Artikelen bij COM(2012)184 - Technische aanpassing begroting 2013 in lijn met ontwikkeling BBP

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2012)184 - Technische aanpassing begroting 2013 in lijn met ontwikkeling BBP.
document COM(2012)184 NLEN
datum 20 april 2012
 

|
52012DC0184

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT Technische aanpassing van het financieel kader voor 2013 in overeenstemming met de ontwikkeling van het bni (Punt 16 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer) /* COM/2012/0184 final */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

Technische aanpassing van het financieel kader voor 2013 in overeenstemming met de ontwikkeling van het bni

(Punt 16 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer)

1. INLEIDING

Het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139/1 van 14.6.2006) bevat de tabel van het financieel kader voor EU-27 voor de periode 2007-2013, uitgedrukt in prijzen van 2004 (tabel 1).

In punt 16 van het Interinstitutioneel Akkoord is bepaald dat de Commissie ieder jaar vóór de begrotingsprocedure van het begrotingsjaar n+1 overgaat tot de technische aanpassing van het financieel kader op grond van de ontwikkeling van het bruto nationaal inkomen (bni) van de EU en van de prijzen en dat de resultaten van deze aanpassing aan de twee takken van begrotingsautoriteit worden meegedeeld. Wat de prijzen betreft, zijn de uitgavenmaxima tegen lopende prijzen vastgesteld op grond van de in punt 16 van het IIA vermelde vaste deflator van 2%. Wat de ontwikkeling van het bni betreft, zijn de meest recente economische prognoses in deze mededeling opgenomen.

Bij deze mededeling wordt de begrotingsautoriteit het resultaat van deze technische aanpassing (EU-27) voor het begrotingsjaar 2013 meegedeeld, overeenkomstig de punten 16 van het IIA.

2. AANPASSING VAN DE TABEL VAN HET FINANCIEEL KADER (TABELLEN 1-2)

Tabel 1 heeft betrekking op het financieel kader voor EU-27 in prijzen van 2004, zoals gewijzigd bij het besluit van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 om in de extra financieringsbehoeften van het ITER-project te voorzien.

Tabel 2 bevat het voor 2013 aangepaste financieel kader voor EU-27 (d.w.z. in lopende prijzen, ongewijzigd ten opzichte van de aanpassing voor de extra financieringsbehoeften van het ITER-project, behalve dat het financieel kader in procent van het bni geactualiseerd is aan de hand van de jongst beschikbare economische ramingen).

2.1.        Totaalbedrag bni

Het bni voor 2013 is aan de hand van de meest recente raming vastgesteld op 13 299 204 miljoen EUR in lopende prijzen voor EU-27 (overeenkomstig de laatste alinea van punt 16 wordt niet tot een technische aanpassing overgegaan met betrekking tot het huidige jaar of de voorbije jaren; uitsluitend ter informatie: het geactualiseerde bni is vastgesteld op 12 893 056 miljoen EUR voor 2012, 12 617 848 miljoen EUR voor 2011, 12 257 075 miljoen EUR voor 2010, 11 643 643 miljoen EUR voor 2009, 12 316 757 miljoen EUR voor 2008 en 12 262 940 miljoen EUR voor 2007).

Sinds 2010 omvat het bni indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI), overeenkomstig Besluit 2010/196/EU, Euratom van de Raad van 16 maart 2010 om IGDFI vanaf 1 januari 2010 op te nemen in de eigen middelen.

2.2.        Belangrijkste resultaten van de technische aanpassing van het financieel kader voor 2013 (EU-27)

Het totale maximum voor de vastleggingskredieten in 2013 (152 502 miljoen EUR) komt overeen met 1,15 % van het bni.

Het corresponderende totale maximum voor de betalingskredieten (143 911 miljoen EUR) komt overeen met 1,08 % van het bni. Op basis van de meest recente economische ramingen laat dit een marge van 19 669 miljoen EUR onder het maximum (1,23 %) van de eigen middelen (0,15 % van het bni voor EU-27).

De maxima voor eigen middelen en vastleggingskredieten zijn aangepast na de inwerkingtreding van Besluit nr. 2010/196 om IGDFI op te nemen in de eigen middelen.

