Artikelen bij COM(2008)589 - Eerste financieel verslag over het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) : begrotingsjaar 2007

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2008)589 - Eerste financieel verslag over het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) : begrotingsjaar 2007.
document COM(2008)589 NLEN
datum 30 september 2008
Belangrijke juridische mededeling

|
52008DC0589

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - Eerste financieel verslag over het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) : begrotingsjaar 2007 /* COM/2008/0589 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 30.9.2008

COM(2008) 589 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Eerste financieel verslag over het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) – begrotingsjaar 2007

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Eerste financieel verslag over het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) – begrotingsjaar 2007

1. BEGROTINGSPROCEDURE

Het voorontwerp van begroting 2007 werd in april 2006 door de Commissie aangenomen en bij de begrotingsautoriteit ingediend. Voor het ELFPO werden de volgende toewijzingen (bedragen in euro's) voorgesteld:

Begrotingspost | Vastleggingskredieten | Betalingskredieten |

05.040501 (Programma's voor PO) | 12 343 028 111 | 6 182 000 000 |

05.040502 (Technische bijstand) | 23 133 604 | 9 300 000 |

De Raad heeft de ontwerpbegroting 2007 in juli 2006 aangenomen zonder wijzigingen aan te brengen in de toewijzingen voor het ELFPO.

Het Europees Parlement heeft de begroting 2007 vastgesteld in zijn plenaire vergaderingen van december 2006. De vastleggings- en de betalingskredieten voor de twee ELFPO-begrotingsposten samen (rubriek 2 van het financieel kader) bedroegen respectievelijk 9.897,6 miljoen euro en 4.954,9 miljoen euro, wat 2.468,6 miljoen euro en 1.236,4 miljoen euro minder was dan de oorspronkelijk voorgestelde bedragen. Deze verlagingen waren het gevolg van een amendement van het Parlement dat ertoe strekte 20% van de voor de programma's voor plattelandsontwikkeling gevraagde kredieten op te nemen in de reserve.

De begrotingsautoriteit heeft de overdracht uit de reserve naar de begrotingspost voor de programma's voor plattelandsontwikkeling in maart 2007 goedgekeurd nadat het Europees Parlement had ingestemd met het herziene voorstel van de Commissie inzake vrijwillige modulatie.

2. BEHEER VAN DE KREDIETEN

2.1. Vastleggingskredieten

2.1.1. Voor de programma's voor plattelandsontwikkeling beschikbare kredieten

Overeenkomstig Beschikking 2007/383/EG van de Commissie van 1 juni 2007 tot vaststelling van de verdeling over de lidstaten van de jaarbedragen aan communautaire steun voor plattelandsontwikkeling voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 was in het begrotingsjaar 2007 uiteindelijk 12.343.028.110 euro aan vastleggingskredieten beschikbaar voor de financiering van programma's voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013.

Het in 2007 daadwerkelijk vastgelegde bedrag was 9.513.362.081 euro of 77,1% van het in de begroting beschikbare bedrag. Daarmee werd de toewijzing voor 2007 vastgelegd voor de 54 in 2007 goedgekeurde programma's van de in totaal 94 programma's die de lidstaten hadden ingediend. Het verschil (2.829.666.030 euro) werd als volgt gebruikt:

Een bedrag van 1.360.517.165 euro dat betrekking had op 25 programma's waarvoor de goedkeuringsprocedure eind 2007 nagenoeg was voltooid, werd naar het begrotingsjaar 2008 overgedragen om uiterlijk op 31 maart 2008 te worden vastgelegd. Al die programma's werden tijdig goedgekeurd en het genoemde bedrag werd volledig binnen de in het financieel reglement bepaalde termijn vastgelegd.

Een bedrag van 1.469.148.864 euro dat betrekking had op 15 programma's (12 Spaanse regionale programma's, het Roemeense nationale programma en de netwerken voor het platteland in Spanje en Portugal), werd overeenkomstig punt 48 van het interinstitutioneel akkoord over de begrotingsdiscipline geschrapt uit de begroting 2007 om te worden geherprogrammeerd voor 2008 en latere begrotingsjaren.

De begrotingsautoriteit heeft ingestemd met het voorstel van de Commissie om dat bedrag te herprogrammeren door een deel ervan (370.376.764 euro) toe te voegen aan de begroting 2008 en de rest voor latere jaren te bestemmen.

