Artikelen bij COM(2009)269 - Uitvoering, resultaten en algehele beoordeling van het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen (2007)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


1. Inleiding 3

1.1. Wat is het doel van deze mededeling? 3

1.2. Waarom werd het EJGK uitgeroepen en wat wilde men ermee bereiken? 3

2. Uitvoering 5

2.1. Uitvoering van het EJGK op nationaal niveau 5

2.2. Uitvoering van het EJGK op EU-niveau 7

3. Blijvende resultaten en duurzaamheid 9

3.1. In de deelnemende landen 9

3.2. Op EU-niveau 10

4. Conclusie 13

1. INLEIDING

1.1. Wat is het doel van deze mededeling?

In 2006 lieten de Raad en het Europees Parlement door het uitroepen van 2007 tot het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen ('het EJGK') nogmaals blijken er vast van overtuigd te zijn uit dat non-discriminatie een grondbeginsel van de Europese Unie is. Het EJGK beoogde om onder de aandacht te brengen dat iedereen – op basis van het geheel van de in de EG-richtlijnen neergelegde rechten en plichten – recht heeft op een leven zonder discriminatie en dat de EU en de lidstaten instrumenten tot bevordering van werkelijke gelijkheid moesten ontwikkelen.

In deze mededeling wordt in overeenstemming met het besluit om een Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen uit te roepen verslag gedaan van de behaalde resultaten en verworvenheden, wordt beoordeeld in hoeverre de doelstellingen ervan zijn verwezenlijkt en nagegaan of die resultaten duurzaam van aard zijn.

In de mededeling gaat de aandacht uit naar:

- de onderliggende uitdagingen en de daarbij behorende doelstellingen die door middel van het EJGK nagestreefd werden;

- de praktische en financiële uitvoering van het EJGK aan de hand van het onafhankelijke evaluatieverslag en rekening houdend met de voorschriften van het besluit; en

- de duurzame resultaten van het EJGK op nationaal en EU-niveau om te beoordelen hoe hiermee het hoofd kan worden geboden aan de steeds grotere opgaven waarmee de EU zich geconfronteerd ziet.

1.2. Waarom werd het EJGK uitgeroepen en wat wilde men ermee bereiken?

a) De uitdagingen

Het idee om een Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen uit te roepen werd door de Commissie voor het eerst naar voren gebracht in het kader van een raamstrategie voor de bestrijding van discriminatie, waarin de aandacht werd gevestigd op de uitdagingen die bij de verdere ontwikkeling van de hierna uiteengezette benadering van non-discriminatie van de EU overwonnen moesten worden.

Wetgeving

Hoewel de sinds 2000 vastgestelde richtlijnen op grond van artikel 13 van het Verdrag als een belangrijke stap vooruit worden gezien, waren zich slechts zeer weinigen bewust van hun rechten en plichten. Bovendien ontbrak het actoren, zoals juristen, ngo's en de sociale partners, die een voorname rol spelen bij de ondersteuning van slachtoffers en de tenuitvoerlegging van de richtlijnen in de praktijk, dikwijls aan de benodigde kennis en capaciteiten.

Beleid

Het recht op non-discriminatie mocht dan formeel zijn gegarandeerd, toch bleven er nog tal van structurele obstakels bestaan, zoals bijvoorbeeld diepgewortelde stereotypen betreffende – en gebrekkige participatie van – groepen die aan het risico van discriminatie blootstonden. Voorts was de aanpak van die obstakels beperkt gebleven tot elke specifieke vorm van discriminatie, ook al werd het steeds duidelijker dat hierdoor onvoldoende recht werd gedaan aan de dagelijkse ervaringen van individuele personen. Aangezien er bij de diverse discriminatiegronden dikwijls sprake was van dezelfde uitdagingen en een zelfde aanpak om ze te boven te komen, zou een op een gezamenlijke analyse en dialoog berustende benadering, die op alle vormen van discriminatie gericht was, van groot nut kunnen zijn. En tot slot was men van oordeel dat de EU een belangrijkere rol zou kunnen spelen bij het verzamelen en verspreiden van overdraagbare goede praktijkvoorbeelden om deze complexe structurele obstakels te slechten.

b) Het EJGK als middel om op de uitdagingen in te spelen

Overeenkomstig het besluit betreffende het EJGK werd door middel van de volgende vier doelstellingen op de uitdagingen ingespeeld: rechten (met het oog op de uitdagingen op wettelijk gebied), vertegenwoordiging, erkenning, en respect (met het oog op de uitdagingen op beleidsgebied). Voorts stelden de medewetgevers de drie volgende uitvoeringsbeginselen vast, die in het volgende hoofdstuk uitvoeriger zullen worden beschreven:

- een evenwichtige aanpak van discriminatiegronden met de nadruk op meervoudige discriminatie en de verplichting tot gendermainstreaming in alle activiteiten;

- een gedecentraliseerde uitvoering via nationale plannen en maatregelen met inachtneming van nationale, regionale en lokale verschillen; en

- een nauwe betrokkenheid van de burgersamenleving en de sociale partners.

