Artikelen bij COM(2011)195 - Uitvoering van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit - 2010

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


1. Inleiding 4

2. Sleutelkenmerken van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit 5

3. Garanties in het kader van Progress-microfinanciering 6

3.1. Opzetten van de garantiefaciliteit van Progress-microfinanciering 6

3.2. Sleutelkenmerken 6

3.3. Wie is erbij gebaat? 8

4. Gefinancierde instrumenten 10

4.1. Oprichting van het fonds commun de placement voor gefinancierde instrumenten 10

4.2. Sleutelkenmerken 10

4.3. Wie is erbij gebaat? 12

5. Monitoring en rapportage 13

6. Communicatie 14

7. Complementariteit en coördinatie met andere instrumenten 14

8. Vooruitzichten en conclusies 15

INLEIDING

Micro-ondernemingen zijn de steunpilaar van de economie van de Europese Unie en zijn goed voor meer dan 95% van de 2 miljoen ondernemingen die elk jaar worden opgericht. Een derde van de kleine en micro-ondernemingen wordt opgericht door werklozen.

Een voorwaarde voor het starten van een bedrijf is de toegang tot financiering. De economische crisis heeft ertoe geleid dat heel wat minder bankleningen worden verstrekt, wat heeft bijgedragen tot een verscherping van de structurele problemen waarmee achterstandsgroepen worden geconfronteerd wanneer zij trachten toegang te krijgen tot bankdiensten.

Microfinanciering, en met name microkrediet, d.w.z. leningen van minder dan 25 000 euro, biedt een oplossing. Vóór de crisis werd de potentiële vraag naar microkrediet in de EU op de korte termijn geschat op meer dan 700 000 nieuwe leningen ter waarde van ongeveer 6 296 miljoen euro. Het meeste microkrediet in de EU wordt verstrekt door niet-commerciële microfinancieringsinstellingen (ngo's, stichtingen, overheidsinstanties, stimuleringsbanken en niet-bancaire financiële instellingen), maar die kredietverstrekkers beschikken thans niet over de capaciteit of de middelen om aan deze grote vraag te voldoen.

Het Europees Parlement heeft het probleem onderkend en de Commissie verzocht haar inspanningen ter ontwikkeling van het microkrediet in de EU op te voeren om de groei en de werkgelegenheid te ondersteunen.

In reactie op de crisis heeft de Commissie op 2 juli 2009 twee wetgevingsvoorstellen goedgekeurd, een betreffende de oprichting van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit en een betreffende het gebruik van de middelen van het Progress-programma voor de financiering daarvan. Het Parlement en de Raad hebben daarover begin 2010 een akkoord bereikt en daarna Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting ("het besluit") ondertekend, dat op 8 april 2010 in werking is getreden.

De financiële bijdrage uit de EU-begroting bedraagt 100 miljoen euro voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2013. Van die som is 60 miljoen euro afkomstig van het Progress-programma en 40 miljoen euro van de marges van de begroting. De mogelijkheid dat de begrotingsautoriteit besluit tot een 'terugbetaling' van maximaal 20 miljoen euro aan het Progress-programma via de jaarlijkse ontwerpbegroting voor de periode 2011 tot en met 2013 maakte deel uit van het akkoord.

Dit eerste jaarverslag maakt de balans op van de uitvoering van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (Progress-microfinanciering). In lijn met artikel 8 van het besluit wordt het gebaseerd op de uitvoeringsverslagen die door het Europees Investeringsfonds (EIF) zijn ingediend. Aangezien Progress-microfinanciering pas onlangs is opgericht, is dit verslag gericht op de sleutelkenmerken van het instrument, de opzet van de producten en de eerste uitvoeringsfasen. De laatste drie punten beschrijven de door de Commissie en het EIF uitgevoerde communicatiewerkzaamheden, de wijze waarop Progress-microfinanciering andere EU-instrumenten aanvult en de vooruitzichten voor verdere ontwikkelingen.

SLEUTELKENMERKEN VAN DE EUROPESE PROGRESS-MICROFINANCIERINGSFACILITEIT

De Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit heeft een dubbel doel: enerzijds stelt zij gemakkelijker microfinanciering ter beschikking van personen die micro-ondernemingen willen opstarten of ontwikkelen, ook met het oog op vestiging als zelfstandige, doordat zij microkredietverstrekkers in de EU in staat stelt om meer leningen aan deze personen te verstrekken. Anderzijds verbetert zij de toegang tot microfinanciering door het verlagen van het door de microfinancieringsinstellingen gedragen risico. Dit stelt de kredietverstrekkers in staat groepen te bereiken die normaliter niet door hen kunnen worden bediend, bijvoorbeeld omdat zij niet voldoende onderpand kunnen stellen of omdat de rentevoeten zeer hoog zouden moeten zijn om het daadwerkelijke risico af te dekken. Progress-microfinanciering is gericht op een groot aantal eindbegunstigden:

- personen die hun baan hebben verloren of dreigen te verliezen of die moeilijkheden ondervinden bij de toetreding of de hertoetreding tot de arbeidsmarkt, personen die worden geconfronteerd met de bedreiging van sociale uitsluiting en kwetsbare personen die zich in een achterstandspositie bevinden wat het verkrijgen van toegang tot de conventionele kredietmarkt betreft;

- micro-ondernemingen, vooral in de sociale economie, die tot de hierboven vermelde categorieën behorende personen in dienst hebben.

Om deze eindbegunstigden te bereiken moeten diverse financiële instrumenten ter beschikking van de microkredietverstrekkers worden gesteld. Het besluit voorziet daarom in vier soorten financiële instrumenten: garanties, instrumenten voor risicodeling, eigen vermogen en schuld. Die staan ter beschikking van openbare en particuliere instanties op nationaal, regionaal of plaatselijk niveau die een eindproduct – microkrediet - verstrekken aan personen en micro-ondernemingen in de lidstaten.

Voor de ontwikkeling van deze instrumenten zijn twee afzonderlijke structuren opgezet:

- een garantie-instrument;

- een gestructureerd investeringsinstrument in de vorm van een fonds commun de placement-fonds d’investissement spécialisé (FCP-FIS) naar Luxemburgs recht, dat gefinancierde instrumenten aanbiedt (schuld, eigen vermogen en risicodeling).

De Commissie schat dat de bijdrage van de Unie ten belope van 100 miljoen euro zal dienen als hefboom voor microleningen van meer dan 500 miljoen euro over een periode van acht jaar dankzij:

- Aanvullende financiering van andere investeerders. Er wordt aangenomen dat de EU-investering financiële middelen van derde partijen kan aantrekken. De Europese Investeringsbank (EIB) heeft zich reeds verbonden om de EU-bijdrage aan te vullen en om 100 miljoen euro beschikbaar te stellen voor het gedeelte 'gefinancierde instrumenten'. Een verdere 47 miljoen euro wordt van andere investeerders verwacht.

- De revolverende aard van de financiële middelen. De financiële middelen kunnen meer dan eens tijdens de looptijd van de Progress-microfinancieringsfaciliteit worden gebruikt. Het besluit voorziet in de laatste (her)financiering in 2016.

- Door de producten gegenereerd hefboomeffect. Volgens de ramingen kan elke voor het stellen van garanties gebruikte euro zorgen voor ten minste zes euro's aan microkrediet, terwijl verwacht wordt dat de gefinancierde instrumenten een hefboomeffect tussen een en drie zullen hebben.

De punten 3 en 4 beschrijven het opzetten en de sleutelkenmerken van de garantiefaciliteit respectievelijk de gefinancierde instrumenten en de begunstigden daarvan.

GARANTIES IN HET KADER VAN PROGRESS-MICROFINANCIERING

Opzetten van de garantiefaciliteit van Progress-microfinanciering

De garantiefaciliteit werd op 1 juli 2010 gelanceerd in het kader van een trust- en beheersovereenkomst (FMA), gesloten tussen de Commissie en het Europees Investeringsfonds. Van het totale bedrag van 100 miljoen euro dat voor Progress-microfinanciering beschikbaar is, zal 25 miljoen euro voor de garantiefaciliteit worden uitgetrokken.

Sleutelkenmerken

De garantiefaciliteit is hoofdzakelijk opgezet volgens het model van de SMEG-garantiefaciliteit van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie.

Het onderstaande diagram laat zien hoe het garantie-instrument functioneert. Intermediairs kunnen een aanvraag voor garanties indienen door te reageren op de openbare oproep tot het indienen van blijken van belangstelling, die op de EIF-website wordt bekendgemaakt. Het EIF evalueert de aanvragen en, nadat zij door de raad van bestuur van het EIF en de Commissie zijn goedgekeurd, onderhandelt het over de contracten en ondertekent deze met de intermediairs.

Het EIF verstrekt directe garanties aan microkredietverstrekkers ter afdekking van hun microleningportefeuilles of tegengaranties aan garantie-instellingen die op hun beurt garanties verstrekken ter afdekking van de microleningportefeuilles van microfinancieringsinstellingen. In beide gevallen bedraagt de maximale garantie 75% van het onderliggende microkrediet of de onderliggende garantieportefeuille, waarbij de intermediair aansprakelijk blijft voor ten minste 20%. De door het EIF verstrekte garantie dekt het eerste verlies, maar er wordt voor elke gegarandeerde portefeuille ook een maximumbedrag overeengekomen, gebaseerd op de verwachte cumulatieve verliezen van de portefeuille. De maximale aansprakelijkheid voor de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit is vastgesteld op 20% van elke gegarandeerde portefeuille.

