Artikelen bij COM(2011)831 - Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn operationele diensten (vanaf 2014)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 

|
52011DC0831

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S betreffende het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn operationele diensten (vanaf 2014) /* COM/2011/0831 definitief */


1. Inleiding

Het Europees programma voor monitoring van de aarde, het GMES genaamd, werd vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad inzake het GMES. Het GMES is een vlaggenschip van het ruimtevaartbeleid van de Europese Unie overeenkomstig artikel 189 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat de EU in staat stelt om ruimtegerelateerde activiteiten uit te voeren. Het GMES is ook een van de programma's die moeten worden uitgevoerd onder de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei en het werd ook opgenomen in het industriebeleidsinitiatief van Europa 2020, gezien zijn voordelen voor het beleid van de Unie op tal van gebieden.

Om te reageren op de steeds groeiende uitdagingen op wereldniveau heeft Europa een eigen goed gecoördineerd en betrouwbaar aardobservatiesysteem nodig. Het GMES is dat systeem.

Het GMES is een langetermijnprogramma gebouwd op partnerschappen tussen de Unie, de lidstaten, het Europees Ruimteagentschap (ESA) en andere relevante Europese belanghebbenden. Het is ook een programma waarbij de EU een efficiëntere rol kan spelen dan individuele lidstaten op het gebied van internationale samenwerking via bilaterale samenwerkingen met andere ruimtevaartlanden of medewerking aan wereldwijde inspanningen op het gebied van aardobservatie (bv. de groep voor aardobservatie - Group on Earth Observations).

Het GMES zal zorgen voor een beter begrip van hoe en op welke manier onze planeet mogelijk verandert en hoe dit ons dagelijks leven kan beïnvloeden. Het GMES garandeert een ononderbroken verstrekking van nauwkeurige en betrouwbare gegevens en informatie over milieuproblematiek, klimaatverandering en veiligheidskwesties aan besluitvormers in de EU en haar lidstaten. De overheidsinstanties in de lidstaten en regio's die verantwoordelijk zijn voor het ontwerp en de uitvoering van het beleid hebben deze informatie nodig. De Commissie heeft deze informatie ook nodig voor op feiten gebaseerde beleidsvorming en monitoring. Het GMES zal ook bijdragen tot economische stabiliteit en groei door het versterken van commerciële toepassingen in een groot aantal verschillende sectoren via volledige en open toegang tot aardobservatiegegevens en informatiediensten.

Sinds 1998 en tot 2013 hebben de EU en het Europees Ruimteagentschap (ESA) hoofdzakelijk voor ontwikkelingsactiviteiten middelen aan het GMES toegewezen. Daarnaast is een eerste operationele financiering toegewezen voor de overgang naar de initiële operationele diensten in de periode 2011-2013. In 2014 gaat de volledige operationele fase van het GMES in.

In de Resolutie van het Europees Parlement van 20 november 2008 over het Europees ruimtevaartbeleid: hoe brengen we de ruimte dichterbij, wordt het belang van de tijdige uitvoering van het GMES benadrukt. In haar mededeling van 4 april 2011 getiteld “Naar een ruimtevaartstrategie van de Europese Unie ten dienste van de burger”2 benadrukte de Commissie het belang van een volledig operationeel GMES-programma tegen 2014. Op zijn vergadering van 31 mei 2011 nodigde de Raad Concurrentievermogen de Commissie uit om uiterlijk eind 2011 een voorstel voor de operationele diensten in te dienen en om de governance van het GMES vanaf 2014 te verduidelijken.

In haar mededeling getiteld “Een begroting voor Europa 2020” wees de Commissie erop dat, gezien de limieten van de EU-begroting, werd voorgesteld het GMES gedurende 2014-2020 buiten het meerjarige financiële kader te financieren. Niettemin zet de Commissie zich er nog steeds voor in om het succes van het GMES te garanderen, en in deze context heeft zij deze mededeling opgesteld met het oog op het definiëren van de passende governance en langetermijnfinanciering van het GMES-programma vanaf 2014. Met deze mededeling wordt het startsein gegeven voor het debat met het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de toekomst van het GMES-programma.

