Artikelen bij COM(2010)155 - Eerste verslag over de toepassing van Protocol nr. 3 bij de Akte van Toetreding van 2003 betreffende de zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk vallen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2010)155 - Eerste verslag over de toepassing van Protocol nr. 3 bij de Akte van Toetreding van 2003 betreffende de zones van Cyprus die ... |
---|---|
document | COM(2010)155 |
datum | 19 april 2010 |
|
52010DC0155
Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - Eerste verslag over de toepassing van Protocol nr. 3 bij de Akte van Toetreding van 2003 betreffende de zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen /* COM/2010/0155 def. */
[pic] | EUROPESE COMMISSIE |
Brussel, 19.4.2010
COM(2010)155 definitief
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
Eerste verslag over de toepassing van Protocol nr. 3 bij de Akte van Toetreding van 2003 betreffende de zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
Eerste verslag over de toepassing van Protocol nr. 3 bij de Akte van Toetreding van 2003 betreffende de zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen
Inleiding
De Akte van Toetreding van 2003, waaraan Protocol nr. 3 betreffende de zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen (hierna “het protocol” genoemd), is gehecht, is op 1 mei 2004 in werking getreden.
In het protocol worden de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en verwante communautaire wetgeving (thans wetgeving van de Europese Unie) vastgesteld die van toepassing zijn op de zones Akrotiri en Dhekelia op Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen (hierna “de SBA’s” genoemd) en worden speciale regelingen getroffen voor de uitvoering van deze bepalingen.
Het verkeer van personen, goederen en diensten over de “groene lijn” tussen enerzijds de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent en anderzijds de gebieden waarover zij feitelijk het gezag uitoefent, alsmede de oostelijke SBA, op basis van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 inzake een regeling op grond van artikel 2 van Protocol nr. 10 van de Toetredingsakte, wordt niet bestreken door dit verslag.
Dit verslag heeft betrekking op de periode van 1 mei 2004 tot en met 30 april 2009.
DOUANE, INDIRECTE BELASTINGEN EN GEMEENSCHAPPELIJK HANDELSBELEID
De SBA’s maken deel uit van het douanegebied van de Unie. Met het oog daarop en overeenkomstig artikel 2 van het protocol zijn een aantal besluiten op het gebied van douane en gemeenschappelijk handelsbeleid (als gewijzigd of geregeld vervangen), alsook de uitvoeringsbepalingen daarvan, van toepassing op de SBA’s. De uitvoering van dit deel van het EU-recht door het bestuur van de SBA’s en de daarmee verband houdende samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de Republiek Cyprus worden als tevredenstellend beoordeeld. De Commissie heeft geen weet van klachten.
Dit geldt ook voor de toepassing van de communautaire wetgeving inzake de omzetbelasting, de accijnzen en andere indirecte belastingen. Toch heeft de Commissie enkele mogelijke problemen vastgesteld met betrekking tot de verminderingen en vrijstellingen van rechten en heffingen op leveringen aan de strijdkrachten van het Verenigd Koninkrijk en aan daarmee geassocieerd personeel (zoals reeds toegekend in het Oprichtingsverdrag en bevestigd in het protocol). De mogelijke problemen betreffen met name de btw-vrijstelling voor de strijdkrachten van het Verenigd Koninkrijk en het begeleidende burgerpersoneel. Er is ten eerste het feit dat bepaalde aan de btw onderworpen goederen niet zijn gerantsoeneerd, hetgeen ruimte biedt voor misbruik (meer bepaald waar het transportmiddelen betreft), en ten tweede schijnt het bestuur van de SBA’s deze vrijstelling te ruim te interpreteren door ze ook toe te passen op personen ten laste van zulk personeel. De Commissie zal deze kwestie meer in detail onderzoeken en de nodige maatregelen treffen.
GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID
Het gemeenschappelijke landbouwbeleid is van toepassing in de SBA’s. De toepassing verloopt vlot.
Het Verenigd Koninkrijk heeft landbouwkwesties in de SBA’s volledig overgelaten aan de Republiek Cyprus. De samenwerking tussen het bestuur van de SBA’s en de relevante Cypriotische autoriteiten verloopt goed.