De garanties hebben een looptijd van maximaal drie jaar. In principe worden zij kosteloos verstrekt, maar de intermediairs moeten een reserveringsprovisie betalen als zij er niet in slagen om 90% van het overeengekomen portefeuillevolume te bereiken, d.w.z. als zij minder dan 90% van het overeengekomen volume microleningen verlenen. Dit vormt de nodige prikkel om de eindbegunstigden te bereiken en het overeengekomen portefeuillevolume tot stand te brengen.

[pic]

Additionaliteit

In de overeenkomst met het EIF wordt bepaald dat de financiële middelen uit Progress-microfinanciering niet de gelijkwaardige garanties kunnen vervangen, die door de intermediairs zijn ontvangen in het kader van bestaande EU-, nationale of regionale financiële instrumenten. De toegepaste criteria zijn het effect op het geografische bereik of op het totale bedrag van de financiering, verstrekt aan de eindbegunstigden of aan elke soort eindbegunstigde, met name risicogroepen.

Geografisch evenwicht

Het EIF zal trachten te zorgen voor een evenwichtige geografische spreiding voor Progress-microfinanciering. De overeenkomst bepaalt dat het EIF tot eind 2016 garanties aan intermediairs in ten minste 12 lidstaten moet verstrekken en een concentratielimiet voor garanties per land moet naleven.

Wie is erbij gebaat?

Alleen aanvragen van instellingen die optreden ten dienste van de onder het besluit vallende eindbegunstigden komen in aanmerking. Zij moeten het volgende verstrekken:

- hetzij garanties voor microleningportefeuilles;

- hetzij microkredieten, als omschreven in het besluit.

In beide gevallen moet het doel zijn micro-ondernemingen op te richten en/of te ontwikkelen: de aan de eindbegunstigden verstrekte microleningen moeten worden gebruikt voor de financiering van investeringen, werkkapitaal, waaronder de verwerving van licenties, en andere opstartkosten voor micro-ondernemingen.

De oproep tot het indienen van blijken van belangstelling heeft grote interesse bij de intermediairs gewekt, hoewel sommigen uiteindelijk geen aanvraag hebben ingediend. De meeste waren lokaal opererende, zeer kleine microkredietinstellingen die niet voldeden aan de minimumvoorschriften in termen van te genereren financieringsvolumes (ten minste 100 microleningen per jaar in portefeuilles in het kader van Progress-microfinanciering). Dit volumevoorschrift beperkt het risico voor de intermediair doordat de portefeuilles worden gediversifieerd en garandeert dat een groter aantal begunstigden wordt bereikt, maar het sluit kleine microkredietverstrekkers niet uit. In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld hebben acht kleine microfinancieringsinstellingen hun middelen gebundeld en een gezamenlijk fonds opgericht om in aanmerking te komen voor de faciliteit (in dit geval gefinancierde instrumenten).

Eind 2010 zijn twee overeenkomsten in het kader van de garantiefaciliteit van Progress-microfinanciering ondertekend, een met de Belgische microfinancieringsverstrekker microStart en een met de Nederlandse stichting Qredits .

MicroStart

MicroStart is een nieuwe Belgische non-profit-microfinancieringsinstelling die door de bank BNP Paribas Fortis is opgericht in samenwerking met ADIE, een Franse microkredietverstrekker die een van de grootste van Europa is. Progress-microfinanciering verstrekt garanties aan microStart voor een bedrag van maximaal 111 375 euro voor een portefeuille microleningen van 2,7 miljoen euro, waarbij het garantiepercentage 75% en het maximumpercentage 5,5% bedraagt.

MicroStart kent microleningen toe aan micro-ondernemers die geen toegang hebben tot conventionele bankleningen, met name werklozen, uitkeringsgerechtigden en migranten, en zal hen helpen bij het opzetten en ontwikkelen van hun bedrijf. Microstart zal zijn eerste activiteiten richten op verscheidene verarmde gebieden van Brussel, zoals Sint-Gillis, Sint-Joost-ten-Node en Schaarbeek, waar de werkloosheid varieert van 27 % tot 32 %. Er zijn plannen om zijn activiteiten vóór eind 2012 tot Wallonië en Vlaanderen uit te breiden.

