Artikelen bij COM(2010)162 - Aanpassing van het maximumbedrag van de eigen middelen en van het maximum van de kredieten voor vastleggingen naar aanleiding van het besluit om IGDFI in de berekening van de eigen middelen op te nemen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
| dossier | COM(2010)162 - Aanpassing van het maximumbedrag van de eigen middelen en van het maximum van de kredieten voor vastleggingen naar ... |
|---|---|
| document | COM(2010)162   |
| datum | 16 april 2010 |
|
52010DC0162
[pic] | EUROPESE COMMISSIE |
Brussel, 16.4.2010
COM(2010)162 definitief
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende de aanpassing van het maximum bedrag van de eigen middelen en van het maximum van de kredieten voor vastleggingen naar aanleiding van het besluit om IGDFI in de berekening van de eigen middelen op te nemen
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende de aanpassing van het maximumbedrag van de eigen middelen en van het maximum van de kredieten voor vastleggingen naar aanleiding van het besluit om IGDFI in de berekening van de eigen middelen op te nemen
1. Artikel 3, lid 3, van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad bepaalt dat bij wijzigingen van het ESR 95 die leiden tot significante veranderingen van het bni die voor de toepassing van dit besluit relevant zijn, de in de leden 1 en 2 vastgestelde maxima voor vastleggingskredieten en betalingskredieten door de Commissie opnieuw worden berekend volgens de volgende formule:
1,24 % (1,31%)* [pic]
waarbij t het laatste volledige jaar is waarvoor gegevens uit hoofde van de bni-verordening beschikbaar zijn.
2. Een dergelijke significante verandering van het bni deed zich voor toen de Raad besloot vanaf 1 januari 2010 de indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) in het kader van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR 95) toe te rekenen ten behoeve van de begroting en het stelsel van eigen middelen van de Unie.
3. Op grond van de meest recente informatie die door Eurostat is verschaft (zie ook de tabellen in bijlage), waarbij 2008 het laatste jaar is waarover alle gegevens bekend zijn, bedragen de nieuwe maxima:
Maximum eigen middelen (als percentage van het totale bni van de lidstaten) =
1,24 %*[pic] =
= 1,24 % * [pic] = 1,22539776 % ( 1,23 %
Maximum kredieten voor vastleggingen (als percentage van het totale bni van de lidstaten) =
1,31 % * [pic] =
= 1,31 % * [pic] = 1,29457344 % ( 1,29 %
4. De nieuwe maxima gelden vanaf 1 januari 2010.
BIJLAGE
Bruto nationaal inkomen (bni) tegen lopende marktprijzen met inbegrip van IGDFI overeenkomstig ESR 95 per 28 oktober 2009
(in miljoen, nationale valuta)
[pic]
Bruto nationaal inkomen (bni) tegen lopende marktprijzen met inbegrip van IGDFI overeenkomstig ESR 95 per 28 oktober 2009
(in miljoen EUR)
[pic]
Toegepaste jaarlijkse gemiddelde wisselkoersen
[pic]
PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17.
Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).
Besluit 2010/196/EU, Euratom van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de toerekening van indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) voor de vaststelling van het bruto nationaal inkomen (BNI) ten behoeve van de begroting en het stelsel van eigen middelen van de Unie (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 31).