Artikelen bij COM(2013)887 - Signaleringsmechanisme uitgaven Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) Nr. 10-11/2013

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 

|
52013DC0887

BIJLAGE Besteding van de ELGF-kredieten tot 30.9.2013 (voorlopige cijfers) /* COM/2013/0887 final */


1............ Inleiding. 2

2............ Bestemmingsontvangsten voor het ELGF. 2

3............ Opmerkingen over de uitvoering van de ELGF-begroting 2013 (voorlopige gegevens) 3

4............ Feitelijke bestemmingsontvangsten voor het ELGF. 6

5............ Conclusies. 7

bijlage 1: || Besteding van de ELGF-kredieten tot en met 30.9.2013 (voorlopige cijfers)

1. Inleiding

In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de uitgaven die in de periode van 16 oktober 2012 tot en met 30 september 2013 werkelijk zijn verricht ten laste van het ELGF, en worden die uitgaven vergeleken met het uitgavenprofiel (indicator) dat is bepaald op grond van artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad.

2. Bestemmingsontvangsten voor het ELGF

Krachtens artikel 34 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid gelden ontvangsten die voortvloeien uit financiële correcties naar aanleiding van conformiteitsgoedkeuringsbesluiten, ontvangsten als gevolg van terugvorderingen wegens onregelmatigheden en opbrengsten van de melkheffing als bestemmingsontvangsten ter financiering van ELGF-uitgaven. Overeenkomstig deze voorschriften kunnen de bestemmingsontvangsten worden gebruikt om welke ELGF-uitgaven dan ook te financieren. Blijven deze ontvangsten gedeeltelijk ongebruikt, dan worden de ongebruikte bedragen ambtshalve overgedragen naar het volgende begrotingsjaar.

De ELGF-begroting 2013 bevat zowel de door de Commissie vastgestelde laatste ramingen van de middelen die nodig zijn om de verwachte uitgaven voor marktmaatregelen en rechtstreekse steun te financieren, en ramingen van de bestemmingsontvangsten die naar verwachting in de loop van het betrokken begrotingsjaar zullen worden geïnd, als het over te dragen saldo van de uit het voorafgaande begrotingsjaar beschikbare bestemmingsontvangsten. In haar voorstel inzake het bedrag aan ELGF-kredieten voor de begroting 2013 heeft de Commissie gekeken naar de totale verwachte bestemmingsontvangsten en deze bij de berekening van de hoogte van de kredieten in de begroting 2013 in mindering gebracht op de geraamde behoeften.  De begrotingsautoriteit heeft vervolgens de nieuwe ELGF-begroting goedgekeurd, met inbegrip van de verwachte bestemmingsontvangsten.

Bij de opstelling van de begroting 2013 werden de beschikbare bestemmingsontvangsten door de Commissie op 1 533 miljoen EUR geraamd. Meer bepaald:

– werd verwacht dat in de loop van het begrotingsjaar 2013 bestemmingsontvangsten ten bedrage van 628 miljoen EUR zouden worden geïnd. De ontvangsten uit correcties in het kader van de conformiteitsgoedkeuring en uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden werden op respectievelijk 389 miljoen EUR en 161 miljoen EUR geraamd. De opbrengsten uit de melkheffing werden op 78 miljoen euro geraamd;

– werd verwacht dat bestemmingsontvangsten ten bedrage van 905 miljoen EUR van het begrotingsjaar 2012 naar het begrotingsjaar 2013 zouden worden overgedragen (met inbegrip van het saldo van het Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie, dat op 675 miljoen EUR werd geraamd).

De Commissie heeft deze aanvankelijk verwachte ontvangsten ten bedrage van 1 533 miljoen EUR in de begroting 2013 toegewezen aan twee regelingen. Meer bepaald:

– werd 500 miljoen EUR toegewezen aan de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit, en

– werd 1 033 miljoen EUR toegewezen aan de bedrijfstoeslagregeling.

