Artikelen bij COM(2008)413 - Voorstellen, namens de EG en samen met de lidstaten, voor wijzigingen van bijlage I van het protocol inzake persistente organische verontreinigende stoffen (POP's), behorend bij het UNECE-Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52008DC0413

Aanbeveling van de Commissie aan de Raad betreffende voorstellen, namens de Europese Gemeenschap en samen met de lidstaten, voor wijzigingen van bijlage I van het protocol inzake persistente organische verontreinigende stoffen (POP's), behorend bij het UNECE-Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand /* COM/2008/0413 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 1.7.2008

COM(2008) 413 definitief

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

betreffende voorstellen, namens de Europese Gemeenschap en samen met de lidstaten, voor wijzigingen van bijlage I van het protocol inzake persistente organische verontreinigende stoffen (POP's), behorend bij het UNECE-Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand

A. TOELICHTING

1. Het uitvoerend orgaan van het UNECE-Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (CLRTAP) hechtte in juni 1998 zijn goedkeuring aan het protocol inzake POP's. Dit protocol heeft momenteel betrekking op een lijst van 16 stoffen, namelijk elf pesticiden, twee industriële chemicaliën en drie onbedoelde bijproducten. Het uiteindelijke doel is de totale eliminatie van lozingen, emissies en verliezen van deze POP's. Het protocol inzake POP's is op 23 oktober 2003 in werking getreden. 29 partijen, waaronder de Gemeenschap en 21 van haar lidstaten, hebben het bekrachtigd.

2. De Raad heeft een Besluit goedgekeurd betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het protocol van 19 februari 2004. Op 30 april 2004 werd de akte van goedkeuring door de Gemeenschap neergelegd.

3. Krachtens artikel 14 van het protocol mag elke partij wijzigingen van het protocol voorstellen. De partijen bespreken op een vergadering van het uitvoerend orgaan de voorgestelde wijzigingen en nemen deze aan bij consensus van de op de vergadering aanwezige partijen.

4. Voorstellen tot wijziging van de bijlagen van het protocol mogen enkel worden gedaan namens de Gemeenschap en haar lidstaten, gezien de verplichting tot samenwerking en eenheid bij de internationale vertegenwoordiging van de Gemeenschap, zoals deze voortvloeit uit artikel 10 van het EG-Verdrag.

5. Met het oog op het inleiden van de procedures die leiden tot onderhandelingen over een eventuele wijziging van de bijlagen bij het protocol, heeft de Commissie, voor aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallen, in 2005 bij het uitvoerend orgaan van het protocol, namens de Gemeenschap en samen met de lidstaten die partij zijn bij het Verdrag, een voorstel gedaan tot wijziging van de desbetreffende bijlagen bij het protocol door toevoeging van de onderstaande stoffen: hexachloorbutadieen (HCBD); in de handel verkrijgbaar octabroomdifenylether (c-OctaBDE); pentachloorbenzeen (PeCB); polychloornaftalenen (PCNs); chloorparafines met korte keten (SCCPs); en perfluoroctaansulfonaat (PFOS).

6. Volgens beschikbare wetenschappelijke informatie en onderzoeksverslagen, vertonen endosulfan en trifluralin kenmerken van persistente organische verontreinigende stoffen. Deze twee stoffen zijn beoordeeld overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. Ten gevolge daarvan zijn gewasbeschermingsmiddelen die endosulfan bevatten in december 2007 volledig en definitief ingetrokken en worden gewasbeschermingsmiddelen die trifluralin bevatten volledig en definitief ingetrokken tegen december 2008. Gezien het potentieel van deze chemische stoffen om zich over lange afstanden door het milieu te verplaatsen zijn de in nationaal of communautair verband getroffen maatregelen niet toereikend om een hoge mate van bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu te waarborgen en zijn bredere internationale maatregelen noodzakelijk. De stoffen werden door de Commissie en de lidstaten voorgedragen voor opneming in het Verdrag van Stockholm inzake POP's in 2007. Het is derhalve passend dat de Gemeenschap en de lidstaten die partij zijn bij het Protocol, voorstellen de desbetreffende bijlagen bij het Protocol te wijzigen en deze twee stoffen daaraan toe te voegen.

B. AANBEVELING

In het licht van het bovenstaande beveelt de Commissie de Raad aan:

De Commissie te machtigen, met het oog op het inleiden van de procedures die leiden tot onderhandelingen over een eventuele wijziging van de bijlagen bij het protocol inzake persistente organische verontreinigende stoffen (POP's), behorend bij het UNECE-Verdrag, om namens de Gemeenschap en samen met de lidstaten die partij zijn bij het Verdrag bij het uitvoerend orgaan van het protocol inzake persistente verontreinigende stoffen, tijdig voor bespreking tijdens de volgende bijeenkomst van het uitvoerend orgaan in december 2008, het voorstel voor te leggen tot wijziging van de desbetreffende bijlagen bij het Verdrag door toevoeging van de onderstaande stoffen aan bijlage I:

- Endosulfan

- Trifluralin

De Commissie ziet er samen met de lidstaten op toe dat de relevante informatie ter ondersteuning van de voorstellen aan het uitvoerend orgaan wordt voorgelegd.