Artikelen bij COM(2013)308 - Specifiek voortgangscontroleverslag over de door het Euratom-kaderprogramma 2012-2013 ondersteunde onderzoeksactiviteiten voor nucleaire veiligheid en beveiliging

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 

|
52013DC0308

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Specifiek voortgangscontroleverslag over de door het Euratom-kaderprogramma 2012-2013 ondersteunde onderzoeksactiviteiten voor nucleaire veiligheid en beveiliging /* COM/2013/0308 final */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

Specifiek voortgangscontroleverslag over de door het Euratom-kaderprogramma 2012-2013 ondersteunde onderzoeksactiviteiten voor nucleaire veiligheid en beveiliging

1. Inleiding

Overeenkomstig artikel 6, lid 1, van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013), hierna "KP7+2", wordt begin 2013 een specifiek voortgangscontroleverslag aan de Raad voorgelegd over de uitvoering van de activiteiten van het kaderprogramma die gericht zijn op nucleaire veiligheid en beveiliging.

De Commissie heeft met de voltooiing van het onderhavige verslag en het bijgevoegde werkdocument van de diensten van de Commissie voldaan aan haar verplichting om verslag uit te brengen. Dit verslag heeft betrekking op de indirecte, door het DG Onderzoek en Innovatie onder contract opgedragen activiteiten en op de directe eigen werkzaamheden van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO), en gaat zowel over onderzoeksactiviteiten met betrekking tot de nucleaire veiligheid en beveiliging als over stralingsbescherming.

Onderzoek naar nucleaire veiligheid is erop gericht mens en milieu te beschermen tegen de schadelijke effecten van ioniserende straling. Bij het onderzoek wordt gekeken naar het volledige scala aan bepalingen, van die voor het ontwerpen en bouwen van kerncentrales tot die voor hun exploitatie en ontmanteling, en met inbegrip van de verwijdering van radioactief afval.

Stralingsveiligheid heeft betrekking op de bescherming tegen en het veilige gebruik van ioniserende straling, met inbegrip van ioniserende straling die wordt gebruikt voor medische beeldvorming en therapie, alsmede het gebruik van stralingsbronnen voor industriële radiografie.

Onderzoek naar nucleaire veiligheid omvat het gebied van verificatie van veiligheidscontroles, het opsporen en voorkomen van nucleaire proliferatie en het opsporen en bestrijden van kwaadwillige handelingen waarbij nucleair en radioactief materiaal gemoeid zijn, en heeft exclusief betrekking op de eigen acties van het GCO.

Voorts is het belangrijk te onderstrepen dat activiteiten van Euratom op het gebied van onderzoek naar nucleaire veiligheid zich niet beperken tot zaken die verband houden met de opwekking van elektriciteit, maar ook betrekking kunnen hebben op het gebruik van ioniserende straling voor een grote verscheidenheid aan toepassingen op het gebied van onderzoek, industrie, gezondheid en geneeskunde.

2. Belangrijkste bevindingen

Naar aanleiding van het ongeval in Fukushima in 2011 is de algemene doelstelling van het Euratom-kaderprogramma voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) bijgesteld in de richting van nucleaire veiligheid en beveiliging.

Het bijgevoegde werkdocument van de diensten van de Commissie bevat gedetailleerde informatie over de belangrijkste (direct en indirecte) onderzoeksactiviteiten die ter verwezenlijking van die doelstelling zijn uitgevoerd.

2.1. Collaboratief onderzoek

Indirecte acties op het gebied van kernsplijtingsonderzoek hebben betrekking op de volgende activiteiten: beheer van radioactief afval; reactorsystemen; stralingsbescherming; infrastructuur; personeel, mobiliteit en opleiding en transversale acties.