De garantie van Progress-microfinanciering heeft ervoor gezorgd dat BNP Paribas Fortis heeft bijgedragen tot de oprichting van deze nieuwe microkredietverstrekker. Dat betekent dat zij direct van invloed is geweest op de totale aan de doelgroep verstrekte financiering. In tegenstelling tot de bestaande microfinancieringsinstellingen in België, die meestal het hogere segment van de markt bestrijken, wil microStart zich concentreren op het lagere segment met een gemiddelde lening van 2 000 tot 3 000 euro. Bijgevolg zal microStart het bereik van de microfinanciering in België uitbreiden, die tot nu toe gericht was op grotere projecten.

Qredits

Qredits is een particuliere stichting zonder winstoogmerk die in 2009 met haar activiteiten is begonnen. De oprichters ervan zijn zowel publieke als particuliere instellingen, zoals het Nederlandse ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid, het Fonds werken en wonen en de banken ABN AMRO, Fortis Bank Nederland, ING Nederland en Rabobank Nederland. Zij ontvangt een garantie van 1 300 500 euro van Progress-microfinanciering voor een microleningportefeuille van 20,4 miljoen euro, waarbij het garantiepercentage 75% en het maximumpercentage 8,5% bedraagt.

Qredits verstrekt niet alleen financiering maar zorgt ook voor coaching van gevestigde ondernemers en startende bedrijven met een levensvatbaar ondernemingsplan maar zonder toegang tot commerciële financiering. Zij kent ook microleningen toe aan startende begunstigden en cliënten uit risico- of kwetsbare groepen, zoals werklozen, uitkeringsgerechtigden, jongeren, ouderen, personen met een Bureau Krediet Registratie en alleenstaanden.

Voordat Qredits de garantie van Progress-microfinanciering ontving, waren microleningen voor startende bedrijven goed voor slechts 34 % van haar portefeuille omdat dergelijke transacties een relatief hoog risico vormen. De garantie stelt Qredits in staat de leningen uit te breiden tot bedrijfsstarters (omschreven als ondernemers wier bedrijfsgeschiedenis niet meer dan drie jaar bedraagt), inclusief kwetsbare groepen die een hoger risico vormen. De garantie stelt Qredits ook in staat zijn onderpandeisen te versoepelen voor bepaalde microleners die anders geen toegang tot financiering in Nederland zouden hebben.

Toekomstige transacties

Wat de toekomstige transacties betreft, blijft het EIF aanvragen ontvangen die naar verwachting zullen leiden tot verdere transacties in 2011.

GEFINANCIERDE INSTRUMENTEN

Oprichting van het fonds commun de placement voor gefinancierde instrumenten

De onderhandelingen tussen de Commissie, de EIB en het EIF over de oprichting van het fonds commun de placement-fonds d’investissement spécialisé (FCP-FIS) werden eind oktober 2010 afgerond. Het Luxemburgse regulerende orgaan gaf zijn definitieve toestemming voor de lancering van het FCP op 22 november 2010, de datum waarop de faciliteit van de gefinancierde instrumenten operationeel werd. Van het totale bedrag van 100 miljoen euro dat voor Progress-microfinanciering voor de periode tot en met 2013 beschikbaar is, zal 75 miljoen euro voor de gefinancierde instrumenten worden uitgetrokken. De EIB zal 100 miljoen euro bijdragen en derde-partij-investeerders zullen naar verwachting in een later stadium een totaal bedrag van maximaal 50 miljoen inbrengen. Sinds het besluit is vastgesteld, is een extra bedrag van 3 miljoen euro door de Commissie toegevoegd.

Sleutelkenmerken

Om een groot aantal eindbegunstigden te bereiken worden in het kader van het FCP verscheidene producten aangeboden. Potentiële intermediairs kunnen een aanvraag indienen voor vier soorten financiële instrumenten:

- niet-achtergestelde leningen ;

- achtergestelde leningen (financiering achtergesteld ten opzichte van bevoorrechte schuldeisers);

- risicodelende leningen (niet-achtergestelde leningen gecombineerd met risicoparticipatie in de microkredietportefeuille);

- participatie in eigen vermogen (direct of indirect eigen vermogen in de vorm van investeringen in gewone of preferentiële aandelen).

Voor gefinancierde instrumenten wordt potentiële intermediairs aangeraden om hun aanvragen rechtstreeks bij het EIF in te dienen. Het EIF maakt dan een voorselectie van de voorstellen en voert een boekenonderzoek uit. Na goedkeuring door de raad van bestuur van het EIF wordt onderhandeld over het contract dat door het EIF en de intermediair wordt ondertekend.