2.1.2. Voor technische bijstand beschikbare kredieten

In artikel 69, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad is bepaald dat 0,25% van het totale bedrag aan communautaire steun voor plattelandsontwikkeling moet worden gebruikt voor de verlening van technische bijstand door de Commissie. Op de begroting 2007 werden 23.133.604 euro aan vastleggingskredieten en 9.300.000 euro aan betalingskredieten uitgetrokken voor dat doel.

2.2. Betalingskredieten

2.2.1. Betalingskredieten voor de programma's voor plattelandsontwikkeling

In de begroting 2007 was uiteindelijk 6.182.000.000 euro aan betalingskredieten beschikbaar. Daarvan werd 101.379.347 euro overgedragen naar begrotingspost 05.040201 (doelstelling 1-programma's uit de periode 2000-2006) om de betrokken kredieten te verhogen, terwijl een restbedrag van 306,46 euro kwam te vervallen.

Het verschil (6.080.620.346,54 euro) werd voor betalingen gebruikt, en wel als volgt:

Voorschotten | 3.704.899.313,26 euro |

Vergoedingen laatste kwartaal 2006 | 264.363.267,94 euro |

Vergoedingen tweede kwartaal 2007 | 254.511.668,52 euro |

Vergoedingen derde kwartaal 2007 | 1.856.846.096,82 euro |

Wat de hierna genoemde programma's betreft, moesten de vergoedingen voor het derde kwartaal van 2007 aan het einde van het jaar volledig of gedeeltelijk worden opgeschort omdat de vastlegging 2007 voor die programma's reeds volledig was gebruikt bij de betaling van de voorschotten en eerdere vergoedingen:

CCI | Programma | Nog te betalen saldo |

DE | 2007DE06RPO004 | Beieren | 8 311 416,80 |

DE | 2007DE06RPO010 | Hessen | 970 355,90 |

DE | 2007DE06RPO015 | Noord-Westfalen | 5 877 675,72 |

IE | 2007IE06RPO001 | Ierland Nationaal | 32 174 706,48 |

UK | 2007UK06RPO002 | Noord-Ierland | 13 463 173,73 |

IT | 2007IT06RPO012 | Umbrië | 1 846 826,34 |

UK | 2007UK06RPO001 | Engeland | 53 414 561,27 |

Totaal | 116 058 716,24 |

2.2.2. Betalingskredieten voor technische bijstand

Oorspronkelijk bevatte de begroting 2007 door de Commissie te gebruiken betalingskredieten voor technische bijstand ten bedrage van 9.300.000 euro. Daarvan werd slechts 1.531.687,47 euro (16,5% van het oorspronkelijke bedrag) daadwerkelijk in 2007 betaald.

3. UITVOERING VAN DE ELFPO-BEGROTING

3.1. Betalingen door de Commissie per lidstaat en per kwartaaldeclaratie

In de onderstaande tabel is aangegeven welke bedragen in 2007 zijn betaald als voorschot, respectievelijk als vergoeding voor uitgaven die de betaalorganen hebben gedaan in de periode van 16 oktober tot en met 31 december 2006 (vierde kwartaal van 2006), van 1 april tot en met 30 juni 2007 (tweede kwartaal van 2007) en van 1 juli tot en met 15 oktober 2007 (derde kwartaal van 2007). Voor het eerste kwartaal van 2007 waren er geen betalingen omdat nog geen enkel programma was goedgekeurd. De vergoedingen voor gedane uitgaven bedroegen in totaal 2.375,7 miljoen euro.

[pic]

De bovenvermelde bedragen voor het vierde kwartaal van 2006 werden in 2007 betaald op grond van de in artikel 39, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad opgenomen overgangsbepaling volgens welke in de periode van 16 oktober tot en met 31 december 2006 gedane uitgaven voor uit de afdeling Garantie van het EOGFL medegefinancierde programma's ten laste van de ELFPO-begroting konden worden gebracht.

3.2. Door de betaalorganen betaalde en gedeclareerde bedragen per maatregel voor plattelandsontwikkeling en per as

In de navolgende tabel is voor alle programma's voor plattelandsontwikkeling samen aangegeven welke uitgaven de lidstaten in 2007 per maatregel voor plattelandsontwikkeling en per as hebben gedeclareerd. Van die uitgaven blijkt 15,7% betrekking te hebben op maatregelen van as 1, 81,8% op maatregelen van as 2 en slechts 2% op maatregelen van as 3. Deze verdeling over de assen is heel anders dan de gemiddelde verdeling voor alle programma's voor plattelandsontwikkeling in hun geheel (35,8% voor as 1, 45,1% voor as 2 en 19,1% voor as 3).

