Artikelen bij SEC(2000)1565 - Ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem Nr. 9/2000

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


1. Algemene ontwikkeling van de maandelijkse uitgaven

2. Besteding van de kredieten (voorlopige cijfers)

3. Toelichting


1. Algemene ontwikkeling van de maandelijkse uitgaven

De onderstaande tabellen geven de algemene ontwikkeling van de maandelijkse uitgaven ten opzichte van het uitgavenprofiel aan. De cijfers zijn gebaseerd op de uitgaven van de lidstaten in de periode van 16 oktober 1999 tot en met 31 juli 2000.

1.1. Subrubriek 1a 'Traditionele uitgaven van het EOGFL Garantie en veterinaire uitgaven'

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

1.2. Subrubriek 1b « Plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen »

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. Toelichting

Voor september 2000 (uitgaven van de lidstaten in de periode van 16 oktober 1999 tot en met 31 juli 2000) is van de kredieten van rubriek 1 van de begroting een bedrag van 35 560 mln EUR, d.w.z. 86,7 %, besteed.

3.1. Besteding van de kredieten voor subrubriek 1a

Voor subrubriek 1a (traditionele uitgaven van het EOGFL-Garantie en veterinaire uitgaven) liggen de uitgaven vrijwel op het niveau van de indicator.

Een overschrijding van de indicator is er vooral in de volgende sectoren:

- akkerbouwgewassen (+ 209 mln EUR), als gevolg van met name de lineaire verlaging van de kredieten door de Begrotingsautoriteit bij de vaststelling van de begroting,

- rundvlees (+ 138 mln EUR), als gevolg van de hoger dan verwachte uitgaven voor slacht en destructie van dieren in het kader van de uitroeiing van BSE in het Verenigd Koninkrijk, de hogere uitgaven voor premies (met name in verband met de lineaire verlaging van de kredieten) en voor openbare opslag,

- overige maatregelen (+ 54 mln EUR), als gevolg van de hogere uitgaven voor agromonetaire steun.

Een onderbesteding ten opzichte van de indicator is er vooral in de volgende sectoren:

- groenten en fruit (- 168 mln EUR), doordat minder is uitgegeven voor verwerkte groenten en fruit (vooral voor de verwerking van citrus) en voor verse groenten en fruit (met name voor bananen en het actiefonds van de telersverenigingen),

- melk en zuivelproducten (- 141 mln EUR), doordat de uitgaven voor de openbare opslag van mageremelkpoeder lager zijn uitgevallen (hogere winsten op de verkoop en geen interventieaankoop),

- tabak (- 84 mln EUR), als gevolg van de lagere uitgaven voor de premies in Italië (eventueel betalingsachterstand),

- olijfolie (- 43 mln EUR), als gevolg van het feit dat de verordening op grond waarvan het productiesteunsaldo kan worden uitbetaald later dan in de voorbije jaren is vastgesteld.

Wat het bestedingsniveau aan het einde van het begrotingsjaar betreft is de Commissie van oordeel dat de uitgaven voor subrubriek 1a ongeveer op het niveau van de begroting zullen uitkomen. Volgens de ramingen die door de lidstaten zijn medegedeeld zullen de uitgaven tot het einde van de maand september (toerekening op de begroting van de Gemeenschap tot eind november) enigermate lager blijven dan de indicator. Mede rekening houdend met de extra besparingen als gevolg van de ontvangsten in verband met de extra heffing voor melk zouden de kredieten op de begroting voor 2000 normaliter toereikend moeten zijn om de aan de lidstaten te vergoeden bedragen te dekken, en ook het naar de monetaire reserve over te schrijven bedrag (200-300 mln EUR).

3.2. Besteding van de kredieten voor subrubriek 1b

Voor subrubriek 1b (plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen) liggen de uitgaven 1 681 mln EUR onder de indicator.

Dit is een gevolg van het feit dat de Commissie de nieuwe programma's voor de periode 2000-2006 nog niet heeft goedgekeurd. De Commissie kan aan de begroting geen andere bedragen toerekenen dan, enerzijds, de uitgaven in verband met de oude begeleidende maatregelen en, anderzijds, de overige uitgaven voor plattelandsontwikkeling waarvoor nieuwe programma's zijn goedgekeurd.

De ramingen van de lidstaten geven aan dat de uitgaven uiteindelijk veel lager zullen uitkomen dan de begrotingskredieten. Het ziet er dus naar uit dat aan het einde van het begrotingsjaar een belangrijk bedrag ongebruikt zal blijven als gevolg van het langzame op gang komen van de programma's.

* * *

Zoals gewoonlijk wordt in het tijdens het zomerreces opgestelde verslag nr. 9 slechts een korte beschrijving van de uitgavensituatie gegeven. De Commissie zal een uitvoeriger evaluatie opnemen in verslag nr. 10/2000.