Daarom moeten de resultaten van het EJGK worden beoordeeld in het licht van die doelstellingen en beginselen (hoofdstuk 2) en de duurzaamheid ervan (hoofdstuk 3).

2. UITVOERING

In dit hoofdstuk wordt de uitvoering beschreven van het EJGK op nationaal en EU-niveau op basis van een externe evaluatie. De bijlage bevat aanvullende feiten en cijfers.

2.1. Uitvoering van het EJGK op nationaal niveau

a) Het EJGK in cijfers

Praktijkgerichte acties

In de 30 deelnemende landen vonden 434 acties plaats. Qua aantal en schaal was er sprake van aanmerkelijke verschillen: van drie acties in België tot 49 in Frankrijk. Zij leverden omstreeks 1600 tastbare resultaten op in de vorm van 1000 vergaderingen en evenementen, ongeveer 440 campagnes op nationaal niveau en meer dan 120 onderzoeken en enquêtes. Discriminatie op grond van ras/etnische afkomst (61% van alle acties) en sekse (62%) kwamen het vaakst aan bod. Voorts werd morele ondersteuning geboden aan meer dan 1700 verdere activiteiten die aansloten bij de doelstellingen van het EJGK.

Het feit dat er zoveel verzoeken werden gedaan om het logo en ander materiaal met betrekking tot het EJGK te mogen gebruiken vormde een duidelijke indicatie van de meerwaarde ervan. In bijna alle definitieve activiteitenverslagen werd gewezen op het belang van de acties waaraan morele ondersteuning was gegeven; vooral Cyprus, Italië, Malta, Polen, Portugal en Roemenië legden hier in het bijzonder de nadruk op. |

Leiders van acties en partners

In totaal waren omstreeks 1000 leiders van acties en extra partners, waarvan het merendeel bestond uit nationale autoriteiten (42%), ngo's (25%) of andere organisaties (20%), bij de uitvoering van de 434 kernacties betrokken.

Uitvoeringsniveau en doelgroepen

De acties (75%) werden voornamelijk op nationaal niveau en minder vaak op regionaal of lokaal niveau uitgevoerd (elk 30%). Ongeveer 80% van de 434 acties was gericht op het algemene publiek, omstreeks 50% op de burgersamenleving, bestuursorganen en mediaorganisaties; 33% was bestemd voor leidinggevenden uit het bedrijfsleven.

Financiële planning en uitvoering

De medewetgevers stelden voor het EJGK een totaalbudget van 15 miljoen euro vast, waarvan 7,65 miljoen bestemd was voor activiteiten op nationaal niveau. De deelnemende landen moesten een bedrag uit publieke of private bronnen bijdragen dat gelijk was aan de EU-subsidie, waardoor het geraamde totaalbudget voor de 27 lidstaten op 15,30 miljoen euro zou uitkomen. Terwijl het merendeel van de 30 deelnemende landen besloot om evenveel middelen ter beschikking te stellen als de Commissie (dus 50% medefinanciering), zegde een aantal landen toe om nog meer dan de vereiste 50% bij te dragen, zodat de gecombineerde geraamde begroting ongeveer 18,5 miljoen euro bedroeg.

Uiteindelijk bedroegen de definitieve uitgaven ten behoeve van de 434 op nationaal niveau uitgevoerde acties 15,9 miljoen euro, oftewel 86% van de oorspronkelijk geraamde begroting.

Alle 30 deelnemende landen leverden een financiële bijdrage die minimaal even groot was als de voor hun land bestemde EU-subsidie; het totaalpercentage van hun bijdragen bedroeg meer dan 57%. Daar de kosten te hoog waren geschat en er zich tegelijkertijd vertragingen voordeden in de plannings- en beginfase van de acties en bij de ontvangst van de financiering, hebben sommige landen minder uitgegeven dan het begrote bedrag: uiteindelijk werd dit gecompenseerd door de extra middelen die door zeven landen ter beschikking werden gesteld. |

b) Verwezenlijking van de belangrijkste uitvoeringsbeginselen

Decentralisatie en een evenwichtige aanpak van alle discriminatiegronden die behoorden tot de uitgangspunten bij de uitvoering van het EJGK overeenkomstig het besluit betreffende het Jaar, waren sleutelfactoren voor het welslagen ervan.