Dit verschil houdt verband met het feit dat de in het kader van as 2 verleende steun heel vaak betrekking heeft op agromilieumaatregelen of compenserende vergoedingen in probleemgebieden, waarbij het veelal gaat hetzij om betalingen op grond van nog lopende contracten uit de vorige programmeringsperiode (agromilieubetalingen), hetzij om jaarlijkse betalingen op een min of meer permanente basis.

Voor de financiering van projecten in het kader van de assen 1 en 3 moeten daarentegen doorgaans voorbereidende werkzaamheden worden verricht door de beheersautoriteit van het programma. De eerste fasen van die werkzaamheden omvatten de bekendmaking van de voorwaarden voor de verlening van steun in het kader van de programma's en de ontvangst van de aanvragen van potentiële begunstigden. Daarna komt een selectieprocedure aan de hand van selectiecriteria die het toezichtcomité vooraf heeft bepaald.

Het verschil van 116,1 miljoen euro tussen het door de betaalorganen gedeclareerde bedrag (2.491,8 miljoen euro) en het daadwerkelijk door de Commissie vergoede bedrag (2.375,7 miljoen euro) is, afgezien van kleine afrondingsverschillen, toe te schrijven aan het feit dat een deel van het voor het derde kwartaal van 2007 gedeclareerde bedrag pas in 2008 kon worden vergoed omdat bij zeven programma's de vastlegging 2007 was opgebruikt (zie punt 3.2.1. voor nadere bijzonderheden).

Door de betaalorganen gedane en gedeclareerde ELFPO-uitgaven per maatregel voor PO en per as

Maatregel / As | 4e kw. 2006 | 2e kw. 2007 | 3e kw. 2007 | TOTAAL |

111 – Acties op het gebied van beroepsopleiding en voorlichting | 1 086 298,41 | 4 922 377,73 | 9 186 941,86 | 15 195 618,00 |

112 – Vestiging van jonge landbouwers | 25 794,75 | 51 789 354,14 | 27 997 810,74 | 79 812 959,63 |

113 – Vervroegde uittreding | 11 997 135,97 | 2 924 477,27 | 36 632 389,55 | 51 554 002,79 |

114 – Gebruik van adviesdiensten | 675,00 | 209 790,00 | 210 465,00 |

115 – Oprichting van diensten ter ondersteuning van het bedrijfsbeheer, bedrijfsverzorgingsdiensten en bedrijfsadvies-diensten | 63 492,72 | 397 448,09 | 460 940,81 |

121 – Modernisering van landbouwbedrijven | 4 397 907,01 | 49 393 001,81 | 92 684 223,39 | 146 475 132,21 |

122 – Verbetering van de economische waarde van bossen | 4 737 185,47 | 2 976 203,43 | 5 884 858,39 | 13 598 247,29 |

123 – Verhoging van de toegevoegde waarde van land- en bosbouwproducten | 1 270 689,95 | 1 947 853,97 | 20 210 897,53 | 23 429 441,45 |

124 – Samenwerking voor de ontwikkeling van nieuwe producten | - | - |

125 – Infrastructuur die verband houdt met ontwikkeling en aanpassing | 286 467,69 | 1 912 747,35 | 22 911 861,00 | 25 111 076,04 |

126 – Herstel van door een natuurramp beschadigd agrarisch productiepotentieel | - | 6 251 762,52 | 6 251 762,52 |

131 – Aanpassing aan veeleisende normen die zijn gebaseerd op communautaire regelgeving | - | 30 063 136,39 | 30 063 136,39 |

132 – Deelneming door landbouwers aan voedselkwaliteits-regelingen | 325,00 | 4 799,00 | 325,00 | 5 449,00 |

133 – Activiteiten op het gebied van voorlichting en afzetbevor-dering | - | - |

141 – Semi-zelfvoorzieningsbedrijven | - | - |

142 – Producentengroeperingen | - | - |

143 – Verlening van voorlichtings- en adviesdiensten in Bulgarije en Roemenië | - |

Totaal As 1 – Verbetering van het concurrentievermogen van de land- en de bosbouwsector | 23 865 971,97 | 115 870 814,70 | 252 431 444,46 | 392 168 231,13 |

211 – Betalingen voor natuurlijke handicaps aan landbouwers in berggebieden | 1 971 175,38 | 6 641 452,40 | 373 841 496,20 | 382 454 123,98 |

212 – Betalingen aan landbouwers in andere gebieden met handicaps | 31 311 086,96 | 2 970 220,12 | 288 751 752,35 | 323 033 059,43 |