2. GMES: een door de gebruikers gestuurd programma voor aardobservatie

Het GMES is een programma voor aardobservatie dat de verzameling van informatie over de fysieke, chemische en biologische systemen van de planeet Aarde mogelijk maakt. GMES-diensten verlenen voordelen aan een breed scala aan gebruikers, van lokale tot internationale niveaus. Ze zijn ontwikkeld om te voldoen aan de behoeften van de gebruikers: hun toepassingsgebied is geleidelijk beter op de behoeften afgestemd via regelmatige en consistente interacties met gebruikersgemeenschappen. Uit hoofde van de GMES-verordening is een gebruikersforum opgericht om dit mechanisme te formaliseren.

Het GMES verschaft cruciale informatie om ons milieu op een meer duurzame manier te beheren, om de bescherming van biodiversiteit te versterken, de staat van de oceanen en de samenstelling van de atmosfeer te monitoren en voorspellen, de oorzaken en de gevolgen van klimaatverandering te begrijpen, te reageren op natuurlijke en door de mens veroorzaakte rampen, het ontwikkelingsbeleid te ondersteunen alsmede de veiligheid van Europese burgers te beschermen. Het helpt om besluitvorming en de uitvoering van EU-beleid op tal van vlakken te verbeteren (vervoer, landbouw, milieu, energie, regionaal beleid, humanitaire hulp, civiele bescherming, ontwikkelingshulp aan derde landen …). Om in dit brede scala aan toepassingen te voorzien is de GMES-architectuur gebaseerd op drie componenten: een dienstencomponent die informatie levert ter ondersteuning van milieu- en veiligheidsbeleid, en twee observatiecomponenten (satellieten en in-situ-infrastructuren) die de nodige gegevens verstrekken om de diensten te verlenen.

3. Meerwaarde voor de EU

In de voorbije dertig jaar zijn in Europa via nationale of internationale programma's aanzienlijke R&D-inspanningen op het gebied van aardobservatie gedaan met het oog op het ontwikkelen van infrastructuur en toepassingen. Bestaande capaciteiten zijn echter onvoldoende wegens infrastructurele tekortkomingen en gebrek aan garanties inzake hun beschikbaarheid op lange termijn. Via de totstandbrenging van een consistent politiek kader op Europees niveau voor het structureren van gemeenschappen van gebruikers, het consolideren van hun behoeften en het organiseren van de Europese respons werd het GMES ontworpen om het verstrekken van de vereiste gegevens en diensten op lange termijn en op een duurzame basis te garanderen, voortbouwend op bestaande voorzieningen.

De EU-investering is erop gericht de lacunes op het gebied van observatie aan te vullen, toegang tot bestaande voorzieningen te verschaffen en operationele diensten te ontwikkelen. De Europese dimensie van het GMES leidt tot schaalvoordelen, vergemakkelijkt gemeenschappelijke investeringen in grote infrastructuren, bevordert de coördinatie van inspanningen en observatienetwerken, maakt de harmonisatie en het onderling kalibreren van gegevens mogelijk, en verschaft de noodzakelijke impuls voor de opkomst van kenniscentra van wereldklasse in Europa.

Harmonisatie en normalisatie van de geospatiale informatie op Europees niveau is een grote uitdaging voor de uitvoering van EU-beleid op tal van vlakken. Veel milieuaandachtsgebieden – zoals beleidsmaatregelen voor beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering – vereisen mondiaal denken en lokaal handelen. Met het GMES garandeert de EU haar autonome toegang tot betrouwbare, traceerbare en duurzame informatie over milieu en veiligheid, draagt zij via het internationale initiatief GEOSS (Global Earth Observation System of Systems, wereldwijd overkoepelend aardobservatiesysteem) bij tot de samenstelling van mondiale gegevensverzamelingen en informatie betreffende aardobservatie en verhoogt zij haar invloed in internationale onderhandelingen en verdragen zoals de drie Rio-conventies, het post-Kyoto-verdrag en andere bilaterale of multilaterale overeenkomsten. Het GMES wordt erkend als de Europese bijdrage tot de totstandbrenging van het Global Earth Observation System of Systems, ontwikkeld in het kader van de Group on Earth Observations (GEO).