Voor deze twee regelingen heeft de begrotingsautoriteit uiteindelijk kredieten ten belope van respectievelijk 267 miljoen EUR en 30 635 miljoen EUR goedgekeurd in overeenstemming met het voorstel van de Commissie. De som van de goedgekeurde kredieten en de bovengenoemde bestemmingsontvangsten komt overeen met een totaalbedrag aan geraamde beschikbare kredieten van 767 miljoen EUR voor de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit en 31 668 miljoen EUR voor de bedrijfstoeslagregeling.

In bijlage 1, waarin de uitvoering van de begroting 2013 (voorlopige cijfers) voor de periode tot en met 30 september 2013 wordt weergegeven, gaat het bij de begrotingskredieten voor de sector groenten en fruit en de sector ontkoppelde rechtstreekse steun (weergegeven op het niveau van het begrotingsonderdeel) om de goedgekeurde kredieten voor deze twee regelingen (respectievelijk 611 miljoen EUR en 38 076 miljoen EUR), waarbij geen rekening is gehouden met de voornoemde bestemmingsontvangsten. Als de aan deze sectoren toegewezen bestemmingsontvangsten worden meegeteld, bedragen de totale kredieten in de begroting 2013 1 111 miljoen EUR voor de sector groenten en fruit en 39 109 miljoen EUR voor de sector ontkoppelde rechtstreekse steun.

3. Opmerkingen over de uitvoering van de ELGF-begroting 2013 (voorlopige gegevens)

Bijlage 1 geeft een overzicht van de uitvoering van de begroting voor de periode van 16 oktober 2012 tot en met 30 september 2013 (voorlopige cijfers). Dit uitvoeringsniveau wordt vergeleken met het uitgavenprofiel (indicator) dat is bepaald op grond van artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad. Hieronder volgt voor de onderdelen van de begroting 2013 die de grootste verschillen tussen de werkelijke en de verwachte uitgaven te zien geven, een beknopte uiteenzetting van de oorzaken van die verschillen.

3.1. Marktmaatregelen

De opname van goedgekeurde begrotingskredieten voor interventies op de landbouwmarkten lag 313,4 miljoen EUR boven het niveau waarop deze volgens de indicator op 30 september 2013 zou moeten liggen. Dit verschil is terug te voeren op het uitvoeringspatroon, vooral in de sector groenten en fruit, wijn en varkensvlees en pluimvee.

3.1.1. Groenten en fruit (+ 403,2 miljoen euro in vergelijking met de goedgekeurde kredieten)

Dit uitvoeringsniveau hangt vooral samen met de uitgaven voor de actiefondsen van de producentenorganisaties. Deze worden zowel met de goedgekeurde begrotingskredieten als met de bestemmingsontvangsten voor deze regeling in de begroting 2013 gefinancierd (zie punt 2 voor meer informatie). Het benuttingsniveau is het resultaat van de toepassing van de indicator voor de periode tot en met 30 september 2013 op de goedgekeurde begrotingskredieten, exclusief de bestemmingsontvangsten voor deze sector.

Een voetnoot * in de tabel met het overzicht van de uitvoering van de begroting (bijlage 1 – voorlopige cijfers) geeft aan wat de situatie zou zijn geweest als de indicator per 30 september 2013 was toegepast op de totale kredieten die naar raming voor de financiering van deze sector beschikbaar zullen zijn. Zoals in punt 2 hierboven is aangegeven, bestaat de totale financiering die volgens de raming beschikbaar is voor deze sector, uit de goedgekeurde begrotingskredieten (611 miljoen euro) plus de bestemmingsontvangsten voor deze sector (naar schatting 500 miljoen euro). Was de indicator toegepast op de geraamde totale financiering van 1 111 miljoen EUR voor deze sector, dan zou er sprake zijn van een onderbesteding van 29,7 miljoen EUR, zijnde het netto-effect van een geraamde onderbesteding zowel bij de regeling inzake de producentenorganisaties als bij de schoolfruitregeling, en van een sneller gebruik van de kredieten voor steun aan de producentengroeperingen.

