van de communautaire antitrustregels (2006/2207(INI), beschikbaar op http://www.europarl.europa.eu/oeil/file.jsp?id=5378362.

Zaak nr. COMP COMP/38.899, Gasgeïsoleerd schakelmateriaal, beschikking van de Commissie van 24.1.2007; zaak nr. COMP/38.823, Liften en roltrappen, beschikking van de Commissie van 21.2.2007; zaak nr. COMP/37.766, Nederlandse biermarkt, beschikking van de Commissie van 18.4.2007; zaak nr. COMP/39.168, Harde fournituren: Kledingsluitingen, beschikking van de Commissie van 19.9.2007; zaak nr. COMP/38.710, Bitumen Spanje, beschikking van de Commissie van 3.10.2007; zaak nr. COMP/38.432, Professionele videobanden, beschikking van de Commissie van 20.11.2007; zaak nr. COMP/39.165, Vlakglas, beschikking van de Commissie van 28.11.2007 en zaak nr. COMP/38.629, Chloropreen-rubber, beschikking van de Commissie van 5.12.2007.

Exclusief de ondernemingen die boete-immuniteit kregen voor hun medewerking in het kader van de clementieregeling.

Inclusief twee ondernemingen waarvoor beschikkingen opnieuw werden gegeven.

Geldboete voor het ThyssenKrupp-concern.

Zie persbericht IP/07/956 van 28.6.2007.

Zie persbericht IP/07/400 van 23.3.2007.

Zie IP/07/1858 van 5.12.2007 en IP/08/164 van 31.1.2008.

Geconsolideerde mededeling van de Commissie over bevoegdheidskwesties op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen. De geconsolideerde mededeling is te vinden op de website van DG Concurrentie onder http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/legislation/draft_jn.html

Het gaat om: i) de mededeling van de Commissie betreffende het begrip 'concentratie' (PB C 66 van 2.3.1998, blz. 5); ii) de mededeling van de Commissie inzake het begrip 'volwaardige gemeenschappelijke onderneming' (PB C 66 van 2.3.1998, blz. 1); iii) de mededeling van de Commissie betreffende het begrip 'betrokken onderneming' (PB C 66 van 2.3.1998, blz. 14), en iv) de mededeling van de Commissie betreffende de berekening van de omzet (PB C 66 van 2.3.1998, blz. 25).

Nog niet gepubliceerd in het PB.

PB C 210 van 8.9.2007, blz. 14.

Van de 777 meldingen had 53% hoofdzakelijk betrekking op de be- en verwerkende industrie en de dienstensector, 33% op de landbouw, 8% op het vervoer en 6% op de visserij.

Alleen al in de landbouw nam het aantal maatregelen op grond van een groepsvrijstelling toe van 119 in 2006 tot 496 in 2007. Daarnaast dienden lidstaten ook circa 200 maatregelen in op grond van de recentelijk ingevoerde groepsvrijstelling voor regionale steun.

Waaronder besluiten 'geen steun', besluiten geen bezwaar te maken, positieve beschikkingen, voorwaardelijke beschikkingen en negatieve beschikkingen.

http://ec.europa.eu/comm/competition/state_aid/studies_reports/studies_reports.html. Het onlinescorebord bestaat uit elektronische versies van alle scoreborden, naast een reeks kernindicatoren en een breed scala aan statistische tabellen.

COM(2007) 791 definitief van 13.12.2007, Scorebord Staatssteun, editie najaar 2007.

http://ec.europa.eu/comm/competition/state_aid/regional_aid/regional_aid.cfm

Waaronder de vestiging van twee chemische productiefabrieken (Steunmaatregel N 898/2006, Repsol Polimeros; Steunmaatregel N 899/2006, Artensa), drie afzonderlijke investeringsprojecten in de pulp- en papiersector in Portugal (Steunmaatregel N 900/2006, CELBI; Steunmaatregel N 838/2006, Soporcel; Steunmaatregel N 564/2006, About the future), de uitbreiding van een elektriciteitscentrale in Hongarije (Steunmaatregel N 907/2006, Mátrai Erőmű), een fabriek voor zonnepanelen in Duitsland (Steunmaatregel N 863/2006, Avancis), de uitbreiding van een autofabriek in Slowakije (Steunmaatregel N 857/2006, Kia Motors Slovakia) en een investeringsproject in de automobielsector in de Tsjechische Republiek (Steunmaatregel N 661/2006, Hyundai Motor Manufacturing Czech). Ook gaf zij toestemming voor Duitse steun aan AMD voor de verbouwing en uitbreiding van zijn bestaande fabrieken voor microprocessorwafers in Dresden (Steunmaatregel N 810/2006, AMD Dresden).