4. Kosten en voordelen

Gerekend vanaf het begin in 1998 is de totale door de EU en het ESA aan het GMES toegekende financiering tot 2013 opgelopen tot meer dan 3,2 miljard euro voor de ontwikkeling en initiële exploitatie van de diensten en van de satellieten en in-situ-infrastructuren. Voor de dienstencomponent heeft de EU financiële middelen ten belope van 520 miljoen euro en de ESA ten belope van 240 miljoen euro verstrekt. Voor de ruimtecomponent heeft de ESA ongeveer 1 650 miljoen euro en de EU 780 miljoen euro beschikbaar gesteld (KP7 en initiële exploitatie van het GMES ) inclusief toegang tot ruimtegegevens van nationale satellieten.

Na 2013 zal de volledige continuïteit van alle GMES-componenten hun volledige stationering, onderhoud, evolutie en upgrades omvatten en zal een geraamde begroting van 5 841 miljoen euro nodig zijn voor de periode tussen 2014 en 2020, waarvan 1 091 miljoen euro voor de diensten, 350 miljoen euro voor de in-situcomponent en 4 400 miljoen euro (ESA-ramingen) voor de ruimtecomponent, inclusief toegang tot bijdragende missies. In het verleden was er voor het GMES geen sprake van kostenoverschrijdingen en de kans is klein dat er in de toekomst kostenoverschrijdingen zullen zijn, aangezien het is gebaseerd op een structuur die, indien nodig, herprioritering van de inhoud en doelstellingen van de verschillende componenten toelaat om binnen de voorziene kosten te blijven.

Volgens een kosten-batenanalyse zal het GMES naar verwachting voordelen opleveren ter waarde van minstens twee keer de investeringskosten voor de periode tot 2020 en vier keer de investeringskosten tot 2030. Het betekent een enorm potentieel voor economische groei en het scheppen van werkgelegenheid met de ontwikkeling van innovatieve diensten en commerciële toepassingen in de downstreamsector.

Aardobservatie is een domein waarin de EU een belangrijke rol speelt die wereldwijd wordt erkend. Indien de EU-investering niet is gegarandeerd, dreigen de lidstaten en Europese bedrijven het gelijke speelveld verloren te zien gaan ten gunste van de opkomende naties (bv. Brazilië, India, Rusland en China) die zwaar investeren in aardobservatie.

5. Financiering

Op basis van de mededeling van de Commissie getiteld “Een begroting voor Europa 2020” heeft de Commissie voorgesteld dat het GMES vanaf 2014 buiten het financiële kader wordt gefinancierd.

Onder de mogelijke financieringsoplossingen voor het GMES heeft de Commissie drie opties overwogen: een specifiek GMES-fonds (vergelijkbaar met het model gekozen voor het Europees Ontwikkelingsfonds), een optie van nauwere samenwerking (hierbij zouden lidstaten met een grote interesse voor het programma betrokken zijn) en tot slot, de optie van deelname van de industrie, waarbij verantwoordelijkheden en financiering zouden worden gedeeld met economische actoren. In haar beoordeling is de Commissie geen voorstander van de laatste twee opties, aangezien enerzijds nauwere samenwerking de EU-27-dimensie van het programma in gevaar zou brengen, en anderzijds de ervaring die is opgedaan met het Galileoproject reeds heeft aangetoond dat het aantrekken en behouden van de privésector op korte termijn moeilijk zullen zijn en niet zullen stroken met de dimensie algemeen nut van het programma.