De bevoegde autoriteit van de Republiek Cyprus legde tijdens de verslagperiode de volgende GLB-regelingen voor begunstigden in de SBA’s ten uitvoer: i) de regeling inzake een enkele areaalbetaling; ii) maatregelen voor plattelandsontwikkeling met drie verschillende zwaartepunten, en iii) maatregelen voor de gemeenschappelijke marktordening, meer bepaald voor de wijnsector. Een aantal aanvragen voor de verschillende regelingen werd ingediend bij de “Cyprus Agricultural Payments Organisation”, er werden controles ter plaatse uitgevoerd en de betalingen werden ook effectief toegekend.
Bij de Commissie zijn geen problemen gemeld inzake de uitvoering van het gemeenschappelijke landbouwbeleid. Verificatie aan de hand van de beschikbare informatie (controlelijst van de controles ter plaatse van 2008) heeft uitgewezen dat de aanvragen uit de SBA’s afkomstig waren. Voorts worden de afwikkeling (inclusief de betaling) van landbouwsubsidies door de Republiek Cyprus, meer bepaald de interne controlesystemen van het Cypriotische betaalorgaan, door de certificatie-instantie als voldoende beschouwd.
De Republiek Cyprus maakte melding van slechts kleine problemen bij de afwikkeling van de aanvragen en naar aanleiding van de controles ter plaatse. Deze problemen betroffen de volgende punten: i) de meting van de zones met behulp van GPS-apparatuur in de buurt van antennes die door het bestuur van de SBA’s zijn opgesteld (waar het moeilijk of onmogelijk was een GPS-contact te krijgen); ii) het feit dat het bestuur van de SBA’s vergunningen voor het gebruik van landbouwgebieden slechts voor één jaar afgeeft, terwijl voor de uitvoering van maatregelen voor plattelandsontwikkeling contracten van vijf jaar of meer nodig zijn (bv. in onder agromilieuverbintenissen vallende gebieden) – in deze gevallen worden de betrokken terreinen als subsidiabel goedgekeurd maar de aanvrager moet elk jaar opnieuw het document indienen dat door het bestuur van de SBA’s wordt afgegeven; en iii) het vastgestelde risico dat het bestuur van de SBA’s niet gemakkelijk vergunningen afgeeft voor nieuwbouw (waardoor mogelijke beperkingen kunnen ontstaan voor bepaalde GLB-regelingen).
VETERINAIRE EN FYTOSANITAIRE AANGELEGENHEDEN
De uitvoering van de veterinaire en fytosanitaire regelgeving van de Europese Unie, waarnaar in artikel 3, onder b), van het protocol wordt verwezen, is aan de Republiek Cyprus overgedragen. De “Agricultural Provisions Ordinance 2007” van de SBA’s omvat een reeks wetten van de Republiek Cyprus tot uitvoering van maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied die specifiek bedoeld zijn ter bescherming van de volksgezondheid. De regering van de Republiek Cyprus stelt het bestuur van de SBA’s in kennis van elke goedkeuring of wijziging van daarmee verband houdende wetgeving. Daarnaast bestaat een nauwe samenwerking bij noodsituaties om de maatregelen voor het beheersen van ziekten te coördineren. Producten waarvoor een fytosanitair certificaat vereist is, kunnen niet rechtstreeks uit derde landen in de SBA’s worden ingevoerd, maar zij komen Cyprus binnen via een haven of luchthaven in een door de regering gecontroleerd gebied van de Republiek Cyprus. De relevante inspecties worden bijgevolg uitgevoerd door inspecteurs van de bevoegde Cypriotische autoriteit op de officiële punten van binnenkomst in de Republiek Cyprus. Er bestaan vergelijkbare procedures voor het binnenbrengen uit derde landen van dieren en dierlijke producten waarvoor een veterinaire inspectie is vereist.
De uitvoering van deze bepaling van het protocol wordt als tevredenstellend beoordeeld. Er hebben zich geen moeilijkheden of praktische problemen voorgedaan. De Commissie is niet in kennis gesteld van klachten van enigerlei aard.