Decentralisatie

Het besluit bepaalde dat het merendeel van de acties van het EJGK gedecentraliseerd moest worden uitgevoerd. Hiertoe moesten de 30 deelnemende landen elk een nationaal uitvoeringsorgaan ('NUO') aanwijzen; in de regel fungeerde een ministerie als NUO, maar in enkele gevallen werd deze taak toegewezen aan het nationale orgaan voor de bevordering van gelijke behandeling of het bureau van de ombudsman. Het aantal personeelsleden varieerde van 15 in Portugal tot één in België en Noorwegen; in totaal waren ongeveer 100 personen belast met de uitvoering van het EJGK op nationaal niveau.

Ieder NUO moest een nationale strategie formuleren tot uitvoering van het EJGK in nauwe samenwerking met de burgersamenleving. Voor de eerste maal werd de lidstaten verzocht om de uitdagingen te beschrijven waarvoor zij stonden wat betreft elk van de zes discriminatiegronden overeenkomstig artikel 13 van het EG-Verdrag, alsook hun nationale prioriteiten in dit verband, waarbij rekening werd gehouden met de bij het besluit betreffende het EJGK vastgestelde vier hoofddoelstellingen ( zie hierboven: rechten, vertegenwoordiging, erkenning en respect ) , en om een lijst over te leggen met de voor medefinanciering van de EU geselecteerde afzonderlijke acties.

In het algemeen was men van oordeel dat door de decentralisatie van de uitvoering het EJGK aan betekenis had gewonnen, aangezien op deze wijze een heroriëntatie van de algemene doelstellingen alsook een aanpassing ervan aan de nationale context mogelijk werd gemaakt. Voorts konden leiders van acties zich zo rechtstreeks wenden tot het met de nationale situatie goed vertrouwde NUO en konden actoren participeren die alleen de nationale taal machtig waren. In de nationale gevalsstudies van Denemarken, Ierland, Litouwen, Roemenië, Spanje en Slowakije werd geconcludeerd dat de gedecentraliseerde aanpak het volgende had bevorderd: - acties die dicht bij de burger stonden en daarom de maatschappelijke realiteit weerspiegelden; - mogelijkheden tot communicatie en samenwerking binnen een groep van diverse organisaties, die tegen verschillende vormen van discriminatie in het geweer kwamen; - de signalering van kleinere ngo's en de stimulering van hun participatie. |

Een evenwichtige aanpak van alle discriminatiegronden

Overeenkomstig het besluit moest tegen alle gronden van discriminatie, voor zover mogelijk, op evenwichtige wijze worden opgetreden. Het merendeel van de deelnemende landen heeft hiertoe gebruik gemaakt van oproepen tot het indienen van voorstellen voor een aanpak van ten minste twee of drie vormen van discriminatie tegelijkertijd.

Door deze transversale of meervoudige aanpak werd de samenwerking gestimuleerd tussen:

- de nationale, regionale en lokale autoriteiten die verantwoordelijk waren voor de diverse discriminatiegronden; en

- de ngo's die de verschillende gediscrimineerde groepen op nationaal, regionaal en lokaal niveau vertegenwoordigden.

Het EJGK was het eerste initiatief waarbij het aspect gender niet slechts als zodanig in aanmerking werd genomen, maar ook in relatie tot de andere vijf in artikel 13 van het EG-Verdrag genoemde gronden van discriminatie. Als gevolg hiervan hebben een aantal landen acties ondersteund die bedoeld waren voor vrouwen die gebukt gaan onder meervoudige discriminatie , zoals vrouwen uit minderheidsgroepen (in het bijzonder Romavrouwen) en oudere vrouwen met handicaps, die een grotere kans lopen om gediscrimineerd te worden dan mannen in dezelfde situatie.

2.2. Uitvoering van het EJGK op EU-niveau

Participatie van de sleutelactoren

Bij het besluit betreffende het EJGK werd ook een raadgevend comité ingesteld, waarin leden van elk van de dertig deelnemende landen zitting hadden. Van juni 2006 tot juli 2008 kwam het zevenmaal bijeen.

Door belangenbehartiging en voorlichting spelen organisaties die gediscrimineerde mensen vertegenwoordigen en verdedigen een cruciale rol bij de toepassing van de antidiscriminatierechten in de praktijk. De inschakeling van de burgersamenleving bij de planning en uitvoering van de activiteiten in het kader van het EJGK was daarom van wezenlijk belang. De Commissie heeft geregeld overleg gepleegd met ngo's en de sociale partners in het kader van een raadgevend comité , dat van juni 2006 tot juli 2008 zesmaal bijeenkwam.