Daarom wordt voorgesteld om een specifiek GMES-fonds op te richten met financiële bijdragen van alle 27 EU-lidstaten gebaseerd op hun bruto nationaal inkomen (BNI). Het beheer van het fonds zal worden gedelegeerd aan de Commissie. Dit vereist een intergouvernementele overeenkomst tussen de EU-lidstaten, in het kader van de Raad bijeen. Bijlage I bij deze mededeling bevat een beknopt overzicht van de overeenkomst. Het fonds zal worden beheerd volgens financiële voorschriften die door de Raad op basis van een voorstel van de Commissie moeten worden vastgesteld.

Om de continuïteit van het programma te garanderen moeten sommige bepalingen van de interne overeenkomst vanaf 1 januari 2014 voorlopig worden toegepast in afwachting dat zij door de 27 lidstaten wordt geratificeerd.

Volgens de in hoofdstuk 4 gespecificeerde kostenraming bedragen de maximale financiële middelen die nodig zijn voor de GMES-activiteiten (2014-2020) 5 841 miljoen euro5.

6. Governance

De governance van het GMES-programma vereist politieke coördinatie en toezicht, beheer van taken en begrotingen, en technische coördinatie van de uitvoering. Vanaf 2014 moet een passend governanceplan in werking worden gesteld om te voorzien in de behoeften van de operationele fase.

6.1. Politiek toezicht en beheer

Aangenomen wordt dat de Commissie namens de Unie verantwoordelijk moet blijven voor de algemene politieke coördinatie, met inbegrip van de onderhandelingen over internationale overeenkomsten, de raadpleging van gebruikersgemeenschappen op basis van de ervaring die is opgedaan met het bestaande gebruikersforum, het vaststellen van de werkprogramma's, het verzekeren van links met sectoraal beleid, het definiëren van beleidsaspecten op het gebied van veiligheid en gegevens, en aspecten van internationale samenwerking. Er is echter nood aan passende regelingen om tegemoet te komen aan de toename van activiteiten op het gebied van programmabeheer in de operationele fase, waardoor de betrokkenheid van gespecialiseerd personeel vereist is, personeel dat moeilijk te rekruteren is binnen de centrale diensten van de Commissie. Het oprichten van een nieuw agentschap binnen het toegestane tijdskader wordt niet als realistisch beschouwd en derhalve kunnen deze taken aan een bestaande Europese instantie worden gedelegeerd. De mogelijkheid om het beheer van het totale programma te delegeren aan het Europees Ruimteagentschap werd besproken, maar lijkt om verschillende redenen niet gepast: ten eerste is het ESA een onderzoeks- en ontwikkelingsagentschap; ten tweede is het ESA een ruimteagentschap terwijl een groot deel van het GMES verder gaat dan activiteiten in de ruimte; en ten derde, rekening houdend met het feit dat het GMES ten goede moet komen aan burgers in de gehele EU, is de Commissie voorstander van een communautaire aanpak waarbij alle 27 lidstaten betrokken zijn. Bijgevolg moeten, ook om toekomstige synergieën met het beheer van het Galileoprogramma toe te laten, bepaalde taken betreffende het programmabeheer, zoals de evaluatie, de onderhandelingen over en de follow-up van contracten, worden gedelegeerd aan het GNSS-agentschap (Global Navigation Satellite System, het Europees wereldwijd satellietnavigatiesystem), het GSA.

Voorgesteld wordt dat, onder het politieke toezicht van de Commissie, de activiteiten op het gebied van programmabeheer die zijn toevertrouwd aan het Europees GNSS-agentschap geen exploitatieactiviteiten omvatten en verband houden met, onder andere, het beheer van fondsen die zijn toegewezen aan het programma en het toezicht op de uitvoering van taken. De administratieve kosten van het Europees GNSS-agentschap in verband met het beheer van het GMES-programma moeten worden gedekt door het in hoofdstuk 5 vermelde GMES-fonds.