Het onderstaande diagram laat zien hoe de faciliteit 'gefinancierde instrumenten' functioneert. Het FCP werd opgericht als een paraplufonds, het EU-microfinancieringsplatform . Momenteel is zijn enige subfonds het Europese Progress-microfinancieringsfonds, met de Commissie en de EIB als stichtende investeerders en het EIF als beheersmaatschappij. De Commissie is houder van de junior units die ondergeschikt zijn aan de senior units: dat betekent dat de Commissie de eerste nettoverliezen op de activa van het subfonds draagt, terwijl de EIB als senior-unithouder is beschermd tegen door de junior units gemaakte verliezen.

Additionaliteit

In de overeenkomst (beheersregeling) die het EIF als beheersmaatschappij bindt, staat dat de met de financiële intermediairs gesloten operationele overeenkomsten de toegang tot en de beschikbaarheid van microkredietinstrumenten voor de eindbegunstigden moeten verbeteren en de door de intermediairs in het kader van bestaande EU-, nationale of regionale instrumenten gesloten gelijkwaardige overeenkomsten niet mogen vervangen.

Geografisch evenwicht

Om te zorgen voor een goed geografisch evenwicht in de gehele EU mogen de intermediairs in elke afzonderlijke lidstaat niet instaan voor meer dan 10% van de totale doelverplichtingen van investeerders.

[pic]

Wie is erbij gebaat?

Zoals voor de garanties komen alleen microkredietverstrekkers in aanmerking, wier activiteiten in lijn zijn met de doelstelling van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit.

Aangezien de faciliteit 'gefinancierde instrumenten' pas aan het einde van het jaar operationeel werd, was bij de opstelling van dit verslag slechts één contract ondertekend, met de Bulgaarse microfinancieringsinstelling Mikrofond .

Mikrofond is een niet-bancaire instelling die begon te werken in 1999 met steun van de Soros Economic Development Foundation (SEDF) en met financiering door de United Bulgarian Bank en Raiffeisenbank. Sinds 2003 heeft zij de rechtsstatus van een besloten vennootschap en heeft zij verscheidene banken als uitleners en de SEDF als investeerder aangetrokken.

Met haar relatief kleine leningen van gemiddeld circa 3 000 euro richt Mikrofond zich hoofdzakelijk op micro-ondernemers en micro-ondernemingen die gewoonlijk geen toegang hebben tot andere financieringsmiddelen. Terwijl andere microkredietverstrekkers zich meer richten op de stedelijke gebieden rond Sofia, heeft Mikrofond filialen in heel Bulgarije. Daardoor kan zij ook plattelandsgebieden bestrijken waar niet veel banken aanwezig zijn en aldus een lacune in de kredietverstrekking opvullen. Haar klantenbestand omvat een aanzienlijk aantal leden van de Roma-gemeenschap in Bulgarije.

De niet-achtergestelde lening van 3 miljoen euro uit de faciliteit 'gefinancierde instrumenten' van Progress-microfinanciering zal Mikrofond in staat stellen haar microleningsactiviteiten uit te breiden, vooral in plattelandsgebieden, en zich meer specifiek te richten op de Roma-gemeenschap die een bijzonder risico van sociale uitsluiting, armoede en werkloosheid loopt.

Toekomstige transacties

De voorbereiding van verscheidene andere activiteiten is reeds ver gevorderd. Op 13 december 2010 heeft de raad van bestuur van het EIF een indirecte eigen-vermogeninvestering in een in het VK gebaseerd fonds goedgekeurd. Een andere aanvraag van een Roemeense microfinancieringsinstelling voor een niet-achtergestelde lening is door de raad van bestuur van het EIF in januari 2011 ingewilligd. Tot dusver zijn nog geen voorstellen afgewezen. Vier andere microkredietverstrekkers hebben hun belangstelling voor de gefinancierde instrumenten bevestigd en het EIF verwacht dat in 2011 nog acht nieuwe potentiële intermediairs belangstelling zullen tonen.

De prognose voor transacties in het kader van het FCP duidt erop dat het gebruik van de gefinancierde instrumenten geografisch evenwichtig zal zijn: gebaseerd op de huidige inzichten wordt verwacht dat 48% van de transacties met intermediairs in West-Europa en 52% met intermediairs in Midden- en Oost-Europa zal plaatsvinden.

MONITORING EN RAPPORTAGE

Om ervoor te zorgen dat de doelstelling van Progress-microfinanciering, namelijk het vergemakkelijken van de beschikbaarheid van en de toegang tot microfinanciering voor personen die geen gebruik van conventionele bankdiensten kunnen maken, wordt verwezenlijkt, is het van het grootste belang dat de Commissie de absorptiepatronen van de financiële middelen en het sociale en economische effect van het instrument, met name op de bevordering van het ondernemerschap in achterstandsgroepen, analyseert.