Openings- en slotconferentie van het EJGK

Aan de openingsconferentie van het EJGK, die onder auspiciën van het Duitse voorzitterschap van de Raad plaatsvond, en aan de allereerste top over gelijke behandeling ('Equality Summit'), die eind januari in Berlijn werd gehouden, namen 530 personen deel. Bijna 700 deelnemers woonden op 19 en 20 november de slotconferentie bij van het EJGK in Lissabon, waarbij de successen en blijvende resultaten van het EJGK werden besproken. De discussie werd meegenomen in de conclusies van de Raad betreffende het EJGK (zie hieronder). De deelnemers aan zowel de openings- als de slotconferentie vertegenwoordigden een breed scala aan besluitmakers en belanghebbende partijen uit alle 30 deelnemende landen alsook hooggeplaatste vertegenwoordigers van de Europese instellingen en burgersamenleving.

'Europees Parlement van gelijke kansen voor iedereen'

Zowel het Europees Parlement als afzonderlijke parlementsleden uit een aantal comités en politieke fracties hebben een zeer belangrijke rol gespeeld bij het EJGK. Het Europees Parlement en de Commissie hebben gezamenlijk een Europees Parlement van gelijke kansen voor iedereen georganiseerd, dat fungeerde als forum voor overleg met de burgersamenleving met als doel om paal en perk te stellen aan discriminatie en gelijke kansen voor iedereen op het terrein van de werkgelegenheid en op andere gebieden te bevorderen; dit forum vond op 11 en 12 oktober plaats in de gebouwen van het Europees Parlement te Brussel. Beide instellingen bevestigden opnieuw hun voornemen om maatregelen in te voeren tot verbetering en verbreding van het toepassingsgebied van de bestaande wettelijke bepalingen van de EU betreffende bescherming tegen discriminatie op alle gronden van artikel 13. Leden van het Europees Parlement namen aan de gehele EU omvattende en nationale activiteiten deel, zoals de “Truck Tour” voor verscheidenheid, die in april 2007 in Straatsburg van start ging.

Eurobarometer-enquêtes

Drie breed opgezette Eurobarometer-enquêtes naar de publieke opinie omtrent discriminatie, gelijkheid en verscheidenheid hebben feitelijke argumenten opgeleverd voor het debat en de activiteiten van het EJGK. Nationale informatiebladen in 22 talen van de EU droegen ertoe bij om de uitdagingen op nationaal niveau in kaart te brengen. Een vraag over de bekendheid van het EJGK in de 27 lidstaten gaf een goede indicatie van het effect van de Europese en nationale campagnes en evenementen. Van de 27 147 respondenten bij het Flash Eurobarometer-opinieonderzoek 232 had 37% van het EJGK gehoord.

Informatie- en voorlichtingscampagne in de hele EU

Bij de EU-brede informatie- en voorlichtingscampagne werd van uiteenlopende hulpmiddelen gebruik gemaakt.

- de officiële website van het EJGK : de vertaling van de meeste teksten in 22 EU-talen vereenvoudigde de toegankelijkheid; de website werd per maand gemiddeld 74 578 keer geraadpleegd, dus in totaal 849 934 keer;

- het materiaal voor de EU-brede campagne werd in 22 talen vervaardigd: het bestond uit een folder, een prentbriefkaart, een poster met de tekst Wij zijn Europa en promotiestands voor ieder NUO en de Commissie; en

- er werden meer dan 700 zendingen gedrukt materiaal , pr-materiaal en stands aan de NUO's, nationale correspondenten, ngo's en overheidsinstanties geleverd.

De vertegenwoordigingen en delegaties van de Commissie hebben een aanzienlijke inbreng geleverd door hun deelname aan bijeenkomsten op hoog niveau en door hun gebouwen ter beschikking te stellen voor evenementen. Het netwerk Europe Direct was ook actief op Cyprus en in Finland en Roemenië.

3. BLIJVENDE RESULTATEN EN DUURZAAMHEID

Zullen de resultaten van het EJGK verder worden ontwikkeld en duurzaam van aard zijn?

3.1. In de deelnemende landen

Een Europees Jaar kan vanzelfsprekend maar twaalf maanden duren, maar het kan een effect op de langere termijn hebben, met name op de drie volgende manieren.

a) Bestendiging van nationale beleidsgebieden/activiteiten

Van 30 NUO's waren er 25 van oordeel dat de nationale strategieën zonder het EJGK niet zouden zijn opgesteld en 23 NUO's meenden dat hun nationale strategieën hadden geleid tot meer activiteiten en initiatieven tot bestrijding van discriminatie en tot bevordering van gelijke kansen en verscheidenheid dan anders het geval zou zijn geweest.