Gezien de uitgaven die de lidstaten in 2013 al hebben gedaan en volgens de ramingen nog zullen doen met betrekking tot de actiefondsen van de producentenorganisaties en met betrekking tot de regeling voor voorlopige erkenning, gaat de Commissie er op dit moment van uit dat het totale bedrag aan beschikbare middelen, inclusief de aan deze sector toegewezen bestemmingsontvangsten, niet toereikend zal zijn om de behoeften voor deze sector te dekken en dat daartoe dus extra kredieten zullen moeten worden overgeschreven.

3.1.2. Producten van de wijnbouwsector (-48,4 miljoen EUR)

Dat de beschikbare kredieten voor de wijnsector trager worden opgenomen dan verwacht, komt doordat de budgettaire middelen voor de wijnsector in sommige lidstaten tot dusver minder snel zijn uitgegeven dan in het verleden, terwijl de indicator is gebaseerd op het historisch gemiddelde betalingstempo. De door de Commissie voorgestelde wijzigingen van de wetgeving betreffende de budgettaire middelen voor de wijnsector, die de uitvoering van bepaalde maatregelen moeten vergemakkelijken, werden in juli 2013 goedgekeurd door het Comité van beheer. Bijgevolg verwacht de Commissie dat het tempo van de betalingen door de lidstaten zal versnellen naar het einde van het jaar toe. De huidige onderbesteding bedraagt immers minder dan de helft van die in juli 2013. Op dit moment verwacht de Commissie, op basis van aanvullende informatie van de lidstaten, echter een bijna volledige benutting van de begroting 2013 wat de middelen voor de wijnsector betreft.

3.1.3. Varkensvlees, eieren en pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten (-29,5 miljoen EUR)

Dat de kredieten onder dit artikel trager worden opgenomen dan verwacht, komt door de lagere uitvoerrestitutieniveaus in oktober 2012 en februari 2013 in de sector pluimvee en de uiteindelijke afschaffing van die restituties in juli 2013. Aangezien er geen duidelijk verschil is in de uitgevoerde hoeveelheden, wordt verwacht dat de totale uitgaven in het kader van deze maatregel lager zullen uitvallen dan bij de opstelling van de begroting 2013 werd geraamd, en dat aan het eind van het jaar dus niet alle middelen voor dit artikel zullen zijn besteed. 

3.2. Rechtstreekse steun

De opname van kredieten voor rechtstreekse steun lag 704,6 miljoen EUR boven het indicatorniveau op maandag 30 september 2013.

3.2.1. Ontkoppelde rechtstreekse steun (759,2 miljoen euro in vergelijking met de goedgekeurde kredieten)

Voor de bedrijfstoeslagregeling (BTR) is er sprake van een overbenutting, die voortvloeit uit de toepassing van de indicator voor de periode tot en met 30 september 2013 op de goedgekeurde begrotingskredieten, exclusief de bestemmingsontvangsten voor deze sector.

Een voetnoot * in de tabel met het overzicht van de uitvoering van de begroting (bijlage 1 – voorlopige cijfers) geeft aan wat de situatie zou zijn geweest als de indicator per 30 september 2013 was toegepast op de totale kredieten die naar raming voor de financiering van de ontkoppelde rechtstreekse steun beschikbaar zullen zijn. Zoals in punt 2 hierboven is aangegeven, bestaat de totale financiering die volgens de raming beschikbaar is voor ontkoppelde rechtstreekse steun uit de goedgekeurde begrotingskredieten (38 076 miljoen EUR) plus de aan ontkoppelde rechtstreekse steun toegewezen bestemmingsontvangsten (naar schatting 1 033 miljoen EUR). Dit betekent dat als de indicator was toegepast op de geraamde totale kredieten van 39 109 miljoen EUR voor ontkoppelde rechtstreekse steun, er sprake zou zijn van een onderbesteding van 273,6 miljoen EUR.