213 – Natura 2000-betalingen en betalingen in verband met Richtlijn 2000/60/EG | 231 449,42 | 1 582 177,18 | 1 813 626,60 |

214 – Agromilieubetalingen | 197 455 456,87 | 102 019 226,19 | 898 205 435,05 | 1 197 680 118,11 |

215 – Dierenwelzijnsbetalingen | 3 881,99 | 9 992 846,22 | 9 996 728,21 |

216 – Niet-productieve investeringen | 253 423,61 | 265 423,40 | 518 847,01 |

221 – Eerste bebossing van landbouwgrond | 3 342 396,05 | 2 435 954,46 | 72 089 454,65 | 77 867 805,16 |

222 – Eerste totstandbrenging van boslandbouwsystemen | - | - |

223 – Eerste bebossing van andere grond dan landbouwgrond | 54 779,00 | 235 138,83 | 813 004,29 | 1 102 922,12 |

224 – Natura 2000-betalingen | - | - |

225 – Bosmilieubetalingen | 10 222,50 | 339 091,49 | 349 313,99 |

226 – Herstel van bosbouwpotentieel en preventieve maatregelen | - | 21 697 857,60 | 15 481 198,70 | 37 179 056,30 |

227 – Niet-productieve investeringen | 697 435,08 | 651 167,37 | 5 655 877,24 | 7 004 479,69 |

Totaal As 2 – Verbetering van het milieu en het platteland | 235 331 306,86 | 136 651 016,97 | 1 667 017 756,77 | 2 039 000 080,60 |

311 – Diversificatie naar niet-agrarische activiteiten | 1 905 558,78 | 12 030,13 | 7 660 357,31 | 9 577 946,22 |

312 – Oprichting en ontwikkeling van micro-ondernemingen | 96 800,37 | 164 773,20 | 261 573,57 |

313 – Bevordering van toeristische activiteiten | 912 886,14 | 30 363,97 | 2 856 932,38 | 3 800 182,49 |

321 – Basisvoorzieningen voor de economie en de plattelands-bevolking | 462 076,94 | 16 748,50 | 10 062 460,48 | 10 541 285,92 |

322 – Dorpsvernieuwing en -ontwikkeling | 1 425 677,03 | 16 039 993,00 | 17 465 670,03 |

323 – Instandhouding en opwaardering van het landelijke erfgoed | - | 1 430 734,78 | 5 770 482,64 | 7 201 217,42 |

331 – Opleiding en voorlichting | - | 363 254,82 | 67 610,54 | 430 865,36 |

341 – Verwerving van vakkundigheid, dynamisering enz. | - | 14 703,00 | 454 059,46 | 468 762,46 |

Totaal As 3 – De leefkwaliteit op het platteland en diversificatie van de plattelandseconomie | 4 802 999,26 | 1 867 835,20 | 43 076 669,01 | 49 747 503,47 |

411 – Uitvoering pl. ontwikkelingsstrategieën. Concurrentie-vermogen | 10 253,00 | 10 253,00 |

412 – Uitvoering pl. ontwikkelingsstrategieën. Milieu/landbeheer | - | - |

413 – Uitvoering pl. ontwikkelingsstrategieën. Leefkwaliteit | 243 625,99 | (1 064,58) | 242 561,41 |

421 – Uitvoering samenwerkingsprojecten | - | - |

431 – Beheer van de plaatselijke groep, verwerving van vakkundigheid enz. | - | - |

Totaal As 4 – Leader | 253 878,99 | (1 064,58) | 252 814,41 |

511 – Technische bijstand | 109 111,65 | 122 001,65 | 10 386 637,14 | 10 617 750,44 |

Totaal As 5 – Technische bijstand | 109 111,65 | 122 001,65 | 10 386 637,14 | 10 617 750,44 |

611 – Rechtstreekse betalingen | - |

Totaal As 6 – Rechtstreekse betalingen | - |

TOTAAL | 264 363 268,73 | 254 511 668,52 | 1 972 911 442,80 | 2 491 786 380,05 |

Eerste lezing.

Het amendement hield in dat 20% van die kredieten in de reserve zou worden opgenomen en dat de Commissie het Parlement tussen de eerste en de tweede lezing moest meedelen hoe zij dacht om te gaan met de schending van de begrotingsprerogatieven van het Parlement die bij de vaststelling van de jaarlijkse begrotingen het gevolg zou zijn van haar recente voorstel inzake vrijwillige modulatie (COM(2006) 241), en of dat voorstel van invloed zou zijn op de overeengekomen maxima voor de programma's voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013.