Artikelen bij COM(2010)449 - Verslag 2006-2008 over de financiële situatie van de gemeenschappelijke werkloosheidsregeling voor gewezen tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten na beëindiging van hun dienst bij een instelling van de EU - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
| dossier | COM(2010)449 - Verslag 2006-2008 over de financiële situatie van de gemeenschappelijke werkloosheidsregeling voor gewezen tijdelijke ... |
|---|---|
| document | COM(2010)449   |
| datum | 31 augustus 2010 |
|
52010DC0449
/* COM/2010/0449 def. */ VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Verslag 2006-2008 over de financiële situatie van de communautaire werkloosheidsregeling voor gewezen tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten na beëindiging van hun dienst bij een instelling van de Europese Unie
[pic] | EUROPESE COMMISSIE |
Brussel, 31.8.2010
COM(2010) 449 definitief
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD
Verslag 2006-2008 over de financiële situatie van de communautaire werkloosheidsregeling voor gewezen tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten na beëindiging van hun dienst bij een instelling van de Europese Unie
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD
Verslag 2006-2008 over de financiële situatie van de communautaire werkloosheidsregeling voor gewezen tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten na beëindiging van hun dienst bij een instelling van de Europese Unie
SAMENVATTING
Krachtens artikel 28 bis, lid 11, en artikel 96, lid 11, van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschappen (de RAP) moet de Commissie om de twee jaar bij de Raad een verslag indienen over de financiële situatie van de communautaire werkloosheidsregeling en het daarbij behorende speciale werkloosheidsfonds. Dit verslag heeft betrekking op de periode 2006-2008, maar om vergelijking met het voorgaande verslag mogelijk te maken worden telkens ook de cijfers over 2005 vermeld.
De financiële situatie van het werkloosheidsfonds is bevredigend aangezien de totale reserve is gestegen van 9 205 000 euro eind 2005 tot 16 160 000 euro eind 2008.
Bij de nieuwe RAP, die op 1 mei 2004 in werking is getreden, werd echter de functie van arbeidscontractant ingesteld en zijn de regels voor de bijdragen aan het fonds, de begunstigden en de criteria voor een uitkering aanzienlijk veranderd. Daardoor maakte het systeem in 2005-2008 een overgangsfase door en het lijkt erop dat het aan het eind van deze periode nog niet op kruissnelheid is, met name wat betreft de ontwikkeling van het aantal toekomstige begunstigden. Daarom blijft regelmatig toezicht noodzakelijk.
Met de instelling van de functie van arbeidscontractant en de groei van de Europese agentschappen zijn de bijdragen aan en de uitgaven van het Werkloosheidsfonds tussen 2005 en 2008 verdubbeld. De inkomsten zijn in 2006 sterk en in 2007 en 2008 geleidelijk gestegen, terwijl de uitgaven vooral in 2007 en 2008 zijn gestegen. Door dit verschil in tijd is het jaarlijkse overschot van 755 000 euro in 2005 gestegen naar 3 410 000 euro in 2006 en 2 275 000 euro in 2007, waarna in 2008 een klein tekort van 330 000 euro is ontstaan.
REGELGEVINGSKADER
Beschrijving van de regeling
Met de inwerkingtreding van het nieuwe personeelsstatuut op 1 mei 2004 is een einde gekomen aan de oude regeling , die van toepassing was van 1985 tot april 2004.
De oude regeling voorzag in een werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen die hun dienst beëindigen. Deze communautaire werkloosheidsuitkeringen zijn uitkeringen ter aanvulling van de nationale sociale uitkeringen waarop de gewezen functionaris aanspraak kan maken. Het recht loopt gedurende 24 maanden zodra de betrokkene ten minste 6 maanden als tijdelijk functionaris heeft gewerkt. Voor de hoogte van de aanvullende communautaire werkloosheidsuitkering gelden een minimum en een maximum, die nooit zijn gewijzigd. De bijdragen aan het Gemeenschappelijk stelsel van ziektekostenverzekering (5,1% van het referentiebasissalaris van de werkloze) wordt betaald door het Werkloosheidsfonds.
Op verzoek van de betrokken functionaris blijft de oude regeling geldig gedurende een overgangsperiode voor degenen die al werkloos waren op 1 mei 2004 en voor degenen wier contract voor die datum is ingegaan, maar na die datum is afgelopen.
De nieuwe regeling – die van toepassing is sinds mei 2004 – voorziet tevens in een werkloosheidsverzekering voor de nieuwe categorie arbeidscontractanten.
Het recht is thans beperkt tot één derde van de periode dat als tijdelijk functionaris of arbeidscontractant is gewerkt, met een maximum van 36 maanden. Het maximum (dat wordt toegepast vanaf de 7e maand van werkloosheid) en het minimum voor tijdelijke functionarissen zijn aangepast. Voor arbeidscontractanten gelden ook een minimum en een maximum, maar deze verschillen van die voor de tijdelijke functionarissen. Deze bedragen worden voortaan jaarlijks aangepast (net als de salarissen).
Regelgeving
- Artikel 28 bis van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, ingevoerd bij artikel 33 van Verordening nr. 2799/85 van de Raad van 27 september 1985 (PB L 265 van 8 oktober 1985); gewijzigd bij Verordening nr. 723/2004 van de Raad van 22 maart 2004 (PB L 124 van 27 april 2004).
- Verordening nr. 91/88 van de Commissie van 13 januari 1988 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van artikel 28 bis van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen (PB L 11 van 15 januari 1989).
- Regeling van de Commissie van 14 juli 1988, in onderlinge overeenstemming geconstateerd door de President van het Hof van Justitie op 4 juli 1989 tot vaststelling van de uitvoeringsvoorschriften voor de bepalingen betreffende de toekenning van de werkloosheidsuitkering aan tijdelijke functionarissen ter uitvoering van artikel 28 bis, lid 10, van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen.