Het EIF moet daarom halfjaarlijkse verslagen indienen over het aantal op intermediair niveau ontvangen en afgewezen aanvragen om microkrediet, het aantal met eindbegunstigden gesloten overeenkomsten, de geografische en sectorale verdeling van de financiering en het totale aantal en de soort begunstigden. Het EIF vereist op zijn beurt van de financiële intermediairs dat zij periodiek informatie over deze punten verstrekken.

Het EIF moet elk jaar een verslag over het sociale effect van Progress-microfinanciering indienen. De intermediairs zullen daarom worden betrokken bij de verzameling van informatie over het sociale profiel van de eindbegunstigden, met name over hun arbeidsstatus op het tijdstip van de indiening van de aanvraag, hun onderwijskwalificaties, geslacht en leeftijd, en over de vraag of zij behoren tot een specifieke groep (bijvoorbeeld personen met een handicap of minderheden). Informatie over het aantal werknemers wordt verzameld aan het begin en het einde van de microlening om het effect van Progress-microfinanciering in termen van het creëren van banen te meten en om de duurzaamheid van de micro-ondernemingen die steun hebben gekregen, te monitoren.

COMMUNICATIE

De creatie van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit heeft grote interesse gewekt bij zowel financiële intermediairs als particulieren die een eigen bedrijf willen oprichten of ontwikkelen. De Commissie en het EIF hebben hun krachten gebundeld om duidelijke informatie te verstrekken over de wijze waarop de faciliteit functioneert. Het EIF doet dit via zijn website en directe contacten met intermediairs. De Commissie richt haar communicatie-inspanningen op beleidsmakers, beheersorganen van het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het grote publiek. De grote conferentie voor belanghebbenden over 'Microfinanciering in Europa', gehouden te Brussel op 9 en 10 november 2010, gaf concreter gestalte aan de nauwe samenwerking en coördinatie waartoe alle diensten van de Commissie die zich met microfinanciering bezighouden, zich sterk hebben geëngageerd om de nodige complementariteit tussen de verschillende instrumenten tot stand te brengen. Alle betrokken diensten van de Commissie en de EIB-groep hebben bijgedragen tot het evenement dat was opgezet om Progress-microfinanciering te lanceren.

COMPLEMENTARITEIT EN COÖRDINATIE MET ANDERE INSTRUMENTEN

De creatie van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit heeft geleid tot de consolidatie en de stroomlijning van de financiering en de garanties, verstrekt door de Europese Unie ter ondersteuning van de microfinanciering in de EU.

Het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie voor 2007 tot en met 2013 (CIP), dat ook door het EIF wordt beheerd, is een reeds langer bestaand instrument dat garanties verstrekt. In het kader van de microkredietgarantiefaciliteit van het CIP verstrekt het EIF leninggaranties aan microkredietorganisaties (financiële intermediairs) die leningen tot maximaal 25 000 euro aan micro-ondernemingen toekennen. Sinds september 2010 heeft Progress-microfinanciering het eerste recht op sluiting van microkrediettransacties. Dat betekent dat deze alleen in het kader van het CIP kunnen worden gesloten als geen transactie in het kader van Progress-microfinanciering mogelijk is, bijvoorbeeld wanneer in het kader van laatstgenoemde faciliteit geen begroting beschikbaar is, wanneer de intermediair optreedt in een niet-lidstaat en daarom niet in aanmerking komt in het kader van Progress-microfinanciering, wanneer het bedrag de concentratielimiet per lidstaat overschrijdt of wanneer de portefeuille van de intermediair hoofdzakelijk een commerciële focus heeft. De activiteiten in het kader van Jeremie vullen op soortgelijke wijze die in het kader van Progress-microfinanciering aan. In het kader van de structuurfondsen en het gezamenlijke beheer met de lidstaten heeft Jeremie tot doel de toegang tot financiering voor de uitbreiding van mkb's en de investeringen in innovatie te verbeteren en de oprichting van nieuwe bedrijven, waaronder microbedrijven, te financieren.