PB C 323 van 30.12.2006, blz. 1.

Bij twee van deze projecten ging het om steun voor O&O ("NanoSmart" en 'HOMES'), voor in totaal 119 miljoen euro (Steunmaatregel N 185/2007, PB C 284 van 27.11.2007, blz. 3 en Steunmaatregel N 89/2007, PB C 275 van 16.11.2007, blz. 3). Tot de andere goedgekeurde projecten behoorden: 26,5 miljoen euro steun voor het NeoVal O&O-programma (Steunmaatregel N 674/2006, PB C 120 van 31.5.2007, blz. 2), 37,6 miljoen euro steun voor het 'Télévision Mobile Sans Limite' O&O-project (Steunmaatregel N 854/2006, PB C 182 van 4.8.2007, blz. 5) en 31 miljoen euro steun voor het OSIRIS O&O-programma (Steunmaatregel N 349/2007, PB C 304 van 15.12.2007, blz. 5).

PB C 194 van 18.8.2006, blz. 2.

Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingssteun (PB L 10 van 13.1.2001, blz. 20).

Steunmaatregel C 14/2006, Opleidingssteun aan General Motors Antwerpen (PB L 243 van 18.9.2007, blz. 71).

Steunmaatregel N 541/2006, Fiat Auto SpA (PB C 220 van 20.9.2007, blz. 2).

Steunmaatregel N 206/2007, Opleidingssteun voor Club Med Guadeloupe (PB C 284 van 27.11.2007, blz. 5).

Steunmaatregel C 18/2007, Opleidingssteun voor DHL Leipzig (PB C 213 van 12.9.2007, blz. 28).

PB C 311 van 21.12.2007, blz. 21.

Zie Steunmaatregel C 11/2007, Misbruik van reddingssteun en verenigbaarheid van herstructureringssteun aan Ottana (PB C 122 van 2.6.2007, blz. 22), Steunmaatregel C 59/2007, Misbruik van reddingssteun aan Ixfin (beschikking van 11.12.2007 nog niet gepubliceerd), en Steunmaatregel C 13/2007, Reddings- en herstructureringssteun aan New Interline SpA (PB C 120 van 31.5.2007, blz. 12).

Zie bv. Steunmaatregel C 19/2006, Herstructureringssteun voor Javor Pivka Lesna Industrija dd (beschikking van 10.7.2007 nog niet gepubliceerd) en Steunmaatregel C 20/2006, Herstructureringssteun voor Novoles Lesna Industrija Straža dd (beschikking van 10.7.2007 nog niet gepubliceerd) (beide goedgekeurd op grond van de richtsnoeren voor herstructurerings- en reddingssteun uit 1999), Steunmaatregel C 6/2007, Herstructureringssteun voor Techmatrans SA (beschikking van 28.11.2007 nog niet gepubliceerd) en Steunmaatregel C 54/2006, Herstructureringssteun voor Bison-Bial SA (beschikking van 12.9.2007 nog niet gepubliceerd).

Zie bv. Steunmaatregel C 16/2006, Herstructureringssteun aan Nuova Mineraria Silius (PB L 185 van 17.7.2007, blz. 18) en Steunmaatregel C 38/2005, Steun voor de Biria-groep (PB L 183 van 13.7.2007, blz. 27).

Zie bv. Steunmaatregel C 39/2007, Herstructureringssteun aan het textielconcern Legler (PB C 289 van 1.12.2007, blz. 22), Steunmaatregel C 44/2007, Herstructureringssteun voor FagorBrandt (PB C 275 van 16.11.2007, blz. 18) of Steunmaatregel C 60/2007, Steun voor Fluorite di Silius SpA (beschikking van 11.12.2007 nog niet gepubliceerd).

Naar een doelmatige tenuitvoerlegging van beschikkingen van de Commissie waarbij lidstaten wordt gelast onrechtmatige en onverenigbare steun terug te vorderen (PB C 272 van 15.11.2007).