- Artikel 96 en artikel 5 van de bijlage bij de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, ingevoerd bij Verordening nr. 723/2004 van de Raad van 22 maart 2004 (PB L 124 van 27 april 2004).
- Jaarlijkse verordeningen inzake de aanpassing van salarissen, pensioenen en andere toelagen.
DE FINANCIËLE SITUATIE VAN HET WERKLOOSHEIDSFONDS
Hieronder wordt de situatie van het Werkloosheidsfonds op twee manieren beschreven. In punt 2.1 worden de boekhoudkundige cijfers gepresenteerd: een financiële transactie wordt toegewezen aan het jaar waarin deze in de boekhouding is opgenomen (de boekhoudkundige situatie). Sommige inkomsten en uitgaven hebben echter betrekking op transacties die in het jaar daarvoor hebben plaatsgevonden. In punt 2.2 (de financiële situatie) worden de cijfers gepresenteerd volgens de boekhoudkundige methode volgens het periodetoerekeningsbeginsel, waarbij deze posten moeten worden opgenomen in het jaar waarin de transactie heeft plaatsgevonden.
Boekhoudkundige situatie: operationele resultaten en gecumuleerde saldi 2005-2008
Tabel 1 bevat een overzicht van de inkomsten en uitgaven zoals ze zijn opgenomen in de boekhouding en van de daaruit voortvloeiende saldi.
De onder 'werkloosheidsuitkeringen' opgenomen bedragen omvatten telkens de basiswerkloosheidsuitkering, alle gezinstoelagen en het effect van de aanpassingscoëfficiënt (alleen voor de oude regeling); alle op nationaal niveau ontvangen sociale uitkeringen (werkloosheidsuitkeringen, gezinstoelagen, uitkeringen bij ziekte en zwangerschap enz.) zijn hiervan afgetrokken.
De bijdragen aan het Gemeenschappelijk stelsel van ziektekostenverzekering (GSZV) komen volledig ten laste van de communautaire werkloosheidsregeling (5,1% van het referentiebasissalaris van de werkloze). Er worden geen persoonlijke bijdragen aan het GSZV van de communautaire werkloosheidsuitkeringen afgetrokken.
[pic]
Het Werkloosheidsfonds maakt gebruik van twee instrumenten om de inkomsten en uitgaven te beheren: enerzijds een lopende rekening om de inkomsten te ontvangen en de uitkeringen te betalen en anderzijds verschillende termijnrekeningen om de overschotten op de lopende rekening te beleggen.
In blok I van tabel 2 staan de transacties op de lopende rekening. In blok II staan de resultaten wat betreft de termijnrekeningen en de transacties tussen beide rekeningen. Blok III bevat het gecumuleerde overschot van beide rekeningen.
[pic]
Het overschot is in 2006 met 40% gestegen en in 2007 met 23%. In 2008 is het overschot met 1% gedaald. Met een totaal overschot van bijna 16,2 miljoen euro in 2008 is de boekhoudkundige situatie van het fonds dus bevredigend.
Tabel 3 en grafiek 1 bevatten ook de vijfjaarlijkse gecumuleerde saldi van het vorige verslag, zodat de ontwikkeling van het saldo op lange termijn (1985-2008) zichtbaar is.
[pic]
[pic]
Financiële situatie: operationele resultaten 2005-2008
Sommige inkomsten die in jaar N worden opgenomen in de boekhouding zijn bedragen die zijn ingehouden op salarissen aan het einde van jaar N-1 en sommige werkloosheidsuitkeringen die aan het begin van jaar N zijn betaald en in de boekhouding opgenomen hebben betrekking op werkloosheid aan het einde van jaar N-1. Bij een boekhouding volgens het periodetoerekeningsbeginsel moeten deze worden opgenomen in jaar N-1.
In tabel 4 en grafiek 2 zijn de inkomsten en uitgaven volgens deze methode gepresenteerd, wat een beeld schetst van de financiële situatie van het Werkloosheidsfonds.
[pic]
[pic]
Ten opzichte van 2005 zijn de inkomsten in 2006 sterk gestegen (36%) en ze zijn in 2007 en 2008 blijven groeien (met respectievelijk 15% en 12%). In 2006 zijn de uitgaven gedaald (-5%). In 2007 en 2008 zijn ze sterk gestegen (met respectievelijk 45% en 48%). Het resultaat zijn grote overschotten in 2006 en 2007, maar een klein tekort voor 2008. Dit tekort wordt deels gecompenseerd door de op de beleggingen behaalde rente. In grafiek 3 zijn het lopende saldo en de rente gedurende de periode 2005-2008 weergegeven.
[pic]
De ontwikkeling van de inkomsten en de uitgaven kan voornamelijk worden verklaard door de oprichting van nieuwe agentschappen en de invoering in 2004 van een nieuwe personeelscategorie, de tijdelijke arbeidscontractanten met een contract voor bepaalde tijd (maximaal drie jaar). Door de aanwerving van arbeidscontractanten in de periode 2004-2007 zijn de inkomsten gestegen zonder dat dit onmiddellijk effect had op de uitgaven, maar door het aflopen van de eerste contracten en het openstellen van de werkloosheidsuitkering voor deze categorie medewerkers zijn de uitgaven sinds 2007 sterk gestegen.
Financiële situatie: uitsplitsing van de uitgaven en inkomsten per instelling en voor de agentschappen tezamen (2005-2008)
In tabel 5 zijn de uitgaven en inkomsten weergegeven per instelling en voor de agentschappen tezamen.
Het eerste deel bevat de absolute cijfers, het tweede deel de percentages ten opzichte van het totaal van de uitgaven en de inkomsten.
[pic]