Het verlenen van steun voor de capaciteitsopbouw voor niet-bancaire microkredietverstrekkers is op zich niet het doel van Progress-microfinanciering, maar dat van Jasmine, dat de Commissie en de EIB-groep hebben opgezet als een proefproject met een looptijd van drie jaar (2009-2011) om technische bijstand en financiering te verlenen aan in de EU gevestigde niet-bancaire microkredietverstrekkers. De Commissie heeft de technische-bijstandcomponent van Jasmine ondersteund met middelen (7 miljoen euro) die door het Europees Parlement aan de Commissie ter beschikking zijn gesteld in het kader van een voorbereidende actie waarom door het Europees Parlement (EPPA) is verzocht. Deze middelen ondersteunen de ontwikkeling van microfinancieringsinstellingen in de EU en worden door de Commissie gebruikt om startkapitaal te verstrekken aan niet-bancaire microkredietverstrekkers. Naast de eerste twee garanties die uit de garantiefaciliteit van Progress-microfinanciering zijn ontvangen, kwamen microStart en Qredits ook in aanmerking voor een investering in eigen vermogen ten belope van 750 000 euro respectievelijk een lening van 750 000 euro voor capaciteitsopbouw in het kader van EPPA. De niet-bestede middelen van EPPA (3 miljoen euro) werden om efficiencyredenen vastgelegd voor de gefinancierde instrumenten van Progress-microfinanciering;

Progress-microfinanciering vult ook het ESF aan, waarvoor de ondersteuning van het ondernemerschap een van de prioriteiten van de programmeringsperiode 2007-13 is. Er wordt algemeen erkend dat het succes van startende bedrijven kan worden vergroot door de verlening van omvattende, hoogwaardige opstart- en bedrijfssteun die is toegesneden op de behoeften van achterstandsgroepen. 17 lidstaten hebben hiervan een prioriteit gemaakt in hun operationele programma's.

De Commissie zal de technische bijstand van het ESF blijven gebruiken om de nationale en regionale autoriteiten in de lidstaten te helpen bij de verbetering van de kwaliteit van de ondersteuningssystemen voor mensen die hun bedrijf willen consolideren of een nieuw bedrijf willen opstarten. De bijstand zal de overdracht van goede praktijken omvatten om de doelgroepen beter te bereiken en de governance in verscheidene sectoren/op verscheidene niveaus te verbeteren.

Ten slotte kan aan individuele personen die microleningen aangaan een rentekorting worden toegekend in het kader van een door de ESF-verordening geboden optie. De beheersautoriteiten van het ESF in de lidstaten kunnen specifieke regelingen voor micro-ondernemers opzetten om de rente op leningen volledig of gedeeltelijk te dekken, wat de financiële lasten van de micro-ondernemers zou beperken en aldus de Progress-microfinanciering zou aanvullen. Tot nu toe heeft echter nog geen lidstaat aangegeven dat hij voornemens is van deze mogelijkheid gebruik te maken in samenhang met Progress-microfinanciering.

VOORUITZICHTEN EN CONCLUSIES

De ondertekende overeenkomsten en de transactieprognoses wijzen erop dat de verschillende aangeboden instrumenten voor een groot aantal intermediairs aantrekkelijk blijven.

Circa een derde van de voorbereide transacties zal naar verwachting met banken en twee derde met niet-banken worden afgesloten. Wat alleen de gefinancierde instrumenten betreft, zal waarschijnlijk 53% van de contracten, in termen van volume, worden ondertekend met kleinere banken en 47% met niet-bancaire microfinancieringsinstellingen. Dat betekent dat de eerste transacties zeer evenwichtig zullen zijn wat de soorten doelintermediairs betreft, zodat ook het brede scala aan microleners kan worden bereikt waarop Progress-microfinanciering mikt.

Tot nu toe wijzen de transactieprognoses erop dat er grotere belangstelling bestaat voor gefinancierde instrumenten dan voor garanties, wat betekent dat de wijze waarop de EU-middelen tussen de twee delen van Progress-microfinanciering (75% tegenover 25%) worden verdeeld, juist is. Van de in het kader van het FCP aangeboden producten is, zoals verwacht, de vraag naar niet-achtergestelde leningen het grootst geweest (63%). Alle beschikbare financiële instrumenten, namelijk niet-achtergestelde leningen, achtergestelde leningen, risicodelende leningen en direct en indirect eigen vermogen, zijn echter in de prognose voor transacties opgenomen, wat aantoont dat het brede productassortiment de feitelijke vraag bij de doelintermediairs weerspiegelt en het EU-wijde bereik van de instrumenten helpt optimaliseren.

De Commissie en het EIF verwachten ook dat de financiële middelen toereikend zullen worden geabsorbeerd. In de periode 2010-13 zal elk jaar 25 miljoen euro ter beschikking van de microfinancieringsfaciliteit worden gesteld.

In 2010 werd 10 miljoen euro vastgelegd voor garanties en 18 miljoen euro voor gefinancierde instrumenten. Een verdere bijdrage van de EIB ten belope van 24 miljoen euro brengt het totale voor het FCP beschikbare bedrag op 42 miljoen euro. Voor 2011 heeft de Commissie bijna 5 miljoen euro voor garanties en 20 miljoen euro voor gefinancierde instrumenten vastgelegd.