SOCIALE ZEKERHEID
In artikel 4 van het protocol wordt bepaald dat personen die wonen of werken op het grondgebied van de SBA’s en onderworpen zijn aan de socialezekerheidswetgeving van de Republiek Cyprus, voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad, worden behandeld alsof zij op het grondgebied van de Republiek Cyprus wonen of werken. Wat de sociale zekerheid betreft, verleent het protocol bijgevolg in de praktijk personen die werkzaam zijn in de SBA’s, dezelfde behandeling als personen die in de Republiek Cyprus werkzaam zijn.
Om de toepassing van de socialezekerheidswetgeving op Cyprus te vergemakkelijken, heeft het bestuur van de SBA’s de bepalingen van de betrokken Cypriotische wetgeving overgenomen. Het bestuur van de SBA’s heeft ook een Engelse versie vervaardigd van alle formulieren die door de socialezekerheidsdiensten van de Republiek Cyprus worden gebruikt. Een bilateraal akkoord voorziet in de nodige administratieve regelingen. Het toezicht op de uitvoering wordt (behalve waar het militaire installaties betreft) over het algemeen gedelegeerd aan de bevoegde autoriteiten van de Republiek Cyprus.
De uitvoering van deze bepaling van het protocol is doeltreffend. De Commissie is niet in kennis gesteld van klachten van enigerlei aard.
JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN
Volgens artikel 5 van het protocol wordt van de Republiek Cyprus niet geëist personencontroles uit te voeren aan de land- of zeegrens met de SBA’s, het Verenigd Koninkrijk moet echter wel personencontroles uitvoeren op wie de buitengrenzen van de SBA’s overschrijdt.
De “SBA-buitengrenzen” worden gedefinieerd als “de zeegrenzen en de luchthavens en zeehavens van de SBA’s, uitgezonderd de land- en zeegrenzen van de SBA’s met de Republiek Cyprus”. Met andere woorden: het bestuur van de SBA’s is niet verplicht personencontroles uit te voeren aan de landgrenzen met de Republiek Cyprus.
Tijdens de hele verslagperiode werden alleen RAF Akrotiri en een driemijlszone van de kust van Dhekelia als plaatsen van binnenkomst aangewezen. Tijdens de verslagperiode werd laatstgenoemde plaats (bedoeld alleen voor beperkt gebruik) echter niet gebruikt voor dit doel. Beide plaatsen van binnenkomst zijn beperkt voor militair en burgerlijk personeel van de Britse strijdkrachten op Cyprus of ander personeel van de SBA’s.
Het bestuur van de SBA’s houdt geen statistieken bij van het aantal personen of nationaliteiten die de grens oversteken. De Commissie heeft geen kennis van incidenten. Bij één gelegenheid (de Libanoncrisis van 2006) week het bestuur van de SBA’s af van de voorwaarden voor het oversteken van de grenzen van de SBA’s die gelden voor onderdanen van derde landen, als vastgesteld in punt 3, onder a), van deel 4 van de bijlage bij het protocol, en zulks om humanitaire redenen. In de eerste dagen van de evacuatieprocedure werd toen een klein aantal niet-EU-onderdanen (minder dan 50) per vliegtuig overgebracht van Libanon naar RAF Akrotiri.
Wat de controle van de buitengrenzen van de SBA’s betreft, verricht het bestuur van de SBA’s regelmatig maritieme controles langs de zeegrenzen. Inzake asiel wordt op basis van het memorandum van overeenstemming tussen beide landen de verantwoordelijkheid voor het onderzoek van de asielaanvragen van asielzoekers die Cyprus voor het eerst binnenkomen via de SBA’s, gedelegeerd aan de Republiek Cyprus. De Republiek Cyprus onderzoekt tevens de aanvragen van asielzoekers die in de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus feitelijk het gezag uitoefent, binnenkomen via de oostelijke SBA. Geen andere daarmee verband houdende opdracht werd aan de Republiek Cyprus gedelegeerd.
Wat de uitvoering van de bepalingen van punt 5 en deel 4 van de bijlage bij het protocol betreft, werden geen onregelmatigheden gemeld. De personencontroles en het toezicht op de buitengrenzen van de SBA’s door het bestuur van de SBA’s alsook de samenwerking met de Republiek Cyprus worden als doeltreffend beoordeeld.