6.2. Technische coördinatie en uitvoering van de exploitatieactiviteiten

Ter ondersteuning van de Commissie zou de technische coördinatie van diensten kunnen worden toevertrouwd aan Europese entiteiten die beschikken over passende kennis en expertise op verwante gebieden. De kwaliteitscontrole en validatie van producten in verband met de uitvoering van sectoraal beleid blijft de verantwoordelijkheid van de Commissie.

(1) De exploitatieactiviteiten van de GMES-dienstencomponent zouden omvatten:

(a) operationele activiteiten:

i) wereldwijde systematische/routineactiviteiten voor de monitoring en voorspelling van de staat van de subsystemen van de aarde op regionaal en wereldniveau, in het bijzonder met betrekking tot het mariene milieu, de atmosfeer en luchtkwaliteit, wereldwijde landmonitoring en monitoring van klimaatverandering;

ii) regionale/lokale activiteiten op verzoek die met name betrekking hebben op diensten voor rampenbeheer, veiligheid en pan-Europese landmonitoring;

(b) ontwikkelingsactiviteiten bestaande in het verbeteren van de kwaliteit en de prestaties van bestaande diensten, het ontwikkelen van nieuwe dienstelementen en het bevorderen van de downstreamacceptatie.

De technische coördinatie van de landmonitoringdienst kan worden toevertrouwd aan het Europees Milieuagentschap (EEA).

De technische coördinatie van de diensten voor rampenbeheer kan worden toevertrouwd aan het Europese Emergency Response Centre (ERC).

De technische coördinatie van de atmosfeerdienst kan worden toevertrouwd aan het Europees Centrum voor Middellange Weersvoorspelling (ECMWF).

De technische coördinatie van de andere diensten (klimaatverandering, monitoring van het mariene milieu, en veiligheid) wordt momenteel voorbereid om tijdige diensten van hoge kwaliteit te garanderen overeenkomstig de specifieke behoeften waarin ze moeten voorzien. Voor de implementatie ervan kan een beroep worden gedaan op de diensten van de Commissie en andere Europese entiteiten (bijvoorbeeld het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA), het Satellietcentrum van de Europese Unie (EUSC), het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (FRONTEX) of het Europees Defensieagentschap (EDA).

(2) De exploitatieactiviteiten van de GMES-ruimtecomponent zouden omvatten:

(a) operationele activiteiten: exploitatie van de specifieke ruimte-infrastructuur (d.w.z. Sentinel-missies); toegang tot missies van derden; distributie van gegevens; technische bijstand aan de Commissie voor het bundelen van vereisten voor dienstgegevens, het identificeren van lacunes op het gebied van observatie, het bijdragen aan de specificatie van nieuwe ruimtemissies.

De operationele activiteiten van de GMES-ruimtecomponent kunnen worden toevertrouwd aan:

(1) het Europees Ruimteagentschap (ESA), ad interim, voor de observaties via hogeresolutiebeelden boven land en doelspecifieke gebieden;

(2) de Europese organisatie voor de exploitatie van meteorologische satellieten (EUMETSAT) voor de systematische en wereldwijde observaties van de atmosfeer en oceanen;

(b) ontwikkelingsactiviteiten: ontwerp en aankoop van nieuwe elementen van de ruimte-infrastructuur; verlenen van technische ondersteuning aan de Commissie voor het omzetten van dienstvereisten in specificaties van nieuwe ruimtemissies met de steun van exploitanten van ruimte-infrastructuur; coördinatie van de ontwikkeling van ruimteactiviteiten, inclusief ontwikkelingen gericht op het moderniseren en het aanvullen van de GMES-ruimtecomponent.

De ontwikkelingsactiviteiten kunnen worden toevertrouwd aan het Europees Ruimteagentschap, met technische betrokkenheid van relevante diensten van de Europese Commissie.