Het aan veiligheid gerelateerde deel van het Euratom-programma had in het kader van het vorige zevende kaderprogramma (KP7, 2007-2011), al een zeer hoge prioriteit. Na de door de Raad in 2011 vastgelegde heroriëntatie zijn de Euratom werkprogramma’s voor 2012 en 2013 geheel op nucleaire veiligheid gericht. Als gevolg daarvan is er veel meer aandacht voor veiligheidsaspecten: momenteel wordt meer dan 90 % van de middelen voor collaboratieve en coöperatieve onderzoeksacties daaraan besteed. Dat dit percentage de 100 niet haalt, wordt verklaard door de noodzaak om te zorgen voor coördinatie met andere niet-nucleaire en transversale gebieden.

Wat betreft de verdeling van de ondersteunde gebieden is in het KP7+2-programma het relatieve belang vergroot van infrastructuur, personele middelen en transversale acties ter versterking van de Europese capaciteit voor de ontwikkeling van de basiskennis op het gebied van de veiligheid.

2.2. Eigen acties

De belangrijkste activiteiten van het GCO ondersteunen zowel de Commissie als de lidstaten bij het nakomen van hun Euratom-verdragverplichtingen op het gebied van: beheer van nucleaire afvalstoffen en milieu-impact; veiligheid van nucleaire installaties en de splijtstofkringloop; en nucleaire beveiliging, veiligheidscontrole en non-proliferatie. In het kader van KP7 en KP7+2 zijn er ook transversale activiteiten geweest, zoals internationale samenwerking, normalisatie en onderwijs en opleiding.

Binnen elk thema werd gewerkt aan onderzoek en ontwikkeling. Wetenschappelijke/technische gegevens zijn ontwikkeld en in specifieke gevallen is steun aan Euratombeleid geleverd. Bij het opstellen van het werkprogramma is gepoogd de juiste balans te vinden tussen wetenschappelijke resultaten, wensen van belanghebbenden, en ad-hocsteun voor beleid.

Activiteiten van het GCO zijn in 2012 en 2013 nog verder toegespitst op het gebied van de nucleaire veiligheid, na de reeds in 2011 doorgevoerde heroriëntatie als onmiddellijke reactie op het incident in Fukushima. De ondersteuning van de uitvoering van collegiale 'stresstoetsing' van kerncentrales in de EU heeft bijvoorbeeld hoge prioriteit gekregen. Het GCO heeft daarnaast een nieuwe activiteit opgezet voor modellering van kernrampen en beheer van ernstige ongevallen om zo bij te dragen aan de post-Fukushimaonderzoekactiviteiten van de EU en het IAEA op dit gebied.

Op het gebied van veiligheid is het leveren van een bijdrage aan de uitvoering van het CBRN (chemisch, biologisch, radiologisch en nucleair) actieplan van de EU als prioritair aangemerkt, alsook de steun voor DG DEVCO voor de opstelling van de CBRN-kenniscentra buiten de EU.

Bovendien is onderzoek op het gebied van de ontmanteling van de kerncentrales opgenomen in de nucleaire activiteiten van het GCO, met de nadruk op onderwijs en opleiding. Dit GCO-initiatief kreeg veel steun van het Europees Parlement.

3. Conclusies

Naar aanleiding van de gebeurtenissen in Fukushima in maart 2011 is de Raad van oordeel dat het Euratom-programma voor onderzoek op het gebied van kernsplijting meer gericht moet worden op veiligheid en beveiliging. Uit het bij dit document gevoegd werkdocument van de diensten van de Commissie blijkt dat deze heroriëntering van de onderzoeksinspanningen in de praktijk al heeft plaatsgevonden in het kader van het Euratom-programma voor de periode 2012-2013.

               Besluit 2012/93/Euratom van de Raad, PB L 47 van 18 februari 2012, blz. 25.

               Werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD (2013) 187 final) — specifiek voortgangscontroleverslag over onderzoeksactiviteiten voor nucleaire veiligheid en beveiliging ondersteund door het Euratom-kaderprogramma (2012-2013)