ANDERE ONDERDELEN VAN EU-WETGEVING
Buiten de precieze werkingssfeer van het protocol heeft het bestuur van de SBA’s maatregelen getroffen om rechtstreeks toepasselijke EU-wetgeving eenzijdig toe te passen. Als gevolg daarvan zijn ook andere elementen van het EU-recht indirect van toepassing in de SBA’s. Deze “Ordinance” geeft uitvoering aan de verbintenis van het bestuur van de SBA’s om de wetten die van toepassing zijn op de Cypriotische bevolking van de SBA’s zoveel mogelijk te laten samenvallen met de wetgeving van de Republiek Cyprus. Overeenkomstig deze overnameverbintenis heeft het bestuur van de SBA’s meer bepaald de euro als munteenheid aangenomen op hetzelfde ogenblik als de Republiek Cyprus (1 januari 2008).
CONCLUSIES
Protocol nr. 3 bij de Akte van Toetreding van 2003 betreffende de zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen, is op 1 mei 2004 in werking getreden. Daarin wordt bepaald welke bepalingen uit de wetgeving van de Europese Unie van toepassing zijn op de SBA’s van Akrotiri en Dhekelia in Cyprus en worden speciale voorzieningen getroffen voor de uitvoering van deze bepalingen.
Wat betreft douane, indirecte belastingen en het gemeenschappelijke handelsbeleid, wordt de tenuitvoerlegging van dit onderdeel van het EU-recht door het bestuur van de SBA’s, alsook de daarmee verband houdende samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de Republiek Cyprus, beoordeeld als tevredenstellend. Toch zijn er mogelijke problemen gesignaleerd inzake verminderingen en vrijstellingen van rechten en heffingen op leveringen aan de strijdkrachten van het Verenigd Koninkrijk en aan daarmee geassocieerd personeel.
Het gemeenschappelijke landbouwbeleid wordt in de SBA’s vlot uitgevoerd. De Republiek Cyprus maakte melding van slechts kleine problemen bij de afwikkeling van de aanvragen en naar aanleiding van de controles ter plaatse.
De uitvoering van de bepaling van het protocol inzake fytosanitaire en veterinaire kwesties wordt als tevredenstellend beoordeeld. Er hebben zich kennelijk geen moeilijkheden of praktische problemen voorgedaan. De Commissie werd niet in kennis gesteld van klachten van enigerlei aard.
De uitvoering van de bepaling inzake de sociale zekerheid wordt als doeltreffend beoordeeld. Ook hier is de Commissie niet in kennis gesteld van klachten van enigerlei aard.
Er zijn geen onregelmatigheden vastgesteld bij de tenuitvoerlegging van de bepalingen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken. De personencontroles en het toezicht op de buitengrenzen van de SBA’s door het bestuur van de SBA’s alsook de samenwerking met de Republiek Cyprus worden als doeltreffend beoordeeld.
De algemene conclusie is dat Protocol nr. 3 bij de Akte van Toetreding van 2003 een doeltreffende manier biedt om bepaalde bepalingen van de EU-wetgeving toe te passen in de SBA’s van Akrotiri en Dhekelia op Cyprus. De Commissie zal verder toezien op de uitvoering van het protocol, meer bepaald inzake de vastgestelde risico’s.
Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33.
PB L 236 van 23.9.2003, blz. 940.
PB L 161 van 30.4.2004, blz. 128.
Voor kwesties die verband houden met de uitvoering van de groenelijnverordening, zie de jaarlijkse groenelijnverslagen van de Commissie aan de Raad (bv. COM(2009) 478 definitief, 14.9.2009).
Zie artikel 2, lid 1, en artikel 7, lid 1, van het protocol.
Zie voor deze lijst deel 1 van de bijlage bij het protocol.
Zie artikel 2, lid 2, van het protocol en deel 2 van de bijlage bij het protocol.
Verdrag betreffende de oprichting van de Republiek Cyprus van 16 augustus 1960.
Zie artikel 2, lid 3, van het protocol en deel 3 van de bijlage bij het protocol.