Na afloop van het EJGK verwachtte 72% van de leiders van acties dat hun acties zouden worden voortgezet of herhaald. Van de leiders van acties deelden 338 mee dat zij als gevolg van de in het kader van het EJGK ondernomen activiteiten nieuwe vormen van samenwerking tot stand hadden gebracht of bestaande samenwerkingsstructuren hadden versterkt. Voorts geloofde 88% van degenen die concepten en materiaal hadden ontwikkeld, dat deze na het einde van het EJGK in gebruik zouden blijven.

b) Hechtere samenwerking met de burgersamenleving

De formulering van nationale strategieën was niet slechts een prestatie op zich, maar hierdoor werd ook onmiskenbaar de samenwerking binnen en tussen overheidsinstanties en maatschappelijke organisaties versterkt.

Volgens 18 NUO's (Oostenrijk, Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Luxemburg, Nederland, Polen, Portugal, Slowakije, Slovenië en Zweden) had het EJGK geleid tot nieuwe of betere samenwerking met en tussen ngo's, de burgersamenleving en de sociale partners, en tussen groepen en instellingen die nu niet zouden hebben samengewerkt zonder de stimulans van het EJGK.

Als direct resultaat van het EJGK waren er 140 netwerken ontstaan, waaraan werd deelgenomen door diverse geledingen van de overheid, instanties voor gelijke behandeling, organisaties en de burgersamenleving. Naar verwachting zou het merendeel daarvan (95) hun activiteiten de komende jaren voortzetten.

c) Nieuwe vraagstukken

In sommige landen bood het EJGK de gelegenheid om de aandacht te richten op vormen van discriminatie die of niet eerder waren aangepakt of niet even fel waren bestreden als de andere vormen.

Dankzij het EJGK kon een informatiekloof worden gedicht, aangezien 21 landen specifiek onderzoek hebben uitgevoerd naar leeftijdsdiscriminatie . Volgens AGE, het Europees ouderenplatform, was het succes van het EJGK erin gelegen dat het de mensen beter bewust had gemaakt van een betrekkelijk nieuwe discriminatiegrond, namelijk leeftijd het EJGK bracht een doorbraak teweeg in verscheidene landen waar leeftijdsdiscriminatie voor de eerste maal een thema was geworden in het publiek debat.

Tal van acties hielden verband met rassen- en etnische discriminatie: het EJGK speelde een grote rol bij de meest frappante problemen en behoeften die op nationaal en EU-niveau op dit gebied waren geconstateerd. Ook kon hierdoor de aandacht worden gevestigd op de hindernissen waarmee de Roma te maken hebben. Twaalf acties in tien deelnemende landen waar veel Roma wonen, hebben ertoe bijgedragen om meer bekendheid te geven aan hun situatie in geheel Europa.

De verplichting op grond van het besluit betreffende het EJGK om op evenwichtige wijze alle gronden van discriminatie te bestrijden, leidde er daarom niet slechts toe dat talrijke acties gericht waren op discriminatie op grond van seksuele geaardheid , waaraan sommige landen meer aandacht hebben besteed, maar ook dat sommige landen voor het eerst het gevecht hebben aangebonden met dit soort discriminatie. Door het EJGK is ook de transgenderproblematiek op de politieke agenda geplaatst.

3.2. Op EU-niveau

(a) Een krachtige, praktijkgerichte beleidsinzet

In december 2007 keurde de Raad EPSCO een veelomvattende resolutie goed over de follow-up van het EJGK, waarin de opgestarte initiatieven werden begroet en prioriteiten voor de toekomst werden vastgesteld. De Europese Raad van december 2007 onderschreef de resultaten van het EJGK en heeft erop aangedrongen dat de EU en de lidstaten zich intensiever moeten inzetten voor de bevordering van de inclusie van de Roma. Op 2 juli 2008 heeft de Commissie in het kader van de vernieuwde sociale agenda een pakket maatregelen tot bestrijding van discriminatie goedgekeurd, namelijk:

- een nieuw voorstel voor een richtlijn inzake gelijke behandeling waarin discriminatie op grond van leeftijd, een handicap, seksuele geaardheid en godsdienst of overtuiging buiten de werksfeer verboden wordt;

- een mededeling getiteld Non-discriminatie en gelijke kansen: een vernieuwd engagement, waarin een brede aanpak wordt ontvouwd voor een intensievere bestrijding van discriminatie, waaronder:

- een doeltreffendere inzet van de beschikbare instrumenten, zoals mainstreaming van non-discriminatie, positieve actie, maatregelen om discriminatie te meten en vooruitgang te beoordelen, bewustmaking, en scholing en activiteiten tot bevordering van verscheidenheid op het werk;

- een nieuwe aanzet voor de dialoog over non-discriminatiebeleid met zowel de nationale autoriteiten als de burgersamenleving;

- een besluit van de Commissie tot instelling van een groep van regeringsdeskundigen op het gebied van non-discriminatie om de effecten van non-discriminatiemaatregelen op nationaal en EU-niveau te onderzoeken, goede werkwijzen door intercollegiaal leren te valideren en benchmarks te ontwikkelen ten behoeve van de evaluatie van de doeltreffendheid van non-discriminatiebeleid;

- een werkdocument van de diensten van de Commissie over Gemeenschapsinstrumenten en -beleid ten behoeve van de inclusie van de Roma.

Dit pakket maatregelen was grotendeels gebaseerd op de in het kader van het EJGK opgedane ervaringen en uitgesproken wensen, en met name de nationale strategieën en de daaruit voortvloeiende acties, de discussie tijdens en de conclusies van de openings- en slotconferentie van het EJGK en de talrijke nationale evenementen. Het voorstel voor een nieuwe op artikel 13 berustende richtlijn werd ingediend op basis van een uitgebreide effectbeoordeling, waarin een belangrijke plaats was ingeruimd voor het debat en de evenementen gedurende het EJGK.

b) Benutting van de dynamiek van het EJGK in een tijd van crisis

Tijdens de huidige economische teruggang die wordt gekenmerkt door een toenemende werkloosheid, een steeds groter armoederisico en uitsluiting moeten de lidstaten alert zijn en hun inzet voor gelijkheid en non-discriminatie nog vergroten. De geschiedenis heeft laten zien hoe angst en tegenspoed kunnen worden uitgebuit en kunnen leiden tot vervolging van minderheidsgroepen en schending van grondrechten.

Inzicht in de situatie

Om te voorkomen dat de huidige situatie leidt tot schendingen van de rechten en nog moeilijker te overwinnen structurele obstakels, moeten de EU en de lidstaten in de eerste plaats kunnen beschikken over nauwkeurige informatie over de dagelijkse praktijk. Door een gebrek aan vergelijkbare gegevens in de gehele EU over de situatie van groepen die het gevaar lopen te worden gediscrimineerd, is het moeilijk om een goed inzicht te krijgen in de situatie en deze op adequate wijze te volgen.

De Commissie zal halverwege 2009 een Eurobarometer-enquête uitvoeren naar de perceptie van discriminatie met het oog op een vergelijking van de trends die uit de enquêtes vóór en onmiddellijk na het EJGK naar voren komen. Deze enquête zal de uitvoerige werkzaamheden van het Bureau voor de grondrechten in verband met de verzameling van gegevens aanvullen. De Commissie verkent ook de mogelijkheid om in samenwerking met de nationale instanties voor de statistiek regelmatig statistische gegevens te verzamelen over de omvang en het effect van discriminatie en/of het opstellen van een EU-enquêtemodule voor ervaren discriminatie.

Door de voortgaande dialoog met de Europese overkoepelende netwerken van de burgersamenleving over de diverse discriminatiegronden overeenkomstig artikel 13 en met Equinet (het Europees netwerk van organen voor de bevordering van gelijke behandeling), dat tijdens het EJGK is opgericht, kan de Commissie beschikken over actuele rapporten over schendingen van rechten. Voorts zal de dialoog met de lidstaten, die de Commissie als rechtstreeks resultaat van het EJGK op gang heeft gebracht, directe uitwisselingen over ontwikkelingen in de gehele EU mogelijk maken.

Reageren op schendingen en het vinden van oplossingen

In het recente verleden heeft de Commissie alle schendingen van grondrechten resoluut veroordeeld, met inbegrip van racistisch en homofoob gedrag en het uiten van racistische of homofobe ideeën. Zij volgt, als hoedster van de verdragen, op de voet of de rechten worden geëerbiedigd en zal iedere schending van het Gemeenschapsrecht streng vervolgen. Een spoedige goedkeuring door de Raad van het voorstel voor een op artikel 13 berustende richtlijn zou een krachtig signaal zijn dat de EU pal staat voor de grondrechten en gelijkheid.