Wat de garanties betreft, wordt verwacht dat in 2011 een verder bedrag van 8 miljoen euro zal worden geabsorbeerd, terwijl volgens de prognose voor transacties waarbij gefinancierde instrumenten betrokken zijn, voor het einde van het jaar 44 miljoen euro zal worden geabsorbeerd.

Het volgende jaarverslag, dat in juni 2012 moet worden overgelegd op grond van de door het EIF verstrekte uitvoeringsverslagen voor 2011, zal de toegankelijkheid van de financiering voor afzonderlijke sectoren en soorten begunstigden, alsook de geografische en sectorale verdeling uitvoeriger behandelen. Het zal ook de eerste aanwijzingen verschaffen over het effect en de duurzaamheid van Progress-microfinanciering.

[pic][pic][pic]

In de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36) wordt een 'micro-onderneming' omschreven als 'een onderneming waar minder dan 10 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 2 miljoen euro niet overschrijdt'.

'Microfinanciering' is een breder begrip dat niet alleen microkrediet maar ook andere financiële diensten zoals spaartransacties, microverzekering of overschrijvingen omvat.

Zie de mededeling 'Een Europees initiatief voor de ontwikkeling van microkrediet ter ondersteuning van groei en werkgelegenheid' (COM(2007) 708 definitief /2 van 20 december 2007).

Resolutie van het Europees Parlement van 24 maart 2009 met aanbevelingen aan de Commissie over een Europees initiatief voor de ontwikkeling van microkrediet ter ondersteuning van groei en werkgelegenheid (2008/2122(INI)).

Zie de mededeling 'Een gezamenlijke inzet voor de werkgelegenheid' (COM(2009) 257 van 3 juni 2009).

PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1.

Artikel 3, lid 1, van het besluit.

Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress, PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1.

Artikel 2 van het besluit.

Artikel 4 van het besluit.

Mkb-garantie.

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013), PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15.

http://www.eif.org/what_we_do/microfinance/microcredit_guarantees/index.htm.

Zolang de totale vastleggingen in de begroting of verdere voor vastleggiongen beschikbare bedragen niet meer belopen dan 25 miljoen euro, bedraagt de concentratielimiet 4 miljoen euro per lidstaat; wordt 25 miljoen euro overschreden, bedraagt de limiet 6 miljoen euro of 16% van de totale vastlegging in de begroting of verdere voor vastleggingen beschikbare bedragen (de laagste van deze twee bedragen geldt).

Contract ondertekend op 15 december 2010.

Contract ondertekend op 16 december 2010.

Association pour le droit à l’initiative économique.

De Sint-Gillis-tak zal ook delen van de aangrenzende gemeenten Anderlecht en Brussel bedienen.

De belangrijkste Belgische kredietverstrekker op dit gebied is het Participatiefonds dat microleningen met een gemiddelde waarde van 15 000 euro (2007) toekent.

Qredits houdt rekening met de door het BKR verstrekte informatie voor de beoordeling van de overcreditering van aanvragers.

Commission de Surveillance du Secteur Financier (CSSF).

De 3 miljoen euro is afkomstig van de voorbereidende actie van het Europees Parlement. Zie punt 7.

Als de lener failliet gaat, moeten niet-achtergestelde leningen worden terugbetaald voordat andere schuldeisers enige betaling ontvangen.

Artikel 2 van het besluit.

Contract ondertekend op 18 februari 2011.

Deutsche Bank, Dexia Microcredit Fund, Oikocredit, Coop-Est en Alphabank.

De grootste microfinancieringsverstrekker in Bulgarije is de ProCredit Bank met 78,59 % van de microleningmarkt. Zij richt zich meer op het mkb dan op micro-ondernemingen en micro-ondernemers.

Webpagina van de conferentie met link naar de presentaties:http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=836&langId=en&eventsId=300&furtherEvents=yes.

Joint European Resources for Micro to Medium Enterprises:http://www.eif.europa.eu/what_we_do/jeremie/index.htm.

Joint Action to Support Microfinance Institutions in Europe:http://www.eif.europa.eu/what_we_do/microfinance/JASMINE/index.htm.

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999, PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12.

3 miljoen euro in het kader van EPPA.

Voor de garanties werd 6 miljoen euro betaald op de rekening van Progress-microfinanciering van het EIF. Voor de gefinancierde instrumenten werd 15 miljoen euro opgenomen, terwijl 3 miljoen euro werd overgedragen.

De vastlegging voor garanties bedraagt in totaal 4 750 000 euro. Er is een bedrag van 250 000 euro vastgelegd voor steunmaatregelen.