Een dergelijke interpretatie gaat in tegen artikel 151, lid 1, onder e), van de btw-richtlijn (Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006, PB L 347, 11.12.2006, blz. 1).
Zie artikel 3, onder a), van het protocol.
Op basis van de “SBA Agricultural Provisions Ordinance” 2007, “Ordinance” 9 van 2007, supplement 2 bij “The Sovereign Base Areas Gazette” nr. 1454 van 20 april 2007, blz. 83 (hierna “Agricultural Provisions Ordinance 2007” genoemd).
Zoals door een begunstigde uit de SBA’s tijdens een controlebezoek gerapporteerd aan de Commissie.
Dit betekent dat alle leveringen van aardappelen uit het noordelijke deel van Cyprus langs de groene lijn naar de oostelijke SBA worden geïnspecteerd door fytosanitaire inspecteurs van de Republiek Cyprus.
Bijvoorbeeld bij uitbraken van besmettelijke dierziekten, zoals de vogelgriep en mond- en klauwzeer in 2006 en 2007.
Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2).
Aangezien de SBA’s deel uitmaken van het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk, worden de personen die er werkzaam zijn, beschouwd als zijnde werkzaam in het Verenigd Koninkrijk en bijgevolg als onderworpen aan de socialezekerheidswetgeving van het Verenigd Koninkrijk (zoals beschreven in Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad). Op basis van deze verordening zouden deze personen in Cyprus daarom als buitenlanders worden behandeld. Zij zouden bijvoorbeeld in Cyprus alleen na voorafgaande toestemming (indien vereist) van de gezondheidsautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk in Cyprus van gezondheidszorg kunnen genieten. Artikel 4 van het protocol pakt dit probleem aan.
Volgens de artikelen 13, lid 2, onder d), en 13, lid 2, onder e), van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad vallen het militaire personeel en de Britse ambtenaren niet onder de socialezekerheidswetgeving van Cyprus, maar onder de socialezekerheidswetgeving van het Verenigd Koninkrijk, en kunnen zij geen beroep doen op artikel 4 van het protocol.
“Social Insurance Ordinance” van 1980, “Gazette” nr. 569 van 2 oktober 1982.
Zie punt 1 van deel 4 van de bijlage bij het protocol.
Met uitzondering van de grens tussen de oostelijke SBA en de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent (behandeld als onderdeel van de buitengrenzen van de SBA’s zolang krachtens Protocol nr. 10 de toepassing van EU-recht opgeschort is; zie artikel 2, lid 2, van Protocol nr. 10 bij de Akte van Toetreding van 2003).
Sinds 11 augustus 2009 zijn de volgende plaatsen door het bestuur van de SBA’s geautoriseerd als grensovergangen, overeenkomstig punt 1, onder b), van deel 4 van de bijlage bij het protocol: RAF Akrotiri, Akrotiri Mole, Watson's Mole in Dhekelia en Kingsfield Airfield in Dhekelia.
Meer bepaald de voorwaarde een geldig reisdocument en, indien vereist, een geldig visum voor de Republiek Cyprus te kunnen voorleggen.
Zie punt 3, onder b), van deel 4 van de bijlage bij het protocol.
Volgens informatie van het bestuur van de SBA’s betrof het hier dringende gevallen. Alle tijdens de Libanoncrisis later aangekomen niet-EU-onderdanen werden overgebracht naar de haven van Limassol in het door de regering gecontroleerde gebied van de Republiek Cyprus en ondergingen de grenscontroles van de autoriteiten van de Republiek Cyprus.
Zie punt 7, onder b), van deel 4 van de bijlage bij het protocol.
Zie de “European Community (Specified Measures) Ordinance 2005”, “Ordinance” 24 van 2005.
Deel 3 (2) van de overeenkomst in de vorm van een uitwisseling van nota’s van 16.8.1960 tussen het Verenigd Koninkrijk en de Republiek Cyprus over het bestuur van de SBA’s (“Appendix O”).
Zie de “European Community (Specified Measures) (Medals and Tokens similar to Euro coins) Order 2008”, “Public Instrument” 37 van 2008, gepubliceerd in “Gazette” nr. 1518 van 10 november 2008.