Artikelen bij COM(2011)199 - Technische aanpassing van het financieel kader voor 2012 op grond van de ontwikkeling van het bni

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 

|
52011DC0199

/* COM/2011/0199 def. */ MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Technische aanpassing van het financieel kader voor 2012 op grond van de ontwikkeling van het bni (Punt 16 van het Interinstitutioneel akkoord van 17 mei 2006 over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer)


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 15.4.2011

COM(2011) 199 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIEAAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Technische aanpassing van het financieel kader voor 2012 op grond van de ontwikkeling van het bni (Punt 16 van het Interinstitutioneel akkoord van 17 mei 2006 over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Technische aanpassing van het financieel kader voor 2012 op grond van de ontwikkeling van het bni (Punt 16 van het Interinstitutioneel akkoord van 17 mei 2006 over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer)

INLEIDING

Het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139/1 van 14 juni 2006) bevat de tabel van het financieel kader voor EU-27 voor de periode 2007-2013, uitgedrukt in prijzen van 2004 (tabel 1).

In punt 16 van het Interinstitutioneel Akkoord is bepaald dat de Commissie ieder jaar vóór de begrotingsprocedure van het begrotingsjaar n+1 overgaat tot een technische aanpassing van het financieel kader op grond van de ontwikkeling van het bruto nationaal inkomen (bni) van de EU en van de prijzen, en dat de resultaten van deze aanpassing aan de twee takken van de begrotingsautoriteit worden meegedeeld. Wat de prijzen betreft, zijn de uitgavenmaxima tegen lopende prijzen vastgesteld op grond van de in punt 16 van het IIA vermelde vaste deflator van 2%. Wat de ontwikkeling van het bni betreft, zijn de meest recente economische prognoses in deze mededeling opgenomen.

Bij deze mededeling wordt de begrotingsautoriteit het resultaat van deze technische aanpassing (EU-27) voor het begrotingsjaar 2012 meegedeeld, overeenkomstig punt 16 van het IIA.

AANPASSING VAN DE TABEL VAN HET FINANCIEEL KADER (TABELLEN 1-2)

Tabel 1 heeft betrekking op het financieel kader voor EU-27 in prijzen van 2004, zoals gewijzigd overeenkomstig punt 17 van het IIA (COM(2010) 160 van 16 april 2010).

Tabel 2 bevat het voor 2012 aangepaste financieel kader voor EU-27 (d.w.z. in lopende prijzen, ongewijzigd ten opzichte van de aanpassing voor 2011 en punt 17, zie COM(2010) 160, behalve dat het financieel kader in procent van het bni geactualiseerd is aan de hand van de meest recente economische ramingen).

Totaalbedrag bni

Het bni voor 2012 is aan de hand van de meest recente raming vastgesteld op 13 114 511 miljoen EUR in lopende prijzen voor EU-27 (overeenkomstig de laatste alinea van punt 16 wordt niet tot een technische aanpassing overgegaan met betrekking tot het huidige jaar of de voorbije jaren; uitsluitend ter informatie: het geactualiseerde bni is vastgesteld op 12 650 080 miljoen EUR voor 2011, 12 218 528 miljoen EUR voor 2010, 11 626 995 miljoen EUR voor 2009, 12 312 555 miljoen EUR voor 2008 en 12 243 045 miljoen EUR voor 2007).

Voor 2013 is het bni van de EU-27 berekend op basis van interne prognoses van de Commissie van de gemiddelde jaarlijkse reële groei. Dit zijn indicatieve prognoses die jaarlijks worden bijgesteld aan de hand van de meest recente economische ramingen.

Sinds 2010 omvat het bni indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI), overeenkomstig Besluit 2010/196/EU, Euratom van de Raad van 16 maart 2010 om IGDFI vanaf 1 januari 2010 op te nemen in de eigen middelen.

Belangrijkste resultaten van de technische aanpassing van het financieel kader voor 2012 (EU-27)

Het totale maximum voor de vastleggingskredieten in 2012 (147 546 miljoen EUR) komt overeen met 1,13 % van het bni.

Het corresponderende totale maximum voor de betalingskredieten (141 360 miljoen EUR) komt overeen met 1,08 % van het bni. Op basis van de meest recente economische ramingen laat dit een marge van 19 948 miljoen EUR onder het maximum (1,23 %) van de eigen middelen (0,15 % van het bni voor EU-27).

De maxima voor eigen middelen en vastleggingskredieten zijn aangepast na de inwerkingtreding van Besluit 2010/196 om IGDFI op te nemen in de eigen middelen.