Dit verschil is een gevolg van de samenstelling van de BTR-indicator (die berust op het betalingstempo van 2012, maar rekening houdt met de daadwerkelijke betalingen voor de eerste twee maanden van het jaar), die thans 100 % aangeeft, terwijl de daadwerkelijke uitvoering tot en met 30 september 2013 99,2 % bedroeg. Daar staat tegenover dat de lidstaten bij de REA al iets meer (circa 0,2 %) hebben uitgegeven dan voor deze regeling was begroot. Wat de regeling voor ontkoppelde specifieke steun in het kader van artikel 68 betreft, zullen de lidstaten in 2013 naar verwachting uitkomen op het bedrag aan goedgekeurde kredieten.

De Commissie gaat ervan uit dat de beschikbare kredieten plus de bestemmingsontvangsten toereikend zijn voor de bekostiging van de werkelijke uitgaven onder dit artikel. Op dit moment bedraagt de daadwerkelijke besteding voor deze sector 99,3 % van de geraamde nettobedragen en de Commissie verwacht een geringe netto-onderbesteding voor ontkoppelde rechtstreekse steun.

3.2.2. Andere rechtstreekse steun (–54 miljoen EUR)

Het verschil tussen de opname van de goedgekeurde kredieten voor andere rechtstreekse steun op 30 september 2013 enerzijds en het indicatorniveau op die datum anderzijds is het gevolg van een iets tragere besteding bij bepaalde regelingen dan verwacht. Dit is met name het geval bij de regeling voor gekoppelde specifieke steun in het kader van artikel 68 en bij de aanvullende bedragen voor producenten van suikerbieten en suikerriet. Ook zijn significante correcties door een aantal lidstaten gemeld. Daar staat tegenover dat het voor betalingen beschikbare budget voor rechtstreekse steun in het kader van Posei is overschreden na de vaststelling van Verordening (EG) nr. 228/2013 van de Raad, waarbij de eenmalige betaling van een premie aan bananenproducenten in het begrotingsjaar 2013 is goedgekeurd.  

Ondanks de overbesteding van de Posei-regeling is de Commissie op dit moment van mening dat er een geringe onderbesteding zal zijn voor de regelingen in het kader van dit begrotingsartikel. 

3.3. Audit van de landbouwuitgaven 3.3.1. Boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren (+200 miljoen euro)

Alle in dit begrotingsjaar te verwachten besluiten tot boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen zijn door de Commissie vastgesteld. Als gevolg van deze besluiten heeft de Commissie circa 6 miljoen EUR terugbetaald na positieve correcties ten gunste van de lidstaten. Ten gevolge van de niet-naleving van betalingstermijnen door de lidstaten worden nog meer correcties verwacht, die in november 2013 aan het Comité voor de landbouwfondsen zullen worden voorgelegd.

Hierbij dient erop gewezen dat de Commissie in haar nota van wijzigingen voor 2013 correcties ten bedrage van – 56 miljoen EUR had voorgesteld. Aangezien dergelijke correcties niet voorspelbaar zijn, had zij zich hiervoor op de gemiddelde uitvoering van de vorige jaren gebaseerd. In de nieuwe, in november opgestelde ontwerpbegroting werd dit bedrag na het mislukken van de eerste bemiddeling verhoogd tot – 100 miljoen EUR. Ten slotte keurde de begrotingsautoriteit na de bemiddeling van 5 december 2012 de begroting 2013 goed, waarin dit bedrag uiteindelijk op – EUR 200 miljoen EUR werd vastgesteld.

Gezien de bovengenoemde correcties en de negatieve uitgaven van 200 miljoen euro moet de Commissie het bedrag aan negatieve begrotingskredieten dat niet wordt gehaald, compenseren door positieve begrotingskredieten uit andere begrotingsposten over te schrijven om dit begrotingsonderdeel voor 2013 sluitend te maken.