In de mededeling van de Commissie 'Strategische doelstellingen 2005-2009' (COM(2005) 12 definitief, blz. 3) staat: 'De eerste prioriteit vandaag is in Europa een duurzame dynamische groei te herstellen in overeenstemming met de strategie van Lissabon'.

Mededeling van de Commissie aan de Europese Raad - Strategisch verslag over de hernieuwde Lissabon-strategie voor groei en werkgelegenheid: lancering van de nieuwe cyclus (2008-2010) - Het tempo van de veranderingen aanhouden Deel I (COM(2007) 803 definitief).

Voorstel voor een communautair Lissabonprogramma voor de periode 2008-2010 (COM(2007) 804 definitief). Zie met name doelstelling 5: De Gemeenschap zal de interne markt versterken, de concurrentie in de dienstensector vergroten en bijkomende stappen ondernemen om de financiële-dienstenmarkt verder te integreren.

Zie de aanbeveling van de Commissie van 11 december voor een aanbeveling van de Raad inzake de actualisering voor 2008 van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap (COM(2007) 803 definitief).

Zie de reeds genoemde doelstelling 5, alsmede doelstelling 8 over energie en klimaatverandering. Zie ook de bijlage met de maatregelen op EG-niveau voor deze doelstellingen.

Zie punt 3.4 van bovengenoemd strategisch verslag.

Mededeling van de Commissie: Onderzoek op grond van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1/2003 naar de Europese gas- en elektriciteitssectoren (Eindverslag), (COM(2006) 851 definitief) en het verslag van DG Concurrentie over het onderzoek naar de energiesector (SEC(2006) 1724).

Dit pakket omvat de volgende voorstellen: voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (COM(2007) 528); voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas (COM(2007) 529); voorstel voor een Verordening tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregelgevers (COM(2007) 530); voorstel voor een Verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1228/2003 (elektriciteit) (COM(2007) 531), en voorstel voor een Verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (gas) (COM(2007) 532).

Een speciale subgroep energie werd opgericht als onderdeel van de samenwerking binnen het European Competition Network (ECN). In 2007 hield deze subgroep zich bezig met nationale ervaringen met betrekking tot corrigerende maatregelen in mededingingszaken.

Het balanceringssysteem moet waarborgen dat er evenveel aan het netwerk wordt onttrokken als toegevoegd, om het systeem in evenwicht te houden.

Steunmaatregel C 36/A.2006 (beschikking van 20.10.2007 nog niet gepubliceerd in het PB, maar beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/comm/competition/state_aid/register/ii/doc/C-36a-2006-WLAL-it-20.11.2007.pdf).

Zie voor Frankrijk het besluit van 13.6.2007 betreffende Steunmaatregel C 17/2007 (PB C 164 van 18.7.2007, blz. 9) en voor Spanje het besluit van 24.1.2007 betreffende Steunmaatregel C 3/2007 (PB C 43 van 27.2.2007, blz. 9).

IP/07/114 van 31.1.2007 en MEMO/07/40 van 31.1.2007.

Zaak nr. COMP/37.860.

http://ec.europa.eu/comm/competition/antitrust/cases/decisions/38606/dec_en.pdf

IP/07/1959, 19.12.2007 en MEMO/07/590, 19.12.2007.

IP/07/1390 van 25.9.2007.

PB C 4 van 9.1.2008, blz. 1. Hierbij wordt beoordeeld of, in een vergelijkbare situatie, een particuliere investeerder die onder normale marktomstandigheden handelt, ook aan de operatie zou hebben deelgenomen (bv. leningen of geld aan de bank zou hebben verstrekt) en of hij dat onder vergelijkbare voorwaarden zou hebben gedaan.

IP/07/1859 van 5.12.2007.

IP/07/154 van 7.2.2007.

IP/07/375 van 21.3.2007.

Zaak nr. COMP/M.4843, Activa RBS/ABN AMRO, beschikking van de Commissie van 19.9.2007, zaak nr. COMP/M.4845, Activa Santander/ABN AMRO, beschikking van de Commissie van 19.9.2007 en zaak nr. COMP/M.4844, Activa Fortis/ABN AMRO, beschikking van de Commissie van 3.10.2007.