(3) De operationele activiteiten van de in-situcomponent van het GMES zouden omvatten:

(a) coördinatie van de verstrekking van in-situgegevens aan GMES-diensten met administratieve ad-hocregelingen met de in-situ-exploitanten;

(b) coördinatie van de verstrekking van in-situgegevens van derden op internationaal niveau;

(c) verlening van technische bijstand voor het omzetten van GMES-dienstvereisten in specificaties van in-situ-observatie-infrastructuur en netwerken;

(d) interactie met in-situ-exploitanten ter bevordering van consistentie van ontwikkelingsactiviteiten in verband met de GMES in-situcomponent.

De technische coördinatie van de GMES in-situcomponent kan worden toevertrouwd aan het Europees Milieuagentschap (EEA) binnen de omvang van zijn mandaat.

Voor alle drie de componenten moet de uitvoering van GMES-exploitatieactiviteiten worden toevertrouwd aan operationele entiteiten via overheidsopdrachten, serviceniveau-overeenkomsten of subsidies waar van toepassing.

6.3. Gegevens- en informatiebeleid

Het GMES-gegevens‑ en ‑informatiebeleid zal verder bouwen op het principe van een volledige en open toegang (met inachtneming van beperkingen van juridische aard en om veiligheidsredenen), rekening houdend met bestaande wetgeving (bv. richtlijn inzake het hergebruik van overheidsinformatie en INSPIRE), om de doelstellingen van Verordening 911/2010 te verwezenlijken, namelijk:

(1) bevorderen van het gebruik en de uitwisseling van GMES-informatie en ‑gegevens;[A1]

(2) versterken van aardobservatiemarkten in Europa, in het bijzonder de downstreamsector, om groei mogelijk te maken en werkgelegenheid te scheppen;[A2]

(3) bijdragen aan de duurzaamheid en continuïteit van de verschaffing van GMES-gegevens en ‑informatie;[A3]

(4) ondersteunen van de Europese onderzoeks-, technologie- en innovatiegemeenschappen. [A4]

7. Conclusies

Met deze mededeling wordt gevolg gegeven aan het verzoek van de Raad Concurrentievermogen van 31 mei 2011 om uiterlijk eind 2011 een voorstel voor de exploitatieactiviteiten en een verduidelijking van de governance van het GMES in de periode 2014-2020 in te dienen, en wordt het startsein gegeven voor het debat met de andere instellingen. Zij effent ook het pad voor de duurzame governance en financiering van het GMES-programma op lange termijn.

Bijlage

Beknopt overzicht voor een INTERNE OVEREENKOMST

tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de raad bijeen, betreffende de financiering van het Europees programma voor aardobservatie (GMES) onder het meerjarige financiële kader voor de periode 2014 tot 2020

FINANCIËLE MIDDELEN van het GMES-fonds

– De lidstaten komen overeen een fonds voor het Europees programma voor monitoring van de aarde in te stellen, hierna het 'GMES- fonds' genoemd.

– Het GMES-fonds is als volgt samengesteld:

(a) een bedrag van maximaal 5 841 miljoen euro5 bijgedragen door de lidstaten in overeenstemming met de verdeelsleutels op basis van het bruto nationaal inkomen (BNI) van de lidstaten;

(b) andere vrijwillige bijdragen van andere entiteiten (bv. een nieuwe staat die toetreedt tot de EU, een derde land dat wil meewerken aan het programma, internationale organisaties, en/of alle andere vrijwillige bijdragen) kunnen worden toegevoegd aan het onder a) vermelde bedrag.

– Het GMES-fonds zal beschikbaar zijn vanaf de inwerkingtreding van het meerjarige financiële kader.

– Het totale bedrag van de middelen van het GMES-fonds geldt voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020.

