Artikelen bij COM(2013)287 - Uitoefening controle- en handhavingsregeling op het visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 

|
52013DC0287

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de uitoefening van de bevoegdheid die aan de Commissie is gedelegeerd op grond van Verordening (EU) nr. 1236/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot vaststelling van een controle- en handhavingsregeling voor het gebied dat onder het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan valt /* COM/2013/0287 final */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitoefening van de bevoegdheid die aan de Commissie is gedelegeerd op grond van Verordening (EU) nr. 1236/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot vaststelling van een controle- en handhavingsregeling voor het gebied dat onder het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan valt

1. Inleiding

Het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan, waarbij de Europese Unie verdragsluitende partij is, strekt ertoe de instandhouding op lange termijn en de optimale exploitatie van de visbestanden van het noordoostelijke Atlantische gebied te garanderen en zo te zorgen voor duurzame, ecologische en sociale voordelen.

Met het oog op de toepassing van dat verdrag heeft de visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) tijdens haar jaarlijkse vergadering op 15 november 2006 een aanbeveling aangenomen tot vaststelling van een controle- en handhavingsregeling ("de regeling") voor alle vaartuigen die worden gebruikt of bedoeld zijn om te worden gebruikt voor de visserij op de visbestanden in gebieden die in het verdrag worden gedefinieerd.

Bij Verordening (EU) nr. 1236/2010 worden de algemene regels en voorwaarden vastgesteld voor de toepassing van de door de NEAFC goedgekeurde regeling door de Unie. Deze verordening voorziet in specifieke controlemaatregelen voor het monitoren van visserijactiviteiten in het gebied waarop het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan van toepassing is, en vormt een aanvulling op de controlemaatregelen in Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, en in Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

De Commissie is bij Verordening (EU) nr. 1236/2010 gemachtigd om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot nadere bepalingen tot aanvulling van bepaalde in die verordening vervatte elementen (artikel 46, lid 1) en met betrekking tot de wijziging van een aantal in de verordening opgenomen bepalingen inzake uitdrukkelijk als niet‑essentieel aangemerkte elementen, met het oog op de opneming van toekomstige wijzigingen van de bepalingen van de regeling in het Unierecht (artikel 51).

2. Rechtsgrondslag

Dit verslag is opgesteld op grond van artikel 47, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1236/2010. Krachtens deze bepaling wordt de bevoegdheid voor een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf 1 januari 2011, aan de Commissie toegekend en moet de Commissie uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van deze termijn van drie jaar een verslag over de gedelegeerde bevoegdheden opstellen.

3. Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

De Commissie heeft twee gedelegeerde handelingen vastgesteld: één over nadere bepalingen tot aanvulling van bepaalde in Verordening (EU) nr. 1236/2010 vervatte elementen en een tweede over de opneming in Unierecht van wijzigingen van in de regeling vastgestelde bepalingen die bindend werden voor de Unie. In beide gevallen werd de bevoegdheidsdelegatie uitgeoefend omdat de EU‑voorschriften moesten worden aangepast aan door de NEAFC aangenomen veranderingen. Aangezien de NEAFC geen andere besluiten tot verandering van de in de artikelen 46 en 51 bedoelde elementen heeft genomen, hoefde de Commissie, behalve in de twee hieronder uiteenzette gevallen, geen gebruik te maken van de haar toegekende bevoegdheid.

3.1.        Gedelegeerde handeling tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1236/2010

Overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1236/2010 moeten de lidstaten de Commissie maandelijks op de hoogte brengen van de hoeveelheden vis die door onder hun vlag varende vaartuigen in het NEAFC‑gebied zijn gevangen. Hiertoe dient de lijst van te melden visbestanden te worden vastgesteld. In november 2010 heeft de NEAFC aanbeveling 2:2011 tot vaststelling van de lijst van visbestanden aangenomen. Deze aanbeveling is bindend voor de verdragsluitende partijen bij de NEAFC en bijgevolg ook voor de EU.

Krachtens artikel 46, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1236/2010 kan de Commissie middels gedelegeerde handelingen de in artikel 10, lid 1, bedoelde lijst van visbestanden vaststellen. De lijst van visbestanden, zoals door de NEAFC aangenomen in aanbeveling 2:2011, is vastgesteld bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 32/2012 van de Commissie van 14 november 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1236/2010.

De deskundigengroep visserijcontrole is tijdens haar vergadering van 13 september 2011 geraadpleegd over het ontwerp van gedelegeerde verordening. De gedelegeerde handeling is op 14 november 2011 aangenomen, waarna het Europees Parlement en de Raad ervan in kennis zijn gesteld. Noch het Europees Parlement, noch de Raad heeft binnen de in artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1236/2010 bepaalde termijn van twee maanden bezwaar tegen de gedelegeerde handeling gemaakt. Bij het verstrijken van die periode is de gedelegeerde handeling bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie; zij is op 24.1.2012 in werking getreden.

3.2.        Gedelegeerde handeling tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1236/2010

Tijdens haar jaarlijkse vergadering van november 2011 heeft de NEAFC aanbeveling 9:2012 tot wijziging van artikel 14 inzake de regeling voor de mededeling van aangiften en berichten aan het NEAFC-secretariaat aangenomen. Deze bepaling van de regeling is bij artikel 12 van Verordening (EU) nr. 1236/2010 opgenomen in het Unierecht.

Krachtens artikel 51, onder d), van Verordening (EU) nr. 1236/2010 is de Commissie gemachtigd om middels gedelegeerde handelingen wijzigingen vast te stellen met betrekking tot de in die verordening vastgestelde bepalingen inzake de mededeling van informatie aan het NEAFC-secretariaat als bedoeld in artikel 12.

Bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 603/2012 van de Commissie van 30 april 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1236/2010 is de wijziging van artikel 14 van de regeling omgezet in Unierecht middels een overeenkomstige wijziging van artikel 12 van Verordening (EU) nr. 1236/2010.

De deskundigengroep visserijcontrole is tijdens haar vergadering van 23 maart 2012 geraadpleegd over het ontwerp van gedelegeerde verordening. De gedelegeerde handeling is op 30 april 2012 aangenomen, waarna het Europees Parlement en de Raad ervan in kennis zijn gesteld. Noch het Europees Parlement, noch de Raad heeft binnen de in artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1236/2010 bepaalde termijn van twee maanden bezwaar tegen de gedelegeerde handeling aangetekend. Bij het verstrijken van die periode is de gedelegeerde handeling bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie; zij is op 8.7.2012 in werking getreden.

4. Conclusie

De Commissie heeft de aan haar gedelegeerde bevoegdheden correct uitgeoefend en verzoekt het Europees Parlement en de Raad kennis te nemen van haar verslag.

               Goedgekeurd bij Besluit 81/608/EEG van de Raad (PB L 227 van 12.8.1981, blz. 21).

               Verordening (EU) nr. 1236/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot vaststelling van een controle- en handhavingsregeling voor het gebied dat onder het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan valt en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2791/1999 van de Raad (PB L 348 van 31.12.2010, blz. 17).

               PB L 13 van 17.1.2012, blz. 1.

               PB L 177 van 7.7.2012, blz. 9.