De voortgaande dialoog met de lidstaten en de burgersamenleving op basis van de tijdens het EJGK opgedane ervaringen zal er ook toe bijdragen om beleidsmaatregelen en goede praktijkvoorbeelden vast te stellen, door middel waarvan discriminatie in het huidige economische klimaat kan worden ondervangen en bestreden. Naar verwachting zal men zich tijdens de door het Zweedse voorzitterschap te organiseren top over gelijke kansen in het najaar van 2009 buigen over maatregelen tot bestrijding van discriminatie in de context van de crisis en de lidstaten en de belanghebbende partijen duidelijke richtsnoeren bieden ten aanzien van de aanpak van de meest urgente vraagstukken in deze moeilijke tijden.

Dankzij het EJGK hebben de maatregelen ten behoeve van de bewustmaking van bestaande rechten en plichten en de bestrijding van stereotypen door de campagne op EU-niveau en door de talrijke activiteiten op het niveau van de lidstaten aan betekenis gewonnen. De Commissie intensiveert aan de hand van de uit het EJGK getrokken lering en in nauwe samenwerking met EU- en nationale actoren haar voorlichtingswerkzaamheden om zo de toegang tot accurate informatie te garanderen en een duidelijk signaal te geven dat discriminatie en stereotypering zowel onaanvaardbaar zijn als schadelijk voor het economisch herstel.

Specifieke inzet voor de inclusie van de Roma

Tijdens een economische crisis lijken de Romagemeenschappen een nog groter risico op discriminatie te lopen. Het uitvoerige verslag van de Commissie over communautaire instrumenten, dat in juli 2008 werd ingediend als reactie op een verzoek van de Europese Raad van december 2007, heeft een inbreng geleverd aan een door de Commissie georganiseerde top op hoog niveau over Roma, die plaatsvond in september 2008. Op basis van de top en het verslag, dat de aanzet gaf tot een intensief debat, zijn de belanghebbende partijen overeengekomen hun streven naar inclusie van de Roma te versterken.

Hoewel de Commissie het voortouw nam bij dit proces, waren inspanningen van nationale, regionale en lokale autoriteiten noodzakelijk om werkelijke vorderingen in de praktijk te boeken. De Europese Raad van december 2008 onderschreef de uitgebreide conclusies van de Raad Algemene Zaken, die de bereidheid van de lidstaten bevestigden om met behulp van de beschikbare instrumenten, zoals de structuurfondsen, de inclusie van de Roma te ondersteunen, en besloot voorts tijdens het Spaanse voorzitterschap op de Internationale Roma-dag (8 april 2010) een tweede top over de Roma te organiseren.

Als voorbereiding op het evenement en om een levendig debat te garanderen zullen de bijdragen van alle actoren in het kader van een Romaplatform worden gepresenteerd. Het uitvoerige verslag dat voor de top zal verschijnen, zal worden aangevuld met een breed opgezette studie naar geslaagde beleidsinitiatieven en programma's, die de Commissie in het verlengde van het EJGK zal uitvoeren. De eerste vergadering van het platform, georganiseerd door het Tsjechische voorzitterschap en de Commissie, vond plaats in april 2009.

4. CONCLUSIE

Het ambitieuze, toekomstgerichte besluit betreffende het EJGK bevatte strenge eisen die moesten garanderen dat de voor het Jaar toegewezen financiële en personele middelen een aanzienlijke toegevoegde waarde zouden opleveren. Ondanks de relatief korte voorbereidingsfase tussen de goedkeuring van het besluit in mei 2006 tot de start in 2007, heeft het EJGK voldaan aan de eisen betreffende de uitvoering van de begroting en de concrete uitvoeringsbeginselen (een evenwichtige aanpak van discriminatiegronden, decentralisatie, betrokkenheid van de burgersamenleving en de sociale partners en een nadruk op meervoudige discriminatie en gendermainstreaming), en heeft het een indrukwekkend aantal financieel en moreel ondersteunde activiteiten voortgebracht.

De belangrijkste factor voor het welslagen van het EJGK was de politieke inzet van de lidstaten, de Europese instellingen en de burgersamenleving. De lidstaten trokken niet slechts een aanzienlijke hoeveelheid middelen uit voor de uitvoering in de praktijk, maar toonden zich ook bereid – dikwijls voor de eerste keer – om de situatie in hun land ten aanzien van de zes discriminatiegronden openlijk te bespreken en om vervolgens publieke strategieën te formuleren om de geconstateerde problemen aan te pakken. De Commissie heeft zich met de politieke ruggensteun van het Europees Parlement en de Raad van haar taak gekweten om een kader voor de uitvoering te scheppen. De burgersamenleving op EU- en nationaal niveau heeft zich volledig achter het project geschaard en een aanzienlijk deel van haar schaarse middelen voor de uitvoering ervan ter beschikking gesteld.