GEBRUIK VAN DE FINANCIËLE MIDDELEN

– Het GMES-fonds zal acties op de volgende gebieden omvatten:

(a) exploitatieactiviteiten van het GMES:

i. dienstencomponent (monitoring van de atmosfeer, monitoring van klimaatverandering ter ondersteuning van beleidsmaatregelen voor aanpassing aan of beperking van de klimaatverandering, rampenbeheer, landmonitoring, monitoring van het mariene milieu, veiligheid);

ii. een ruimtecomponent die voor duurzame satellietobservatie voor de onder i) genoemde dienstensectoren zorgt;

iii. steun voor het in situ verzamelen van gegevens;

iv. gegevenstoegang;

v. ondersteuning van de acceptatie van de diensten;

vi. maatregelen om de bescherming van infrastructuur te garanderen;

(b) ondersteunende maatregelen die erop gericht zijn de kosten verbonden aan de programmering en implementatie van het GMES-fonds te dekken. De middelen voor ondersteunende maatregelen kunnen uitgaven dekken in verband met:

i. de voorbereidende werkzaamheden en de follow-up‑, toezicht‑, boekhoud‑, audit‑ en evaluatieactiviteiten die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de programmering en implementatie van de middelen van het door de Commissie beheerde GMES-fonds;

ii. de verwezenlijking van deze doelstellingen, via beleidsactiviteiten voor ontwikkeling, studies, bijeenkomsten, informatie‑, bewustmakings‑, opleidings‑ en publicatieactiviteiten; en

iii. alle andere uitgaven voor administratieve of technische bijstand die de Commissie eventueel maakt voor het beheer van het GMES-fonds.

TENUITVOERLEGGING

– De overeenkomst zal voorzien in tenuitvoerlegging wat betreft programmering, beheer en implementatie van het GMES-fonds en daarbij procedures van de Unie en van het GMES-fonds zoveel mogelijk harmoniseren. In dit verband zal de Raad op voorstel van de Commissie een verordening vaststellen.

– De overeenkomst zal voorzien in een financieel reglement met voorschriften voor de vaststelling en de financiële implementatie van de middelen van het GMES-fonds, en voor de presentatie en auditing van de boekhouding. Dit reglement wordt door de Raad op voorstel van de Commissie vastgesteld.

– De Commissie wordt bijgestaan door een comité (het 'GMES-comité').

(a) Het Comité is samengesteld uit vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten; het wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie en het secretariaat wordt gevoerd door de Commissie.

(b) Het GMES-comité stelt op basis van een voorstel van de Commissie zijn reglement van orde vast, inclusief zijn stemregels en taken.

(c) Het GMES-comité kan in specifieke configuraties bijeenkomen voor de behandeling van concrete kwesties, met name op veiligheidsgebied (de 'Beveiligingsraad').

SLOTBEPALINGEN

– Elke lidstaat keurt deze overeenkomst goed overeenkomstig zijn grondwettelijke bepalingen. De regering van elke lidstaat stelt het Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie in kennis van de voltooiing van de procedures die voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst vereist zijn.

– Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de kennisgeving van de goedkeuring van deze overeenkomst door de laatste lidstaat.

– Deze overeenkomst wordt gesloten voor dezelfde duur als het meerjarige financiële kader 2014-2020.

               PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1.

               COM(2011) 152 definitief van 4.4.2011.

               COM(2010) 2020 van 3.3.2010.

               COM(2011) 500 definitief van 29.6.2011.

               Prijzen 2011.

               Cijfers gebaseerd op precursordiensten (projecten gefinancierd door KP7).

               Cijfers gebaseerd op EER-ramingen in het kader van het met KP7-middelen gefinancierde project GISC http://gisc.ew.eea.europa.eu/gisc-project.

               Cijfers gebaseerd op Booz & Company, Cost Benefit Analysis for GMES, definitieve versie, 19 september 2011.

               Het is de bedoeling om met de hier voorgestelde bijlage enkel de voornaamste elementen aan te dragen en de hoofdrubrieken voor een interne overeenkomst voor te stellen, gebaseerd op de huidige overeenkomst inzake het Europees Ontwikkelingsfonds (PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32). De bijlage laat het resultaat van eventuele besprekingen met de lidstaten over een definitieve tekst onverlet.

[A1]Error: Manually applied numbering

[A2]Error: Manually applied numbering

[A3]Error: Manually applied numbering

[A4]Error: Manually applied numbering