4. Feitelijke bestemmingsontvangsten voor het ELGF

In de tabel in bijlage 1 is te zien dat de per 30 september 2013 geïnde bestemmingsontvangsten 681,7 miljoen EUR bedroegen. Meer bepaald:

– bedroegen de ontvangsten uit correcties op basis van de conformiteitsgoedkeuringsbesluiten 457,2 miljoen EUR en wordt voor het einde van het begrotingsjaar nog op aanzienlijke extra bedragen gerekend in verband met het ad-hocgoedkeuringsbesluit nr. 42 van de Commissie van augustus 2013;

– bedroegen de ontvangsten als gevolg van terugvorderingen wegens onregelmatigheden ongeveer 144,4 miljoen EUR en zullen daar in de rest van het begrotingsjaar naar verwachting eveneens nog bedragen bij komen;

– zijn de inkomsten uit de melkheffing inmiddels voor het grootste deel geïnd (ca. 80,1 miljoen EUR).

Tot slot zijn bestemmingsontvangsten ten bedrage van 1 245,6 miljoen EUR van 2012 naar 2013 overgedragen, met inbegrip van het saldo van circa 755 miljoen EUR dat nog in het tijdelijke Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie aanwezig was nadat alle in het kader van het Fonds verschuldigde betalingen waren verricht. Dit bedrag aan bestemmingsontvangsten is aanzienlijk hoger dan aanvankelijk was geraamd (905 miljoen EUR).

Daarom bedraagt het voor de financiering van ELGF-uitgaven beschikbare bedrag van de bestemmingsontvangsten per 30 september 2013 1 927,2 miljoen EUR en dit zal naar verwachting verder stijgen in de rest van het begrotingsjaar. 

5. Conclusies

Uit de uitvoering van de ELGF-begroting 2013 voor de periode tot en met 30 september 2013 (voorlopige cijfers) blijkt dat de maandelijkse vergoedingen aan de lidstaten ongeveer 1 184,1 miljoen EUR boven het uitgavenprofiel voor de uitvoering van de begroting op basis van de indicator liggen.

Wat de bestemmingsontvangsten betreft, is reeds 1 927,2 miljoen EUR beschikbaar en er wordt voor 2013 nog op extra bedragen gerekend. Op dit moment gaat de Commissie ervan uit dat het bedrag aan bestemmingsontvangsten dat aan het einde van het jaar beschikbaar zal zijn, alsook de mogelijke onderbesteding in andere onderdelen van de begroting, zal volstaan voor de financiering van de begroting 2013, met inbegrip van de verwachte behoeften aan negatieve uitgaven voor de boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen. Voorts verwacht de Commissie dat alle goedgekeurde kredieten van de begroting 2013 en een deel van de in 2013 geïnde bestemmingsontvangsten worden opgebruikt. Het resterende saldo van deze bestemmingsontvangsten, thans geraamd op 615 miljoen EUR, zal worden overgedragen naar het volgende begrotingsjaar 2014 en is reeds opgenomen in de nota van wijzigingen nr. 2/2014 die momenteel door de begrotingsautoriteit wordt besproken.

                  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

                  In artikel 14 van Verordening (EU, EURATOM) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie is bepaald dat interne bestemmingsontvangsten slechts één jaar mogen worden overgedragen. Daarom worden deze bestemmingsontvangsten, met het oog op een gezond begrotingsbeheer, over het algemeen eerst gebruikt, vóór de goedgekeurde kredieten van het betrokken begrotingsartikel.

                 Het uitvoeringsniveau voor ontkoppelde rechtstreekse steun wordt berekend als percentage van de geraamde behoeften, met inbegrip van de bestemmingsontvangsten in het geval van de bedrijfstoeslagregeling.

BIJLAGE 1