ANDERE ELEMENTEN IN VERBAND MET DE TECHNISCHE AANPASSING

Rubriek 5 (Administratie)

Wat rubriek 5 betreft, wordt in een voetnoot bij het financieel kader aangegeven dat de pensioenuitgaven die onder het maximum van deze rubriek vallen, moeten worden berekend zonder de bijdragen van het personeel in de pensioenregeling, binnen de grens van 500 miljoen EUR (prijzen van 2004) voor de periode 2007-2013. Deze bepaling houdt voor de toepassing van het maximum van de rubriek een dubbele limiet in op de bedragen waarmee de pensioenuitgaven worden verminderd:

- dit bedrag mag per jaar niet groter zijn dan de bijdragen die onder de ontvangsten van de begroting zijn opgenomen;

- het gecumuleerde totaal van de in mindering gebrachte bedragen van de periode 2007-2013 mag niet groter zijn dan 500 miljoen EUR tegen prijzen van 2004 of gemiddeld 71,4 miljoen EUR per jaar (84,0 miljoen EUR tegen prijzen van 2012).

Gelet op het vaste karakter van de administratieve uitgaven moet ieder jaar een gemiddelde limiet worden aangehouden om te vermijden dat aan het begin van een periode een marge wordt gebruikt die dan later niet volledig meer beschikbaar is. Voor 2012 bedraagt het in mindering te brengen bedrag 84,0 miljoen EUR tegen lopende prijzen.

Uitgaven buiten het financieel kader 2007-2013

Er zijn instrumenten die buiten de in het financieel kader 2007-2013 overeengekomen uitgavenmaxima vallen. Deze instrumenten dienen om snel te kunnen reageren op uitzonderlijke of onvoorziene gebeurtenissen, en zij geven – binnen bepaalde grenzen – enige flexibiliteit boven de overeengekomen uitgavenmaxima:

- de reserve voor noodhulp , die kan worden aangesproken voor maximaal 221 miljoen EUR per jaar in prijzen van 2004, d.w.z. 258,9 miljoen EUR in 2012 in lopende prijzen (1 744 miljoen EUR voor de hele periode in lopende prijzen);

- het Solidariteitsfonds van de EU , waarvan het jaarlijkse maximumbedrag in lopende prijzen 1 miljard EUR is;

- het flexibiliteitsinstrument , met een jaarlijks maximumbedrag in lopende prijzen van 200 miljoen EUR, plus het deel van de niet-gebruikte bedragen van 2010-2011 dat naar 2012 mag worden overgedragen.

Daarnaast kan voor ten hoogste 500 miljoen EUR per jaar in lopende prijzen een beroep worden gedaan op het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) door eender welke marge onder het totale maximum van de vastleggingskredieten van het voorgaande jaar en/of de geannuleerde vastleggingen van de vorige twee jaar aan te spreken (met uitzondering van die van rubriek 1b).

VERRICHTINGEN BUITEN DE BEGROTING EN DE EIGEN MIDDELEN

In punt 11, vierde alinea, van het IIA is bepaald dat informatie over verrichtingen die niet in de algemene begroting zijn opgenomen, en over de vermoedelijke ontwikkeling van de verschillende categorieën eigen middelen indicatief wordt verschaft in tabellen en jaarlijks wordt bijgewerkt bij de technische aanpassing van het financieel kader.

In de tabellen 3.1 en 3.2 wordt deze informatie, aangepast op basis van de meest recente ramingen, verschaft. Zij betreft het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en de samenstelling van de eigen middelen.

BIJLAGEN

TABEL 1: FINANCIEEL KADER 2007-2013

[pic]

TABEL 2: VOOR 2012 AANGEPAST FINANCIEEL KADER (EU-27)

[pic]

TABEL 3: INDICATIEVE PROGRAMMERING VAN DE NIET IN DE BEGROTING OPGENOMEN UITGAVEN EN INDICATIEVE ONTWIKKELING VAN DE VERSCHILLENDE SOORTEN EIGEN MIDDELEN

[pic]

Besluit 2010/196/EU, Euratom van de Raad van 16 maart 2010 betreffend de toerekening van indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IDGFI) voor de vaststelling van het bruto nationaal inkomen (bni) ten behoeve van de begroting en het stelsel van eigen middelen van de Unie (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 31).

Mededeling van de Commissie aan het EP en de Raad betreffende de aanpassing van het maximum voor eigen middelen en van het maximum voor kredieten voor vastleggingen naar aanleiding van het besluit om IGDFI op te nemen in de eigen middelen (COM(2010) 162 definitief).