Aanbeveling van de Commissie van 17 december 2007 betreffende relevante producten- en dienstenmarkten in de elektronische-communicatiesector, PB L 344 van 28.12.2007, blz. 65. De aanbeveling betreffende relevante markten is een belangrijk onderdeel van het reguleringskader. In deze aanbeveling worden de markten genoemd waarop naar het oordeel van de Commissie ex-anteregulering het juiste instrument is om concurrentie, investeringen en keuzevrijheid voor de consument te bevorderen. Uit oogpunt van het mededingingsbeleid was de herziening vooral bedoeld om te beoordelen op welke markten ex-anteregulering nog nodig is en waar zij kan worden ingetrokken.

Aanbeveling C(2003) 497 van de Commissie van 11 februari 2003 (PB L 114 van 8.5.2003, blz. 45).

Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7.3.2002 (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33).

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 2002/21/EG inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten, 2002/19/EG inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten, 2002/20/EG betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (COM(2007) 697); voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming (COM(2007) 698) en voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van de Europese Autoriteit voor de elektronische-communicatiemarkt (COM(2007) 699). Zie voor een overzicht de website van DG Informatiemaatschappij: http://www.ec.europa.eu/information_society/policy/ecomm/library/proposals/index_en.htm.

Verordening (EG) nr. 717/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2007 betreffende roaming op openbare mobiele telefoonnetwerken (PB L 171 van 29.6.2007, blz. 32).

Dit maximum bedraagt 0,49 euro exclusief btw voor uitgaande gesprekken en 0,24 euro exclusief btw voor inkomende gesprekken en zal in 2008 en 2009 nog verder worden verlaagd.

Steunmaatregel N 475/2007, National Broadband Scheme Ireland, besluit van de Commissie van 25.9.2007; Steunmaatregel N 473/2007, Breedbandverbindingen voor Alto Adige, besluit van de Commissie van 11.10.200; Steunmaatregel N 570/2007, Breedband in plattelandsgebieden van Baden-Württemberg, besluit van de Commissie van 23.10.2007, en Steunmaatregel N 442/2007, Steun voor breedband in afgelegen gebieden van Veneto, besluit van de Commissie van 23.10.2007.

Steunmaatregel N 746/2006, North Yorkshire NYNET-project (Verenigd Koninkrijk), besluit van de Commissie van 21.2.2007, en Steunmaatregel N 890/2006, Steun van Sicoval voor een snel netwerk, besluit van de Commissie van 10.7.2007.

Steunmaatregel NN 24/2007, Gemeentelijk draadloos netwerk Praag, besluit van de Commissie van 30.5.2007.

Zaak nr. COMP/M.4662, Syniverse/BSG, beschikking van de Commissie van 4.12.2007.

Beschikking van de Commissie van 24 mei 2004 betreffende een procedure overeenkomstig artikel 82 van het EG-Verdrag en artikel 54 van de EER-Overeenkomst tegen Microsoft Corporation, zaak nr. COMP/37.792 Microsoft (PB L 32 van 6.2.2007, blz. 23).

http://ec.europa.eu/comm/competition/antitrust/cases/decisions/37792/art24_2_decision.pdf

http://ec.europa.eu/rapid/start/cgi/guesten.ksh?p_action.gettxt=gt&doc=MEMO/07/90

http://ec.europa.eu/rapid/start/cgi/guesten.ksh?p_action.gettxt=gt&doc=IP/07/1567 Op 27 februari 2008 legde de Commissie Microsoft een boete van 899 miljoen euro op wegens het niet naleven van de beschikking van 2004 in de periode vóór 22 oktober 2007. Deze beschikking werd gegeven op grond van artikel 24, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 en bepaalt dat Microsoft in de periode vóór 22.10.2007 onredelijke tarieven in rekening heeft gebracht voor toegang tot interfacedocumentatie voor workgroupservers (zie IP/08/318 van 27.2.2008).

DRAM is het werkgeheugen van een computer.

Zie http://ec.europa.eu/comm/competition/antitrust/cases/index/by_nr_77.html#i38_636

Zie http://ec.europa.eu/comm/competition/antitrust/cases/decisions/39247/proceedings.pdf

Steunmaatregel C 47/2006, Belastingkrediet voor de vervaardiging van videospelletjes (beschikking van 11.12.2007).