Het EJGK heeft niet alleen zijn algemene doelstelling gehaald, namelijk de bewustmaking van rechten en plichten binnen het bestaande wettelijke kader, maar ook de aanzet gegeven tot een debat over een integrale benadering van de zes discriminatiegronden. Het debat leverde een bijdrage aan het besluit van de Commissie om een nieuw voorstel voor een op artikel 13 berustende richtlijn vast te stellen om gelijke bescherming te bieden tegen alle vormen van discriminatie en stimuleerde een voortgaande dialoog met de lidstaten en de andere belanghebbende partijen; deze dialoog zal de EU helpen een beleid te ontwikkelen om gelijkheid te verwezenlijken en het iedereen mogelijk te maken om zijn of haar potentieel te realiseren. Dit alles zal ertoe bijdragen om de gevoelens van angst en vooroordelen te overwinnen die de financiële en economische crisis teweeg kan brengen en om het opwerpen van nieuwe discriminerende obstakels tegen te gaan, waardoor uitsluiting zou toenemen en het economisch herstel zou worden afgeremd.

Besluit nr. 771/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen (2007) - Naar een rechtvaardige samenleving (voor de EER relevante tekst), PB L 146 van 31.5.2006, blz. 1.

On-going evaluation of the 2007 European Year of Equal Opportunities for All – http://ec.europa.eu/social/main.jsp?langId=en&catId=89&newsId=483&furtherNews=yes.

'Non-discriminatie en gelijke kansen voor iedereen – Een raamstrategie', COM(2005) 224.

De Richtlijnen 2000/43/EG van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (PB L 180 van 19.7.2000, blz. 22), 2000/78/EG van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16) en 2004/113/EG van 13 december 2004 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten (PB L 373 van 21.12.2004, blz. 37) van de Raad.

Artikel 13 van het EG-Verdrag, dat op grond van het Verdrag van Amsterdam in het EG-Verdrag werd ingevoegd, machtigt de Gemeenschap om passende maatregelen te nemen om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid te bestrijden.

De evaluatie werd uitgevoerd door Rambøll Management SA aan de hand van 10 gevalsstudies in België, Denemarken, Finland, Ierland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slowakije, Spanje en het Verenigd Koninkrijk, alsook aan de hand van de vier thematische verslagen waarin werd nagegaan hoe drie discriminatiegronden (leeftijd, ras/etniciteit en seksuele geaardheid) en gendermainstreaming in alle acties en activiteiten van het EJGK aan bod waren gekomen.

Aangezien de landen van de EER (IJsland, Liechtenstein en Noorwegen) ook besloten deel te nemen aan het EJGK (en derhalve de voorschriften ook voor hen golden), bedroeg het totale aantal deelnemende landen 30.

De in België geplande mediacampagne was de grootste actie in het kader van het EJGK. De campagne beschikte over een budget van 465 300 euro en was gericht op alle zes vastgestelde discriminatiegronden van het EJGK in verband met de thema's rechten, erkenning en respect.

In Frankrijk is het grootste aantal acties uitgevoerd; deze stonden onder leiding van een groot aantal actoren (meestal ngo's) en meer dan de helft ervan vond plaats op lokaal of regionaal niveau.

Bron: vragenlijsten voor nationale uitvoeringsorganen (definitief evaluatieverslag).

Acties waarvoor het logo van het EJGK mocht worden gebruikt, maar die geen EU-financiering ontvingen.

Bij verscheidene acties was meer dan een partner betrokken: vandaar het hogere aantal.

Hoofdzakelijk universiteiten, regionale en lokale autoriteiten, bedrijven en de sociale partners.

Bij elkaar opgeteld geen 100%, aangezien sommige acties op diverse niveaus werden uitgevoerd.

COM(2005) 224.

De Special Eurobarometer 263, “Discrimination in the European Union”, gepubliceerd in januari 2007, de Special Eurobarometer 296, “Discrimination in the European Union – Perceptions, experiences and attitudes”, gepubliceerd in juli 2008, en Euroflash 232, gepubliceerd in februari 2008.

http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_232_en.pdf.

http://equality2007.europa.eu.

http://www.age-platform.org/EN/IMG/AGE_assessment_of_European_Year.pdf.

Resolutie over de follow-up van het EJGK van gelijke kansen voor iedereen (2007), http://register.consilium.europa.eu/pdf/en/07/st15/st15383.en07.pdf.

'Vernieuwde sociale agenda: kansen, toegang en solidariteit in het Europa van de 21e eeuw"- COM(2008) 412 definitief.

Besluit C(2008) 3261.

AGE, EDF, ENAR, ERIO, EWL, ILGA en YFJ.

http://www.stop-discrimination.info.

doc. (Raad) 15976/1/08 REV 1, punten 10-14.