3. ANDERE ELEMENTEN IN VERBAND MET DE TECHNISCHE AANPASSING

3.1.        Rubriek 5 (Administratie)

Wat rubriek 5 betreft, wordt in een voetnoot bij het financieel kader aangegeven dat de pensioenuitgaven die onder het maximum van deze rubriek vallen, moeten worden berekend zonder de bijdragen van het personeel in de pensioenregeling, binnen de grens van 500 miljoen EUR (prijzen van 2004) voor de periode 2007-2013. Deze bepaling houdt voor de toepassing van het maximum van de rubriek een dubbele limiet in op de bedragen waarmee de pensioenuitgaven worden verminderd:

– dit bedrag mag per jaar niet groter zijn dan de bijdragen die onder de ontvangsten van de begroting zijn opgenomen;

– het gecumuleerde totaal van de in mindering gebrachte bedragen van de periode 2007-2013 mag niet groter zijn dan 500 miljoen EUR tegen prijzen van 2004 of gemiddeld 71,4 miljoen EUR per jaar.

Gelet op het vaste karakter van de administratieve uitgaven moet ieder jaar een gemiddelde limiet worden aangehouden om te vermijden dat aan het begin van een periode een marge wordt gebruikt die dan later niet volledig meer beschikbaar is. Voor 2013 bedraagt het in mindering te brengen bedrag 86,0 miljoen EUR tegen lopende prijzen.

3.2.        Uitgaven buiten het financieel kader 2007-2013

Er zijn instrumenten die buiten de in het financieel kader 2007-2013 overeengekomen uitgavenmaxima vallen. Deze instrumenten dienen om snel te kunnen reageren op uitzonderlijke of onvoorziene gebeurtenissen, en zij geven – binnen bepaalde grenzen – enige flexibiliteit boven de overeengekomen uitgavenmaxima:

· de reserve voor noodhulp, die kan worden aangesproken voor maximaal 221 miljoen EUR per jaar in prijzen van 2004, d.w.z. 264,1 miljoen EUR in 2013 in lopende prijzen (1 744 miljoen EUR voor de hele periode in lopende prijzen);

· het Solidariteitsfonds van de EU, waarvan het jaarlijkse maximumbedrag in lopende prijzen 1 miljard EUR is;

· het flexibiliteitsinstrument, met een jaarlijks maximumbedrag van 200 miljoen EUR in lopende prijzen, plus het deel van de niet-gebruikte bedragen van 2011-2012 dat naar 2013 mag worden overgedragen.

Daarnaast kan voor ten hoogste 500 miljoen EUR per jaar in lopende prijzen een beroep worden gedaan op het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) door eender welke marge onder het totale maximum van de vastleggingskredieten van het voorgaande jaar en/of de geannuleerde vastleggingen van de vorige twee jaren aan te spreken (met uitzondering van die van rubriek 1b).

4. VERRICHTINGEN BUITEN DE BEGROTING EN DE EIGEN MIDDELEN

In punt 11, vierde alinea, van het IIA is bepaald dat informatie over operaties die niet in de algemene begroting zijn opgenomen, en over de vermoedelijke ontwikkeling van de verschillende categorieën eigen middelen van de gemeenschap indicatief wordt verschaft in tabellen en jaarlijks wordt bijgewerkt bij de technische aanpassing van het financieel kader.

In de tabellen 3.1 en 3.2 wordt deze informatie, aangepast op basis van de meest recente ramingen, verschaft. Zij betreft het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en de samenstelling van de eigen middelen.

BIJLAGE

               Besluit van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 tot wijziging van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer ten aanzien van het meerjarig financieel kader om in de extra financieringsbehoeften van het ITER-project te voorzien (2012/5/EU), PB L 4 van 7.1.2012, blz. 12.

               Besluit 2010/196/EU, Euratom van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de toerekening van indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IDGFI) voor de vaststelling van het bruto nationaal inkomen (bni) ten behoeve van de begroting en het stelsel van eigen middelen van de Unie (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 31).

               Mededeling van de Commissie aan het EP en de Raad betreffende de aanpassing van het maximum voor eigen middelen en van het maximum voor kredieten voor vastleggingen naar aanleiding van het besluit om IGDFI op te nemen in de eigen middelen, COM(2010) 162.