In de bepaling staat dat 'steunmaatregelen om de cultuur en de instandhouding van het culturele erfgoed te bevorderen, wanneer door deze maatregelen de voorwaarden inzake het handelsverkeer en de mededingingsvoorwaarden in de Gemeenschap niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad' als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kunnen worden beschouwd.

De tweede fase van de inbreukprocedure van artikel 226 van het EG-Verdrag.

IP/07/1114 van 18.7.2007.

Met name Richtlijn 2002/77/EG van de Commissie van 16 september 2002 betreffende de mededinging op de markten voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (PB L 249 van 17.9.2002, blz. 21.

Steunmaatregel N 270/2006, Subsidie aan digitale decoders met open API (PB C 80 van 13.4.2007) en Steunmaatregel N 107/2007, Subsidies aan idTV - Italië (PB C 246 van 20.10.2007).

Steunmaatregel N 103/2007, Steun voor de aanschaf van digitale decoders en voor de aanpassing van antennes in Soria (PB C 262 van 1.11.2007).

Een open API is een geavanceerde programma-interface (advanced programme interface) waarmee interoperabiliteit wordt bevorderd, wat wil zeggen dat interactieve content voor meerdere afleveringsmechanismen geschikt is en de functionaliteit van de content volledig behouden blijft.

Steunmaatregel C 52/2005 (ex NN 88/2005), Subsidie voor digitale decoders in Italië (PB L 147 van 8.6.2007).

Steunmaatregel C 34/2006 (ex N 29/2005), Invoering van digitale aardse televisie (DVB-T) in Noord-Rijnland-Westfalen, beschikking van de Commissie van 23.10.2007 (nog niet gepubliceerd in het PB; tekst beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/comm/competition/state_aid/register/ii/doc/C-34-2006-WLAL-de-23.10.2007.pdf).

Onder de voorwaarden van het Altmark-arrest: zaak C-280/00, Altmark Trans GmbH, Regierungspräsidium Magdeburg / Nahverkehrsgesellschaft Altmark GmbH, Jurispr. 2003, blz. I-7747.

Mededeling van de Commissie betreffende de toepassing van de regels inzake staatssteun op openbare omroepen (PB C 320 van 15.11.2001, blz. 5).

De volledige tekst van het besluit is te vinden op: http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/comp-2007/nn008-07.pdf.

De volledige tekst van het besluit is te vinden op http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/comp-2005/e003-05.pdf.

Zaak nr. COMP/M.4504, SFR/Tele2, beschikking van de Commissie van 18.7.2007.

Zaak nr. COMP/M.3333, Sony/BMG-II, beschikking van de Commissie van 3.10.2007.

Het laatste verslag werd op 27.7.2007 gepubliceerd: http://ec.europa.eu/comm/competition/sectors/motor_vehicles/prices/2007_05_full.pdf

Verordening (EG) nr. 1400/2002 van de Commissie van 31 juli 2002 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector (PB L 203 van 1.8.2002, blz. 30).

Zie bv. de beschikking van de Commissie van 13 september 2007 inzake een procedure op grond van artikel 81 van het EG-Verdrag (Zaak nr. COMP/39.140, DaimlerChrysler) (PB L 317 van 5.12.2007, blz. 76).

Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PB L 171 van 29.6.2007, blz. 1).

Zaak nr. COMP/M.4878, Continental/Siemens VDO, beschikking van de Commissie van 29.11.2007.

Zie punt 1.4.2.

Steunmaatregel C 46/2007, Privatisering van Automobile Craoiva, Roemenië (PB C 248 van 23.10.2007, blz. 25).

Verordening (EEG) nr. 3118/93 van de Raad van 25 oktober 1993 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot het binnenlands goederenvervoer over de weg in een lidstaat waar zij niet gevestigd zijn (PB L 279 van 12.11.1993, blz. 1).

Steunmaatregel N 649/2006 (PB C 139 van 23.6.2007, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 1).

Zie het verslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van het eerste spoorwegpakket (COM(2006) 189 definitief van 3.5.2006) en de aanbeveling van de Commissie van 11 december voor een aanbeveling van de Raad inzake de actualisering voor 2008 van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap (COM(2007) 803 definitief). Zie met name de aanbeveling aan Frankrijk en aan Duitsland.

Richtlijn 2007/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot wijziging van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap, en van Richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 44); Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 51), en Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 14).

http://ec.europa.eu/dgs/energy_transport/state_aid/consultation_ms_en.htm

Steunmaatregel N 93/2006 (PB C 300 van 12.12.2007, blz. 22).

PB C 215 van 14.9.2007, blz. 3. Zie ook IP/07/1325 van 13.9.2007.

IP 07/1558 van 19.10.2007.

MEMO/06/243 van 19.6.2006.

Steunmaatregel C 10/06 (nog niet gepubliceerd).

Steunmaatregel C 61/07 (nog niet gepubliceerd).

PB L 134 van 25.5.2007, blz. 4.

Op 18.10.2006 deed de Commissie het voorstel om de postmarkten in de EU in 2009 volledig voor concurrentie open te stellen, overeenkomstig de streefdatum uit de huidige postrichtlijn.

Zaak C-280/00, Altmark Trans GmbH, Jurispr. 2003, blz. I-7747.

Op grond van artikel 86, lid 2, kunnen ondernemingen die met een dienst van algemeen economisch belang worden belast, toepassing van de mededingingsregels voorkomen indien de toepassing van deze regels een feitelijke of juridische belemmering vormt voor het beheer van de aan deze ondernemingen opgedragen taken.

Communautaire kaderregeling inzake staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst (PB C 297 van 29.11.2005, blz. 4)

Steunmaatregel N 822/2006, Financiering voor Post Office Ltd voor schuldbetaling (PB C 80 van 13.4.2007, blz. 5).

Steunmaatregel N 388/2007, Post Office Ltd: Transformation Programme. De volledige tekst van het besluit is te vinden op: http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/comp-2007/n388-07.pdf nog niet gepubliceerd in het PB.

Steunmaatregel C 36/2007, Klacht tegen de Duitse staat wegens onrechtmatige staatssteun aan Deutsche Post (PB C 245 van 19.10.2007, blz. 21). Deze steun kwam bovenop de steun die al als onverenigbaar was aangemerkt in de beschikking van de Commissie van 19 juni 2002 inzake door Duitsland uitgevoerde maatregelen ten behoeve van Deutsche Post AG (PB L 247 van 14.9.2002, blz. 27).

Steunmaatregel E 12/2005, Onbeperkte overheidsgarantie ten gunste van Poczta Polska (PB C 284 van 27.11.2007).

Steunmaatregel C 56/2007 (ex E15/2005), Onbeperkte overheidsgarantie ten gunste van La Poste. Het besluit tot inleiding van de procedure is te vinden op: http://ec.europa.eu/comm/competition/state_aid/register/ii/doc/C-56-2007-WLAL-fr-29.11.2007.pdf.

Steunmaatregel C 43/2006, Staatssteun in verband met de hervorming van de financieringswijze van de pensioenen van de overheidsambtenaren ten laste van La Poste. De volledige tekst van het besluit is te vinden op: http://ec.europa.eu/comm/competition/state_aid/register/ii/ nog niet gepubliceerd in het PB.

Zaak C-198/01, Consorzio Industrie Fiammiferi (CIF) en Autorità Garante della Concorrenza e del Mercato, Jurispr. 2003, blz. I-8055.

De ECN-model-clementieregeling is te vinden op http://ec.europa.eu/comm/competition/ecn/documents.html, samen met een lijst met veel gestelde vragen (MEMO/06/356).

Circa 45% daarvan had betrekking op de toepassing van artikel 81 van het EG-Verdrag, 31,5% op de toepassing van artikel 82 van het EG-Verdrag en 23,5% op de toepassing van zowel artikel 81 als artikel 82 van het EG-Verdrag.

http://ec.europa.eu/comm/competition/elojade/antitrust/nationalcourts/.

Besluit nr. 1149/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 september 2007 tot vaststelling van het specifieke programma 'Civiel recht' voor de periode 2007-2013 (PB L 257 van 3.10.2007, blz. 16).

Voor deze activiteiten is in 2007 een bedrag van 800 000 euro beschikbaar.

Kaderovereenkomst van 26 mei 2005 inzake de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie; Samenwerkingsprotocol tussen de Europese Commissie en het Europees Economisch en Sociaal Comité van 7 november 2005, en het Protocol inzake de samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Commissie en het Comité van de Regio's van 17 november 2005.